Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

22349 resultaten - Pagina 236 van 1490

...  224 - 225 - 226 - 227 - 228 - 229 - 230 - 231 - 232 - 233 - 234 - 235 - 236 - 237 - 238 - 239 - 240 - 241 - 242 - 243 - 244 - 245 - 246 - 247 - 248 - 249  ...
[4] Uit deze eigenschap ontstaat de liefde, de innerlijke warmte, het streven, de begeerte, de honger en de dorst. Als deze begeerte, die op heerszucht lijkt, zo nu en dan te groot is en teveel aanpakt om in zijn oorspronkelijke ordening onder te brengen, dan wordt het binnengebrachte niet zelden te machtig, tast de eerdere in het wezen reeds aanwezige organische ordening van de ziel aan en trekt deze in de eigen ordening, die goed of beter, maar ook heel gemakkelijk slecht, slechter en uiteindelijk zelfs zeer slecht kan zijn!
Hoofdstuk 133: De vorming van de zielen van de roofmoordenaars. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[5] Maar wat gebeurt daardoor? Mathaël, kom nu met de door jou geziene op tijgers lijkende zielen van de misdadigers! Deze zijn een gevolg van de ziele-oersubstanties, die niet bij hun eigen ordening pasten en te gulzig en te overmatig werden opgenomen. Die hebben vervolgens de zielen veranderd in hun eigen oerslechtheid en zo van mensenzielen echte tijgerzielen gemaakt, en op dezelfde wijze ontstond ook al het ongedierte, datje massaal uit de angstige misdadigers hebt zien komen. Maar zeg mij nu allen of je deze nogal uitgebreide les wel door en door begrepen hebt!"
Hoofdstuk 133: De vorming van de zielen van de roofmoordenaars. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[7] Zoals gezegd, dat alles begrijpen wij nu heel goed; maar iets is daarbij voor ons toch nog een groot raadsel dat U, o Heer, als U dat zou schikken en zou aanstaan, wel voor ons zou kunnen oplossen. Wij allen behoeven U beslist niet te vertellen waaraan het nog wat schort bij ons, want U kent al onze leemtes en zult deze zeker nog vullen met Uw genade, als U dat noodzakelijk vindt! Mocht het voor ons van niet zo'n groot belang zijn, dan zijn wij ook met datgene wat wij bezitten en begrijpen meer dan tevreden."
Hoofdstuk 133: De vorming van de zielen van de roofmoordenaars. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[9] Dat wat Ik jullie nu laat zien en aan jullie uitleg is slechts een voorbereiding op datgene wat de geest jullie overvloedig zal geven. Ik zou jullie nog heel veel te zeggen hebben, maar jullie zouden dat nu niet kunnen verdragen; wanneer echter de geest der waarheid zal komen, zal deze jullie binnenvoeren en begeleiden in alle wijsheid! Laten wij, nu jullie dat weten, op deze plaats meteen weer aan een belangrijke en verdere voorbereiding beginnen, en onze Mathaël met zijn vele ervaringen zal ons een ander verhaal uit zijn belevenissen vertellen.
Hoofdstuk 133: De vorming van de zielen van de roofmoordenaars. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[7] Lazarus, de bode, was door deze mededeling wel gerustgesteld, maar het speet hem erg dat hij geen muilezels had meegenomen. Wij gingen nu echter toch haastig op pad, want als we flink doorliepen, hadden we precies een uur nodig om er te komen.
Hoofdstuk 134: Mathaël's belevenis onderweg naar de stervende vader van Lazarus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[6] De MEESTEN zeggen: "Ja, Heer, wij begrepen deze les in ieder geval redelijk; maar als wij er ons op zouden beroemen er nu alles van af te weten dan zouden wij onwaarheid spreken. Uit de vorming van de ezelin daarstraks hebben wij wel waargenomen en gezien hoe uit de geestelijke oersubstanties een ding of een wezen ontstaat. Wij zagen immers gewoonweg het gras groeien en hoe zich een ezelin in zekere zin vanzelf uit de vuurtongen geschapen heeft. Ja, wij weten door Uw goedheid en genade zelfs, wat, wie en waarvandaan deze vuurtongen zijn en hoe zij zich samen kunnen voegen tot een duidelijk herkenbare idee en vorm. Wij beseffen heel goed dat deze talloze oergedachten van U waar de gehele oneindigheid vol van is, hoewel zij er uiterlijk hetzelfde uitzien, op zichzelf toch zeer verschillend zijn, lichter en zwaarder al naargelang hun doel hoger, ernstiger en degelijker is, en dat aan elkaar verwante oergedachten zich ook het eerst samenvoegen en een bepaald orgaan beginnen te vormen.
Hoofdstuk 133: De vorming van de zielen van de roofmoordenaars. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[4] Luister! Het gebeurde tegen het einde van de herfst. De toppen van de hoge bergen waren in nevels gehuld en een beslist niet vriendelijke noordenwind liet de dorre bladeren van de bomen door de lucht dwarrelen; alleen in het oosten waren nog een paar plaatsen waar de lieflijke sterren droevig naar de aarde leken te kijken. Ik en mijn vader, die een grote vriend van de natuur was, ook als deze onvriendelijke dingen deed, hadden dit natuurtafereel tot ongeveer middernacht in ons opgenomen. Toen wij echter aanstalten maakten het huis binnen te gaan en daarin onze legerstede op te zoeken, ontdekten wij iemand die met haastige stappen, met in zijn hand een lantaarn gemaakt van een schapeblaas, rechtstreeks op ons huis afkwam, en het duurde nog geen paar tellen of een tamelijk bedroefde, nog erg jonge man stond voor ons.
Hoofdstuk 134: Mathaël's belevenis onderweg naar de stervende vader van Lazarus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[10] Het lichtverschijnsel groeide aan tot een lichtzuil, die in enkele ogenblikken zijn top tot aan het zenit omhoog schoof en weldra zo'n licht en warmte verspreidde dat wij genoodzaakt waren onder een nog tamelijk dicht bebladerde vijgeboom te gaan staan om niet verblind te worden door het licht en niet te vergaan van de hitte. Maar al gauw werd deze lichtzuil weer dunner en dunner en het licht verdween, met daarbij de grote, door deze lichtzuil veroorzaakte warmte.
Hoofdstuk 134: Mathaël's belevenis onderweg naar de stervende vader van Lazarus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[15] Onder deze weinig zeggende beschouwingen kwamen wij eindelijk in Bethanië en daar in het voorname huis van Lazarus, waar wij de zieke juist aantroffen tijdens zijn laatste krampachtige zuchten, waarvan men zegt dat daar geen kruid meer tegen gewassen is.
Hoofdstuk 134: Mathaël's belevenis onderweg naar de stervende vader van Lazarus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[2] Bij deze verklaring keek de kleine rabbi een beetje zuur en vroeg mijn vader, hoe hij dat kon vaststellen. Maar mijn vader was nooit zo erg vriendelijk en zei de kleine rabbi droogjes in z'n gezicht: 'Hoe en waarom ik dat zie en weet, gaat je niets aan; doe jij maar wat jij moet doen en ik weet heel goed en secuur wat ik te doen heb!'
Hoofdstuk 135: De rabbi probeert de oude Lazarus weer tot leven te brengen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[3] Op dat ogenblik kwam de ziel geheel los van het lichaam en verscheidene verheven en wijs uitziende geesten namen haar meteen in hun midden, gaven haar een wondermooi, plooiend gewaad dat gemaakt leek van de witste byssus, en één nam de lichtzuil, boog deze om de lendenen van de nu vrije ziel en daaruit vormde zich een gordel die zo helder straalde als de zon. Tevens zette een machtige geest de vrije ziel een net zo helder stralende hoed op het hoofd en zei: 'Broeder, wees voor eeuwig getooid met het licht der wijsheid dat uit God in je straalt! ,
Hoofdstuk 135: De rabbi probeert de oude Lazarus weer tot leven te brengen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[8] De kleine rabbi is weliswaar een beetje onthutst door deze krachtige tegenspraak van mijn vaders kant, maar gaat toch naar de dode, opent zijn mond en laat, in plaats van de normale twee tot hoogstens drie druppels, tien druppels op de reeds geheel uitgedroogde tong vallen. Daarna sluit hij de mond weer en wacht met volle aandacht op enige beweging van de dode. Maar een vol uur verstrijkt en nog een vol uur, het begint al helemaal dag te worden en de dode maakt nog geen aanstalten zich te bewegen.
Hoofdstuk 135: De rabbi probeert de oude Lazarus weer tot leven te brengen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[11] Mijn vader zegt, nogmaals glimlachend: 'Ga je gang, ik zal er niets op tegen hebben; integendeel, ik offer graag mijn hebben en houden voor het terugwinnen van het leven van deze oude, godvruchtige, eerzame man, die ik zeer goed ken! En als je van mij verliest, verlang ik van jou alleen maar dat je gelooft in de ware, eeuwig levende God van Abraham, Isaäk en Jacob en aan de volle onsterfelijkheid van de menselijke ziel!'
Hoofdstuk 135: De rabbi probeert de oude Lazarus weer tot leven te brengen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[12] De rabbi zegt: 'Ja, vriend, dat wil en zal ik; maar ik zie al bij voorbaat dat je bij deze handel zult verliezen! Want ik behoor in het geheim tot de intellectuele sekte der Sadduceeën en ik zou mijn tempelwijding wel naar Afrika's grote zandwoestijn willen verwensen! Maar mocht je nu werkelijk van mij winnen, dan zal het mij echt weer deugd doen om met huid en haar de tempel toe te behoren!'
Hoofdstuk 135: De rabbi probeert de oude Lazarus weer tot leven te brengen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[9] De rabbi antwoordde: 'Vriend, ik geef me gewonnen en ik zal nu geloven wat jij gelooft! Je bent een wijze arts met veel ervaring, die zeker niet zo maar zonder enige reden iets gelooft. Hoewel ik het waarom niet zie, wil ik toch geloven, omdat jij het gelooft enjij beslist weet waarom! Ik geloof hier omdat ik het zie en houd mij aan wat je mij gezegd hebt. Jij hebt deze belangrijke weddenschap gewonnen en ik ben je gevangene!'
Hoofdstuk 136: De geest van Lazarus getuigt over de Messias. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
...  224 - 225 - 226 - 227 - 228 - 229 - 230 - 231 - 232 - 233 - 234 - 235 - 236 - 237 - 238 - 239 - 240 - 241 - 242 - 243 - 244 - 245 - 246 - 247 - 248 - 249  ...