Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

3934 resultaten - Pagina 237 van 263

...  225 - 226 - 227 - 228 - 229 - 230 - 231 - 232 - 233 - 234 - 235 - 236 - 237 - 238 - 239 - 240 - 241 - 242 - 243 - 244 - 245 - 246 - 247 - 248 - 249 - 250  ...
[2] Deze zichtbaar toenemende duisternis wekt bij hem enige verbazing, maar weerhoudt hem er niet van zijn pas er in te houden. De oorzaak daarvan is zijn geringe inzicht en het ontbreken van bijna alle geloof. Wat nog aanwezig is, dat zijn verkeerde argumenten tegen het zuivere woord van het evangelie, dus je reinste antichristendom en een op de achtergrond onder een humoristische dekmantel verborgen sektenhaat.
Hoofdstuk 10: Bisschop Martinus op dwaalwegen - Wenken van de Heer over geestelijke toestanden en de beelden die daarmee overeenkomen - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[3] Vandaar dat deze bisschop naar het steeds donkerder wordende westen gaat; vandaar de slechts hier en daar met mos bedekte grond, die de dorheid en de schrale en geringe aanwezigheid van Mijn Woord in het gemoed van deze man aanduiden. Daarom ook die steeds toenemende duisternis, omdat het in het geheel niet gerespecteerde en nog minder opgevolgde Woord van God, (waarvoor dergelijke bisschoppen zich alleen pro forma buigen in hun rode en gouden gewaden) zich in hem nooit tot die levende warmte heeft ontwikkeld, waaruit dan het heerlijke licht van de eeuwige morgen voor de geest had kunnen te voorschijn komen.
Hoofdstuk 10: Bisschop Martinus op dwaalwegen - Wenken van de Heer over geestelijke toestanden en de beelden die daarmee overeenkomen - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[16] Laat zo'n onwijze God maar eens voor de dag komen! Laat Hij mij te woord staan als Hij bestaat, opdat Hij van mij wijsheid kan leren! Maar ik zou Hem eeuwenlang uit kunnen dagen, te voorschijn komen zal Hij niet! Waarom? Omdat Hij niet bestaat!'
Hoofdstuk 11: De benauwde toestand van onze wandelaar; zijn verdere monoloog en zijn ergernis - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[2] Nog benauwder is echter de toestand, wanneer het alleenzijn met levensgevaar bedreigd wordt, al is dit vaak alleen maar voor de schijn; maar desondanks is zo'n alleenzijn nog duizendmaal beter dan het liefste en mooiste gezelschap! Want in zo'n alleenzijn wordt iemand slechts met een schijnbare ondergang bedreigd, waarvoor nog redding zou zijn als die dreiging echt zou hebben plaats gevonden. In het genoemde lieftallige en mooie gezelschap bedreigen een mens echter niet zelden duizend werkelijke gevaren, die elk op zich in staat zijn ziel en geest te verderven en in de hel te brengen, waaruit nagenoeg geen uitweg meer is. Daarom was de toestand waarin je verkeerde voor je gevoel wel heel akelig, maar voor je innerlijke wezen in geen geval slecht.
Hoofdstuk 13: De woorden van de goddelijke schipper over de zegen van de eenzaamheid - Een biechtspiegel ter bevordering van de zelfkennis - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[6] Hoe vaak heb jij als de zogenaamde verkondiger van Gods woord op de kansel vals gezworen en jezelf vervloekt als het een of ander niet waar zou zijn, terwijl jij dat zelf in je gehele leven nooit hebt geloofd!
Hoofdstuk 13: De woorden van de goddelijke schipper over de zegen van de eenzaamheid - Een biechtspiegel ter bevordering van de zelfkennis - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[5] De regeringen doen wat zij willen en de religie gebruikt men nog slechts als politiek opium voor het gewone volk, om het gemakkelijker in toom te houden en voor alle mogelijke dingen dienstbaar te maken! De paus zou zelf eens moeten proberen de religie een andere, alleen geestelijke betekenis te geven, dan zal men tegen zijn verkondigde onfeilbaarheid meteen luidruchtig in het geweer komen. Hieraan kan men duidelijk zien hoe moeilijk het nu is - vooral als bisschop – de juiste weg volgens het Woord van God te bewandelen, omdat hij op al zijn paden en wegen door een legioen geheime bespieders in de gaten wordt gehouden.
Hoofdstuk 14: Bisschop Martinus' oprechte spijtbetuiging en zijn goede wil tot boete en verbetering - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[7] Het zou weliswaar juist en billijk en in deze tijd bijna noodzakelijk zijn, vanwege Gods woord een martelaar te zijn; maar wat zou dat voor zin hebben? Men hoeft slechts één woord los te laten over het misbruik dat er van de heilige religie wordt gemaakt of men zit in het gevang met het gebod om altijd te zwijgen, of men wordt geruisloos naar de andere wereld geholpen.
Hoofdstuk 14: Bisschop Martinus' oprechte spijtbetuiging en zijn goede wil tot boete en verbetering - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[6] Dat het nu iets moeilijker was om in vele landen, die van het licht totaal geen begrip meer hebben, het reine Woord van God in te voeren, dat weet Ik; maar wie is daarvan de schuld? Zie, niemand anders dan jullie zelf!
Hoofdstuk 15: De boetepreek van de goddelijke schipper aan bisschop Martinus - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[11] Zie, zo zijn Mij ook weinig voorbeelden bekend, dat vorsten priesters met een heldere zienswijze die de leer van God zuiver brachten, in de gevangenis stopten of zelfs - wat van jou een grove beschuldiging is - naar de geestenwereld hielpen. Maar wel zijn Mij een zeer groot aantal voorbeelden bekend, dat jullie dit deden met degenen, die het gewaagd hebben zuiver naar het Woord van God te leven!
Hoofdstuk 15: De boetepreek van de goddelijke schipper aan bisschop Martinus - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[8] IK zeg: 'Nu goed, wanneer dat je grootste liefde is, waarvan jij je in het vervolg nog dieper moet overtuigen, kan deze direct worden uitgevoerd. Kijk, wij zijn nu niet ver meer van een oever en evenmin ver van Mijn woonhut. Mijn werk ken je reeds, namelijk dat Ik een gids ben in de ruimste zin van het woord?! Jij zult nu dit werk met Mij delen; het loon voor onze inspanningen zal ons stukje grond opbrengen, dat wij in onze vrije ogenblikken zoveel mogelijk vlijtig zullen bewerken. En kijk eens om, naast jou zul je nog iemand vinden die ons trouw zal bijstaan!'
Hoofdstuk 16: Bisschop Martinus' schuldbekentenis - Zijn besluit bij zijn gids en redder te blijven - De engel Petrus als derde in het gezelschap - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[26] Dat je heerszuchtiger bent geworden dan een arend, terwijl je ouders van ganser harte deemoedig waren, zoals het Woord van God verlangt, zeg eens: waren de opvoeding of zelfs de Schepper daar ook schuldig aan?
Hoofdstuk 20: De geestelijke betekenis van de visserij - De samenstelling van de ziel - Martinus' verontschuldigingen en de terechtwijzende woorden van de Heer - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[13] Staat daar niet: 'Wie Mijn Woord hoort en daar naar leeft, die is het, die Mij liefheeft, tot hem zal Ik komen en Mijzelf aan hem openbaren!'
Hoofdstuk 21: De filosofische domme verontschuldiging van bisschop Martinus - Een vriendelijke en goddelijk ernstige gewetensspiegel - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[11] Ik zeg je echter als zondaar: in de ware wijsheid kun jij nog niet eens tot tien tellen - en toch wil je over Gods innerlijke wijsheid oordelen? Zolang jij God alleen naar Diens omvang waardeert, zal Jezus jou zeker nog lang te klein en te onbeduidend voorkomen. Als je echter bedenkt, dat God niet alleen zonnen en planeten heeft gemaakt, maar ook de muggen, dan zal het je misschien duidelijk worden, dat God zich ook met de kleinste dingen even goed inlaat als met de grootste. En dat het Hem ook mogelijk is Zich als mens aan de mensen te tonen, ze te leren en ze op de goede weg te brengen. De zonnen zal Hij zeker ook als Zon van alle zonnen leiden!
Hoofdstuk 28: Martinus als blinde rationalist in de val - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[12] Want Ik, de echte Heiland Jezus, zeg je hier in Mijn eeuwige rijk, dat jij een onverstandige geest bent, die de meer dan grote liefde die Ik voor je heb niet erkent. Ik draag je op handen en jij bent nog steeds doof en blind! Ik geef je het brood des levens en jij verteert het als een poliep, zonder op de innerlijke uitwerking te letten, die het bij deze zondaars wel plotseling te weeg heeft gebracht!
Hoofdstuk 29: De Heer laat de blinde Martinus zien, dat Hij Jezus is - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[6] Mozes spreekt wel heel vaag over een verlosser, die de volkeren zou bevrijden van het harde juk van de oude slavernij. Maar dat Jahwe zelf in deze verlosser naar de aarde zou afdalen, daarvan staat in het hele Mozesboek geen woord. Daarom is jullie veronderstelling dan ook iets te overijld; het is immers zo, dat men alles wat men doet nauwkeurig moet onderzoeken en overwegen.
Hoofdstuk 30: Tweegesprek tussen de rationalist Martinus en de wijze man over de goddelijkheid van Jezus - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
...  225 - 226 - 227 - 228 - 229 - 230 - 231 - 232 - 233 - 234 - 235 - 236 - 237 - 238 - 239 - 240 - 241 - 242 - 243 - 244 - 245 - 246 - 247 - 248 - 249 - 250  ...