Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

3934 resultaten - Pagina 239 van 263

...  227 - 228 - 229 - 230 - 231 - 232 - 233 - 234 - 235 - 236 - 237 - 238 - 239 - 240 - 241 - 242 - 243 - 244 - 245 - 246 - 247 - 248 - 249 - 250 - 251 - 252  ...
[19] Zo heeft de mens uiterlijke zintuigen om het uiterlijke te vatten, en innerlijke zintuigen om het innerlijke te vatten. De wijsheid is echter een aangelegenheid van de innerlijke zintuigen van de geest en niet van de uiterlijke van het lichaam; daarom moet ze ook van binnenuit en niet van buitenaf worden verkregen.
Hoofdstuk 50: Verschil in de uitwerking van onderricht van buitenaf en van binnenuit - De pottenbakkerij - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[20] Dit innerlijke onderricht echter geeft alleen de geest aan de ziel, omdat de grote geest van God alles wat ooit geschapen werd en nog eeuwig geschapen zal worden, volledig onthuld in de geest heeft gelegd.
Hoofdstuk 50: Verschil in de uitwerking van onderricht van buitenaf en van binnenuit - De pottenbakkerij - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[21] De uiterlijke taal dient er alleen maar toe om het uiterlijke te vatten en dan met het innerlijk te verenigen. Daardoor wordt een huwelijk tussen uiterlijk en innerlijk tot stand gebracht en door dit huwelijk het volle inzicht in de goddelijke orde. Dit inzicht is dan de eigenlijke wijsheid, waarnaar wij alleen moeten streven, omdat die de enige innerlijke kracht van de geest en zijn werkzaamheid bepaalt.
Hoofdstuk 50: Verschil in de uitwerking van onderricht van buitenaf en van binnenuit - De pottenbakkerij - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[22] Je zult nu gemakkelijk inzien, dat Gods geest in eeuwigheid nooit de mensen door openbaringen van buitenaf heeft onderricht, maar altijd alleen van binnenuit door de geest. Al leek het misschien ook een persoonlijk onderricht van buitenaf, toch kon dit zo lang geen innerlijke werking hebben, zolang het niet door de alles opwekkende kracht van de geest Gods naar de innerlijke geest van de mens werd geleid. Dus is ook alles wat ik je nu ook alleen maar van buitenaf verklaarde, voor jou zo lang zonder uitwerking, totdat je het ook vanuit jezelf zult vernemen.
Hoofdstuk 50: Verschil in de uitwerking van onderricht van buitenaf en van binnenuit - De pottenbakkerij - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[19] De dieren beseffen instinctmatig wel hun bestaansorde en ontwikkelen deze heel natuurlijk uit hun natuurlijke orde, die hun instinkt dan ook is. Ook alle gewassen moeten dát tot wasdom brengen, wat in hen is gelegd. Maar dieren en planten zijn nu juist daarom aan datgene, wat zij zijn, gebonden. De mens echter als vrij wezen moet dit alles eerst door leringen van buitenaf in zichzelf als in een volkomen leeg vat opnemen. En het Woord van de goddelijke wijsheid moet in zijn hart worden gelegd als een zaadje in de aarde, opdat hij dan pas tot inzicht in zichzelf en daardoor tot inzicht in God en Diens orde kan komen. Krijgt de mens helemaal geen onderricht, dan blijft hij dommer dan welk dier ook en begrijpt hij minder dan een steen.
Hoofdstuk 49: Een blik op de maan door de elfde deur - Bisschop Martinus en de wijze van de maan - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[31] IK zeg: 'Laat het nu verder maar, Mijn lieve Martinus, want als jij aan een twistgesprek met deze maanbewoner zou beginnen, dan zou je verreweg aan het kortste eind moeten trekken. Hij verdient het echter helemaal niet, dat Ik hem iets onaangenaams zou laten overkomen, want hij is een buitengewoon goede geest. Dat hij je tenslotte wat zwaarder heeft aangepakt, komt voort uit het feit, dat hij in jou een soort verborgen, eerzuchtig trekje heeft gezien, dat deze maanwezens wel het allerminst kunnen uitstaan. Want bij hen moet het uiterlijke volledig gelijk zijn aan het innerlijke.
Hoofdstuk 50: Verschil in de uitwerking van onderricht van buitenaf en van binnenuit - De pottenbakkerij - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[19] De Heer spreekt wel van een opwekking op de jongste dag, maar die begint echter bij iedereen meteen na de dood van zijn lichaam. Maar over een oordeel spreekt Hij alleen maar als volgt: 'Ieder heeft echter al in zich wat hem zal oordelen, namelijk Mijn Woord!' Als nu echter zo het woord van de Heer luidt, waar blijf je dan met je onheilspellend 'Dies irae, dies illa'. Dat zou dus beter kunnen luiden: 'O dag van mijn naakte dwaasheid en mijn hevige boosheid!'
Hoofdstuk 53: De ontstemde bisschop Martinus - De scherpe terechtwijzing van Borem en zijn vertrek - De eenzame Martinus - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[21] Zeg nu eens, jij overmoedig wijze boekhandelaar, hoe verklaar je dat dan? Ben ik dan ook dom, dwaas en bovendien nog slecht, als ik dit woord van God geloof?'
Hoofdstuk 53: De ontstemde bisschop Martinus - De scherpe terechtwijzing van Borem en zijn vertrek - De eenzame Martinus - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[22] BOREM zegt: 'Huichelaar, hoe kort nog maar houdt jij Christus enigszins voor God, terwijl je bij de kleinste beproeving weer afvalt als een dor blad van de boom! Ik zeg je, als je tijdens je hele aardse leven ook maar het kleinste beetje materiële geloof zou hebben gehecht aan deze woorden van Christus, dan zou je hier allang in een ander kleed staan. Maar daar je noch de uiterlijke, letterlijke betekenis van het evangelie en nog veel minder de innerlijke, geestelijke zin gelovig hebt aangenomen en daarnaar hebt gehandeld, sta je hier nog als iemand die bij het zien van al de oneindige wonderen Gods en bij het luisteren naar duizend wijze lessen uit de mond van God Zelf, de oude, onverbeterlijke stijfkop blijft!
Hoofdstuk 53: De ontstemde bisschop Martinus - De scherpe terechtwijzing van Borem en zijn vertrek - De eenzame Martinus - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[2] Ik blijf daarom in het vervolg ver van alle deuren weg en zal in een of ander hoekje kruipen en me daar als een egel in elkaar rollen en proberen, of het niet mogelijk is om in slaap te komen. Als dat niet lukt, dan zal ik in ieder geval heel onbeweeglijk blijven liggen in alle eeuwigheid en ik zal geen voedsel nemen en ook geen woord meer met iemand wisselen - wie er dan ook komt. Kortom, ik zal voor iedereen dood zijn, zelfs voor de mooie Mercuriaanse! Dus alles vaarwel van nu af aan!
Hoofdstuk 56: Martinus' vergeefse poging om te slapen - Hij ontfermt zich over een schare ongelukkigen - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[7] Dat was tot nu toe de beloning voor mijn vele aardse bemoeienissen; wat er nog zal volgen, weet ik niet. - Ik geloof dat je nu zo ongeveer wel vertrouwd zult zijn met onze aard en ons lot. Wij zijn in één woord straatarme drommels en je doet een goed werk aan ons; de Heer - als Hij bestaat - moge het je vergelden!'
Hoofdstuk 58: Nadere bijzonderheden over het nieuwe gezelschap van mannelijke en vrouwelijke dienaren van Rome - Een rooms-chinese missionaris - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[13] En toen we dan - grotendeels onder dwang - de schandelijke gelofte aflegden ongeveer zoals een rekruut de militaire eed van trouw zweert, namelijk onder de dwang van 'je moet, anders ben je van de duivel!' - werden wij daarna nog erger behandeld dan de armste zielen in het vagevuur of zelfs in de hel. Wij mochten onder dreiging met strenge straf niet eens onze lieve ouders een woord vertellen, hoe schandalig en smadelijk wij werden behandeld. Alleen bij de biechtvader mochten we klagen en dat alleen in de biechtstoel, omdat hij over zo' n klacht dan zelf moest zwijgen!
Hoofdstuk 59: De werkijver van de roomse kloosterzusters - Loon naar werken - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[11] Wat zou je wel zeggen als nu Jezus, de enige, eeuwige Heer en God van de hemel en van alle talloze myriaden van werelden, voor je zou staan en je vroeg, hoe jij en je hele aanhang Zijn Woord hebt nageleefd? En wie jullie het recht heeft toegekend, Zijn allerheiligste Naam op zo'n afschuwelijke manier te ontheiligen? Zeg - ja zeggen jullie allemaal, wat zouden jullie de almachtige, eeuwige God antwoorden?!'
Hoofdstuk 62: Dialoog tussen een Jezuïet en bisschop Martinus - Belering van een zuster van Liefde die angst voor de hel heeft - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[12] Allen worden door een zichtbare huivering aangegrepen en zij verstarren. Niemand durft bisschop Martinus nu ook maar met één woord te antwoorden, want ze houden hem nu allemaal voor een engel des oordeels.
Hoofdstuk 62: Dialoog tussen een Jezuïet en bisschop Martinus - Belering van een zuster van Liefde die angst voor de hel heeft - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[8] Zien jullie een dergelijke dwaasheid dan nog niet in? Zien jullie niet in dat wij allemaal, gedreven door onze hebzucht en onze grote heerszucht, zonder ook maar de geringste evangelische opdracht, zogenaamde godsdienstige werken, wetten, ceremoniën hebben gecreëerd, die regelrecht tegen het woord van God en de leer van de apostelen indruisten, en dat wij daardoor duidelijk zondigden tegen de Heilige Geest, waarover geschreven staat dat het noch in het tijdelijke noch in het eeuwige zal worden vergeven?
Hoofdstuk 65: Bisschop Martinus maakt de geestelijk blinde Jezuïeten ziende - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
...  227 - 228 - 229 - 230 - 231 - 232 - 233 - 234 - 235 - 236 - 237 - 238 - 239 - 240 - 241 - 242 - 243 - 244 - 245 - 246 - 247 - 248 - 249 - 250 - 251 - 252  ...