Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16308 resultaten - Pagina 231 van 1088

...  219 - 220 - 221 - 222 - 223 - 224 - 225 - 226 - 227 - 228 - 229 - 230 - 231 - 232 - 233 - 234 - 235 - 236 - 237 - 238 - 239 - 240 - 241 - 242 - 243 - 244  ...
[1] Toen kwam ROCLUS naar voren en zei: "Geëerde gebieder, sta me toe dat ook ik deze onmensen en kwelgeesten iets in het oor fluister; want in deze brief wordt ook mijn instituut heel gemeen aangevallen, wat ik als hoofd onmogelijk zomaar kan laten passeren! Ik moet hun vragen, hoe en wanneer de door hen zo belasterde, snode en slechte profeet uit Nazareth de toverkunsten van ons heeft geleerd waarmee hij nu het volk in vervoering brengt en verleidt! Bij God, wanneer ze hier ter plekke deze enorme lasterpraat niet goedmaken, vergrijp ik me aan hen en draai hen allemaal de nek om, zowaar God de Heer mij zeker zal helpen!"
Hoofdstuk 147: Onderhandeling met de Farizeeën - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[2] Hierop komt EEN VAN DE TWEE FARIZEEËN naar voren en zegt: 'Wat kunnen wij er aan doen, als alles slechts kwaadaardige verzinsels zouden blijken te zijn?! Wij hebben ze niet geschreven en al helemaal niet verzonnen! Kijk degenen er op aan die ons gestuurd hebben; wij, die slechts boden zijn, hoeven toch zeker tegenover niemand rekenschap af te leggen! Wij verwachten slechts een goed antwoord, om dit aan degenen over te brengen die ons hier naartoe hebben gestuurd. Daar komt het, denk ik, op neer!'
Hoofdstuk 147: Onderhandeling met de Farizeeën - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[7] ROCLUS zegt daarop: 'Wel, jij wijze, godgeleerde en allerwaarachtigste Farizeeër in de naam van Mozes en Aäron, hoe voel je je nu? Je zou nu zeker wel liever thuis zitten aan een rijke maaltijd, dan hier onder zulke luisterrijke voortekenen!Ja,ja, het is nu eenmaal niet anders: Als een mens niet tevreden is met hetgeen God hem geschonken heeft, dan moet hij zich wel schikken naar het lot en zijn streken!
Hoofdstuk 147: Onderhandeling met de Farizeeën - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[3] Hij betreurt jullie grote verblindheid, die echter door jullie zelf veroorzaakt is. Hij wil jullie alleen maar naar de waarheid en naar de ene ware God terugvoeren van wie jullie je door je talloze wereldse lusten hebben afgewend, en het oude verbond met jullie vernieuwen; maar in het verderf storten wil Hij jullie absoluut niet. En als dat Zijn vurigste wens en wil is, hoezo is Hij dan jullie vijand? Als jullie over Zijn middelen zouden beschikken, hoe vaak zouden jullie Hem dan al gedood hebben! Doet Hij jullie zoiets aan, terwijl Hem toch duizend van de krachtigste middelen alle uren van de dag ter beschikking staan?! Voorzover het in mijn vermogen ligt, heb ik ook Hem aan een uiterst kritisch onderzoek onderworpen, dat Hij met glans heeft doorstaan.
Hoofdstuk 149: Cyrenius' getuigenis voor de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[8] Jullie hebben deze omgeving, waar jullie naar op zoek waren, niet herkend, omdat de grote, gevreesde rots uit het bestaan is verdwenen en deze hele, voordien buitengewoon woeste baai in een waar Eden werd veranderd. Maar wie heeft dat bewerkstelligd? Ik en alle hier aanwezigen zijn er getuigen van dat hieraan geen mensenhand ook maar met een enkele vinger heeft meegewerkt. Hij was en is onder ons en verrichtte dit wonder enkel door Zijn wil!
Hoofdstuk 149: Cyrenius' getuigenis voor de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[7] O, in het begin ziet alles er heel goddelijk uit! Kijk maar naar het leven van Abraham en zijn eerste nakomelingen! Men ziet de Godheid vaak zelfs zichtbaar met hen omgaan en hen op de juiste weg leiden, -en let wel, wij waren daar natuurlijk niet bij! Maar in de tijd van Mozes, -hoe heeft het er toen uitgezien met de kinderen van Abraham! Mozes was weer iemand die de oude wijzen van Egypte behoorlijk goed bestudeerd moet hebben! Hij was in alle zwakke aspecten van het Egyptische hof ingewijd, had waarschijnlijk lust gekregen om zelfheerser van dit rijk te worden en ruimde daarom de legitieme prinsen van de Farao uit de weg.
Hoofdstuk 151: De tempelmoraal van de Farizeeër. Mozes' wonderen door de Farizeeër belicht - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[10] Mozes berekende dat heel knap, omdat hij als geen ander aan het hof van de Farao heel gedegen kennis bezat van dit gebied. Hij voerde zijn grote menigte snel over het rif naar de Arabische woestijn en de zeer ruwe bergachtige streken, waar waarschijnlijk niemand bezittingen had behalve misschien zijn schoonouders. Daarom was deze omgeving met haar andere wonderlijke natuurlijke eigenschappen hem beslist wel bekend, en onze profeet wist deze vast en zeker goed te benutten.
Hoofdstuk 151: De tempelmoraal van de Farizeeër. Mozes' wonderen door de Farizeeër belicht - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[6] DE FARIZEEËR zegt: 'Wel, de reden daarvan ligt toch ook voor de hand? Als we naar een huis kijken dat ongeveer duizend jaar oud is, of naar een schip, of een mantel, dan zien die er na zo'n lange tijd toch zeker ook heel anders uit! Zelfs stenen verweren vaak in duizend jaar tijds aanmerkelijk, -hoeveel te meer dan oud hout en onedele metalen, zoals bijvoorbeeld koper en ijzer; zelfs aan goud is het goed te zien, als het duizend jaar oud is!
Hoofdstuk 152: Nog meer verklaringen van wonderen in het oude testament - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[9] DE FARIZEEËR zegt: 'Dat is nou precies het duivelse ervan! Omdat je, terwijl je nog blind bent, lid van deze kaste wordt! Als je ziende was geweest, zou je je er waarschijnlijk nooit bij aangesloten hebben. Maar nu je er eenmaal bij bent en ziet dat de hele wereld een gekkenhuis is, wel, dan speel je noodgedwongen mee voor nar omwille van je lieve maag en ook, omdat het heilzaam is voor je huid die graag gezond wil blijven! Desertie wordt bij onze kaste om begrijpelijke redenen nog altijd meedogenloos bestraft met de geenszins aangename stenigingsdood! - Ik denk, dat dit antwoord ook zeer begrijpelijk en voldoende duidelijk is."
Hoofdstuk 152: Nog meer verklaringen van wonderen in het oude testament - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[11] Maar genoeg hierover; laten we nog even naar de Israëlieten kijken die de zee oversteken, en dan zien we ze als het ware op de vleugels van de wind juist aan het eind van de weg komen, wanneer de Farao, nu in woede en boosheid ontstoken, zijn leger het bevel geeft langs dezelfde weg de Israëlieten achterna te stormen. Als de Farao vroeger was gekomen, dan zou onze goede Mozes er zeker niet heelhuids vanaf gekomen zijn; maar Farao's aarzelende houding en het uit de weg ruimen van allerlei hindernissen hebben zijn leger opgehouden. Mozes kreeg een belangrijke voorsprong en ontkwam heel voorspoedig aan de vijand die hem achterna zat. Toen nu de Farao Mozes via hetzelfde rif achterna ging, begon de zee, toen hij net het midden van het rifbereikte, zoals gewoonlijk zeer snel te stijgen en met zijn golven het leger van de Farao te overspoelen, dat begrijpelijkerwijs zijn zekere ondergang daarin vond."
Hoofdstuk 151: De tempelmoraal van de Farizeeër. Mozes' wonderen door de Farizeeër belicht - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[2] DE FARIZEEËR zegt: 'Wel, dat is ook heel gemakkelijk te verklaren vanuit de reeds genoemde reden, die uiterst steekhoudend is en voor alle tijden geldt! Wat kan een kind, ook al is het nog zo pienter, tegen de macht en de fysieke kracht van zijn ouders en vaak uiterst domme leraren doen? Het moet zich naar hen voegen! Ik geef een voorbeeld: Jullie Romeinen hebben ons met onweerstaanbaar geweld onderworpen. Wie van ons kon tegenstand bieden aan jullie geweld? Jullie zouden ons, in plaats van zeer wijze en rechtvaardige wetten, bijvoorbeeld de domste wetten hebben kunnen opleggen, waaraan wij ons dan strikt hadden moeten houden. Zouden wij, zwak als we zijn, iets anders hebben kunnen doen dan ons daar net zo precies aan te houden als aan de wijze wetten die we nu hebben? De uiterlijke macht werkt met onweerstaanbare kracht, en men moet zich naar haar voorschriften voegen. Op deze aarde is alles immers schijn en niet een werkelijk 'zijn'.
Hoofdstuk 153: De natuurfilosofie van de Farizeeër - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[3] Men zoekt de waarheid, men zoekt God. Maar waar en wat is dan de waarheid, waar en wie is dan God?! Ieder volk erkent en heeft een andere God, en bepaalt hiernaar de leerstellingen die het volk als een heilige waarheid voorgeschoteld worden. Maar zijn ze daarom soms ook voor ons waarheid? Wij lachen erom en kunnen in 't geheel niet begrijpen hoe het mogelijk is, dat een volk zulke onlogische en uiterst domme dingen allemaal kan geloven! Als wij echter naar zo'n volk toegaan en het om een oordeel vragen over ons geloof, als het hier iets vanaf weet, dan zal het ook niet begrijpen hoe wij al het onze kunnen geloven en ons eraan kunnen houden! In al die dingen zit iets goeds voor de handhaving van de algemene orde, -maar daarom is het nog lang geen waarheid en al helemaal geen werkelijk ergens bestaande godheid!
Hoofdstuk 153: De natuurfilosofie van de Farizeeër - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[4] De zon daar is een waarheid en een werkende godheid voor zichzelf en ook voor ons, ofschoon wij slechts met haar schijnsel genoegen moeten nemen; vandaar dat er hier op deze aarde absoluut meer sprake is van schijn dan van een waar 'zijn'. Of komt hier soms niet alles tot stand door het schijnen van de zon? Alles wat bestaat, ontsproot door het schijnen van het zonlicht en de wonderbaarlijke warmte ervan en zolang het bestaat, bestaat en leeft het door het licht van de werkelijk almachtige zon; want van een kant wordt alles steeds voor de helft beschenen, de andere helft heeft schaduw.
Hoofdstuk 153: De natuurfilosofie van de Farizeeër - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[6] Kijk daar ver over zee naar het gebied van Genezareth! Bevond zich daar niet ooit, nog geen paar of hoogstens vier weken geleden, een verschrikkelijk hoge rots, waarvan de loodrechte wanden tot diep in het water reikten en waarvan de top nog nooit door een sterveling werd betreden? Duizenden jaren trokken aan zijn trotse wand voorbij en de tand des tijds vermocht met een spoor achter te laten op zijn granietmassa. Maar ongeveer vier weken geleden, de periode die ik zojuist noemde, kwam niemand anders dan de door jullie vervolgde profeet uit Nazareth daarheen en verrichtte daar naast vele andere wonderen ook het wonder, dat Hij die rots zo zacht en begaanbaar maakte, dat hij nu van alle kanten zonder enig gevaar zelfs door kinderen met het grootste gemak bestegen kan worden.
Hoofdstuk 154: Cyrenius wijst op de wonderen van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[7] Wie kende niet de erg ongezonde koortsstreek van Genezareth? Iedereen leed aan een koorts die de levenskrachten ondermijnde, vooral de mensen die van elders daar naar toe kwamen en die daar niet zelden jarenlang ziek moesten doorbrengen, om door aan het klimaat te wennen zoveel gezondheid op te doen, dat ze weer verder konden reizen. Zelfs onze kerngezonde en stevige soldaten werden daar vaak doodziek en vulden de ziekenhuizen. De profeet uit Nazareth kwam, zegende de streek en alle zieken werden in een enkelogenblik gezond, en nu is het een van de gezondste gebieden van heel Galilea.
Hoofdstuk 154: Cyrenius wijst op de wonderen van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
...  219 - 220 - 221 - 222 - 223 - 224 - 225 - 226 - 227 - 228 - 229 - 230 - 231 - 232 - 233 - 234 - 235 - 236 - 237 - 238 - 239 - 240 - 241 - 242 - 243 - 244  ...