Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

10915 resultaten - Pagina 242 van 728

...  230 - 231 - 232 - 233 - 234 - 235 - 236 - 237 - 238 - 239 - 240 - 241 - 242 - 243 - 244 - 245 - 246 - 247 - 248 - 249 - 250 - 251 - 252 - 253 - 254 - 255  ...
[7] Maar daar aan die tafel zit het grote licht dat door het volk nu heel goed gezien wordt, want het schijnt heel helder in dit duistere land. Als het volk echter dit licht uit God goed ziet en daardoor erg blij is, waarom zien jullie het dan niet? Jullie willen het niet zien omdat jullie vol hoogmoed, vol zelfzucht en vol onbegrensde heerszucht zitten, en willen hebben dat zon, maan en alle sterren en de hele wereld zich onder jullie scepter zullen buigen. Daarom zal echter ook binnenkort met jullie gebeuren wat de aangehaalde grote profeet juist over jullie voorspeld heeft toen hij in het tiende hoofdstuk vanaf vers 16 zei:
Hoofdstuk 212: Agricola verklaart voorspellingen uit Jesaja - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[8] Wie in geen God gelooft, is duidelijk een goddeloze. Zonder God is de ziel echter duister en zo goed als dood, en ziet en hoort niets van alles wat God allemaal volledig naar waarheid in haar geest heeft ingeschapen. De van God bezielde en verlichte mens ziet echter alles en begrijpt ook alles. Hij kan daarom ook de zon en de maan, de sterren en de hele aarde zo in zichzelf bekijken alsof hij daar zelf was. En als hij dat gedaan heeft, weet hij dus ook wat de zon is en hoe zij eruit ziet en al het andere eveneens.
Hoofdstuk 213: De onwetendheid van de Farizeeër over de zon en de zondvloed - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[9] Maar toen zei EEN ANDER, die geloviger was en heimelijk in Mij begon te geloven, tegen de Romein: 'Beste vriend! je hebt ons toch wel een beetje te cru afgeschilderd! Daarmee wil ik niet zeggen dat er misschien bij ons niet zulke mensen zijn zoals je beschreven hebt; maar ik en nog meerderen horen daar echt niet bij. Wij geloven nog vast in de oude Jehova en de profeten! Wij hebben de nieuwe voorschriften niet bedacht en niet gemaakt; wij moeten ze echter wel houden, omdat ze er nu eenmaal zijn Wij zijn echter van mening, dat ze nooit hadden kunnen ontstaan als Jehova daar niet mee had ingestemd; want in de oude tijden mochten de priesters toch niets aan de oude wet veranderen. En als iemand het waagde, dan was er direct al de strafroede en ook de profeet die dat aankondigde. Maar nu is daar reeds lang geen sprake meer van. God moet toch wel helemaal instemmen met de nieuwe voorschriften van de tempel, omdat Hij Zich helemaal niet aan ons kenbaar maakt en ons ook geen aanvaardbare profeet stuurt.
Hoofdstuk 210: De twijfel van de Farizeeën over de Heer als Messias - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[13] Maar de waarheid herkent alleen hij, in wie de waarheid al thuis is; wie dit licht van de ziel echter niet heeft, kan ook net als jullie dit licht nooit herkennen. Jullie willen de werken en wat deze godmens leert onderzoeken?! Dan vragen wij, Romeinen, jullie, waarmee je dat wilt doen. Wie testen wil moet zich vooraf zelf allerlei kennis en vaardigheden grondig eigen hebben gemaakt. Maar waar moeten jullie je dat ooit eigen gemaakt hebben? In jullie verroeste tempel zeker niet, -en verder zijn jullie ook nergens heen geweest waar jullie iets goeds, nuttigs en degelijks hadden kunnen leren. Jullie oude Schrift begrijpen jullie niet en jullie nieuwe Schrift is geen stuiver waard. En wat kennen jullie nog meer?! Daar jullie dus heel zeker verder niets anders kennen, hoe en waarmee willen jullie dan deze godmens testen? Zeg zelf eens of wij Romeinen jullie niet helemaal door hebben!'
Hoofdstuk 210: De twijfel van de Farizeeën over de Heer als Messias - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[3] Ik wil met jullie zevenen een weddenschap om duizend pond goud aangaan dat jullie mij op geen enkele vraag die ik persoonlijk bedenken kan, het juiste antwoord kunnen geven. En als het zo zeker is dat jullie dat niet kunnen, hoe zou je ons dan willen bewijzen dat deze godmens niet de volkomen juiste en ware Messias is? Laat jullie knapste kop hier komen, en zelfs met hem ga ik die genoemde weddenschap aan! Als tegenbewijs zal ik dan deze godmens, in jullie bijzijn de moeilijkste vragen stellen en dan verwed ik er tienduizend pond goud onder dat Hij mij alle beantwoorden zal. Als Hij echter mij vragen zal stellen, zal ik Hem er op duizend vragen niet één kunnen beantwoorden, hoewel ik zeker duizendmaal zoveel kennis heb als de meest wijze van jullie.'
Hoofdstuk 211: Een weddenschap tussen Agricola en een Farizeeër - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[18] DE FARIZEEËR zei: 'Ik ben niet de hoogste in rang in de tempel, en ik heb gezworen mij te houden aan dat wat het hoofd van de tempel mij opdraagt; want daar hangt mijn bestaan vanaf en mijn veiligheid. Als mijn beroep door de een of andere God niet goed gevonden zou zijn, dan had Hij met Zijn wijsheid en almacht heel gemakkelijk kunnen verhinderen dat ik werd wat ik nu ben; omdat Hij het echter niet verhinderd heeft, ben ik dat wat ik ben, en spreek en doe ik wat de tempel mij opdraagt. Doe ik daardoor onrecht, dan is God Zelf als Hij mocht bestaan -daaraan schuld, omdat Hij mij dat heeft laten worden. En omdat ik dat nu eenmaal ben en mijn wereldse verzorging daardoor gevonden heb, blijf ik ook dat wat ik zonder mijn schuld en zonder dat ik er wat aan kon doen, geworden ben.
Hoofdstuk 212: Agricola verklaart voorspellingen uit Jesaja - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[5] Zij bestaat uit een tamelijk grote, zeer sterk lichtgevende schijf, en haar grote lichtsterkte verwekt warmte en zelfs, zoals wel eens in de grote woestijn van Egypte, een zodanige hitte dat stenen gaan smelten. Verder gaat de zon op en onder, wat op aarde dag en nacht veroorzaakt. Dan gaat zij regelmatig in de winter in het zuiden lager en in de zomer weer verder naar het noorden hoger op, en die wisseling veroorzaakt het jaar en de vier jaargetijden. Tevens veroorzaakt het licht van de zon, afhankelijk van de gradaties van het licht en de warmte, het groeien van de planten en de geboorte van talloos vele insecten. Soms wordt zij verduisterd, wat echter zelden voorkomt. Hoe zo'n verduistering veroorzaakt wordt, zal wel geen mens op de hele aarde weten, evenmin als waar zij zich 's nachts bevindt.
Hoofdstuk 213: De onwetendheid van de Farizeeër over de zon en de zondvloed - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[15] DE ROMEIN zei: 'Dan zul je niets verliezen! Of ik echter deze zaak zelf net zo min begrijp als jij, is een andere vraag, en dat zal later nog wel blijken. Nu ben jij aan de beurt om wat te zeggen!'
Hoofdstuk 213: De onwetendheid van de Farizeeër over de zon en de zondvloed - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[13] Mijn vriend, wie zoekt die vindt, en ik heb van mijn jeugd af aan gezocht en veel gevonden! Maar het allerhoogste wat in deze wereld ooit ergens te vinden was, vond ik hier, maar niet in de blindheid van jullie tempel, maar daar! Daar zit Hij in mensengestalte heel vriendelijk bij ons, waarvan in de oude tempel in de derde hal geschreven staat: Ja-bu-sim-bil! Het maakt echter helemaal niets uit of jij en nog veel meer van je soortgenoten het geloven of niet; want ondanks dat is het toch zoals ik en vele duizenden het nu geloven en altijd zullen geloven.
Hoofdstuk 214: Over het boek job en over de tempel te Jabusimbil - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[14] De zevende vraag is hiermee echter ook onbeantwoord gebleven en ik zal je nu de achtste vraag stellen en zien of je in jezelf daar een antwoord op zult vinden!'
Hoofdstuk 214: Over het boek job en over de tempel te Jabusimbil - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[2] DE FARIZEEËR zei: 'Daar heb ik wel eens over horen spreken, maar hoe kan ik je nu vertellen wat ik van iets vind, als ik daar nauwelijks meer van weet dan de naam?! Dat er in Delphi een waarzegster is die Pythia heet, op een driepoot zit en de mensen voor geld heel slimme antwoorden op hun vragen geeft, zoveel weet ik wel; maar hoe die Pythia dat doet, hoe de tempel van deze waarzegster en haar driepoot er uitzien, en of haar waarzeggerijen enige waarde hebben of niet, dat weet ik niet en ik kan je dan ook geen ander antwoord geven dan dat wat ik je al gegeven heb.'
Hoofdstuk 215: Het orakel van Delphi. Over het verder leven na de dood - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[3] DE ROMEIN zei: 'Waarlijk, ik had je toch wel voor wat ervarener gehouden dan je in werkelijkheid en naar waarheid bent! En met dat ongeloof van jullie en met zoveel onwetendheid wagen jullie het de wijste der wijzen te testen en te beproeven?! Nee, dat is toch wel wat al te erg! In Rome heb ik echter al gehoord hoe jullie bij jullie sabbatstoespraken het volk over alles wat het heidendom betreft ernstig de les lezen, en iedere jood op afschuwelijke wijze met eeuwige verdoemenis dreigen die het zou wagen ooit zo'n tempel te bekijken, en zich in te laten lichten over de gebruiken om daardoor in staat te zijn de licht en schaduwzijden van de andere volkeren te leren kennen.
Hoofdstuk 215: Het orakel van Delphi. Over het verder leven na de dood - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[7] DE ROMEIN zei: 'O, meer dan genoeg! Want wat je daar gezegd hebt, weet iedere gewone dagloner die geen schriftgeleerde is, en wiens wijsheid net als die van jou niet veel voorstelt zonder dat hij die door het volk laat aanbidden, zoals jullie dat van het volk eisen. Waarom zijn wij Romeinen, en alle leerlingen van onze grote Meester en Heer, dan zo precies van deze dingen op de hoogte en waarom jij niet? Kijk, dat komt omdat je in geen God gelooft, zoals de meesten van jouw soort! Komt er echter iemand die jullie veel zou kunnen leren, dan vervolgen jullie hem meteen uit alle macht; want jullie zijn bang dat zijn grotere wijsheid het aanzien van jullie oude verroeste domheid erg zou kunnen verminderen. En daarom willen jullie zelf niets hogers leren en te weten komen, en laten jullie het ook niet toe dat jullie stekeblinde aanhangers het leren en te weten komen. om die reden zijn jullie zelfechter ook dubbel strafbaar.
Hoofdstuk 213: De onwetendheid van de Farizeeër over de zon en de zondvloed - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[11] En de geest zei: 'Wat jullie stervelingen nog lang niet vermoeden, zien wij onsterfelijken al heel duidelijk van te voren! Verlaat op z'n laatst binnen een uur deze herberg en ga drie uur lang ook in geen andere, maar blijf buiten, ver van de muren; want binnen die tijd zal er een aardbeving komen, waardoor dit huis en andere licht gebouwde huizen in zullen storten, en daarbij zullen een aantal mensen en dieren het leven laten! Sla echter vooraf alarm op het plein van de stad, zodat nog meer mensen zich kunnen redden! Als alle gevaar voorbij zal zijn, zal er een jongen bij jullie komen en je naar een veilige herberg brengen!'
Hoofdstuk 215: Het orakel van Delphi. Over het verder leven na de dood - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[13] Het onheilspellende uur kwam en tevens een heftige aardschok, waardoor meteen ongeveer twintig huizen, waaronder ook onze eerder bewoonde herberg, tot op de fundamenten in elkaar geschud werden. Daarop volgden een paar trillingen, waardoor echter geen verdere schade aangericht werd. Na drie uur treurig wachten kwam toen ook de jongen naar ons toe en bracht ons in een wat verderop gelegen, maar volledig onbeschadigde herberg die ons opnam en waarin wij een veilig onderkomen vonden. Voor de volledige waarheid van deze gebeurtenis staan al mijn huidige metgezellen in, want zij waren toen ook bij mij.
Hoofdstuk 215: Het orakel van Delphi. Over het verder leven na de dood - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
...  230 - 231 - 232 - 233 - 234 - 235 - 236 - 237 - 238 - 239 - 240 - 241 - 242 - 243 - 244 - 245 - 246 - 247 - 248 - 249 - 250 - 251 - 252 - 253 - 254 - 255  ...