Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

3934 resultaten - Pagina 238 van 263

...  226 - 227 - 228 - 229 - 230 - 231 - 232 - 233 - 234 - 235 - 236 - 237 - 238 - 239 - 240 - 241 - 242 - 243 - 244 - 245 - 246 - 247 - 248 - 249 - 250 - 251  ...
[2] DE WIJZE BOEKHANDELAAR zegt: 'Vriend, dan moet je het evangelie helemaal volgen. Kijk, hier is een bijbel en daarin het Nieuwe Testament. Lees Johannes, die ik al eens voor je heb aangehaald! Zie, deze zegt: 'In het begin was het Woord, het Woord was bij God, God was het Woord; dit Woord is vlees geworden en heeft (in Jezus Christus) onder ons gewoond!' enz.
Hoofdstuk 33: Bisschop Martinus herkent in Jezus de Heer - De vrees van de zondaar - Martinus wordt onderricht - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[26] Zie, vriend, dat is nu echt een zwakke kant. Als jij deze bedenkingen uit de weg kunt ruimen, dan zullen wij je helemaal op je woord geloven, wat je ons ook zult zeggen en wij zullen alles doen wat je zegt.'
Hoofdstuk 36: Martinus' tweede bezoek aan de dieren onder leiding van de hemelse Meester - De redding van de verdwaalden - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[15] De buitenkant van dit huis is gelijk aan jouw nu volledig deemoedig uiterlijk wezen: het is - net als jij - klein. Van binnen komt dit huis nu echter overeen met jouw innerlijke wijsheid, die grotere zaken omvat dan de uiterlijke maat van jouw wezen. Daarom is het ook als groter zichtbaar dan de buitenkant van dit huis, dat gelijk is aan het uiterlijk van je wezen. Van binnen word je echter nog steeds groter, naarmate jij meer in de ware wijsheid vanuit Mijn liefde zult groeien. Want hier leeft ieder naar zijn wijsheid vanuit zijn liefde tot Mij, die de eigenlijke scheppende kracht is van alles wat je hier zo wonderbaarlijk voorkomt.
Hoofdstuk 38: Bisschop Martinus in zijn hemelse huis - De eerste verrassing – De inrichting van het huis - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[33] Zonder Mij kun je noch op aarde noch hier in de hemel iets doen. Mijn zegen is Mijn almachtige wil, Mijn eeuwig woord 'Het zij', waardoor alles wat er is, gemaakt werd. Dus moet daardoor ook van tevoren de brug naar al deze wezens gemaakt worden, opdat jij zonder schade naar hen en zij naar jou kunnen komen. Alles echter heeft zijn tijd en duur, die alleen Ik kan bepalen - en degene, aan wie Ik het openbaar.'
Hoofdstuk 40: De twaalf kleine vertrekken met de verborgen, nog ongezegende spijzen - De kudde mooie meisjes - De mercuriaanse schone - De naakte Venusmensen met hun volmaakte vormen - Het grote belang van de zegen van de Heer - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[38] IK troost hem echter door te zeggen: 'Wees nu rustig en zonder angst. Want zie, ieder woord dat uit Mijn mond tot jou wordt gericht, strekt je niet tot oordeel, maar alleen tot het eeuwig leven, daar kun je zeker van zijn! Hier is echter ook al deur nummer 4. Laat hij open gaan!'
Hoofdstuk 40: De twaalf kleine vertrekken met de verborgen, nog ongezegende spijzen - De kudde mooie meisjes - De mercuriaanse schone - De naakte Venusmensen met hun volmaakte vormen - Het grote belang van de zegen van de Heer - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[7] In deze innerlijke beschouwing moet je groot worden en je geest rijp en wel gevoed in alle liefde tot Mij, en door deze liefde in de liefde tot alle broeders en zusters. Deze liefde zal dan pas die zegen zijn die Ik je beloofd heb, toen jij de mooie Mercuriaanse te zeer lief wilde hebben.
Hoofdstuk 44: Het zevende vertrek - Over het wezen en het doel van Uranus en zijn geesten - De schepping in de mens en buiten de mens in hun wederzijdse relatie - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[24] Ach, ach, daar komen er al enkele heel dicht bij mij. Ik kan hun edele en mooie gelaatstrekken die elke menselijke voorstelling te boven gaan, en hun werkelijk oneindig mooi gevormde lichaam met volle teugen bewonderen en bekijken! Zij zijn er nu helemaal, zo dicht zijn ze bij me, dat ik ze heel gemakkelijk zou kunnen aanspreken. Maar ik zou het niet uithouden, als deze al te hemels mooie mensen met mij zouden beginnen te praten! O Heer, ik zou door een enkel woord uit deze al te mooie mond totaal worden vernietigd!
Hoofdstuk 47: Het geheim van de tiende kamer - Over het wezen van het licht De wonderen van de zonnewereld - Schoonheid als uitdrukking van innerlijke volmaaktheid - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[8] Daarna bewandelden velen reeds deze weg en bereikten daardoor het gestelde, gewenste doel, namelijk de verheffing tot het kindschap van God en daardoor het erfdeel van het eeuwige leven in alle macht, kracht en hoogste voleinding. Dit erfdeel bestaat hierin, dat zij zich verheugen in het bezit van al die scheppende eigenschappen, die Mij eeuwig zonder beperking eigen zijn. Dat echter is niet gegeven aan de geesten van alle andere talloze sterren en planeten, zoals ook niet aan alle ledematen van het lichaam het gezichtsvermogen gegeven is, of het gehoor en nog minder het gevoel van het innerlijke geestesoog, dat het meest eigenlijke bewustzijn is van het eigen en niet eigen zijn en het vermogen om God te zien en te erkennen.
Hoofdstuk 43: Saturnus als mooiste van alle planeten - De aarde als school van Gods kinderen en plaats van de menswording van de Heer - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[15] Na lang om zich heen te hebben gekeken, ziet hij nu een gebouw in het midden van de hoofdgordel, dat aan pracht, glans en de meest rijke versiering alles wat onze Martinus tot nu toe heeft gezien in zo'n hoge mate overtreft, dat al dit andere hiermee vergeleken bijna in het niet valt. Rondom dit gebouw wandelen mensen van zo'n grote schoonheid, dat hij bij de aanblik daarvan als in onmacht neervalt en lange tijd geen woord meer kan uitbrengen.
Hoofdstuk 48: Nog meer wonderbaarlijke ontdekkingen van bisschop Martinus op zijn zon - Waarom de volkeren van de zon verschillend van grootte zijn - Liefde en wijsheid als de ware grootheden van de geest - Martinus' klacht over de aarde en haar bewoners - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[20] Aan deze hemelkinderen is nooit een evangelie gepreekt. En toch zijn ze wat hun natuur betreft het zuiverste evangelie zelf, wat ze kennelijk ook moeten zijn, want anders zou deze hemelse ordening in alles wat hier tevoorschijn komt beslist nooit denkbaar zijn! Ja, ja, hier herken ik duidelijk het zuiverste, waarste, eeuwig volmaakte, onvervalste en juist opgevatte woord van God in levende lijve.
Hoofdstuk 48: Nog meer wonderbaarlijke ontdekkingen van bisschop Martinus op zijn zon - Waarom de volkeren van de zon verschillend van grootte zijn - Liefde en wijsheid als de ware grootheden van de geest - Martinus' klacht over de aarde en haar bewoners - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[27] Ach, ach, wat heerlijk, wat heerlijk is het hier, waar de eeuwige orde van Uw woord heerst! En hoe ellendig en vol kwelling is het daarentegen op aarde, die een vloek is van U, omdat zij in alles voortdurend tegen Uw orde ingaat. o Heer, oordeel haar, richt haar ten gronde en vernietig haar voor eeuwig, want zij is Uw genade niet waard!'
Hoofdstuk 48: Nog meer wonderbaarlijke ontdekkingen van bisschop Martinus op zijn zon - Waarom de volkeren van de zon verschillend van grootte zijn - Liefde en wijsheid als de ware grootheden van de geest - Martinus' klacht over de aarde en haar bewoners - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[12] DE TWEE zeggen: 'Als mensen is er alleen een bepaald aantal van ons soort. Maar verder zijn er nog een heleboel schepselen en op het aan de andere kant gelegen deel van deze aarde wonen boetvaardige zondaars, die niet zelden naar ons toekomen om van ons de innerlijke wijsheid te leren. Deze boetelingen zijn echter gewoonlijk van een andere wereld afkomstig, waarschijnlijk van de wereld waar jij ook vandaan komt! Zij zijn wel groot van gestalte maar wat hun wezen betreft zijn ze nog zeer klein. Ook jij ziet er heel groot uit, maar de eigenlijke mens in je is nog maar nauwelijks zichtbaar!
Hoofdstuk 49: Een blik op de maan door de elfde deur - Bisschop Martinus en de wijze van de maan - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[15] Is echter niet elk mens een zelfde dwaas in nog veel hogere mate, wanneer hij het aardse leven reeds als vrucht geniet, terwijl dit slechts als bloesem en blad voor het innerlijke, ware leven dient? Hij vernielt door zo'n onnatuurlijk en hoogst onrijp genot de eigenlijke vrucht die daaruit moet voortkomen, namelijk het ware, eeuwige leven van de geest. Wat groeit dan uit tot een nieuw, onvergankelijk leven: de bloesem, het blad of het zaad binnen in de rijp geworden vrucht? Alleen toch maar het zaad!
Hoofdstuk 49: Een blik op de maan door de elfde deur - Bisschop Martinus en de wijze van de maan - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[13] Maar wat doen jullie toch, jullie grote mensen, aan wie veel leven is gegeven? Waarom dragen jullie zo weinig zorg voor dit leven? Als het tijd is om vruchten te zaaien, die er toe dienen het aardse leven van de mens in stand te houden en het voedend te verzorgen - dan is de mens zeer aktief en werkt zolang zijn krachten hem dat toestaan, als een worm in een vermolmde boom, zonder ophouden en laat zich door niets van de wijs brengen. Hij verdraagt hitte, strenge kou en regen en andere moeilijke weersomstandigheden. Hij spaart zijn lichaam niet en stelt niet zelden zijn aan een zijden draad hangende korte leven bloot aan het grootste gevaar, om een beetje voedsel te veroveren. Maar voor het zorgdragen, instandhouden en vervolmaken van het eigenlijke innerlijke leven, voor het eigenlijke, eeuwige, heilige, grote Ik, doet hij weinig of niets!
Hoofdstuk 49: Een blik op de maan door de elfde deur - Bisschop Martinus en de wijze van de maan - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[18] De grote Geest heeft van alles eindeloos veel geschapen. En al het vele dat elkaar alleen uiterlijk kan ontmoeten - omdat het anders onmogelijk véél zou zijn -, is daarom voor elkaar ook iets uiterlijks. Opdat de mens echter ook het uiterlijke begrijpt, zijn hem ook de uiterlijke zintuigen gegeven. Begrijpen kan hij het met deze uiterlijke zintuigen nooit, maar alleen met de innerlijke zintuigen van zijn geest.
Hoofdstuk 50: Verschil in de uitwerking van onderricht van buitenaf en van binnenuit - De pottenbakkerij - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
...  226 - 227 - 228 - 229 - 230 - 231 - 232 - 233 - 234 - 235 - 236 - 237 - 238 - 239 - 240 - 241 - 242 - 243 - 244 - 245 - 246 - 247 - 248 - 249 - 250 - 251  ...