Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16638 resultaten - Pagina 240 van 1110

...  228 - 229 - 230 - 231 - 232 - 233 - 234 - 235 - 236 - 237 - 238 - 239 - 240 - 241 - 242 - 243 - 244 - 245 - 246 - 247 - 248 - 249 - 250 - 251 - 252 - 253  ...
[11] Toen zei Ik tegen Marcus: 'Maak het grote nieuwe schip los! Ik en Mijn leerlingen zullen aan boord gaan. En jullie, Mijn leerlingen, sta op en volg Mij! Bemanning hebben we niet nodig; het schip zal ongedeerd op de juiste tijd vanzelf zonder stuurman in de haven terugkomen" .
Hoofdstuk 169: Een belofte voor hulpzoekenden. De Heer neemt afscheid van het huis van Marcus - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[10] DE FARIZEEËR zegt: 'Wat moeten wij nu? Wij hebben thuis in de tempel een eed tegenover de hogepriester af moeten leggen dat we niet eerder zullen rusten en terugkeren voor we de Nazarener volledig onschadelijk hebben gemaakt. Wel, dat is nu totaal onmogelijk geworden! Ten eerste zijn jullie, machtige Romeinen, zijn vrienden, dat hebben we allemaal maar al te duidelijk vernomen; tegen jullie kunnen wij niets ondernemen en dat zullen we ook niet doen; ten tweede is hijzelf, zoals blijkt uit alles wat hier van zijn macht is te zien, zo onoverwinnelijk in alle dingen en op al zijn wegen, dat geen aardse macht iets tegen hem kan uitrichten; en ten derde zijn wij zelf diep vanuit onze innerlijke levensgrond allemaal vrienden van hem geworden vanwege zijn zo onvergelijkbaar hoge eigenschappen, die nog nooit eerder zijn voorgekomen, en daarom kan er bij ons in de verste verte geen sprake van zijn dat wij zijn persoon verder vervolgen.
Hoofdstuk 166: De bekering van de Farizeeën - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[12] CYRENIUS zegt: 'Als jullie het serieus menen, waar ik nu nauwelijks meer aan twijfel, dan zal er wel gauw raad komen. Of jullie nu meteen leerlingen van Hem kunnen worden, beslist Hij natuurlijk en niet ik. En omdat jullie, zoals ik uit jullie woorden heb opgemaakt, verder zeer verstandige en ervaren mensen zijn, kan ik jullie zelf gebruiken en in dienst nemen, temeer daar jullie ook de Griekse en Romeinse taal beheersen. Ik heb Zijn levensleer in een boek geschreven, waaruit jullie allen Zijn wil kunnen leren kennen! Dan zal er wel weer een passend moment komen, waarop jullie nader met Hem kennis kunnen maken, en wel in waardiger kledij dan nu. Van de gewaden van de Farizeeën houdt Hij niet, omdat ze gezalfd zijn met de slechte en bedorven olie voor het plegen van bedrog. -Tot zover mijn daadwerkelijke raad. Als jullie hierop in willen gaan, zeg het dan, dan zullen jullie geholpen worden!"
Hoofdstuk 166: De bekering van de Farizeeën - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[1] Toen we ons al ver buiten op zee bevonden, zei IK nogmaals tegen Mijn leerlingen: 'Waar we nu ook zullen komen, jullie moeten zwijgen en Mij niet verraden door te zeggen dat Ik Jezus, de Christus, ben!" (Matth. 16,20)
Hoofdstuk 170: Petrus' blinde ijver en zorg om de Heer (Ev. Matth. 16,20-23) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[3] Maar IK zei: 'Laat het schip gaan waarheen het gaat; de Vader weet wel waar wij deze keer moeten komen! Nu zijn wij nog onderweg om te onderrichten, en varen naar de benedenste grote baai waar we aan de andere kant van de stad Caesarea Philippi komen, daar zullen we ons enige rust gunnen. Maar over een paar jaar zullen wij op dit schip naar Jeruzalem varen, dan zal het om iets heel anders gaan. - Nu komen we bij een plaats heel dicht bij de zojuist genoemde stad, waar geen mens iets van ons heeft vérnomen, ondanks ons verblijf van meerdere dagen aan de andere kant van de genoemde stad. Zelfs de grote brand van de stad heeft de bewoners van deze plaats niet van streek kunnen brengen. Dat moest ook zo zijn, opdat jullie bij deze gelegenheid weer een ander soort openbaring meemaken "
Hoofdstuk 170: Petrus' blinde ijver en zorg om de Heer (Ev. Matth. 16,20-23) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[5] Vanaf deze tijd begon Ik er met Mijn leerlingen ernstiger over te praten dat Ik volgens de wil van de Vader wel naar Jeruzalem zou moeten gaan, en daar nog veel leed te verwachten had van de oudsten, hogepriesters en schriftgeleerden en dat Ik door hen gedood zou worden, maar op de derde dag weer uit de dood zou opstaan. (Matth. 16,21). En dat Ik dan voor eeuwig overwinnaar zou zijn van alle dood en alle vijanden van het leven, zoals Ik dat reeds op de berg van Marcus had vermeld.
Hoofdstuk 170: Petrus' blinde ijver en zorg om de Heer (Ev. Matth. 16,20-23) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[3] Als iemand echter nog in zijn lichaam vrij wil worden van satan, moet hij het kruis dat Ik nu reeds in de geest draag, op zijn schouders nemen en Mij navolgen! (Matth. 16,24) Want Ik zeg jullie: Wie zijn leven (in aards opzicht) wil behouden, zal het (het geestelijke) verliezen; maar wie zijn leven (in aards opzicht) omwille van Mij zal verliezen, die zal het (het geestelijke) vinden! (Matth. 16,25)
Hoofdstuk 171: Het wezen van satan en van de materie (Ev. Matth. 16, 24-28) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[5] Wel zal het ooit gebeuren dat Ik, nu als Mensenzoon, terug zal komen in de heerlijkheid van de Vader met alle engelen, wier macht jullie kennen, maar Hij zal ook dan handelen zoals nu, en alleen een ieder kunnen helpen en vergelden naar de mate van zijn hoogst eigen werken. Wie dood wordt bevonden, zal ook dood blijven tot aan de tijd van de grote opwekking van al degenen, die in de graven van het gericht zijn gebleven, en ook daar zal ieders liefde, wil en geweten rechter zijn voor altijd! (Matth. 16,27)
Hoofdstuk 171: Het wezen van satan en van de materie (Ev. Matth. 16, 24-28) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[9] En omdat dit nu eenmaal zo is en ook niet anders kan zijn, kwam Ikzelf dan ook immers van boven naar jullie, mensen van deze aarde, en laat jullie nu de volle waarheid zien van alle levensvormen en van hun goede of slechte omstandigheden. En voor jou, Petrus, zal het nu hopelijk ook duidelijk zijn, waarom Ik daarstraks tegen je gezegd heb: 'Ga weg van Mij, satan! ' - En nu koers zetten naar de grote baai!"
Hoofdstuk 171: Het wezen van satan en van de materie (Ev. Matth. 16, 24-28) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[3] IK stelde hen gerust en zei: 'Dat zullen jullie nog wel merken! Maar zeg Me eerst, of wij dertienen enkele dagen in alle stilte hier kunnen blijven!"
Hoofdstuk 172: De Heer met zijn leerlingen in het vissersdorp bij Caesarea - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[6] IK zeg: 'Wel, als je zozeer geplaagd wordt door nieuwsgierigheid, weet dan, dat wij nu eenmaal net als jij Galileeërs zijn en bovendien op weg hierheen door absoluut niemand vervolgd zijn, maar vrijwillig hier naar toe zijn gekomen om voorlopig deze zeer merkwaardige streek te bezichtigen, een van deze hoge bergen te bestijgen en, als dat gaat, jullie te helpen in je Mij zeer welbekende grote nood. Ben je daarmee tevreden? Wel, spreek dan!"
Hoofdstuk 172: De Heer met zijn leerlingen in het vissersdorp bij Caesarea - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[7] HET HOOFD zegt: 'Geheel en al; want dat jullie Galileeërs zijn, zal geen mens betwijfelen en daarom kan men jullie woorden ook geheel en al geloven, wat natuurlijk bij Grieken en Romeinen niet mogelijk is, omdat ze bijna altijd anders praten dan ze denken, wat bij ons 'liegen' heet. Rusten jullie maar uit onder de schaduw van deze enige boom die ik heb, dan ga ik intussen naar mijn hut om te kijken hoe ik een behoorlijk middagmaal voor elkaar kan krijgen!"
Hoofdstuk 172: De Heer met zijn leerlingen in het vissersdorp bij Caesarea - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[8] De materie is er natuurlijk wel voor bestemd om door de kracht van een zuivere geest van gene zijde gewekt te worden tot de opstanding uit de lange gerichten; maar dan moet de materie volgens de haar goed ingeprente vrije intelligentie overgaan in de juiste vorm en het wezen van haar geest van gene zijde, die een licht is uit God. Gebeurt dat niet van de kant van de materie, dan keert de geest van gene zijde weer terug naar zijn oerbron, en de materie, waarvan het de bedoeling was dat zij voor altijd met leven vervuld zou worden, valt weer terug in haar oude gericht en zal daar lang moeten blijven aleer er ooit weer een geest van gene zijde haar op wil wekken voor een nieuwe levensproef
Hoofdstuk 171: Het wezen van satan en van de materie (Ev. Matth. 16, 24-28) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[2] Toen alle bewoners van het dorpje vanwege de middag naar hun hutten gingen, zei Ik tegen de twaalf leerlingen: 'Wat vinden jullie van deze mensen hier?"
Hoofdstuk 173: De stoïcijnse levenshouding van de bewoners van het vissersdorp - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[4] ONZE GASTHEER zei: 'Wat mij betreft is dat zonder meer goed! Alleen moet ik jullie van te voren zeggen, beste vrienden, dat ik wel een heel goede wil, maar geen middelen heb om jullie ook maar schamel te verzorgen; want het gaat me vooral sinds de brand van Caesarea erbarmelijk slecht! De dagelijkse kleine verkoop van onze vis is natuurlijk geheel opgehouden, en andere verdiensten hebben wij, arme bewoners van dit dorpje, niet. Wij zijn dus allemaal zonder uitzondering aan de bedelstaf geraakt en hebben behalve onze vissen helemaal geen levensmiddelen en we kunnen jullie daarom ook niets anders aanbieden dan vissen zoals wij die zelf hebben, klaarmaken en eten. De toebereiding ervan is heel eenvoudig bij ons. De vissen worden alleen maar gekookt en zonder zout en brood en andere kruiden gegeten. Want eerlijk gezegd: wij zijn door de brand van Caesarea, meer dan de inwoners zelf wier huizen verbrand zijn, zonder meer bedelaars geworden en we hebben niet eens geld genoeg om zout te kunnen kopen! Ach, het gaat ons nu erbarmelijk slecht; als jullie met mij en mijn gezin een paar dagen honger willen lijden, dan zijn jullie van harte welkom!
Hoofdstuk 172: De Heer met zijn leerlingen in het vissersdorp bij Caesarea - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
...  228 - 229 - 230 - 231 - 232 - 233 - 234 - 235 - 236 - 237 - 238 - 239 - 240 - 241 - 242 - 243 - 244 - 245 - 246 - 247 - 248 - 249 - 250 - 251 - 252 - 253  ...