Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16638 resultaten - Pagina 239 van 1110

...  227 - 228 - 229 - 230 - 231 - 232 - 233 - 234 - 235 - 236 - 237 - 238 - 239 - 240 - 241 - 242 - 243 - 244 - 245 - 246 - 247 - 248 - 249 - 250 - 251 - 252  ...
[7] Want wat eenmaal verdacht is, brengt niets meer op; wat ook heel begrijpelijk is, want een magiër kan zijn kunsten alleen maar met natuurlijke middelen tot stand brengen, die als ze verdacht zijn dan ook noodzakelijkerwijs helemaal waardeloos moeten lijken en te slecht zijn dan dat de grootste dwaas er plezier aan zou kunnen beleven, en een wijs mens natuurlijk nog minder. Maar degene, die niet op de hoogte is en ook niet kan zijn van het principe waarop zij berusten, moet ze wel als zuivere wonderen beschouwen en zich erover verbazen en ervoor betalen; want hij moet zichzelf bekennen, dat het hier volgens zijn begrip niet op natuurlijke wijze toe gaat. Als hij dan echter door iemand die er verstand van heeft ervan overtuigd wordt, dat het wonder, waar hij met verbazing naar gekeken heeft en waar hij zo veel voor heeft betaald omdat het om iets buitengewoons ging, toch op heel natuurlijke wijze tot stand werd gebracht, dan is deze magiër voor hem geen wonderdoener meer en deze staat dan als een gewone bedrieger voor zijn vroegere bewonderaars. Kan hij zich ooit voor zijn vroegere beschermheer schoonwassen? Ik zeg: Nooit en te nimmer! Het is afgelopen met hem, voor altijd! .
Hoofdstuk 163: Het materialistische geloof van de aanvoerder der Farizeeën - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[9] CYRENIUS zegt: 'ik heb in je woorden niets kunnen ontdekken wat voor de rechter gebracht zou moeten worden. Dat jij voor je eigen zaak hebt gesproken is heel begrijpelijk; maar jij kwam hier, zij het wat moeizaam, toch tot een betere overtuiging en hield op een vijand en achtervolger te zijn van Hem, die je tevoren heel graag vernietigd zou hebben. En meer wilde ik niet van jou en je metgezellen, en zodoende kunnen jullie weer in vrede van hier vertrekken! Willen jullie echter meer, dan moet je dit uiten, dan zal jullie alles wat billijk is gegeven worden!"
Hoofdstuk 166: De bekering van de Farizeeën - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[13] DE AANVOERDER zegt tegen zijn metgezellen: 'Jullie hebben het ook gehoord! Zijn jullie met dit buitengewoon vriendelijke aanbod tevreden, zeg het dan, want ieder van jullie heeft een volkomen vrije wil! Ik voor mij heb geen bezwaren. "
Hoofdstuk 166: De bekering van de Farizeeën - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[15] CYRENIUS zegt: 'Niet nu; maar zodra jullie beter bekend zullen zijn met Zijn leer, dan wel. Voor nu neemt mijn lijfbediende jullie over; volg hem, dan zal hij jullie met een goede gelegenheid naar Sidon brengen, waar jullie andere kleren zullen krijgen en een dienstbetrekking die bij jullie kennis past! Ga en volg hem!'
Hoofdstuk 166: De bekering van de Farizeeën - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[1] Toen deze zaak zo snel mogelijk in orde was gemaakt, vroeg Cyrenius Mij of hij wel volkomen gehandeld had volgens Mijn wil die hij in zichzelf had waargenomen.
Hoofdstuk 167: Het afscheidsuur van de Heer bij Marcus - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[1] (CYRENIUS:) 'Toen zei Marcus tegen jou: 'Vriend, uit deze lange redevoering van je maak ik op, datje hart reeds zeer verhard is en men je moeilijk raad kan geven en helpen! Want als iemand aan de grootste autoriteiten op het gebied van de waarheid geen reëel geloof meer kan schenken, en alles op aarde voor bedrog houdt en verklaart, dan is bij hem alles opgehouden wat hem op zijn levensweg tot een beter licht had kunnen dienen! Zeg me, of denk er bij jezelf over na: Wat voor belang zouden wij er bij hebben om je meer licht te geven? Wij hebben kolossale schatten in een onbeschrijflijke hoeveelheid; aan goud, zilver en de kostbaarste edelstenen hebben wij geen gebrek; ook zijn onze voorraadkamers vol graan en.de kelders vol met de edelste wijnen, zoals jullie er op wonderbaarlijke wijze al één hebben geproefd, -waar jullie nu niets meer van schijnen te weten! Wij hebben van jullie dus helemaal niets nodig en spreken, terwijl we zelf door en door verbaasde getuigen zijn, onmogelijk iets anders dan de zuivere waarheid! Waarom willen jullie ons dan niet geloven?
Hoofdstuk 164: De godsdienstfilosofie van de Farizeeër - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[2] Kijk, alleen heel verachtelijk eigenbelang houdt jou en je metgezellen ervan af, waarvoor jullie je zelfs als de grootste menselijke monsters zouden laten gebruiken overeenkomstig jouw woorden: 'In ruil voor grotere blijvende voordelen voor het leven zijn we voor alles te gebruiken!' Dus ook voor moorden en roven? Nee, ik moet zeggen: Waarlijk,je openlijke bekentenis is helemaal niet slecht en heel geschikt om zelfs de ergste duivel in zijn soort tot de grootste eer te strekken! En zulke mensen zijn leraren en opvoeders van het volk! Wel, dan moet toch iedereen die enigszins menselijk denkt zeker wel kunnen begrijpen, waarom wij, waarheidslievende en -zoekende Romeinen een steeds grotere afkeer krijgen van jullie instituut en het ook steeds vijandiger gezind moeten worden. Wat moet er met zo'n opvoedingsmethode over enige tijd terechtkomen van de mensheid die onder jullie gezag staat? Ja, ja, vriend, het is de hoogste tijd dat er flink paal en perk gesteld gaat worden aan jullie kwalijke bezigheden, -anders gaat het hele jodenland onder in het moeras van de dood!'
Hoofdstuk 164: De godsdienstfilosofie van de Farizeeër - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[3] Het uur van Mijn vertrek nadert nu echter ook. Maar vraag Me niet waar Ik naar toe zal gaan! leder moet nu van hier weer naar zijn dagelijks werk terugkeren en goed voor zijn huis zorgen opdat, als Ik spoedig weer bij jullie kom, Ik alles in orde aantref Slechts een klein uurtje zal Ik nog bij jullie doorbrengen om jullie door en door te zegenen; maar dan moet Ik nog naar vele andere kinderen van deze wereld die in benarde omstandigheden verkeren, om hen de ware troost en de juiste hulp te bieden.
Hoofdstuk 167: Het afscheidsuur van de Heer bij Marcus - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[4] Probeer niet te achterhalen waar Mijn persoon zich bevindt, maar leef in de geest van Mijn leer, dan zal Mijn persoon niet ver van jullie zijn! Wie nog iets wil weten, kan komen en het vragen!:'
Hoofdstuk 167: Het afscheidsuur van de Heer bij Marcus - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[6] IK zeg: 'Behalve Mijn twaalf leerlingen deze keer niemand, ook Raphaël niet, die voorlopig tot Mijn hemelvaart afwisselend bij jou en bij Mijn lieve Jarah zal blijven! Maar jullie mogen hem tegenover de wereld vooral niet verraden; want dat zou tot gevolg hebben dat jullie hem ogenblikkelijk zouden verliezen! -Wie van jullie wil nog iets vragen? Laat hem dan komen en de vraag stellen!"
Hoofdstuk 167: Het afscheidsuur van de Heer bij Marcus - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[4] Uit hetgeen hier gezegd is, kunnen jullie welopmaken dat ik al bij voorbaat wist dat jullie in je totale zielenblindheid moeilijk zouden geloven wat je gezien en gehoord hebt. Maar ik dacht bij mezelf, dat blinden meer vertrouwen zouden schenken aan een ziende gids, omdat ze een gids zeer hard nodig hebben. Maar jullie noemen jezelf ziende terwijl je stekeblind bent, en mij beschouwen jullie -nu wel niet bepaald als blind, maar toch wel, wat veel erger is, als slecht. En dat is nu precies wat me aan jullie absoluut niet bevalt, en wat laat zien, dat jullie hart echt slecht moet zijn en dat jullie zelf de grootste bednegers moeten zijn, omdat jullie zelfs niet aan een doodeerlijk mens, wat voor vertrouwen dan ook meer kunnen schenken.
Hoofdstuk 165: Marcus spreekt over geloof en ongeloof - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[10] Als Ik je binnenkort weer eens bezoek, zul je wel amper tijd vinden om met Mij te praten; maar dat zal niet uitmaken. Want handelen volgens Mijn woorden is meer waard dan wanneer je nog zo veel praat en predikt.
Hoofdstuk 167: Het afscheidsuur van de Heer bij Marcus - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[11] Want wie Mijn levende Woord, dit tot jullie gesproken evangelie, alleen maar instemmend aanhoort maar er niet volledig naar handelt, voor die is het van geen nut; hij blijft de oude en dezelfde wereldse dwaas en komt nooit op een groene levenstak, laat staan op een boom des levens!
Hoofdstuk 167: Het afscheidsuur van de Heer bij Marcus - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[7] Wie alleen voor zichzelf spaart en in ruimere zin ook voor zijn familieleden, spaart niet volgens Mijn orde; maar wie spaart opdat hij iets heeft om in tijd van nood ook voor armere broeders iets te hebben, prijs Ik en Ik zegen diens gespaarde geld en hij zal nooit nood lijden.
Hoofdstuk 168: Over gierigheid en spaarzaamheid - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[10] En nu is Mijn uurtje, waarin Ik onder jullie ben, ten einde. Jullie kunnen nu hier in Mijn naam nog langer bij elkaar blijven, maar Ik zal Me met Mijn leerlingen noodgedwongen op weg begeven. Laat niemand van jullie Me echter vragen, waarheen! Want voorlopig weet Ik het, als pure Mensenzoon, Zelf niet; alleen de Vader in Mij weet het en Hij zegt: 'Sta nu op en ga! Onderweg zal Ik je openbaren waarheen!' Vrede en Mijn liefde zij met jullie!'
Hoofdstuk 169: Een belofte voor hulpzoekenden. De Heer neemt afscheid van het huis van Marcus - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
...  227 - 228 - 229 - 230 - 231 - 232 - 233 - 234 - 235 - 236 - 237 - 238 - 239 - 240 - 241 - 242 - 243 - 244 - 245 - 246 - 247 - 248 - 249 - 250 - 251 - 252  ...