Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

4159 resultaten - Pagina 233 van 278

...  221 - 222 - 223 - 224 - 225 - 226 - 227 - 228 - 229 - 230 - 231 - 232 - 233 - 234 - 235 - 236 - 237 - 238 - 239 - 240 - 241 - 242 - 243 - 244 - 245 - 246  ...
[14] Maar nu in alle ernst! Zeg eens eerlijk, ben je werkelijk zo dom, of houd je ons alleen maar voor je eigen plezier voor de gek? Kijk, een mens zonder wil zou toch niets anders zijn dan een organisch-mechanisch uurwerk zonder veer of gewicht. Ik bedoel: een mens kan wel zijn wil een tijdlang ten dienste van een ander stellen en datgene willen en doen wat die ander wil, of het nu iets verstandigs of iets onverstandigs is. Zijn eigen wil echter geheel uitdrijven, zoals een zwangere vrouw haar vrucht, en zich vervolgens een andere wil bij wijze van spreken laten inplanten, dat gaat zelfs boven de horizon van de laatste vaste ster! Hak jij maar eens heel evangelisch en goedbedoeld je handen en tevens ook beide voeten af en laat er dan een paar vreemde aan vastmaken; dan zullen we wel eens zien welke bokkensprongen je daarmee zult maken! Dus nu verstandig vriend, verstandig! Heb je een kracht, handel dan tot ons welzijn, maar bespaar ons voorgoed je lege woorden, heer Brunissimus!'
Hoofdstuk 112: Bruno onderricht zijn pupillen. Bedenkingen tegen weder geboorte en vrije wil. Bruno geeft hun opheldering - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[15] Bruno doet al het mogelijke om zijn wat opgewonden gemoed tot bedaren te brengen, maar de lomperd wil niet geheel uit zijn hart wijken. Nadat hij zijn innerlijk geleidelijk aan tot rust heeft gebracht, zegt Bruno tot de lomperd: 'Vriend, uit jouw opzettelijk beledigende tegenwerping heb ik duidelijk opgemaakt, dat je mijn woorden niet in het minst hebt begrepen. Ik heb jullie om te beginnen tot oprecht geduld gemaand, want zonder dat kan geen mens ooit iets waardevols bereiken. Daarna heb ik jullie laten zien hoe een mens slechts vooruit komt en zijn gewenste doel bereikt, wanneer hij zijn eigen, onbeduidende wil zo beteugelt, dat hij daarmee de wil van een wijze in zich kan opnemen en dan niet meer de verkeerde eigen, maar uitsluitend de betere, vreemde wil daadkrachtig in zich laat werken.
Hoofdstuk 112: Bruno onderricht zijn pupillen. Bedenkingen tegen weder geboorte en vrije wil. Bruno geeft hun opheldering - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[11] Natuurlijk zou je ons ook moeten bewijzen, dat de mens ook kan zondigen zonder wetten. Wij, als dieper doordenkende mensen, hadden echter als gevolg van voornoemde redenen geen, en allerminst een positieve, goddelijke wet behalve die van onze natuur, die we ook steeds in acht namen, en konden er daarom ook geen naleven. Ziedaar vriend, als je zin hebt om te spreken, spreek dan! Laat ons anders de weg gaan, die ons door onze zinnen zal worden gewezen.'
Hoofdstuk 113: Rede van de lomperd over de misvorming van de religie door de priesters - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[16] Vergelijk haar eens met de menselijke leerstellingen, bijvoorbeeld de filosofie, de wiskunde en dergelijke: zij zijn als een machine, die slechts volgens een bepaalde formule en constructie steeds op dezelfde manier werkt. In de mathematiek is op de hele wereld, zonder sektarisme, twee maal twee altijd vier. Een Aristoteles laat slechts één sekte toe, namelijk de zuiver aristotelische, evenzo een Wolff, Leibniz, Fichte, Kant en Hegel, want zij allen planten slechts dode bomen!
Hoofdstuk 114: Bruno's door de Heer ingegeven antwoord. Bewijs van de Goddelijkheid van Jezus' leer. Haar onuitputtelijke rijkdom en veelzijdigheid - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[12] Waarlijk, Zijn raadsbesluiten zijn onnaspeurlijk en ondoorgrondelijk zijn Zijn wegen! De mens lijkt op een schip dat zonder zeil of roer door de wind op zee heen en weer wordt gestuwd. Wie zou daarbij denken: 'Kijk, dit vaartuig zonder enige stuurinrichting wordt desondanks volgens een uitstekend plan geleid.' Maar men bedenkt daarbij niet, dat ook de wind aan de Heer toebehoort en Hij alleen hem richting en kracht geeft. Het schip bereikt tenslotte toch een veilige oever, als was het door de meest ervaren stuurman geleid. Dat is dan het werk van de Heer, aan wie daarom alleen eer en lof toekomt voor eeuwig!
Hoofdstuk 119: De genezing van Bardo's ziel. Niklas' rede over het leiding geven van de Heer. Hemelse verbroedering - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[16] Ik denk dat dit toch duidelijk moet zijn? Maar jij vindt deze belangrijke waarheid slechts dom, omdat je de zaak opvat, alsof men zich eerst totaal willoos zou moeten maken, om pas dan een vreemde wil als de eigen werkende wil in zich op te nemen. Wie heeft je eigenlijk ooit zo'n leer gegeven? Ik weet even goed als jij, en misschien nog wel beter, dat men zonder wil helemaal niet kan willen wat een ander wil, want een mens zonder wil zou of een domme automaat, of eenvoudigweg een standbeeld zijn. Het is toch vanzelfsprekend, dat een mens zijn wil alleen zo kan laten overgaan in die van een ander, wanneer hij juist met zijn eigen wil die van een ander vastbesloten aanvaarden wil en zijn handelingen daarop instelt.
Hoofdstuk 112: Bruno onderricht zijn pupillen. Bedenkingen tegen weder geboorte en vrije wil. Bruno geeft hun opheldering - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[2] Zelf ben ik vaak daarover in gesprek geraakt met heel eenvoudige lieden, die zulke gemene streken net zo beoordeelden en zeiden: 'De religie is niets anders dan een al in vroeger tijden slim bedacht middel om de arme mensen zand in de ogen te strooien en ze door het voorspiegelen van hemel en hel en fraai ogende bedriegerijen zo in toom te houden, dat deze dan uit vrees voor de hel of uit verlangen naar de hemel de arbeidsschuwe priesterkaste de beste hapjes moeten brengen, maar zelf armzaliger moeten leven dan de gemeenste kettinghond; natuurlijk alles 'tot meerdere glorie van God'! Waaruit dan overduidelijk zou blijken, dat er ofwel nooit een Jezus zou hebben bestaan, of dat hij toch onmogelijk Gods Zoon kan zijn geweest! Wanneer men de inrichting van de wereld, die zo ongeëvenaard wijs geschapen is, beschouwt en daarnaast de loffelijke grondbeginselen van de alleenzaligmakende rooms-katholieke godsdienst, volgens welke men helemaal zonder nadenken alles moet geloven, al is het nog zo dom en onlogisch, en als men daarbij nog moet beamen dat alleen de roomse leer de zuiver christelijke is, dan moet men toch inzien dat dezelfde God, die alles zo uiterst wijs heeft geschapen, onmogelijk zo'n leer kan hebben gegeven ter opwekking van de mens.
Hoofdstuk 113: Rede van de lomperd over de misvorming van de religie door de priesters - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[10] Met de leer van God is het net zo gesteld als met de overige schepping. Zij is voor het oog van het wereldse verstand een zeer wanordelijke dwaasheid, en het zoekt daarin tevergeefs die vaste ordening, die het 'natuurlijke logica' noemt. Wonderdaden en morele leerstellingen, meestal in mystieke beelden, worden ogenschijnlijk ordeloos met elkaar vermengd. Hier leest men een wondersprookje, daar een vermaning. Op een andere bladzijde een op zichzelf voortreffelijke moraal, die echter voor het wereldse verstand met de andere gelijkenissen en gebeurtenissen nog minder samenhang heeft dan de meest ongeordende plantengroei in een boerenweiland. In de leer van God aan de mensen is dit toch allerminst in tegenspraak met de goddelijke ordening, maar bekrachtigt deze veeleer, want juist daardoor dwingt de Godheid de trage natuur van de mens tot aanhoudend nadenken en veelvoudig zoeken om behoorlijk wegwijs te worden in datgene, wat haar aanvankelijk in de buitenkant van de leer toch zo wanordelijk en zonder enige logica voorkomt.
Hoofdstuk 114: Bruno's door de Heer ingegeven antwoord. Bewijs van de Goddelijkheid van Jezus' leer. Haar onuitputtelijke rijkdom en veelzijdigheid - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[2] Wanneer volgens jouw wijze uiteenzetting Christus de Heer en God van hemel en aarde is, dan vraag ik je welke geloofssekte op aarde het dichtst bij de waarheid is, en hoe het volgens Christus in alle ernst gesteld is met de rooms-katholieke kerk? Wie kent niet het oude, in de hoogste mate heerszuchtige handelen van de alleenzaligmakende? Het woord Gods, verschraald en verminkt, is daar slechts een huichelachtig uithangbord, waarachter een wolf zijn verscheurende hebzucht verbergt. Alle mogelijke stormen hebben geprobeerd om deze wolfsdraak het schapenvel van zijn lijf te trekken, maar tot nu toe helaas tevergeefs. Deze Moloch, deze zevenkoppige draak, deze oude wereldhoer gedijt en vegeteert onverwoestbaar voort en beoefent haar gewetenloze beroep zonder door de hemel van de wijs te worden gebracht!
Hoofdstuk 115: Kritiek op Rome. Deze wordt door Bruno belicht. Over het nut van de nacht - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[2] Bruno zegt: 'Beste vrienden, de reden waarom de Heer dit kan toelaten, moeten jullie zoeken in het heilige besef van de noodzakelijke vrijheid van de menselijke wil, zonder welke de mens geen mens zou zijn, maar enkel een dier of een automaat. Omdat hij echter, om mens te zijn, een volkomen vrije wil moet hebben, tengevolge waarvan hij kan doen wat hij maar wil, is het daardoor ook duidelijk, dat het hem ook met betrekking tot de goddelijke leer, ook al is deze nog zo zuiver, geoorloofd moet zijn deze wel of niet aan te nemen, of als echt of niet echt aan te merken. Daar de mens echter dit recht heeft, was het dan ook mogelijk dat zich mettertijd uit de zuivere leer van Christus een duister pausdom kon ontwikkelen.
Hoofdstuk 116: Misvorming van de zuivere leer van God tengevolge van de vrije wil van de mens. Het einde van de lankmoedigheid van de Heer - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[10] Robert zegt: 'Vriend, ik ben werkelijk stomverbaasd over jouw wijsheid. Jij was toch eerst een hardnekkige bestrijder van de leer over de goddelijkheid van Jezus Christus en het heeft ons veel moeite gekost, voordat jij je weg gevonden had. De zorgen die wij om jou hadden, waren niet gering, maar nu ben je ons allen een halve eeuwigheid vooruit. Jij hebt ons nu een grote waarheid onthuld; ik moet je openlijk bekennen, dat wij zonder jou misschien pas over duizend jaar achter die waarheid zouden zijn gekomen. Broeder, je hebt ons daarmee een zeer grote dienst bewezen!
Hoofdstuk 121: Meningen en raadgevingen van de vrienden. Dismas brengt de harten tot rust. Roberts dank. Over de zegen van de naastenliefde - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[9] Ik zeg: 'Je was anders toch een vriend van al wat mooi en tevens nuttig is. Jouw lijfspreuk luidde zelfs: 'Het mooie moet nuttig en het nuttige mooi zijn!' Kijk, dat is al in alle eeuwigheid ook het grondbeginsel van Mijn eigen handelen geweest. Vandaar dat al Mijn werken even mooi als nuttig zijn. De nuttigheid komt overeen met Mijn eeuwige liefde en goedheid en de schoonheid met Mijn wijsheid en waarheid. Zo kun je dan ook hier in het rijk der hemelen nooit het ene zonder het andere hebben. Hoe mooier zich hier iets voordoet, des te nuttiger is het ook!
Hoofdstuk 124: Roberts vreugde. De zorg van de Heer voor de monnik. Robert als heer des huizes krijgt Helena als helpster. Hemelse huwelijksvoltrekking - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[4] Door deze uiteenzetting weet je nu hoe de zaken hier in elkaar zitten. En Ik denk dus dat je nu op Mijn uitnodiging zonder gewetensangst doet, wat jou voor je hoogsteigen bestwil kan en zal dienen.
Hoofdstuk 127: De dankbare Thomas prijst God. Onderricht van de Heer over de eenvoud van de liefde - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[8] Kijk, daar komen die twee al aan. De een eenvoudig en zonder veel luister, dat is Dismas, en Thomas stralend als het echte zonlicht! Ik zal je meteen als een hartstochtelijk zoeker naar Gods wijsheid aan hen voorstellen, als je wilt.'
Hoofdstuk 131: De grote maaltijd. De generaal en zijn vriend Kernbeiss. Thomas dankt hen voor de eerdere kuur. Blik op de aardse hel - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[3] In de tijden der apostelen waren er immers al mensen, die zaken wilden doen met de wonderleer van Christus; ja, Christus Zelf had er een bij zich die Hem verried! Waarom zouden zich in latere tijden dan geen massa's handelaren hebben kunnen aandienen, die de leer van Christus misbruikten als een geduldige koe, die zonder veel voer een enorme hoeveelheid melk geeft. Daar geldzuchtige mensen dit echter maar al te goed hebben ingezien, maakten ze van de goddelijke leer een verkoopartikel, dreven daar in alle landen van de wereld handel mee en deden zo goede zaken. Dat was al het eerste kwaad! Toen echter de kooplieden (roomse geestelijken van diverse pluimage) zagen, dat hun artikel in zijn zuiver geestelijke vorm niet meer zo gretig gekocht werd, vooral niet bij de pronk- en ceremonie-minnende Aziaten, pasten ze al gauw hun koopwaar zo aan, dat deze weer bij de morgenlandbewoners in de smaak zou vallen. En kijk, de nieuwe handel begon weer goed te lopen.
Hoofdstuk 116: Misvorming van de zuivere leer van God tengevolge van de vrije wil van de mens. Het einde van de lankmoedigheid van de Heer - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
...  221 - 222 - 223 - 224 - 225 - 226 - 227 - 228 - 229 - 230 - 231 - 232 - 233 - 234 - 235 - 236 - 237 - 238 - 239 - 240 - 241 - 242 - 243 - 244 - 245 - 246  ...