Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

3934 resultaten - Pagina 244 van 263

...  232 - 233 - 234 - 235 - 236 - 237 - 238 - 239 - 240 - 241 - 242 - 243 - 244 - 245 - 246 - 247 - 248 - 249 - 250 - 251 - 252 - 253 - 254 - 255 - 256 - 257  ...
[9] Geloof Mij, Ik was oneindig zaliger aan het kruis, dan toen Ik door Mijn almachtig Woord hemel en aarde vorm begon te geven! Want als Schepper stond Ik als een onverbiddelijk rechter temidden van Mijn eeuwig ontoegankelijke Godheid. Aan het kruis echter hing Ik als de meest toegankelijke Vader vervuld van de hoogste liefde, reeds omgeven door zoveel kinderen - die in Mij de Vader weliswaar nog niet ten volle herkend hadden, omdat de gekruisigde Zoon, het lichaam van de Vader, hun in de weg stond, maar Mij toch met alle kracht als de Zoon van de allerhoogste Vader boven alles liefhadden.
Hoofdstuk 186: De zuivere vreugde van de kinderen is ook de vreugde van de hemelse Vader - Een heilige liefdes - en Godsgeheim - Over de kinderlijke eenvoud - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[20] Weliswaar is onze innerlijke levenstafel nog lang niet zo rijkelijk met goedsmakende spijzen bedekt als deze uiterlijke. Maar wilt U de tafel in ons zegenen, o heilige Vader, opdat hij rijk zal worden door daden van liefde, deemoed en de grootste zachtmoedigheid, zoals die door U gewild is. Dan zullen wij ook U, o heilige Vader, een waar en eeuwig daadwerkelijk Hosanna toe kunnen zingen.
Hoofdstuk 187: Liefdesmaal van de Heer bij de zonnemensen - Waar de juiste plaats van de Heer is - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[6] UHRON EN SHONEL zeggen: 'Heer, lieve, heilige Vader, Uw eeuwige heilige wil is immers ons aller leven, ons aller uiterlijke en innerlijke leven. Wij allen behoren U toe en niet onszelf, wij allen zijn Uw werk! Hoe zouden wij dan onze wil te kennen geven, of wij het goed zouden vinden of niet?
Hoofdstuk 188: Over de eeuwige zegen aan de tafel van de Heer – Plotselinge verandering van de drie zonnedochters - Wenk over de macht van de liefde en haar wonderen - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[12] Want mijn ik is het onmetelijke al; en dit bevindt zich in het oordeel. Hoe kan ik in mijn al-heid los komen van het oordeel? Wat jij hier voor je ziet, is slechts de innerlijke levenskern van mijn voor jouw begrip eindeloze zijn! Als jij me kunt geven wat ik verloren heb, dan zal ik je ook onverwijld volgen!'
Hoofdstuk 192: Martinus' verstandige antwoord aan Satan - Satan antwoordt op Martinus' voorstellen vanuit zijn grootheidswaan - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[20] JOHANNES zegt: 'Lieve Martinus, als hij ons niet zou hebben bevolen naar huis te gaan, dan zouden we al naar huis zijn gegaan. Maar zijn wil mag de onze niet bepalen, daarom zullen wij nog een poosje blijven. Want als we nu op zijn woord hier vandaan gingen, dan zou dat voor hem een triomf over ons zijn. Als hij echter over ons zou triomferen, dan zou het er slecht met ons voor staan. Daarom willen en moeten wij nog een poosje blijven en deze omgeving in orde brengen; zo zij het dan!'
Hoofdstuk 196: Martinus, Johannes en Satan - Martinus' eerlijkheid en de wijsheid en vastbeslotenheid van Johannes - Satans geest van tegenspraak en verwijt aan Johannes - Het antwoord van Johannes - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[5] JOHANNES zegt: 'In het begin van alle worden en zijn was het Woord, het Woord was bij God, God was het Woord, en alle dingen zijn door het Woord gemaakt. Dit Woord is dan ook Zelf vlees geworden en heeft onder het geschapen vlees gewoond; maar de duisternis van de wereld heeft het niet herkend.
Hoofdstuk 198: Woordenstrijd tussen Johannes en Satan over Gods alomtegenwoordigheid en het ontstaan van het kwaad - Satan in zijn soort een triomf van de Schepper - Het bewijs van Johannes over de werkelijke verlossing van het kwaad - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[6] De Heer Zelf kwam, om alles nieuw te maken, tot de Zijnen in Zijn eigendom. Maar de zijnen herkenden niet het Licht, de wijzen van de wereld niet het eeuwige Woord en de kinderen niet hun eeuwige, heilige Vader. Want jij alleen hield het bewustzijn van alle mensen gevangen, opdat zij Diegene vooral niet zouden herkennen, Die van eeuwigheid was, is en eeuwig alles in alles zal Zijn.
Hoofdstuk 198: Woordenstrijd tussen Johannes en Satan over Gods alomtegenwoordigheid en het ontstaan van het kwaad - Satan in zijn soort een triomf van de Schepper - Het bewijs van Johannes over de werkelijke verlossing van het kwaad - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[9] SATAN zegt: 'Je weet immers dat er al van oudsher gezegd wordt, dat er in mij geen waarheid is. Als dat zo is, waarmee zou ik je dan garantie kunnen geven? Jouw wil zal mijn oordeel zijn, als ik mijn woord breek. Dat is alles wat ik jou tot waarborg van mijn belofte kan geven!'
Hoofdstuk 200: Satan in tegenstrijdigheden verwikkeld - Satan, de verderver en verleider - Nieuw vredescontract tussen Johannes en Satan - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[11] Hierop roept JOHANNES alle aanwezigen bijeen en zegt tegen hun: 'Broeders, jullie weten dat een contract tussen een eerlijk mens en iemand die van oneerlijkheid wordt verdacht getuigen nodig heeft, opdat door hen het contract volledig rechtsgeldig is. Jullie hebben nu alles gehoord en gezien, wat hier is voorgevallen en werd gesproken en met welk doel. Vanwege het getuigenis zijn jullie in opdracht van de Heer hier mee naar toe gekomen, zoals Martinus en ik vanwege het woord en de bemiddeling en ook vanwege het getuigenis. Daarom zullen jullie allen een eeuwig levend getuigenis blijven van datgene, wat jullie hier gezien en gehoord hebt. En jullie getuigenis zal eeuwig waar zijn voor de Heer en voor al Zijn hemelen en kinderen!'
Hoofdstuk 200: Satan in tegenstrijdigheden verwikkeld - Satan, de verderver en verleider - Nieuw vredescontract tussen Johannes en Satan - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[17] Nu nog een woord tot de nieuwe kinderen van deze aarde. Maar dat moet uit jouw mond komen!'
Hoofdstuk 202: Het loon van de overwinnaar - Het hemelse huwelijk als hoogste voleinding van de goddelijke orde - Over het wezen van de vrouw - Martinus' goede keus en overgave aan de wil van de Heer - Een wenk over het hemelse huwelijk - Martinus' hemelse missie als voleindigde - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[3] Blijf voortaan in de leer die uit de mond van de Heer tot jullie kwam, dan zal de weg van jullie tot Hem wonderbaarlijk kort zijn. Als jullie echter mettertijd Zijn woord en leer minder waarderen dan thans, nu jullie van het woord van de Heer helemaal doordrongen zijn, dan zou deze weg evenwel steeds langer en moeizamer worden, waarvoor echter de Heer Zelf en jullie grote liefde tot Hem jullie zal bewaren!
Hoofdstuk 203: Toespraak van Martinus, de nieuwe beschermengel, aan zijn zonnegemeente - Uhrons goede antwoord aan Martinus - Zijn verzoek aan de Heer en Diens Amen - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[9] Op dezelfde wijze lijkt ook de gehele mens op al die dingen. Wat is zijn hart in natuurlijk opzicht? Is het niet een centraalzon van het hele lichaam? En al die talloze zenuwen en vezels - nevenzonnen, enzovoort? De uiterlijke huid als omhulsel omspant het gehele levende organisme. Zou een mens echter zonder dit uiterlijke omhulsel kunnen bestaan, dat een goede en deugdelijke bescherming vormt voor het hele levenskrachtige innerlijke organisme van het lichaam van een mens alsook van ieder dier? - Hier hebben wij dus weer een overeenstemmend beeld van een hulsglobe!
Hoofdstuk 6: Het etherische, omvattende omhulsel van hemellichamen en stelsels van hemellichamen. De grootste verzameling hemellichamen: een hulsglobe - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[12] Zouden de raderen van een klok op zichzelf eigenlijk wel datgene doen, wat ze doen, als de assen ervan niet in de eerste plaats een stevige boven- en onderlaag zouden hebben, als het ware een omhulling, waarbinnen zij geplaatst of gezet worden om te bewegen? Maar wanneer dit alles er al is, wat mankeert er dan nog om de raderen ordelijk te laten bewegen? - Een centraalzon mankeert er nog, en dat is de veer in de klok. De klok zou dus niet kunnen bestaan, wanneer ten eerste alle raderen geen omhulsel en ten tweede geen innerlijke aandrijvende kracht zouden hebben.
Hoofdstuk 6: Het etherische, omvattende omhulsel van hemellichamen en stelsels van hemellichamen. De grootste verzameling hemellichamen: een hulsglobe - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[14] Zo kunnen ook planten, die op jullie aarde bestaan, veranderd en veredeld worden, maar op een veel moeizamere en verreweg meer gebonden manier. - Alleen in de geest is ook op de overige planeten een soortgelijke volmaaktheid bij de mensen zichtbaar, zoals bijvoorbeeld de vruchten van dichterlijke fantasie, hetzij in de taal van begrippen, die door het woord worden uitgedrukt, hetzij in de taal van de beeldvorming, die door overeenkomstige beelden wordt uitgedrukt met behulp van kleuren of andere, voor de beeldvorming geschikte voorwerpen; heel in het bijzonder echter door de taal van de klanken, waarin zo’n componist de grootste verscheidenheid kan ontplooien, wanneer zijn geest in dit vakgebied geheel gewekt is. Maar ondanks dit alles is zelfs deze volmaaktheid van de uiterlijke vorm op de planeten slechts een zwakke afspiegeling van al die dingen, die in ieder denkbaar opzicht op de volmaakte planeet van de zon aanwezig zijn.
Hoofdstuk 1: De zon als compleet beeld van de planetenwerelden. Algemene dingen over aardbodem en plantengroei - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[1] Maar wat gebeurt er nu eigenlijk met degenen, die de wet van de orde van Mijn wil niet in acht hebben genomen? - Dezen verlaten dan hun lichamen en gaan naar een andere zonnesfeer, en wel de eerstvolgende innerlijke zon, waar ze weer door passend voorbereide lichamen worden opgenomen. Daarbij behouden ze het volle bewustzijn van hun vroegere bestaan, opdat zij daardoor gewaar worden dat die toestand een met zekerheid gevolgde straf is, aangezien zij in strijd met de levende wet van Mijn wil hebben gehandeld. Overigens bezitten zij ook hier hun volmaakte, machtige wilsvrijheid en kunnen ze doen als tevoren. Als ze hier weer buiten Mijn orde treden, dan komen ze daarna weer in een nog meer naar binnen gelegen zon en bij steeds voortgezette gevallen van overtreding van Mijn orde tot in de binnenste zon zelf, die tegelijkertijd ook de meest materiële en stevigste is.
Hoofdstuk 3: De ontwikkelingsweg van de zonnemens – in strijd met of overeenkomstig de goddelijke orde - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
...  232 - 233 - 234 - 235 - 236 - 237 - 238 - 239 - 240 - 241 - 242 - 243 - 244 - 245 - 246 - 247 - 248 - 249 - 250 - 251 - 252 - 253 - 254 - 255 - 256 - 257  ...