Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

5587 resultaten - Pagina 239 van 373

...  227 - 228 - 229 - 230 - 231 - 232 - 233 - 234 - 235 - 236 - 237 - 238 - 239 - 240 - 241 - 242 - 243 - 244 - 245 - 246 - 247 - 248 - 249 - 250 - 251 - 252  ...
[23] Laten wij daarom alles wat ons bedrukt, aan Hem voorleggen in ons hart, en Hij zal er zijn en verzachten wat ons bedrukt!
Hoofdstuk 143: Op de dag der geschillen of dinsdag. De woorden van Abedam, de andere, over de zwaarte van het leraarsambt - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[1] Hierop bezon Henoch zich korte tijd en zei toen tegen Abedam: 'Broeder, je hebt beslist geen ongelijk; maar wat mij betreft denk ik, dat het op deze wereld eigenlijk niet op behaaglijkheid aankomt, waarmee het een of het andere ambt verbonden zou moeten of kunnen zijn, maar alleen op de wil van de Heer en de ware deemoed van ons hart!
Hoofdstuk 144: Henoch rechtvaardigt het moeilijke leer- en profetenambt - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[9] Daarom denk ik wederom dat het alleen van onszelf afhangt hoe wij dat in ons hart accepteren - of uit ware liefde tot onze broeders voor God, of gedwongen door het rechtersambt dat voorheen ons aller deel was -, en wij allen kunnen dan geheel verzekerd zijn dat Hij, de meer dan goede Vader, ons kindertjes geen ijzeren juk op onze schouders gelegd heeft!
Hoofdstuk 144: Henoch rechtvaardigt het moeilijke leer- en profetenambt - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[10] Laten wij dus maar hoogst dankbaar blijven en deemoedig van hart, waartoe Hij ons geroepen heeft! Want wij kunnen er allen van verzekerd zijn dat Hij, de allerzuiverste liefde en de allerhoogste wijsheid, ons niet tot ons verderf een dergelijk ambt gaf, maar alleen voor het eeuwige welzijn van ons en van al onze vaders, moeders, broers en zusters; daarom zij Hem alleen alle liefde en alle lofprijzing van ons allen!
Hoofdstuk 144: Henoch rechtvaardigt het moeilijke leer- en profetenambt - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[13] Zal het dan nooit helemaal dag in mijn hart worden? - Zeg mij dat alleen maar, lieve broeder!
Hoofdstuk 144: Henoch rechtvaardigt het moeilijke leer- en profetenambt - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[11] En een van de twee mannen antwoordde: 'Vader Adam, deze keer zul je van ons op deze vraag waarschijnlijk wel geen antwoord uit ons hart ontvangen! Daarom zul je deze keer een andere vraag moeten stellen; want vandaag dreef ons volstrekt geen strijdvraag hierheen!'
Hoofdstuk 145: De aankomst van twee boden. Adam en Abedam, de andere, in verlegenheid gebracht - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[7] Maar als hij in zijn hart doorvorst wordt, dan wordt zijn hart als een zon, en zal er verder geen nacht meer zijn in zijn ziel!
Hoofdstuk 146: De onbekende spreekt woorden vol diepe wijsheid over het doel van zijn komst. Henochs vermoeden - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[2] 'Luister, lieve Henoch, jij, die tot opperdienaar van de Heer bent aangesteld: Ik en deze broeder naast Me zijn niet in één zaak oneens - dat wil zeggen, in ons hart zijn wij het niet oneens, maar slechts een weinig in de verklaring -; jij bent als opperdienaar van de Heer het allermeest met het licht begiftigd als gevolg van je liefde tot Hem en daaruit tot al je broeders, geef ons daarom een verlichtend antwoord over hetgeen wij het oneens zijn.
Hoofdstuk 147: De strijdvraag over het bestaan van de gerichte en van de vrije mens. Henochs verlegenheid - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[9] Nu dacht Henoch na in zijn hart en vond na lang zoeken geen antwoord. Want onderzocht hij de ene stelling, dan vond hij die volkomen juist, - en deed hij dat met de tweede stelling, dan was ook deze wederom onweerlegbaar juist; en zo kon hij ondanks al zijn gepeins en vergelijken geen antwoord vinden.
Hoofdstuk 147: De strijdvraag over het bestaan van de gerichte en van de vrije mens. Henochs verlegenheid - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[10] En wendde hij zich - zoals altijd bij zulke gelegenheden - in de liefde van zijn hart tot Jehova, dan klonk het daar zo, dat de ene stelling even juist was als de andere.
Hoofdstuk 147: De strijdvraag over het bestaan van de gerichte en van de vrije mens. Henochs verlegenheid - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[19] Broeder, ik heb en had God altijd lief uit alle macht, en ik zou alle mensen van liefde wel aan mijn hart willen drukken, - en toch ben ik daarbij zo dom, als iemand maar dom kan zijn!
Hoofdstuk 147: De strijdvraag over het bestaan van de gerichte en van de vrije mens. Henochs verlegenheid - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[11] Abedam, zie, kijk eens in je hart! Hoe moet het daarmee gesteld zijn, dat het Hem vandaag reeds kan verloochenen van wie het gisteren nog de grootste, wonderbaarlijkste weldaden ontving?!
Hoofdstuk 150: De deemoediging van de eigenwijze Abedam door de vreemdeling - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[15] Hoe kun je echter ooit aanspraak maken op de ware wijsheid, als je hart vol ergernis is?!
Hoofdstuk 150: De deemoediging van de eigenwijze Abedam door de vreemdeling - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[16] Reinig daarom eerst je hart en dan zal blijken voor hoeveel wijsheid daarin plaats zal rijn!
Hoofdstuk 150: De deemoediging van de eigenwijze Abedam door de vreemdeling - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[20] En Henoch, geheel verbaasd over de hoge wijsheid van de avondlander, bevestigde alles uit de diepste grond van zijn hart en vroeg daarop aan de onbekende wijze:
Hoofdstuk 152: Vol verbazing erkent Henoch de wijze woorden van de vreemdeling. De gelijkenis van de twee verzadigden en de vele hongerigen - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
...  227 - 228 - 229 - 230 - 231 - 232 - 233 - 234 - 235 - 236 - 237 - 238 - 239 - 240 - 241 - 242 - 243 - 244 - 245 - 246 - 247 - 248 - 249 - 250 - 251 - 252  ...