Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16308 resultaten - Pagina 233 van 1088

...  221 - 222 - 223 - 224 - 225 - 226 - 227 - 228 - 229 - 230 - 231 - 232 - 233 - 234 - 235 - 236 - 237 - 238 - 239 - 240 - 241 - 242 - 243 - 244 - 245 - 246  ...
[2] Het is natuurlijk zeer onaangenaam voor je, als ik je nu zeg wat je hebt gesproken en nog onaangenamer, wat je eigenlijk hebt gedacht; maar al is het nog zo onaangenaam voor je,je zult het nu toch uit mijn mond moeten vernemen! Luister dus naar mij, samen met je beste metgezellen!
Hoofdstuk 162: Cyrenius onthult de mening van de Farizeeër over de wonderwerken van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[3] Wie dus niet kan geloven, heeft een blinde ziel die hij door zijn vele zonden blind heeft gemaakt! En dat is nu reeds lang bij alle Farizeeën het geval. Daarom kunnen zij ook niets geloven wat ze niet met hun handen kunnen grijpen, zoals iemand die lichamelijk blind is alleen maar door een voorwerp te betasten een idee kan krijgen van de vorm ervan en dat nog slechts gebrekkig.
Hoofdstuk 165: Marcus spreekt over geloof en ongeloof - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[3] Toen je aan de zee de schepen en de havenaanleg bewonderde en de oude brave Marcus je vroeg wat je op dat alles had te zeggen, haalde je bedenkelijk je schouders op en zei: 'Daar is zeer veel, maar in een bepaald opzicht ook heel weinig over te zeggen. Zeer veel, als dit uiteindelijk ondanks alle plechtige verzekeringen en getuigenissen toch geen wonder is, maar een op geheel natuurlijke wijze tot stand gekomen werk; en natuurlijk heel weinig of zelfs niets, als het allemaal toch in ernst een wonderbaarlijk werk mocht blijken te zijn! Dat ik en al mijn collega's echter, ondanks dat men het ons plechtig verzekerd heeft, niet kunnen aannemen dat het een wonder is, kan ieder weldenkend mens zich natuurlijk goed voorstellen, omdat wij er zelf nu eenmaal geen getuige van zijn geweest en we deze streek sinds ruim tien jaar niet meer hebben gezien en er al helemaal nooit meer geweest zijn. Wat heeft zich hier op deze afgelegen plek wel niet allemaal kunnen afspelen door de sluwe politiek van de Romeinen! Door spionnen wist men, dat wij het plan opgevat hadden om in dit land te onderzoeken wat er allemaal tegen ons wordt ondernomen, en ook om er achter te komen, welke personen druk doende zijn om ons tegen te werken. Men wist zeker dat wij ons hier aan de Galilese zee bevonden, stuurde loodsen naar ons toe en bracht ons hierheen, waar de Romeinen een belangrijk kamp hebben opgeslagen.
Hoofdstuk 162: Cyrenius onthult de mening van de Farizeeër over de wonderwerken van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[5] Dat men dergelijke mensen onmogelijk een goed hart kan toedragen, zullen jullie hopelijk inzien; want zulke mensen misbruiken altijd de goedheid van diegenen, die uit wat onnadenkendheid vaak te goed voor hen zijn. -Maar ga nu weer naar de opperstadhouder en bespreek met hem wat jullie gezien en gehoord hebben!'
Hoofdstuk 165: Marcus spreekt over geloof en ongeloof - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[7] Marcus zei daarop: 'Hier wordt niemand gedwongen! Maar ik denk dat jullie door een ander teken ook dit uit vrije wil vanzelf zullen geloven! We zijn nu weer bij het verheven gezelschap. Ga daarom nu naar Cyrenius, die zal de rest met jullie regelen!"'
Hoofdstuk 165: Marcus spreekt over geloof en ongeloof - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[6] Het is nu eenmaal zo en zal op deze aarde nooit anders worden. Als iemand lange tijd iets nog zo heerlijks, goeds en verhevens bezit, laat hem dat uiteindelijk even onverschillig als iets wat men lange tijd in volle overvloed heeft bezeten. Maar als men uiteindelijk het lang genoten bezit verliest, dan weet men pas wat men bezat en leert men de waarde ervan beoordelen.
Hoofdstuk 166: De bekering van de Farizeeën - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[7] Wij mensen zijn dom en begrijpen nog steeds niet hoe en waarom dat allemaal zo gebeurt en zo is, en daarom zijn we ook met niets ooit volkomen tevreden, niet met het goede -en nog minder met het slechte! Het graf lijkt me een ware gelukshaven te zijn; hierin verandert bijna niets meer en de bewoner ervan voelt geen behoefte meer aan wat dan ook, en zo blijft ons aardse wormen bij al die duizenden verliezen toch nog de troost, dat ook wij over een tijdje heel tevreden bewoners van de graven worden, en degenen die aan onze graven voorbijlopen zullen zeggen: 'Hier rusten zij in vrede!'
Hoofdstuk 166: De bekering van de Farizeeën - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[11] Maar wat moeten we beginnen? Het liefst zouden we zijn leerlingen zijn, opdat we de dag waarvan we hier het morgenrood zagen volledig te zien zouden krijgen en wij in zijn voetstappen zouden kunnen treden! Wel, dat zal ons nauwelijks toegestaan worden! Onverrichter zake naar huis terugkeren mogen we ook niet! Wat moeten we dan doen? Als wij voor onze maag en onze veiligheid willen zorgen, moeten wij toch nog steeds - in ieder geval schijnbaar - vervolgers blijven van degene die wij liever op handen zouden dragen! Hier is dus dringend goede raad nodig, ook al is die duur!'
Hoofdstuk 166: De bekering van de Farizeeën - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[1] (CYRENIUS:) "Toen probeerde Marcus jou door zijn oprechte verzekeringen van je vage idee af te brengen; maar je glimlachte vriendelijk naar hem en zei, terwijl je hem op zijn schouder klopte: 'Ja, ja, beste vriend, ik neem het je niet kwalijk datje zo spreekt; want ten eerste ben je zelf een doorgewinterde ouderwetse patente Romein en ten tweede bestaat er een zekere dwang waar men beter niet met woorden of handelingen tegenin kan gaan! Houd jij daarom maar vast aan datgene waaraan je vast moet houden omdat het zeer voordelig voor je is; en wij houden voorlopig nog steeds aan datgene vast, wat voor ons een zeker voordeel oplevert, en laten het pas volledig los, als ons van een andere kant grotere en blijvende voordelen aangeboden worden! We zijn niet bepaald enthousiast voor onze zaak, die al op allerlei manieren behoorlijk in diskrediet is geraakt; maar wanneer ons -zoals gezegd -van een andere kant grotere voordelen geboden worden die blijvend zijn, dan kunnen ook wij evengoed als naar wij weten reeds veel collega's van ons dat trouweloos tegenover de tempel hebben gedaan, ons oude bouwvallig geworden instituut de rug toekeren en, als het nodig is, ook met vele anderen de timmerbaas uit Nazareth als een God aanbidden!
Hoofdstuk 163: Het materialistische geloof van de aanvoerder der Farizeeën - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[8] En omdat een theosofisch theocratisch instituut in feite niets anders is dan goed geconditioneerde toverij, gehuld in allerlei mysterieuze, maar op zich zelf nietszeggende ceremoniën en legio wijze spreuken, leerstellingen en wetten, staat het ook onvermijdelijk hetzelfde lot te wachten als wat iedere enigszins zwak geworden magiër iedere dag kan verwachten. Door dit alles, mijn oude vriend Marcus, zul je wel gemakkelijk de zuivere reden zien, waarom het voor mij persoonlijk niet uitmaakt met welke goede godsdienstige leer ik te maken heb, als ik er maar de beste voordelen voor het leven in zie; maar als deze niet duidelijk naar voren komen, zoals hier het geval schijnt te zijn, dan kan niemand mij toch kwalijk nemen, dat ik mijn instituut zo goed ik kan verdedig zolang het mij een goed bestaan biedt. Dat die verdediging slechts binnen bescheiden grenzen van het mogelijke moet blijven, zal met het oog op de machtige Romeinen hopelijk niet moeilijk voor je te begrijpen zijn. Ik denk nu ook, dat jij me deze geschiedenis hier niet meer serieus als een zuiver wonder wilt laten geloven?!
Hoofdstuk 163: Het materialistische geloof van de aanvoerder der Farizeeën - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[15] CYRENIUS zegt: 'Niet nu; maar zodra jullie beter bekend zullen zijn met Zijn leer, dan wel. Voor nu neemt mijn lijfbediende jullie over; volg hem, dan zal hij jullie met een goede gelegenheid naar Sidon brengen, waar jullie andere kleren zullen krijgen en een dienstbetrekking die bij jullie kennis past! Ga en volg hem!'
Hoofdstuk 166: De bekering van de Farizeeën - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[16] Bij deze woorden kwam hen al één van de vele lijfbedienden van Cyrenius tegemoet; deze verschafte hen een goede gelegenheid en reisde meteen zelf met hen mee naar Sidon.
Hoofdstuk 166: De bekering van de Farizeeën - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[3] Het uur van Mijn vertrek nadert nu echter ook. Maar vraag Me niet waar Ik naar toe zal gaan! leder moet nu van hier weer naar zijn dagelijks werk terugkeren en goed voor zijn huis zorgen opdat, als Ik spoedig weer bij jullie kom, Ik alles in orde aantref Slechts een klein uurtje zal Ik nog bij jullie doorbrengen om jullie door en door te zegenen; maar dan moet Ik nog naar vele andere kinderen van deze wereld die in benarde omstandigheden verkeren, om hen de ware troost en de juiste hulp te bieden.
Hoofdstuk 167: Het afscheidsuur van de Heer bij Marcus - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[5] Toen vroeg CYRENIUS: 'Heer, mag ook niemand U begeleiden naar een volgende plaats?"
Hoofdstuk 167: Het afscheidsuur van de Heer bij Marcus - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[7] MARCUS brengt zijn vrouwen zijn kinderen naar Mij toe en zegt: 'O Heer, zegen hen allen, als U vindt dat ze dat waardig zijn!"
Hoofdstuk 167: Het afscheidsuur van de Heer bij Marcus - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
...  221 - 222 - 223 - 224 - 225 - 226 - 227 - 228 - 229 - 230 - 231 - 232 - 233 - 234 - 235 - 236 - 237 - 238 - 239 - 240 - 241 - 242 - 243 - 244 - 245 - 246  ...