Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

17481 resultaten - Pagina 237 van 1166

...  225 - 226 - 227 - 228 - 229 - 230 - 231 - 232 - 233 - 234 - 235 - 236 - 237 - 238 - 239 - 240 - 241 - 242 - 243 - 244 - 245 - 246 - 247 - 248 - 249 - 250  ...
[5] Wees nu echter ook nog zo goed mij te zeggen waar u het buitengewone geluk had de grote man te ontmoeten! Hij is beslist geen magiër, maar een met hogere, goddelijke krachten begiftigd mens, want dat blijkt uit zijn waarlijk goddelijke leer! Zeg mij dus waar u hem heeft gesproken! Ik zou daar zelf heen willen gaan en uit zijn mond die levende woorden van heil horen"
Hoofdstuk 19: Zinka's opvatting over de leer van Jezus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[6] ZINKA zegt: "Vriend en edele heer en gebieder! Ik was mijn leven lang geen smulpaap, maar als ik nog lang bij u zal blijven wordt ik er zeker een! Alleen begrijp ik niet waar al dat eten en drinken blijft! Ik ben voldaan en mijn dorst is gelest, en toch kan ik nu nog steeds maar door eten en drinken! En de wijn is beter en geestrijker dan ik ooit ergens te drinken heb gekregen. Maar ondanks dat word ik er toch niet dronken van!
Hoofdstuk 20: Zinka en het voedselwonder. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[8] CYRENIUS zegt: "Wat, -waarom dat? Waar en in welke wet staat dan geschreven dat een slechte, gedwongen en verdoemde eed gehouden moet worden?! Jouw eed is zonder meer al opgeheven omdat je mijn gevangene bent, samen met je negenentwintig metgezellen! Van nu af aan is er alleen maar sprake van het uitvoeren van wat ik en mijn ondergeschikte veldheren je zullen opdragen en nooit of te nimmer van wat jullie domme Herodes je heeft opgedragen! Van jullie misdadige eed zijn jullie voor altijd en eeuwig ontheven!
Hoofdstuk 20: Zinka en het voedselwonder. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[10] Vriend Zinka, ik hield je voorheen vanwege je geestrijke uitlatingen voor een wijs man, maar door deze laatste opmerking ben je erg in mijn achting gedaald! Was dat eerdere allemaal maar huichelarij van je?"
Hoofdstuk 20: Zinka en het voedselwonder. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[12] Als ik zoiets al eens meer gezien zou hebben, zou ik mij hier net zo rustig als alle anderen hebben gedragen, maar mijn wijze buurman had daarnet nauwelijks gezegd dat het middagmaal zou komen, of enige ogenblikken daarna bogen alle tafels al door van het gewicht van de daarop geplaatste spijzen en dranken! Er kan best een of ander kunstig apparaat bestaan waarmee dat werk wat sneller dan gewoonlijk gedaan kan worden, maar zó snel! Dat kan geen enkel mechanisch apparaat! Kortom, wat men mij ook zegt, ik blijf toch zeggen: "Het was óf een buitengewoon soort toverij, óf een compleet wonder!
Hoofdstuk 20: Zinka en het voedselwonder. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[1] ZINKA denkt daar wat over na en zegt na een poosje: "Beste vriend! Hoewel die leer wat gedurfd is, is er niets tegen in te brengen. Het wezen ervan is, als er tenminste een God is Die zich ook maar iets om de stervelingen bekommert, duidelijk goddelijk! Weliswaar hebben ook andere grote wijzen de grondregel opgesteld dat de zuivere liefde de oerkiem van al het leven is en dat de mensen de liefde het meest zouden moeten bevorderen omdat slechts uit de liefde al het heil voor de mensen zou kunnen opbloeien. Maar zij verklaarden het zuivere wezen van de liefde niet. De liefde heeft echter even vaak goede als kwade kanten en uiteindelijk weet men niet welke kant van de liefde men dan eigenlijk voor het welzijn moet beoefenen.
Hoofdstuk 19: Zinka's opvatting over de leer van Jezus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[10] ZINKA zegt: "Vriend, geloof me, ook al ben ik nog zo verdiept in het een of andere gesprek, dan zal er om mij heen toch niets kunnen gebeuren zonder dat ik het zou zien. Ik weet heel zeker dat er zich enige ogenblikken geleden nog geen broodkruimel op de tafels bevond, -en nu buigen de tafels door van het voedsel dat er op staat! Neem me niet kwalijk, in zo'n geval mag een mens met hart en verstand toch wel een vraag stellen, met name als je vreemdeling bent!? Het maakt me nu niet meer uit of iemand mij daarover goed inlicht of niet, maar ik blijf erbij dat er hier beslist geen natuurlijke dingen in het spel zijn! Kijk maar eens naar mijn negenentwintig metgezellen die onder elkaar precies hetzelfde onderwerp bespreken. Alleen jullie allen, die hier waarschijnlijk nu al verscheidene keren gegeten hebben, blijven in dit geval onverschillig, omdat jullie wel weten wat hier aan de hand is! Maar het hindert niet, -ik zal later nog wel achter dit geheim komen!"
Hoofdstuk 19: Zinka's opvatting over de leer van Jezus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[7] Ik blijf er nog steeds bij dat het er hier niet natuurlijk aan toe gaat! Jn dit grote gezelschap moet zich een magiër bevinden, die hiermee zijn onbegrijpelijke wonderkracht demonstreert! Of bevinden wij ons soms in de buurt van die grote profeet die ik met mijn negenentwintig metgezellen heb gezocht? Als dat het geval zou zijn, zou ik u, verheven vriend en gebieder, heel onderdanig moeten verzoeken ons dertigen weg te sturen naar waar u ons ook maar hebben wilt, of u zou ons weer moeten laten boeien. Want als de profeet zomaar binnen ons bereik zou komen, zouden wij vanwege de voor Herodes afgelegde, dure eed de hand op hem moeten leggen. Daar zouden wij weliswaar niets aan hebben, maar toch zouden wij dat terwille van de eed tot ons eigen ongeluk moeten wagen!"
Hoofdstuk 20: Zinka en het voedselwonder. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[13] U, verheven vriend en heer, kunt gemakkelijk kalm blijven, omdat u zeker de oorzaak weet, maar voor ons is het iets heel anders! Kijk alleen maar eens naar de vis die ik nu nog eet! Ik heb daarvan steeds maar gegeten en gegeten en nog is verreweg het grootste deel over! Ik ben helemaal voldaan, en kan toch nog doorgaan met eten! Dit is mijn beker, waaruit ik toch wel meer dan een volle maat (2 liter) heb gedronken, en kijk eens, -nauwelijks drie vingers staat de wijn onder de rand! Ja, dat kan men dan toch als denkend mens niet zo zonder meer aannemen alsof daar zogezegd niets bijzonders mee zou zijn! Ik ben hier uw gevangene en kan geen verklaring van u eisen over dit wonderbaarlijke verschijnsel, maar vragen kan en mag ik toch wel? Ik vroeg het u echter en u zei dat ik moest wachten!
Hoofdstuk 20: Zinka en het voedselwonder. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[14] Het wachten zou wel gaan als er in mij in plaats van een weetgierige ziel, een dode steen lag uit te rusten, maar mijn ziel is geen steen, maar een altijd naar licht dorstende geest. Zijn dorst is niet met een koele dronk te lessen, maar door een verklarend woord dat uit de mond van een reeds gelaafde geest komt. U hebt deze geestelijke drank in overvloed en u loopt ervan over. Maar bij mij, de van dorst smachtende, wilt u uit uw overvloed ook niet één druppel op mijn gloeiende tong laten druppen! Kijk, dat is het nu wat mij het meest verdriet doet en mijn verstand in de war brengt! Als ik onder zulke omstandigheden een beetje verward wordt, -kunt u, verheven vriend, zich daar dan over verwonderen?
Hoofdstuk 20: Zinka en het voedselwonder. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[12] HU zei: "Mijn vrienden en heren! Voor God de Heer zing ik een lied in mijn hart. De Heer van Israël hoort het zeker met welgevallen! Als ik datzelfde lied luid voor uw oren zou zingen, zou het u vanwege een enkele valse toon waarschijnlijk niet bevallen. Dat zou mij dan met schaamte en ergernis vervullen, hetgeen noch voor mij noch voor u goed zou zijn en daarom zing ik dat lied van mijn hart liever niet hardop maar heel stil in mijn hart. Degene voor wie het bestemd is, hoort het zeker!"
Hoofdstuk 21: Het wezen van de dorst naar kennis. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[19] En RAPHAËL zegt: "Je weet nog wel niet hoe wij zingen, maar bij voorbaat zeg ik je al dat je mijn stem niet lang zult kunnen verdragen. Zij klinkt te aangrijpend en moet ook zo klinken vanwege de te zuivere elementen waardoor zij wordt gevormd. Je lichaam kan de klank van mijn stem helemaal niet verdragen. Als ik een kwartier voor je zing, sterf je door de zuivere lieflijkheid van het geluid van mijn stem, die met niets op aarde is te vergelijken! Lieflijke, zeg mij nu of je mij wilt horen zingen, dan zal ik zingen. Maar welke uitwerking mijn gezang op je lichaam zal hebben, kan ik nauwelijks vooruit zeggen!"
Hoofdstuk 21: Het wezen van de dorst naar kennis. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[4] EBAHL antwoordt: "De jongen woont bij mij in Genezareth en het meisje is mijn eigen dochter. Zij is pas vijftien jaar; maar zij heeft de hele Schrift in hoofd en hart, - en de jongen ook, die is voorlopig onderwijzer in mijn huis. Ik ken hem dus erg goed! Maar dat hij zo'n buitengewoon zanger zou zijn, daar was mij tot op dit ogenblik niets van bekend, daarom ben ik zelf nu ook erg nieuwsgierig naar zijn toon .
Hoofdstuk 22: Het gezang van Raphaël. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[10] O, ik ben er helemaal weg van! Al mijn levensvezels sidderen nog door de onbeschrijfelijke schoonheid en zuiverheid van deze ene toon! Ik dacht geen moment dat jij zo'n ongehoord zuivere toon met je keel produceerde, maar het leek mij toe alsof alle hemelen open waren gegaan en er een harmonie uit Gods mond over de dode aarde uitstroomde !
Hoofdstuk 22: Het gezang van Raphaël. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[11] O God, o God van Abraham, Isaäk en Jacob, - U bent geen lege uitgesproken klank! U bent alleen de waarheid en de zuiverste, eeuwige harmonie! Ach, deze toon, deze toon! Ja, deze toon gaf mij al het verlorene, hij gaf mij mijn God, mijn heilige Schepper en Vader terug; hij was voor mijn hart een zuiver evangelie uit de hemelen! Wat misschien duizend en nogmaals duizend woorden niet gekund zouden hebben, deed deze toon uit de hemelen; hij heeft mij mens gemaakt! Mijn hart, dat van steen was, is nu als was in de zon en zo teergevoelig als een hangende dauwdruppel!
Hoofdstuk 22: Het gezang van Raphaël. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
...  225 - 226 - 227 - 228 - 229 - 230 - 231 - 232 - 233 - 234 - 235 - 236 - 237 - 238 - 239 - 240 - 241 - 242 - 243 - 244 - 245 - 246 - 247 - 248 - 249 - 250  ...