Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

15542 resultaten - Pagina 239 van 1037

...  227 - 228 - 229 - 230 - 231 - 232 - 233 - 234 - 235 - 236 - 237 - 238 - 239 - 240 - 241 - 242 - 243 - 244 - 245 - 246 - 247 - 248 - 249 - 250 - 251 - 252  ...
[4] Op de volgende dag, een donderdag, nog ongeveer drie weken voor Pasen, namen wij afscheid van Kisjonah, met de belofte hem gauw weer op te zoeken. Hij liet meteen een van zijn beste schepen in orde brengen, waarop wij ons na de ochtendmaaltijd direct inscheepten en waarmee wij vervolgens met goede wind wegvoeren. Kisjonah, Philopold en Maria begeleidden ons over zee tot aan de plaats waar de Jordaan de zee verlaat en zich daarna links door een lang en sterk naar het oosten gebogen dal naar de Dode Zee wendt. Vandaar gaat men dan over een goed begaanbare weg op naar Jeruzalem. Van deze weg is heden ten dage evenwel niets meer te ontdekken net als van alle andere plaatsen aan de Galilese zee, die in onze tijd ook al ruim een derde kleiner is geworden.
Hoofdstuk 36: Vertrek uit Kis en aankomst bij de waard van Lazarus - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[7] (DE WAARD:) 'De tempeldienaren kwamen direct daarheen en deden alle mogelijke moeite de arbeiders van Lazarus aan hun kant te krijgen; maar de arbeiders dreigden de tempeldienaren als zij hen niet met rust lieten. Dat maakte de tempeldienaren achterdochtig en zij beschuldigden Lazarus ervan dat hij zijn arbeiders heimelijk tegen hen had opgestookt, en zij dienden daarover een formele aanklacht in bij de Romeinse landvoogd. Deze riep Lazarus bij zich en vroeg hem naar de ware gang van zaken en ondervroeg daarna ook een voor een alle arbeiders. Het resultaat was dat Lazarus met zijn arbeiders van alle schuld werd vrijgesproken, en aan de tempeldienaren heimelijk te verstaan werd gegeven de bedienden van Lazarus, die nu ereburger van Rome was, met rust te laten, omdat de landvoogd anders genoodzaakt zou zijn Lazarus voor zijn bescherming een flink aantal soldaten ter beschikking te stellen. Dat had resultaat, en Lazarus werd nu al zo'n zes weken lang volledig door de tempeldienaren met rust gelaten. Maar of zij daarom innerlijk erg veel met hem ophebben, betwijfel ik erg, hoewel ze in zijn gezicht erg vriendelijk doen en hem verzekeren dat zij deze zaak alleen maar tegen zijn arbeiders en niet tegen hem voor de landvoogd gebracht hadden, omdat zij zich bedreigd voelden. En zo leeft Lazarus in ieder geval voor de schijn op goede voet met de tempel.'
Hoofdstuk 36: Vertrek uit Kis en aankomst bij de waard van Lazarus - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[1] De waard ging vlug naar de keuken en zag dat alles al klaar was. Er werd meteen opgediend en in de beste stemming aten en dronken wij.
Hoofdstuk 37: De wijzen uit Perzië - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[2] De andere gasten, die als reizigers deels uit Galilea, Griekenland, Samaria deels uit verschillende andere landen hier de nacht doorbrachten, omdat de waard bekend stond als een zeer billijk man met een groot gastenhuis, vernamen echter dat Ik, van wie zij al zoveel gehoord hadden, Mij nu ook in deze herberg bevond. Zij vroegen aan de bedienden van de waard of zij Mij mochten bezoeken. Zodoende kwam er een bediende naar ons toe die dit verzoek overbracht aan de waard, die over allerlei dingen met ons aan het praten was.
Hoofdstuk 37: De wijzen uit Perzië - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[5] Toen ging de waard naar de kamer waar de magiërs zich bevonden en zei hun dat Ik hen had toegestaan om bij Mij te komen.
Hoofdstuk 37: De wijzen uit Perzië - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[6] Daarover waren de magiërs erg verheugd, omdat zij zelfs tot over de grenzen van Kanaän al zoveel over Mij gehoord hadden. Zij stonden meteen op en gingen, begeleid door de waard, vlug naar Mij toe. Toen deze eerbiedwaardige grijsaards binnenkwamen, bogen zij diep en groetten heel hoffelijk, zoals dat bij hen gebruikelijk was. Omdat zij de Hebreeuwse taal meester waren, konden zij ook door alle leerlingen goed verstaan worden.
Hoofdstuk 37: De wijzen uit Perzië - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[11] Toen wij dat lazen, maakten wij ons gereed, volgden de loop van de ster en vonden werkelijk te Bethlehem, en wel in een oude schapestal, heel wonderbaarlijk een pasgeboren kind, en wij offerden hem onze gaven. Wij wilden zoals afgesproken weer via Jeruzalem naar ons eigen land terugreizen, maar werden in een droom gewaarschuwd door een lichte geest dat wij langs een andere weg naar huis moesten gaan en de pasgeboren koning niet aan de kwade vorst moesten verraden. Dat hebben wij toen ook gedaan. Wat er daarna met dat wonderbare kind is gebeurd, konden wij ondanks onze naspeuringen op geen enkele wijze meer te weten komen.
Hoofdstuk 37: De wijzen uit Perzië - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[12] Wij hoorden van oude mensen dat de oude, wrede vorst Herodes te Bethlehem vanwege die pasgeboren koning een kindermoord gelast had, waarbij alle jongens van 1 tot 2 jaar met het zwaard zijn omgebracht; maar de ouders moeten met hun wonderkind toch nog juist op tijd naar Egypte gevlucht zijn en zo de wreedheid van de krankzinnige vorst ontlopen zijn. Wij zochten nu een aantal jaren in Egypte naar datzelfde kind en die koning en konden niet het geringste ontdekken.
Hoofdstuk 37: De wijzen uit Perzië - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[14] Naar aanleiding van dat bericht zijn wij speciaal weer hier naar Kanaän, of naar het joodse land gekomen, om die buitengewone mens ergens te ontmoeten, en wel om twee redenen: ten eerste, om ons zelf van alles persoonlijk te overtuigen, en ten tweede, om te onderzoeken of deze man soms voortgekomen is uit dat in Bethlehem geboren kind.
Hoofdstuk 37: De wijzen uit Perzië - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[16] Vanmorgen kwamen wij reeds hier in deze streek aan en deden navraag naar deze man, en men zei, dat hij onlangs hier was geweest en dat hij waarschijnlijk binnenkort hier weer zou komen. En nu laat op de avond ging het in huis van mond tot mond dat de beroemde man met zijn leerlingen was aangekomen.
Hoofdstuk 37: De wijzen uit Perzië - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[8] Alleen bij de geboorte van het joodse wonderkind, toen wij nog min of meer door die bepaalde geesten bewoond werden, hebben wij in het westen wel heel vreemde posities van de sterren gezien en ook een ster van bijzondere grootte die naar het westen toe een lange staart had, en omdat wij ook goed waarnamen dat deze ster juist naar het westen toe sneller bewoog dan de andere sterren, dachten wij dat er in het avondland iets groots gebeurd moest zijn. En weldra lazen wij in de sterren alsof er geschreven stond:'Bij de Joden is een nieuwe koning geboren, die een rijk zal vestigen dat nooit in der eeuwigheid zal eindigen, en hij zal heersen over alle volkeren der aarde!'
Hoofdstuk 38: De bekwaamheid en de daden van de drie wijzen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[7] Daarom ben Ik dus van boven naar deze wereld neergedaald om de mensen in alles de volle waarheid te laten zien en te geven. En wie in die waarheid zal blijven en leven, zal waarachtig vrij zijn en in zichzelf het eeuwige leven hebben, dat nooit door het een of andere misleidende middel, maar alleen door de meest zuivere en meest gedegen waarheid te bereiken is.
Hoofdstuk 39: Het goede doel heiligt niet de slechte middelen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[14] IK ging naar hem toe en zei: 'Hoelang heb je al last van jicht?'
Hoofdstuk 40: De invloed van de lichtgeesten Aan de zee van Galilea (Ev. Joh. hfdst.6) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[15] En HIJ zei: 'Heer, al zeven jaar! Toen de pijnen nog niet zo hevig waren, verdroeg ik ze echter geduldig; maar nu worden ze ondraaglijk en daarom liet ik mij naar u toebrengen.'
Hoofdstuk 40: De invloed van de lichtgeesten Aan de zee van Galilea (Ev. Joh. hfdst.6) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[21] Daarvan schrokken de wijzen en zij wilden Mij letterlijk gaan aanbidden. Ik verbood hun dat echter, en Ik en de leerlingen gingen daarop meteen naar Bethanië naar Lazarus, en de wijzen gingen ook nog dezelfde dag op weg naar hun verre land.
Hoofdstuk 40: De invloed van de lichtgeesten Aan de zee van Galilea (Ev. Joh. hfdst.6) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
...  227 - 228 - 229 - 230 - 231 - 232 - 233 - 234 - 235 - 236 - 237 - 238 - 239 - 240 - 241 - 242 - 243 - 244 - 245 - 246 - 247 - 248 - 249 - 250 - 251 - 252  ...