17481 resultaten - Pagina 236 van 1166
... 224 - 225 - 226 - 227 - 228 - 229 - 230 - 231 - 232 - 233 - 234 - 235 - 236 - 237 - 238 - 239 - 240 - 241 - 242 - 243 - 244 - 245 - 246 - 247 - 248 - 249 ...
[12] Herodes liet zich dat natuurlijk geen tweemaal zeggen, gaf de brenger van deze akte ettelijke ponden goud en de zaak was beklonken. Hij zond meteen een bode naar Herodias, die natuurlijk weinig bezwaren had om aan het verlangen van de viervorst Herodes tegemoet te komen, vooral omdat zij ook nog door haar moeder daartoe werd overgehaald en aangezet; want de oude Herodias was een vrouw die als voor de duivel geschapen was. Er was niets goeds aan haar, -maar daarvoor des te meer aartsgemeens. De oude bracht de eerste maal zelf haar dochter, overdadig getooid, naar Herodes en beval haar aan in zijn genade. Herodes liefkoosde Herodias weliswaar heel teder, ma~ zondigde nog niet met haar. Hij bedacht haar rijkelijk met geschenken en zij mocht vrij bij hem in en uit lopen.Hoofdstuk 12: De gevangenneming van Johannes de doper. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[9] En zo ging deze kwade zaak verder tot aan de verjaardag van Herodes. Alleen een paar dagen voor die dag moet er iets tussen hem en Herodias zijn voorgevallen, omdat zij anders die paar dagen zeker niet weggebleven zou zijn. Maar juist deze paar dagen zetten het hart van Herodes voor de mooie Herodias in vuur en vlam, en de overwinning op Herodes die zij op zijn verjaardag vierde, was daardoor des te zekerder.
Hoofdstuk 13: De moordaanslag op Johannes de doper. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[3] Ik antwoordde hem koelbloedig: ' Als hij niet uit zichzelf komen wil, zullen wij voor niets gaan! Want voor wij hem kunnen doden, leven wij allang niet meer. Daar hij de geheimste gedachten van de mensen kent en ook hun bedoelingen, zal hij ons al doden als wij hem nog maar nauwelijks zien! Onder deze omstandigheden zie ik echt geen reden om hem op te gaan zoeken! ' Toen zei hij: 'Ik wil het en mijn wil is goed. Als de profeet goed is, zal hij mijn goede wil ook als goed onderkennen en naar mij toekomen! Dat ik met hem niet datgene zal doen wat ik in mijn verblinding met Johannes heb gedaan, bewijzen mijn tranen om de goede Johannes. Ga en voer mijn wil uit!'
Hoofdstuk 14: De opdracht van Herodes. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[1] CYRENIUS zegt: "Je wens zal vervuld worden, want ik ben met je beschrijving van Herodes heel tevreden en weet nu wat ik met hem zal moeten doen. Maar zeg me alleen nog of zijn vorstelijke volmacht wel precies is zoals als je mij eerder hebt beschreven! Heb je gezien of deze met mijn naam ondertekend was? Of heb je soms gelegenheid gehad de oorkonde zelf in te kunnen zien? Spreek de waarheid en vertel mij dat heel precies!"
Hoofdstuk 15: De raadselachtige Romeinse volmacht. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[3] CYRENIUS zegt: "Dat is dan duidelijk een nieuwe volmacht, die heel anders luidt dan degene waar mijn handtekening onder staat! Zou je mij misschien ook nog kunnen zeggen, wanneer Herodes die beruchte volmacht uit Rome in zijn bezit kreeg?"
Hoofdstuk 15: De raadselachtige Romeinse volmacht. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[8] Een reis van hier naar Rome duurt bij gunstige weersomstandigheden drie volle weken, in andere gevallen ook wel een maand. Men blijft een aantal dagen, vaak weken in Rome en het kost tijd voor iemand bij de keizer wordt toegelaten. De keizer behandelt zo'n verzoek in het gunstigste geval niet binnen een half jaar, omdat hij talloze regeringszaken te doen heeft die belangrijker zijn. Dan komt nog de terugreis, die net zoveel tijd kost als de heenreis! Veel ervaring heeft geleerd dat binnen driekwart jaar bij mijn weten nooit iets uit Rome is teruggekomen.
Hoofdstuk 15: De raadselachtige Romeinse volmacht. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[9] De vijf boden hebben echter de gevraagde volmacht, die geheel overeenstemt met de noot uit het door mij geschreven verzoek, geschreven op mooi perkament en versierd en voorzien met alle bekende keizerlijke waarmerken, binnen zes weken aan Herodes overhandigd en Herodes daarmee luisterrijk gelukgewenst. Ik dacht echter het mijne ervan en verwed er nog vandaag mijn hoofd onder dat de vijf boden bij de onderhavige gelegenheid net zo min in Rome waren als ik!
Hoofdstuk 15: De raadselachtige Romeinse volmacht. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[9] Dit alles goed berekenend en van te voren inziend, beschikte de tempel in zijn goddelijke wijsheid nu juist over iets waardoor zonder enig opzien de kwade zaak werd verholpen. Op het juiste moment zouden zij u en de keizer heel ongemerkt toch wel in kennis gesteld hebben van het gebeurde, voorzien van advies hoe verder te handelen. De voor de keizer bestemde schatten zouden zij echter zonder meer pas dan aan u kunnen zenden als zij de tijd rijp geacht zouden hebben u over alles in te lichten.
Hoofdstuk 17: De politiek van de tempelpriesters. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[2] Maar ik besef wel dat Johannes nooit is opgestaan. Wel heb ik van Johannes zelf gehoord dat er in Galiléa een zeer groot profeet is opgestaan, wiens schoenriemen hij niet waardig was om los te maken. Dat vertelde ik aan Herodes en hij zei: 'Ga er toch naartoe en breng mij degene waarover Johannes met zoveel achting sprak, want misschien kan die ons ook helpen! ' Ik zei hem echter tevens wat ik over de grote profeet had gehoord, namelijk dat hij als bewijs van zijn leer enorme tekenen deed. Ik zei hem dat de Galilese profeet doden opwekte, bergen verzette en de storm beheerste, en nog meer van zulke ongelofelijke dingen. Ik vertelde Herodes ook dat ik tegen de macht van zo'n profeet weinig of niets uit zou kunnen richten, omdat hij duizenden door één gedachte kon doden. Maar Herodes en Herodias lieten zich daardoor niet van hun wens afbrengen en Herodes zei alleen: 'Driehonderd zware zilverstukken voor degene die hem mij brengt!', met de toevoeging dat als het levend niet mogelijk zou zijn, hij hem dan toch als dode wilde zien!
Hoofdstuk 14: De opdracht van Herodes. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[10] De kerels hebben de meegegeven zware schat en de dertig gezonde kamelen veilig opgeborgen, de handtekening van de keizer en de andere waarmerken nagemaakt en Herodes zo een geheime, keizerlijke volmacht overhandigd, waarvan deze zelf zeker zo weinig weet als u, geëerde heer en gebieder! Weet u, verheven heer, dat is slechts mijn mening; het kan ook mogelijk zijn dat de volmacht toch nog van de keizer afkomstig is! Misschien hebben de schepen de wind mee gehad, zowel heen als terug, dan zou het in ieder geval met de heen en terugreis zo ongeveer kunnen kloppen, en toevalligerwijs kunnen zij de keizer bij hun aankomst in Rome goedgeluimd en in een niet bezet uur hebben aangetroffen. Hij heeft hen meteen laten komen en de gevraagde volmacht gegeven, waarop zij dadelijk een hier naar Azië vertrekkend schip aantroffen, zich inscheepten en met gunstige wind de kust van Judea bereikten! Kortom, ik wil beslist geen rechter spelen! Ik gis en reken alleen maar wat."
Hoofdstuk 15: De raadselachtige Romeinse volmacht. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[8] ZINKA zegt: "Geëerde vriend, edele heer! U schijnt anders heel veel gedegen staatsmanskunst te bezitten, maar hier schijnt u weer des te onervarener te zijn - als iemand die zelfs nog nooit in huis de scepter gezwaaid heeft! Een dubbele reden kan hen ervan afgehouden hebben om u persoonlijk daarvan op de hoogte te stellen! Ten eerste: "gevaar in geval van vertraging, en ten tweede: het vermijden van ieder gevaarlijk opzien bij deze zaak! Want zou u er te vroeg van in kennis gesteld zijn, dan zou u meteen heel Jeruzalem hebben laten omsingelen en zorgvuldig laten bewaken. Dat zou bij het volk grote opwinding hebben veroorzaakt en het met een bittere haat tegen u hebben vervuld. Herodes zou echter zo' n stemming tegen u heel goed hebben kunnen benutten, waardoor onvoorspelbare kwade zaken hadden kunnen ontstaan!
Hoofdstuk 17: De politiek van de tempelpriesters. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[13] Volgens mijn berekening en volgens de berekening van Johannes zullen zij, gerekend vanaf nu, binnen veertig jaar helemaal rijp zijn voor de vernietiging, en u zult dan geheel Judea en geheel Jeruzalem opnieuw moeten veroveren en hun broeinesten grondig moeten verwoesten. Maar vóór die tijd zal er gewapenderhand weinig of niets tegen hen ondernomen kunnen worden, behalve dat wat ik u voorheen heb aangeraden. U kunt hun te gelegener tijd laten vragen hoe die bepaalde zaken liggen. Als zij echter meteen klaar staan met hun uitleg, doe dan zoals ik u gezegd heb, anders kan het slecht aflopen!"
Hoofdstuk 17: De politiek van de tempelpriesters. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[5] Zijn leer bestaat heel in het kort daarin, dat de mens God moet erkennen en Hem boven alles moet liefhebben, en dat hij zijn medemens, wat of wie deze ook moge zijn, hoog of laag, arm of rijk, man of vrouw, jong of oud, even lief moet hebben als zich zelf. Wie dat altijd doet en de zonde mijdt, zal weldra in zichzelf gewaar worden dat die leer waarachtig uit God is, en niet afkomstig is uit de mond van een mens, maar uit de mond van God. Want geen mens kan weten wat hij moet doen om het eeuwige leven te verkrijgen, en waaruit dat bestaat. Dat weet alleen God en later ook hij die het uit Gods mond heeft vernomen.
Hoofdstuk 18: De leer van de Galilese profeet. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[8] Kijk vriend, dat is zo heel in het kort de kern van de leer van de grote profeet uit Nazareth! - Zeg ons eens hoe deze je bevalt en wat je onder die omstandigheden van de grote profeet denkt!"
Hoofdstuk 18: De leer van de Galilese profeet. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[3] Johannes gaf zich weliswaar ook alle moeite om mij van het bestaan van een eeuwige God te overtuigen, maar dat lukte hem toch niet. Ik gaf hem duchtig tegenspel en hij kon al mijn twijfel niet wegnemen, en zo bleef ik dan ook tot op heden in al mijn twijfels steken. Maar nu is het in één klap uit met al dat getwijfel!
Hoofdstuk 19: Zinka's opvatting over de leer van Jezus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)