Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16638 resultaten - Pagina 244 van 1110

...  232 - 233 - 234 - 235 - 236 - 237 - 238 - 239 - 240 - 241 - 242 - 243 - 244 - 245 - 246 - 247 - 248 - 249 - 250 - 251 - 252 - 253 - 254 - 255 - 256 - 257  ...
[3] In de toekomst, na ons, zal dit alles aan duizenden door de heilige Geest van God nog duizend maal duidelijker geopenbaard worden dan ik het jullie nu kon openbaren. Maar als de Geest van God dan ook over jullie zal komen, zal hij jullie in alle diepten van Zijn oergoddelijke wijsheid binnenleiden, en dan pas zullen jullie ook volkomen duidelijk inzien wat jullie nu nog maar een beetje zijn beginnen te geloven. Tot die tijd moeten jullie geloven en zoeken in de schriften en ook in de hele natuur; ze zullen jullie zeggen dat het zo is en niet anders! De volle diepte zullen jullie echter, zoals gezegd, pas later volledig inzien. Hebben jullie er nu nog iets tegen in te brengen?"
Hoofdstuk 189: De vraag over de Messias - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[14] Maar omdat alleen hier het ware en enige kindschap van God te bereiken is, wat alle zuivere oergeesten in de hele oneindigheid heel goed weten en ten volle beseffen, kunnen jullie je wel voorstellen dat heel veel geesten met zielen van andere hemellichamen ook met het doel op deze aarde komen, om een ziel die van een andere wereld komt ook in de materie van deze aarde te laten zuiveren. Wel, velen slagen erin bij de eerste poging, en heel velen niet! Als dan zo'n ziel van een andere planeet in een lichaam van deze aarde dan beslist al zodra ze hier komt, het in deze materie die haar zeer bedrukt niet vol kan houden, wel, dan wordt zij door haar geest onmiddellijk weer naar de plaats gebracht waar ze vandaan is gekomen.
Hoofdstuk 188: De noodzakelijke verscheidenheid van wezens en omstandigheden op aarde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[15] Veel zielen, meestal van andere hemellichamen, kunnen de aanblik van deze magere en minst mooie wereld helemaal met verdragen. Gewoonlijk ziet men dan dat hun zintuigen zeer zwak ontwikkeld zijn. Ze houden het hier vaak wellangere tijd uit en doen het een en ander, maar gewoonlijk slechts weinig volgens de mening van de werkelijke mensen van deze aarde; na zo'n leven, dat voor hen in Ieder geval een diepe betekenis heeft en dat gewoonlijk ook niet te lang duurt, keren ze vaak na enkele tientallen jaren, door de mensen van deze aarde natuurlijk niet gekend, weer terug naar hun plaats van herkomst -met vaak een heel goed resultaat vanwege de grote moeite die ze zich getroostten; en daar bereiken ze dan zeker wat ze de eerste keer zochten.
Hoofdstuk 188: De noodzakelijke verscheidenheid van wezens en omstandigheden op aarde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[17] Ja, soms gebeurt zelfs met bewoners van deze aarde hetzelfde, als ze zich door de vreemden ertoe laten verleiden om ook zoveel mogelijk kwaad aan te richten. Zulke zielen, waarvan er helaas niet weinige zijn, zijn dan wat men 'duivels' noemt; maar hun geesten van gene zijde zijn dan net zo lang hun pijnigende leiders tot ze zich geheel verbeteren. En zie, juist daarom is er op deze aarde die grote verscheidenheid, en daarom zijn er zulke merkwaardige toestanden onder de mensen op deze aarde. Ik denk nu dat jullie, die duidelijk scherper kunnen denken dan andere gewone doorsnee mensen van deze aarde, volledige duidelijkheid hebben verkregen over jullie vragen! Of is er nu nog iets wat jullie willen weten?"
Hoofdstuk 188: De noodzakelijke verscheidenheid van wezens en omstandigheden op aarde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[10] JOHANNES ging naar de hut en zei: 'Beste vrienden, ik geloof dat het jullie vandaag niet wil lukken om vuur te maken; want ik heb nu al een poosje naar de hut gekeken, maar nog geen vuur kunnen ontdekken en mijn vriend zei tegen mij: 'Ga voor deze goede en bezorgde mensen vuur maken!' En dus ben ik nu dan hier o m jullie te helpen met het maken van vuur'
Hoofdstuk 190: Johannes is bang voor Hirams scherpe verstand - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[4] JOHANNES zegt: 'Op natuurlijke wijze zou dit met dat bepaalde poeder nog het best te verklaren zijn; maar ik was zo vrij om deze nood nu in één keer in al jullie hutten tegelijk te verhelpen, waarvan jullie je weldra kunnen overtuigen, -dus daarom zal er van dat bepaalde Egyptische vuurpoeder hier wel geen sprake zijn!"
Hoofdstuk 191: Het vuurwonder van Johannes - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[6] Maar AZIONA stelde hen gerust en zei: 'Ga maar rustig en kalm naar jullie hutten terug; want wij weten reeds wat jullie is overkomen!'
Hoofdstuk 191: Het vuurwonder van Johannes - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[8] En nu zei ook HIRAM: 'Ja, mijn beste en wonderlijke vrienden, nu zal ik ook voor korte tijd naar huis gaan om mijn zeker reeds gekookte vissen zonder zout of andere kruiden te gaan eten; daarna zal ik jullie onmiddellijk weer ten dienste staan!"
Hoofdstuk 191: Het vuurwonder van Johannes - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[10] HIRAM zei: 'Edelste vriend, dat zou voor mij meer dan teveel zijn van jullie steeds meer onbegrijpelijke goedheid! Maar ik moet voor jullie toch ook voor een nachtverblijf zorgen, daarom is het noodzakelijk dat ik even naar huis ga om in mijn hut althans voor één van jullie, vanwege de beperkte ruimte, een behoorlijke slaapplaats klaar te maken!"
Hoofdstuk 191: Het vuurwonder van Johannes - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[12] HIRAM zei: 'Ja, als dat zo is blijf ik natuurlijk nu zonder meer hier! Alleen, het enige wat in deze buurt een beetje onaangenaam is, vooral 's nachts, zijn de enorme zwermen van allerlei nare muggen en andere vliegende insecten; en dan zijn er ook nog veel slangen die 's nachts uit hun schuilplaatsen naar buiten komen en ons vaak erg lastig vallen. Er is hier weliswaar ook een groot aantal ooievaars en kraanvogels, die in grote scharen aan komen vliegen en hier hun zeer royale maaltijd houden; maar desalniettemin vermeerdert het ongedierte zich zienderogen zo erg, dat er iedere avond nog genoeg overblijft om ruim tien maal zoveel ooievaars en kraanvogels te voeden. Om die reden is het hier in ieder geval niet zo aangenaam om buiten te overnachten. Ik zou liever zien dat jullie de nacht op het schip doorbrengen, waar men zich in de vertrekken niet voor de insecten, noch voor de muggen en nog minder voor de slangen in acht hoeft te nemen!"
Hoofdstuk 191: Het vuurwonder van Johannes - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[13] JOHANNES zei: 'Maak je om al die dingen maar helemaal geen zorgen; want noch het een noch het ander zal jullie nu en ook in de toekomst ooit meer tot last zijn!"
Hoofdstuk 191: Het vuurwonder van Johannes - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[15] IK prees hem echter en zei: 'Alles voor deze mensen heb Ik Zelfprima geregeld! Maar Ik zeg jullie nu iets anders!"
Hoofdstuk 191: Het vuurwonder van Johannes - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[2] Met deze achtervolgers zal het niet zo goed aflopen als met die onder leiding van Zinka! Deze achtervolgen Mij met een eigen inzet en woede, wat bij Zinka niet het geval was; daarom zal hun onderneming hun zeer duur te staan komen! Want men moet verdwaalde en onder dwang staande mensen anders behandelen dan volslagen duivels! Vandaag zullen jullie Mij een keer als een onverbiddelijke rechter meemaken, bij wie in deze situatie geen liefde zal heersen! Maar nu geheel zwijgen hierover; want onze gastheren brengen zojuist het zeer goed toebereide nachtmaal!'
Hoofdstuk 192: Het wonderbaarlijke nachtmaal - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[6] IK zei: 'Laten we het licht maar aan laten! Weldra zul je wonderen van onze macht te zien krijgen! Maar eerst moeten ze helemaal bij ons komen; en dan zullen we hun laten zien waartoe naar jullie zeggen de goden in staat zijn!"
Hoofdstuk 193: Het naderende schip met de achtervolgers - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[7] Hiermee stelde Hiram zich tevreden; maar AZIONA zei: 'Zie, beste vrienden, ik had jullie nog gevraagd of jullie soms door een vijand achtervolgd werden! Maar jullie zeiden: ' Absoluut niet! ' Hadden jullie er ons maar iets van gezegd, dan hadden wij hun het binnenvaren in deze bocht wel dermate moeilijk gemaakt dat ze daar dertig jaar lang genoeg aan hadden om over na te denken!"
Hoofdstuk 193: Het naderende schip met de achtervolgers - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
...  232 - 233 - 234 - 235 - 236 - 237 - 238 - 239 - 240 - 241 - 242 - 243 - 244 - 245 - 246 - 247 - 248 - 249 - 250 - 251 - 252 - 253 - 254 - 255 - 256 - 257  ...