Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16638 resultaten - Pagina 236 van 1110

...  224 - 225 - 226 - 227 - 228 - 229 - 230 - 231 - 232 - 233 - 234 - 235 - 236 - 237 - 238 - 239 - 240 - 241 - 242 - 243 - 244 - 245 - 246 - 247 - 248 - 249  ...
[5] Jullie zullen je vervolgers nooit en te nimmer vrezen, omdat jullie altijd zullen leven onder de zichtbare bescherming van de Heer; maar jullie tegenstanders zullen jullie buitengewoon vrezen en daarom ook vervolgen. Maar al hun vervolging zal hen net zo weinig opleveren als het de tempelaanhangers iets oplevert dat zij de Heer nu uit alle macht vervolgen waarvan jullie hier zo meteen een staaltje zullen meemaken. De Heer heeft jou, Roclus, reeds tevoren aangekondigd dat er nog iets te gebeuren staat voor het ochtendmaal! Maar wat, -luister!
Hoofdstuk 144: Hoe de verhouding van de Essenen tegenover het priesterdom vervolg zal zijn - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[7] Ze zullen hiermee, met name bij Cyrenius, slechte zaken doen; maar het zal hier grote opwinding veroorzaken, afgezien van het feit dat deze onderneming hier meteen totaal ontzenuwd zal worden. Jullie zullen er zelfs een beetje bij betrokken worden, echter niet ten nadele, maar in het voordeel van de goede zaak. Wees daarom maar goed op alles voorbereid; nog een klein kwartiertje en de zaak zal beginnen! Maar intussen blijven we heel rustig; Cyrenius zelf heeft er nog geen flauw vermoeden van, omdat de Heer het zo wil! Maar de zaak zal daarom des te opwindender zijn. Wees dus nu rustig!"
Hoofdstuk 144: Hoe de verhouding van de Essenen tegenover het priesterdom vervolg zal zijn - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[5] Op dit commando werden de reizigers aan land gezet en Julius inspecteerde snel de toentertijd gebruikelijke reispapieren, die helemaal volgens de wettelijke voorschriften van Pilatus in Jeruzalem vervaardigd waren. Toen deze korte legitimatie formaliteit voorbij was, vroeg een Romein aan Julius of de verheven opperstadhouder nog in deze streek verbleef Een donderend 'ja!' was het ontzagwekkende antwoord van Julius, die al behoorlijk geërgerd was over deze brutale vraag.
Hoofdstuk 145: Farizeeën klagen de Heer als opruier tegen de staat bij Cyrenius - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[10] Zie je, zo vangen wij, Romeinen, gewoonlijk de slimme vossen! Maar vooruit nu, het beste gedeelte komt nog! Wel, deze omgeving, een beetje gecultiveerd nu, is jullie zeker wat vreemd voorgekomen, -anders hadden jullie ons al een uur eerder met jullie onverwachte bezoek vereerd? Maar dat geeft niet, jullie zijn nu ondanks dat deze omgeving er nu zo vreemd uitziet, precies op de juiste plek aangekomen!
Hoofdstuk 145: Farizeeën klagen de Heer als opruier tegen de staat bij Cyrenius - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[11] Zie je, hoe ik al van te voren alles weet! Nee, in het gebied van Julius komt men onaangekondigd niet zo gemakkelijk als men denkt! Het stoort jullie weliswaar een beetje, dat jullie komst al aan mij verraden is; maar ja, voor mensen die zo sluw zijn als jullie, maakt dat misschien helemaal niet zo veel uit, wat natuurlijk spoedig zal blijken! Vooruit dus nu, op naar de verheven opperstadhouder!'
Hoofdstuk 145: Farizeeën klagen de Heer als opruier tegen de staat bij Cyrenius - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[13] JULlUS zegt: 'Ik wil nu geen woord meer horen! Daar bevindt zich de verhevene! Vooruit dus met jullie, valse Romeinen, - daar gaan we verder!'
Hoofdstuk 145: Farizeeën klagen de Heer als opruier tegen de staat bij Cyrenius - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[9] CYRENIUS werd kwaad en zei: 'Antwoord! Of jullie zullen weergaloos boeten voor deze misdaad! Van wie komt de brief, wie heeft hem geschreven, wie had de euvele moed om met zo'n enorme leugen bij me aan te komen, en welk schandelijk plan schuilt daarachter?"
Hoofdstuk 146: Ontmaskering van de valse aanklagers - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[3] ROCLUS zegt, aangespoord door Raphaël: 'Goed; maar wat moet er dan gebeuren als wij jullie haarscherp kunnen aantonen, dat niemand anders dan jullie deze schandelijke brief hebben opgesteld en dat jullie, als je dit karwei lukt, uit de grote goudkas van de tempel een vergoeding van duizend pond goud per persoon te wachten staat?"
Hoofdstuk 147: Onderhandeling met de Farizeeën - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[6] ZINKA bekijkt de brief en zegt: 'Niet in de verste verte! Want Herodes kan eigenlijk helemaal niet schrijven, hooguit een beetje Grieks lezen. Voor de ondertekening met zijn naam heeft hij een soort zegel, dat hij op de oorkonden drukt; deze ondertekening moet dus vals zijn! Dat zweer ik bij alles wat jullie maar willen!"
Hoofdstuk 147: Onderhandeling met de Farizeeën - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[8] Ja, ja, de snode profeet uit Nazareth kan jullie goedkeuring absoluut niet wegdragen, omdat Hij door zijn heiligste waarheidsleer flink afbreuk dreigt te doen aan jullie zaak! Dat is het! Maar dat is nu eenmaal zo en het zal eeuwig nooit anders worden, ook niet wanneer het Hem ooit zou behagen om jullie het genoegen te gunnen dat Hij zich gewoon door jullie zou laten doden, althans pro forma, want Hij , die van eeuwigheid het leven Zelf is, kan onmogelijk ooit gedood worden! Ik heb nu gesproken; nu ben jij aan de beurt! Wat heb je hierop te zeggen?"
Hoofdstuk 147: Onderhandeling met de Farizeeën - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[10] Na enkele ogenblikken gaf CYRENIUS te kennen, nadat Ik hem daar heimelijk een teken toe had gegeven, dat de beide aarts-Farizeeën bij hem moesten komen, wat heel slim van hem was, en zei tegen hen: 'Kalmeer nu! De storm is voorbij; trek je niet te veel aan van onze gebruikelijke Romeinse ernst in het begin! Nu komt de tweede onderhandelingsfase, waarin ik van jullie geen verzinsels met valse handtekeningen, maar de zuivere volle waarheid wil horen. Alleen door de waarheid kunnen jullie uit mijn macht, die anders onverbiddelijk is, bevrijd worden, -zo niet, dan is gevangenis, kruis en bijl onontkoombaar jullie lot, dat is zo zeker als ik opperstadhouder van alle Aziatische provincies van Rome ben.
Hoofdstuk 147: Onderhandeling met de Farizeeën - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[5] Mochten jullie daarover niets gehoord hebben, ofschoon jullie toch al wel minstens zestig jaar oud zullen zijn, dan staat hier mijn broer Cornelius, die toen juist in Bethlehem de Romeinse registratie leidde, als nog volop levende getuige vóór jullie en naast hem sta ikzelf; ook ik had hoogst onverwacht de gelegenheid, aan het kind dat amper veertien dagen oud was, reeds dermate goddelijke tekenen waar te nemen en te beleven, dat ik er in mijn grote en eerbiedige verbazing geen ogenblik aan heb getwijfeld, dat dit kind overduidelijk meer was dan het meest volmaakte mensenkind.
Hoofdstuk 149: Cyrenius' getuigenis voor de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[7] En deze man vervolgen jullie zo jachtig en willen Hem geheel te gronde richten en vernietigen?! O, jullie onzinnige en blinde dwazen! Heeft Mozes dan niet over Zijn komst geprofeteerd en na hem bijna alle grote en kleine profeten, die jullie vaders in hun erbarmelijke domheid ook met stenen doodden, zoals jullie nu Hem ook zouden willen doen?! Hem, die als enige jullie kan en ook wil helpen, vervolgen jullie nu zelfs al met allerlei listen, noemen Hem een monster, spreken de ergste vloek over Hem uit en willen Hem dan ook nog doden?!
Hoofdstuk 149: Cyrenius' getuigenis voor de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[8] Jullie hebben deze omgeving, waar jullie naar op zoek waren, niet herkend, omdat de grote, gevreesde rots uit het bestaan is verdwenen en deze hele, voordien buitengewoon woeste baai in een waar Eden werd veranderd. Maar wie heeft dat bewerkstelligd? Ik en alle hier aanwezigen zijn er getuigen van dat hieraan geen mensenhand ook maar met een enkele vinger heeft meegewerkt. Hij was en is onder ons en verrichtte dit wonder enkel door Zijn wil!
Hoofdstuk 149: Cyrenius' getuigenis voor de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[11] Spreken jullie echter de waarheid, hoe deze ook moge luiden, en wat deze ook inhoudt; dan kunnen jullie op mijn volle Romeinse erewoord rekenen dat ik jullie geheel vrij en ongehinderd weg laat gaan. Maak nu een keuze! Willen jullie aan deze leugen vasthouden, dan weten jullie nu uit mijn mond wat jullie zeker te wachten staat; want hier in Azië ben ik in naam van de keizer degene die het zonder enige beperking voor het zeggen heeft, en tweehonderdzestigduizend soldaten wachten elk uur van de dag mijn bevelen af. Als jullie het eerder nog niet wisten, dan weet je nu hoe de zaken erbij staan. Wie zou mij ter verantwoording roepen wanneer ik zomaar, omdat ik daar zin in heb, alle joden met het zwaard zou laten ombrengen?! Aan macht en kracht ontbreekt het me niet! -Waar kan in heel Azië een samenzwering beraamd worden waarvan ik niet binnen hoogstens acht tot veertien dagen volledig op de hoogte zou zijn?! Maar dan is het verschrikkelijke 'Wee!' voor de opstandigen!
Hoofdstuk 147: Onderhandeling met de Farizeeën - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
...  224 - 225 - 226 - 227 - 228 - 229 - 230 - 231 - 232 - 233 - 234 - 235 - 236 - 237 - 238 - 239 - 240 - 241 - 242 - 243 - 244 - 245 - 246 - 247 - 248 - 249  ...