Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

4159 resultaten - Pagina 241 van 278

...  229 - 230 - 231 - 232 - 233 - 234 - 235 - 236 - 237 - 238 - 239 - 240 - 241 - 242 - 243 - 244 - 245 - 246 - 247 - 248 - 249 - 250 - 251 - 252 - 253 - 254  ...
[11] Tegelijkertijd klinken er echter uit de donkere hoeken schrille kreten: 'Eruit met deze ketters, met deze godslasteraars, met deze voor eeuwig vervloekten!' Migatzi valt bijna in onmacht en zegt bevend: 'Maar Heer, kunt U dat aanhoren zonder hen allemaal met vuur en zwavel te vernietigen? Omwille van Uw allerheiligste naam... wat zal dat worden?'
Hoofdstuk 73: Migatzi's ambtsbroeders. De ezelachtige president. Migatzi' s erkenning van de Heer. Diens oordeel over Rome. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[13] Laten we dus deze vervloekte ketter ook verdoemen; hij moet dan maar zien hoe hij in Gods hemelen komt. Temidden van u allen zeg ik nu: 'Vervloekte ketter, wees verdoemd voor alle tijden der tijden!' U hebt daarop 'amen' gezegd en hij heeft reeds zijn loon in de hel! Kijk, zo moeten wij optreden en niet op aardse manier bekvechten, maar meteen zonder enige bedenking ten volle gebruik maken van de ons door God verleende geestelijke wapens! In de andere wereld zullen zij in het gezelschap der duivels wel beginnen te merken, hoe de alleenzaligmakende kerk hen had kunnen helpen als ze haar trouw gebleven waren. Daar zullen ze hun handen dan naar ons uitstrekken, opdat wij hen helpen. Maar wij zullen tegen hen zeggen: 'Niets daarvan! Jullie hebben op aarde niet naar ons willen luisteren en nu luisteren wij ook niet naar jullie! Ga weg van ons, voor eeuwig, jullie vervloekten!' Dan zullen zij roepen: 'Nu zien we pas in, hoe heilig en groot jullie bij God zijn en hoe ellendig en nietig wij zijn ten opzichte van jullie. Geef ons voor honderdduizend jaar het ergste vagevuur, maar scheld ons de verschrikkelijke hel kwijt!'
Hoofdstuk 81: De koster over christelijke gelijkheid en kerkelijke ongelijkheid. De hoofdcelebrant verdoemt de 'ketter'. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[5] Dan zeg ik als een door u voor gek verklaarde: hier zijn wij allemaal aan elkaar gelijk, ook al heeft de dwaasheid van de wereld ons op de duistere aarde vanwege ons standsverschil behoorlijk gescheiden, wat trouwens volgens de zuivere leer van Jezus eigenlijk nooit had mogen gebeuren. Want Jezus de Heer heeft Zijn leerlingen, toen ze zo dom waren om Hem te vragen wie van hen de eerste was, uitdrukkelijk gezegd: 'Wie van jullie de geringste is en de anderen dient, die is voor Mij de eerste. Slechts één is jullie Heer! Jullie allen zijn echter zonder onderscheid volkomen gelijke broeders! Daaraan zal men jullie als Mijn leerlingen herkennen, dat jullie elkaar liefhebben als volkomen gelijke broeders. Eenieder die zijn medemens als broeder liefheeft en zich niet boven hem verheft, behalve dan alleen in de liefde tot hem, die is Mijn leerling en heeft het rijk Gods al in zich!'
Hoofdstuk 81: De koster over christelijke gelijkheid en kerkelijke ongelijkheid. De hoofdcelebrant verdoemt de 'ketter'. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[12] De koster zegt: 'De beide aangehaalde teksten waren inderdaad uit de Heilige Schrift, alleen hebben ze alles bewezen behalve datgene wat u, eminentie, daar graag mee had willen bewijzen. Had Christus de Heer, op de wijze waarop u het uitlegt, aan de kerk een volmacht willen geven, dan zou het niet nodig zijn geweest de apostelen en nog vele andere leerlingen drie volle jaren lang het grote gebod van de liefde, de wet van het leven en de grote geheimen van het hemelrijk te leren. In plaats daarvan zou Hij Zijn apostelen zonder voorafgaand onderricht de macht hebben gegeven om als door Hem aangenomen leerlingen voortaan te kunnen doen wat ze wilden, terwijl de Vader in de hemel alles volledig goedkeurde.
Hoofdstuk 80: De koster geeft meer opheldering. Bittere waarheden voor Rome's eminentie. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[11] O jullie ellendige schurken! Jullie Christus, die jullie eren en begeren, heet goud en zilver, maar van de ware Christus, die voor alle mensen bloedend aan.het kruis Zijn goddelijke armen heeft uitgestrekt, al Zijn vijanden vergaf en de eeuwige Vader in Zichzelf om vergeving voor hen vroeg, hebben jullie een afkeer gekregen. En wel dusdanig, dat jullie, die zichzelf brutaalweg Zijn dienaren noemen, eenieder die Hem en niet jullie aanhangt zonder pardon vermoorden en tenslotte ook nog naar de onderste hel verdoemen! O jullie slangen- en addergebroed, welke duivel heeft jullie wel verwekt? Waarlijk, zou de Heer niet zo eindeloos veel geduld, zachtmoedigheid en liefde hebben, welke hel zou dan gruwelijk genoeg zijn om jullie op te nemen!
Hoofdstuk 74: Machteloze woede van de roomsen. Hun onbarmhartigheid, hebzucht en bedriegerijen. Donderwoorden van de 'ketterse keizer'. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[7] Migatzi voelt zich nu heel licht en gesterkt en voor zijn ogen wordt het lichter en lichter. Hij draagt alleen nog steeds hetzelfde gescheurde, aartsbisschoppelijke gewaad, hetgeen hem zichtbaar hindert. Hij bekijkt zichzelf en zegt na een poosje tegen Mij vol innige liefde en het volste vertrouwen: 'Heer Jezus, waarachtige God en Zoon van Uw eeuwige Vader! Daar U tegenover mij reeds zonder enige verdienste mijnerzijds maar omwille van Uw allerheiligste naam zo genadig bent geweest en mij hebt verlost uit deze poel des verderfs, vraag ik U mij ook te verlossen van de rest, die mijn ogen een weerzinwekkende aanblik en mijn neusgaten een akelige reuk bezorgt! Bezie dit voor mij walgelijke gewaad van hoogmoed en bedrog, en bevrijd mij ervan! Geef me daarvoor in de plaats een eenvoudig bedelaars gewaad en ik zal me daarin zalig voelen!'
Hoofdstuk 73: Migatzi's ambtsbroeders. De ezelachtige president. Migatzi' s erkenning van de Heer. Diens oordeel over Rome. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[3] Ik zeg: 'Geliefde vrienden, jullie, die op aarde veelal naar Mijn hart geleefd en gehandeld hebben! Het verheugt Mij buitengewoon dat jullie je deze doden herinneren en Ik zal de wens van jullie harten meteen vervullen. Maar dit zeg Ik vooraf: in deze tuin zullen we een heel magere oogst binnenhalen, want niets is moeilijker uit een ziel te verwijderen zonder haar te schaden of haar helemaal te vernietigen, dan de zogenaamde theologische hoogmoed.
Hoofdstuk 67: Voor de Stefanusdom. Goede smeekbede van de verloste vorsten. Moeilijke genezing van geestelijke hoogmoed. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[2] Als het zo gemakkelijk zou zijn om zonder goddelijke kracht en macht keizer te worden, dan zouden er op aarde een heleboel keizers zijn. Dat zou echter voor God de gruwel aller gruwelen zijn. Daarom stelt Hij over veel landen slechts één keizer aan en voorziet hem van macht, gezag en hoog aanzien, maar slechts voor de tijd dat hij in staat is om te regeren!
Hoofdstuk 63: Paulus' toespraak tot de hardnekkige keizer. Koppige repliek. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[1] Daarop zegt Paulus: 'Vriend, zeg nu zelf, wat is een keizer zonder land, zonder volk en zonder macht? Ik zeg je, niets anders dan een dwaas! Is dan ooit iemand door eigen genade keizer geworden, of door Gods genade? Wie geeft de mens dan macht om te heersen en het volk de wil om hem te gehoorzamen? Kijk, dat doet God, de enige eeuwige Heer van alle macht en kracht. Als God je echter tot keizer maakte, waarom beroem je je dan op je keizerlijke waardigheid alsof je jezelf tot keizer had gemaakt!
Hoofdstuk 63: Paulus' toespraak tot de hardnekkige keizer. Koppige repliek. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[5] Begrijp je nu waarom Ik je wonderen onthoud? Als God in de reeds met rede begaafde ziel niet de geest had gelegd, zou ze geen moment kunnen bestaan als een vrij wezen; het zou haar vergaan als een druppel water op een gloeiende plaat. De dieren moeten echter juist daarom dom en bijna zonder enig besef rondlopen, omdat hun bestaan anders iets onmogelijks zou zijn. Begrijp je dat?'
Hoofdstuk 60: Wonderen en hun uitwerking. De vorst erkent de wijsheid van de Heer. Zijn Christusbelijdenis onder voorbehoud. De vorsten beraden zich. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[6] Jozef zegt: 'Zolang jouw eigen hart jou niet door de geest van de liefde zal zeggen: Deze is het!, zolang hebben alle bewijzen ook geen nut voor jou. Als jouw hart het je echter zal zeggen, heb je ook geen andere bewijzen meer nodig. Wie Jezus wil herkennen, moet Hem liefhebben, maar wie Jezus liefheeft, heeft Hem ook levend in zich; en dat is het enige bewijs waardoor iedereen Christus zonder enige twijfel kan herkennen. Als je in deze jou zo gering lijkende jood eerst met al je levenskracht Christus herkent, dan zal wel blijken of er achter deze jood misschien toch wat meer schuilgaat.'
Hoofdstuk 71: Migatzi geeft een andere verklaring voor de dood van Jozef. Hij verlangt bewijzen over Jezus. Jozefs rede over de geest van de liefde als enige godsgetuige. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[2] Men moet het volk een enorm groot rad voor ogen draaien, handelingen verrichten, die doodsaai en oerdom zijn en het volk iets doen geloven, waarin men zelf met de beste wil van de wereld niet kan geloven. Men moet zich met een op God gelijkend aureool omgeven, terwijl men in wezen ver beneden de waarde van een varkenshoeder staat. Wat is men dan als aartsbisschop en kardinaal? Niets, helemaal niets! Men kan niets en op aartsbisschoppelijke hoogte leert men hoogstens zijn financiën in orde te houden, zijn hoogkerkelijk regiment van een alles verpletterende hoogwaardigheid te voorzien en de hel steeds verder open te houden dan de hemel. Dat is het hoge ambt van een aartsbisschop! Men moet zichzelf toch, als men ook maar enig geweten heeft, alle dagen in het oor fluisteren: 'Wat jij bent, stelt op zichzelf genomen niets voor! Zonder schoenmaker en kleermaker kunnen de mensen moeilijk leven, maar zonder aartsbisschop heel gemakkelijk!' Dat is een onbetwistbare waarheid, maar wie durft het te wagen haar openlijk uit te spreken! Werkelijk, een fraaie zaak voor een man van eer!
Hoofdstuk 72: Migatzi's gesprek met zichzelf. Hij zou graag de Heer willen erkennen, maar is bang voor zijn ambtsbroeders. Jozef helpt hem eruit. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[7] Aartsbisschop Migatzi zegt: 'Jij bent me toch een rare snuiter! Hoe kan ik nou in deze jood Christus liefhebben voordat ik weet of Hij het werkelijk is? Betekent dat dan niet de Godheid van Christus diep omlaag halen als men zonder verder onderzoek Christus de Heer zou beginnen te vereren in de eerste de beste jood? Christus liefhebben, vereren en aanbidden in de vorm van brood en wijn, dat is nog tot daar aan toe, omdat Hijzelf deze vormen als aan Hemzelf gelijkwaardige plaatsvervangers heeft ingesteld. Maar Christus aanbidden in de gedaante van een heel gewoon mens en bovendien nog een jood, vriend, dat betekent werkelijk op een schandalige manier omgaan met de liefde tot Christus. Dat zal ik tenminste niet doen! Is Christus slechts een vrome volksfabel, dan is zowel het een als het ander een dwaasheid, maar is Christus werkelijk datgene wat de mythe over Hem vertelt, dan zou het opvolgen van jouw advies toch de afschuwelijkste godslastering zijn, die met de onderste hel zou moeten worden bestraft.'
Hoofdstuk 71: Migatzi geeft een andere verklaring voor de dood van Jozef. Hij verlangt bewijzen over Jezus. Jozefs rede over de geest van de liefde als enige godsgetuige. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[4] Jozef zegt: 'Maar ook ik vraag je om je in de allerhoogste, persoonlijke tegenwoordigheid van Jezus de Heer wat anders te gedragen, anders zal het met je kardinaalschap spoedig gedaan zijn! Het geduld van de Heer moet weliswaar ondoorgrondelijk groot zijn, omdat Hij dergelijke onzin zo gelaten wil aanhoren, maar of het zonder grenzen is moet ik toch sterk betwijfelen, want wanneer mensen en geesten te lang en te hardnekkig zondigen en zich niet willen afkeren van hun dwaze verdorvenheden, zal Hij zich een dergelijk gedrag zeker niet al te lang laten welgevallen. Had ikzelf b.v. op aarde aan de verlokkingen van Venus al een paar jaar eerder geen gehoor meer gegeven, toen de goede hemelse Vader mij daarvoor door allerlei voorvallen in mijn leven diverse keren duidelijk waarschuwde, dan had ik misschien ondanks alle vervolgingen van mijn vijanden zo'n tien tot twintig jaar langer kunnen leven en de volkeren in naam van God kunnen regeren. Maar omdat ik de heilzame waarschuwingen van de Heer in de wind sloeg, is het geduld van de Heer enigszins opgeraakt en moest ik zonder genade en pardon wat mijn lichaam betreft in het stofbijten en wel pijnlijk en bitter genoeg. Dus vriend, stel het geduld van de Heer niet al te lang op de proef!'
Hoofdstuk 71: Migatzi geeft een andere verklaring voor de dood van Jozef. Hij verlangt bewijzen over Jezus. Jozefs rede over de geest van de liefde als enige godsgetuige. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[8] Uiteindelijk werd er een artsenvergadering belegd. De raad zag in het abces aan mijn hoofd niets gevaarlijks, behalve een eenvoudige dokter, Quarin genaamd. Aan hem werd door mij de vraag gesteld of deze kwaal te genezen zou zijn. En Quarin zei beslist: 'nee', waarvoor hij door mij in de adelstand werd verheven en uitstekend beloond werd. Vanaf dat moment ging het met mijn lichaam van uur tot uur slechter en ik stierf spoedig daarop bij vol bewustzijn zonder de geringste angst voor de dood. Toen ik stierf, kwam het mij voor alsof ik heel zacht was ingeslapen. Spoedig daarop ontwaakte ik, maar godzijdank niet meer in de materiële, maar in de geestelijke wereld.
Hoofdstuk 70: Jozef verwijst aartsbisschop Migatzi naar de Heer. Migatzi beschouwt het hiernamaals als bedrog en verklaart Jozef voor geestesziek. Jozef over de oorzaak van zijn dood. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
...  229 - 230 - 231 - 232 - 233 - 234 - 235 - 236 - 237 - 238 - 239 - 240 - 241 - 242 - 243 - 244 - 245 - 246 - 247 - 248 - 249 - 250 - 251 - 252 - 253 - 254  ...