5587 resultaten - Pagina 237 van 373
... 225 - 226 - 227 - 228 - 229 - 230 - 231 - 232 - 233 - 234 - 235 - 236 - 237 - 238 - 239 - 240 - 241 - 242 - 243 - 244 - 245 - 246 - 247 - 248 - 249 - 250 ...
[11] Of wanneer iemand van jullie zeer getroffen wordt, hetzij door de weerbarstigheid van iemand anders of door een aanblik die uiterst aangenaam is, of ook door het horen van iets ergs of van een heel goed bericht; iedereen voelt immers als hem zoiets overkomt dat zijn hart in zekere zin gaat branden.Hoofdstuk 135: Over verwekkingen die wel of niet volgens de orde geschieden - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[10] 'Kinderen van de middag! Waarom beven jullie hier nu voor de aanblik van een vrolijk mens wiens hart vol van vreugde is, omdat hij Mijn genade heeft begrepen en aangenomen?!
Hoofdstuk 136: Mahalaleëls dank voor het ontvangen licht. Liefde tot God is van een hogere orde dan vrees voor God, en tranen van vreugde zijn de Heer aangenamer dan tranen van berouw - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[13] Waarlijk, waarlijk, wie nog vol angst en eerbied voor Mij staat, die is ook nog niet rein; want alleen een wankelend, onzuiver en daardoor zwak hart dat nog niet één geworden is met Mijn wil, vreest Mij, de almachtige sterke, eeuwige God.
Hoofdstuk 136: Mahalaleëls dank voor het ontvangen licht. Liefde tot God is van een hogere orde dan vrees voor God, en tranen van vreugde zijn de Heer aangenamer dan tranen van berouw - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[14] Maar wanneer een hart in de almachtige sterke eeuwige God met al de liefdeswarmte zijn liefdevolle Vader en Zijn grote genade getrouw heeft herkend, verleert het de angst en de grote vrees voor Hem; het hoeft Hem alleen maar boven alles lief te hebben, en doet dan wat Mahalaleël nu heeft gedaan.
Hoofdstuk 136: Mahalaleëls dank voor het ontvangen licht. Liefde tot God is van een hogere orde dan vrees voor God, en tranen van vreugde zijn de Heer aangenamer dan tranen van berouw - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[15] Zeg nu zelf wat hoger staat voor Mij: een angstig of een in Mijn naam bovenmatig vrolijk hart?!
Hoofdstuk 136: Mahalaleëls dank voor het ontvangen licht. Liefde tot God is van een hogere orde dan vrees voor God, en tranen van vreugde zijn de Heer aangenamer dan tranen van berouw - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[9] Maar als jij zegt: `God is volstrekt oneindig in Zijn wezen, in Zijn liefde, in Zijn heiligheid, in Zijn genade, in Zijn erbarmen, in Zijn macht, krachten sterkte, in de duur van Zijn zijn alsook in Zijn goedheid, gerechtigheid en wijsheid', plan zou Ik nu toch vanuit jouw hart graag willen vernemen, hoe nu Mijn op jou gelijkende wezenlijke zichtbaarheid valt te rijmen met jouw voorstelling van Mijn oneindige wezen!
Hoofdstuk 138: De Heer komt de mens eeuwig naderbij. De tegenstelling tussen de oneindig-heid van God en de eindige, begrensde gedaante van de Heer in Abedam - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[17] Open je hart en verklaar ons deze tegenspraak en meteen ook, of Ik wel of niet God ben!'
Hoofdstuk 138: De Heer komt de mens eeuwig naderbij. De tegenstelling tussen de oneindig-heid van God en de eindige, begrensde gedaante van de Heer in Abedam - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[18] Toen Jared en ook alle anderen deze vraag gehoord hadden, sloegen zij zich allemaal op hun borst en de ene twijfel na de andere begon hun hart gevangen te nemen. En Jared zei na enig nadenken: 'Heer en Vader in al Uw liefde en heiligheid! Deze vraag zal weliswaar de grootste en diepzinnigste cherubijn evenmin in staat zijn te beantwoorden als ik, maar dit kan ik nu al wel zeggen, omdat U de vraag hebt gesteld: zou U niet God, de Waarachtige zijn, dan zou U deze vraag ook onmogelijk hebben kunnen stellen, daar zij immers, zoals ook U, oneindig is in al haar afzonderlijke delen, alsook in haar totaliteit!
Hoofdstuk 138: De Heer komt de mens eeuwig naderbij. De tegenstelling tussen de oneindig-heid van God en de eindige, begrensde gedaante van de Heer in Abedam - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[19] Maar mijn maatstaf voor Uw Godzijn is mijn eigen hart, evenals het hart van alle anderen, omdat het niemand anders zozeer kan liefhebben als U!
Hoofdstuk 138: De Heer komt de mens eeuwig naderbij. De tegenstelling tussen de oneindig-heid van God en de eindige, begrensde gedaante van de Heer in Abedam - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[21] Maar hier beken ik ook heel openlijk, dat ik U alleen in deze gedaante waarachtig lief kan hebben; want waar zou een begrensd hart de liefde vandaan halen, waarmee hij God in Zijn onbegrensdheid kan liefhebben?!
Hoofdstuk 138: De Heer komt de mens eeuwig naderbij. De tegenstelling tussen de oneindig-heid van God en de eindige, begrensde gedaante van de Heer in Abedam - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[22] Zie, dat is het wezen van God in alle waarheid, en dat kan alleen met het hart, maar nooit met het verstand worden begrepen!
Hoofdstuk 139: De twijfel van de piekeraars over het oneindige en eindige wezen van God en Abedams heldere antwoord - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[23] Neem dat in jullie hart op, dan zal de oneindige ruimte je nooit meer in de war brengen, en de ophanden zijnde oorlogen tussen de goden waarover jullie spraken zullen uit jullie hoofden verdwijnen! Amen.'
Hoofdstuk 139: De twijfel van de piekeraars over het oneindige en eindige wezen van God en Abedams heldere antwoord - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[3] 'Jared, Ik zeg je, wat je nu wilt doen is tussen ons tweeën helemaal niet nodig! Want je weet immers dat hij Mij het mond- en gebarengebed niet telt, maar alleen het gebed van de liefde in je hart; laat het daarom, want dat bevalt me absoluut niet!
Hoofdstuk 140: De liefde als de juiste aanbidding van de Heer. De beproeving van Pura's liefde en haar gouden woorden over de echte Vader - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[4] Want wie Mij in zijn hart boven alles liefheeft, en ook zijn broeders en zusters vanuit deze liefde meer bemint dan zichzelf, die is het immers ook, die Mij altijd, voortdurend en zonder ophouden, waarachtig in de geest en in alle waarheid aanbidt. Zie, dat is bij jou immers al lang het geval; hoezo wil je Mij dan nu ook nog met je mond en met gebaren aanbidden?!
Hoofdstuk 140: De liefde als de juiste aanbidding van de Heer. De beproeving van Pura's liefde en haar gouden woorden over de echte Vader - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[7] Jij kunt er daarom ook volkomen zeker van zijn, dat Ik er echt niet op sta te wachten dat je aan het voortdurende gebed in je geest en in alle waarheid ook nog een verdord blad voor Mij toevoegt. Maar Ik zeg jou, evenals allen: blijf altijd hij dat gebed, en Ik zal hiervoor steeds Mijn oren en Mijn hart openhouden! -
Hoofdstuk 140: De liefde als de juiste aanbidding van de Heer. De beproeving van Pura's liefde en haar gouden woorden over de echte Vader - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)