10915 resultaten - Pagina 235 van 728
... 223 - 224 - 225 - 226 - 227 - 228 - 229 - 230 - 231 - 232 - 233 - 234 - 235 - 236 - 237 - 238 - 239 - 240 - 241 - 242 - 243 - 244 - 245 - 246 - 247 - 248 ...
[15] Toen zeiden DE KNECHTEN: 'We hebben jullie de laatste keer al gezegd hoe het met het door jullie vervloekte volk staat, en daarbij blijft het! Als jullie het daarmee echter niet eens zijn, ga dan zelf onder het volk en zeg het dat het vervloekt is omdat het in de Galileeër gelooft, - dan zal het volk jullie wel laten merken hoe tevreden het met jullie vloek is! Jullie hebben je kennelijk voorgenomen iedere andersdenkende te verdoemen, zonder te onderzoeken of het geloof van de naaste misschien niet in menig opzicht beter is dan het onze! Maar wij als heel gewone knechten vinden dat niet juist; want zolang God een mens niet richt en verdoemt, zolang moeten ook wij stervelingen niet op Hem vooruitlopen, en de Alwijze op die manier zeg maar te verstaan geven dat wij aardse wormen nog wijzer zijn dan Hij. Vervloek ook maar eens het geloof van de Romeinen -maar wel heel openlijk! -, die zullen jullie dan wel vertellen wat zij van jullie oordeel vinden!'Hoofdstuk 170: De Heer onderricht in de tempel (Ev.Joh. 7,37-49) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[17] DE KNECHTEN zeiden: 'Slecht genoeg van jullie dat jullie ons en het volk geen beter onderricht weten te geven! Want jullie zullen van ons toch niet eisen dat wij voor die valse, miserabele wonderen van jullie eerbied zullen hebben, terwijl wij bij die wonderen zelf steeds meehielpen en heimelijk de wonderen produceerden?! De wonderen boezemden het volk echter altijd nog wel eerbied voor jullie in, terwijl al jullie preken en lessen, omdat ze helemaal tegen Mozes ingingen, zelfs voor de allerdomste mensen te dom en te slecht waren! Jullie kunnen ons echt niet veel doen, anders verraden wij al jullie oude, nietszeggende wonderen aan het volk, en dan moeten jullie maar zien hoe je met het volk klaar komt!'
Hoofdstuk 170: De Heer onderricht in de tempel (Ev.Joh. 7,37-49) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[8] Maar voordat het gericht over al deze goddelozen zal komen, zullen eerst nog vele, grote tekenen aan de hemel en op aarde gebeuren. Dan zal het gericht en het eind van deze stad echter nog niet komen; want er zal gewacht worden of er zich iemand zal verbeteren of bekeren. En slaat men geen acht op de tekenen, dan zal er een grote beproeving toegelaten worden, opdat de mensen zich tot God zullen bekeren. Als echter ook dat geen uitwerking zal hebben, zal Ik nog profeten sturen, die met hun luide stemmen, die klinken als oorlogsbazuinen, in alle vier de windstreken zullen proberen om degenen die echt geestelijk dood zijn, te wekken. Zij, die zich laten wekken tot het licht des levens, zullen ook tot het eeuwige leven opstaan; maar degenen, die op die bazuin roep van Mijn boden alleen zullen ontwaken in hun toorn en woede tegen Mij en Mijn woord, zullen opstaan -maar niet tot het leven, maar tot de dood door het gericht, -en naar die plaats verworpen worden, waar de eeuwige duisternis heerst in het gericht, waar veel gehuil zal zijn en tandengeknars.
Hoofdstuk 173: De beschouwingen van de Heer bij de aanblik van Jeruzalem. Het gericht over Jeruzalem. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[10] Dat is dan echter nog niet de voleindiging van de mens. Maar wanneer Ik, licht en stralend in de wolken van de hemelen, met alle hemelmachten, onder geschal als van vele oorlogs en gerichtsbazuinen in het levende woord voor alle mensen zal optreden in de echte hemel, die in het hart van de mens is, dan is het wereldgericht gekomen.
Hoofdstuk 174: De voorspelling van het grote gericht van de huidige tijd - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[11] De ware mens zal dan Mijn heerlijkheid binnengaan, en de boosdoeners zullen verteerd worden door het vuur van Mijn rechtvaardige toorn, en binnengaan in het rijk van hun kwade daden, dat gereedgemaakt is voor alle onverbeterlijke duivels. Want laat degene die uit zichzelf vrijwillig de hel kiest, daarin dan ook vervloekt zijn, zoals deze in zichzelf vervloekt is. Zoals het goede echter eeuwig goed zal blijven, zo zal ook het kwade in zichzelf eeuwig kwaad blijven en de eeuwige, gerichte ondergrond zijn die Mij eeuwig als voetbank zal moeten dienen.
Hoofdstuk 174: De voorspelling van het grote gericht van de huidige tijd - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[12] Ikzelf, als oergoddelijk persoon, zal echter niemand richten, maar dat zal Mijn woord doen dat Ik tot jullie gesproken heb. Want wanneer Ik eenmaal opgevaren zal zijn naar Mijn rijk, zal Ik nooit meer in het vlees op deze aarde terugkomen, maar enkel in de geest, in het woord, en het zal zo zijn zoals het in het begin was, waarover geschreven staat: In den beginne was het woord, het woord was bij God, en God was het Woord. Het Woord is echter Vlees geworden en heeft onder de mensen gewoond. Hij, d. w .z. Ik kwam naar Mijn eigendom, en de Mijnen hebben Mij niet herkend; want de wereld en haar vlees hadden hen allen blind en doof gemaakt.
Hoofdstuk 174: De voorspelling van het grote gericht van de huidige tijd - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[13] Ik ben nu in het vlees bij jullie als een mens; maar Ik kan jullie toch niet alle kracht van Mijn geest schenken. Wanneer Ik echter later niet meer in het vlees zoals nu, maar slechts in de geest bij jullie zal zijn, zal Ik jullie ook alle kracht en macht van Mijngeest kunnen schenken, die Ik natuurlijk van eeuwigheid Zelfben. In de geest en in zijn kracht zal Ik bij jullie blijven tot aan het einde van de tijd dat deze aarde nog zal bestaan, en tot zij de laatste gerichte geest tot rijpheid gebracht zal hebben. Maar dan zal met deze aarde ook voor eeuwig de wieg van de kinderen Gods verdwijnen. Vanaf die tijd zal alles geestelijk gericht worden.
Hoofdstuk 174: De voorspelling van het grote gericht van de huidige tijd - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[14] Ik heb jullie echter al meermalen verteld en laten zien, hoe het op deze aarde wordt. Wacht daarom geduldig op de zekere verlossing, die beslist zal komen, en wens niet te snel een voortijdig wereldgericht! Want wanneer dat komen zal, zal het nog te vroeg zijn voor jullie zelf, en nog meet voor hen die gericht worden; want in het gericht zijn liefde en medelijden ver te zoeken, en iedere ziel zal dan aan haar eigen kracht overgelaten worden om met bitterheid te ervaren hoe totaal nutteloos de ijdele, tijdelijke hulp van wereldse mensen was. - En zeg Mij nu, of jullie het allemaal goed begrepen hebben!'
Hoofdstuk 174: De voorspelling van het grote gericht van de huidige tijd - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[6] Blijven openbaringen nog langer uit, dan verliezen de mensen totaal hun geloof in een ware God, gaan dan naar eigen goeddunken goden maken, en vervallen daardoor tot complete afgoderij. Kan men hun dat echter, puur verstandelijk gesproken, als eigen schuld aanrekenen? Naar mijn mening, die meestal heel redelijk en menselijk is, echt niet!
Hoofdstuk 175: Lazarus' twijfel aan de goddelijke leiding van de mensheid - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[7] Alle profeten zijn echter, zoals jullie nu hier, wat betreft hun ziel niet afkomstig van deze aarde, maar zij zijn van boven aangestelde werkers, en hebben eerst een degelijk contract met Mij afgesloten ten aanzien van het verkrijgen van het kindschap van God, dat slechts op deze aarde mogelijk is.
Hoofdstuk 176: Over de werkers in de wijngaard. Doel, wezen en werking van de openbaringen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[12] Wanneer uiteindelijk de wereld de mensen weer te ver van hun geestelijke baan heeft doen afwijken, blijft er natuurlijk niets anders over d.an over te gaan tot een grote openbaring, die echter altijd een gericht met zich meebrengt, omdat de openbaring zelf een treurig gericht voor de mensen is. Want zolang je het dode hout niet aansteekt, zal het niet branden; maar het vuur ontsteekt het. En kijk wat het vuur voor het hout is, dat is een grote openbaring voor de mensen. Begrijpen jullie dat nu?'
Hoofdstuk 176: Over de werkers in de wijngaard. Doel, wezen en werking van de openbaringen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[5] Dat bewijst echter meer dan voldoende dat niemand van degenen die de verantwoordelijkheid droegen van een openbaring, op zichzelf ooit gebonden was, en van nu af aan nog minder dan ooit gebonden zal zijn, maar voor zichzelf altijd volkomen vrij blijft in geloven en handelen, het enige waardoor hij zalig wordt; want iemand wordt niet zalig omdat hij de verantwoordelijkheid draagt van een openbaring, maar alleen wanneer hij de openbaring zelf gelooft en daarnaar leeft.
Hoofdstuk 177: De profeten als dragers van de openbaring. Lichtgelovigheid en onvoorwaardelijk geloof - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[7] Ja, als Ik nu bijvoorbeeld naar Perzië zou gaan, of naar Indië of Athene of naar Rome, en daar zulke tekenen zou doen als Ik hier al bij jullie heb gedaan, dan zou daar geen mens ooit iets anders durven doen dan wat Ik had voorgeschreven. Zulke puur aardse zielen zouden daar duidelijk in hoge mate hun vrijheid kwijt zijn, en met het beproeven van hun vrije wil zou het dan voor lange tijd helemaal gedaan zijn. Maar Mijn tekenen schaden jullie niet in het minst, omdat jullie absoluut niet lichtgelovig zijn; want voor men jullie zover heeft dat je vast en zeker gelooft, moet men jullie ook al veel hebben laten zien, en zelfs dan zitten jullie nog vol met allerlei twijfels en vragen nu eens dit en dan weer dat. Wie dat echter bij Mij doet, heeft geen gedwongen geloof, maar een vrij geloof; want hij eist volledig in te zien en te begrijpen wat hij gelooft, en wat hij niet inziet en begrijpt, gelooft hij ook niet.
Hoofdstuk 177: De profeten als dragers van de openbaring. Lichtgelovigheid en onvoorwaardelijk geloof - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[9] Daaruit blijkt, dat jullie zielen sterker zijn dan de zielen van de eigenlijke kinderen van deze wereld. Zulke mensen als jullie nu, zullen er op deze aarde altijd zijn, en Ik zal hen opwekken en ook, net als jullie, uit Mij het innerlijke woord van de geest geven, en zij zullen de eigenlijke kinderen van deze aarde onderwijzen, waardoor hun wil helemaal vrij blijft. De leraren mogen zich daarom echter niet inbeelden dat zij als leraar en wijze hoger bij Mij staan aangeschreven dan de kinderen van deze aarde; want Ik zeg steeds, en dat zal altijd gelden: Laat deze kleinen tot Mij komen en belet hen niet! Want wie niet wordt als deze kinderen, zal in Mijn rijk niet binnengaan, want hun behoort het en het is ter wille van hen gemaakt. Wie echter een wijze is en derhalve een leraar en daarbij van ganser harte deemoedig en zachtmoedig, die zal eens ook daar zijn, waar Ik als een ware Vader van eeuwigheid tot eeuwigheid temidden van Mijn kinderen zal zijn!'
Hoofdstuk 177: De profeten als dragers van de openbaring. Lichtgelovigheid en onvoorwaardelijk geloof - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[4] Kijk, als je niet van boven zou zijn, zou je dat niet kunnen denken, en Ik zou om je vrije wil te ontzien, zulke tekenen zoals Ik die gedaan heb, wijselijk niet gedaan hebben! Die daar beneden zijn echter niet van boven afkomstig, maar van deze wereld, en Ik mag hen daarom niet zulke tekenen laten zien als aan jou en Mijn leerlingen. Zij mogen er alleen maar over horen spreken, maar er niet veel van zien; want als zij de grote tekenen zouden zien die Ik doe en gedaan heb, zou hen dat volledig doden. Daarom moeten zij alleen aan Mijn woorden knagen.
Hoofdstuk 178: Twee soorten mensen op aarde: zielen van boven en zielen van beneden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)