Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16308 resultaten - Pagina 244 van 1088

...  232 - 233 - 234 - 235 - 236 - 237 - 238 - 239 - 240 - 241 - 242 - 243 - 244 - 245 - 246 - 247 - 248 - 249 - 250 - 251 - 252 - 253 - 254 - 255 - 256 - 257  ...
[8] Want ook al wordt er zeker naar Jeruzalem bericht dat degenen die er op uitgestuurd zijn om Mij op te sporen ergens aan zee verongelukt zullen zijn, omdat men ondanks al het zoeken niets meer van hen kan vinden dan zal in de tempel slechts door de speciaal daarvoor aangestelde tempeldienaren, zowel mannen als vrouwen, drie uur lang ceremonieel geweeklaagd worden en daarna denkt niemand in de tempel meer aan de verongelukten, maar men zal echter weer anderen voor hetzelfde doel uitsturen, hen uitrusten met volmachten, geld en de nodige wapens en hen wegzenden met allerlei strenge opdrachten; dezen trekken er dan op uit en keren meestal onverrichter zake weer naar huis terug, of vaak ook helemaal niet, zoals zij die ons gisteren bezochten. -Nu weet je precies hoe de zaken er voor staan, en kun je zonder schroom behouden wat Ik je geef en wat Ik voor je bescherm en veilig stel"
Hoofdstuk 223: Vijandelijke verkenningsschepen in zicht. De storm als afweermiddel - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[5] De goede Jehova is weliswaar aan één stuk door bezig de mensen goed te maken en naar zich toe te trekken. Maar dat helpt hem niet bijzonder veel; want satan verstaat de kunst beter om zielen voor zich te vangen en verovert al maar hele scharen op de goede Jehova. Wel dreigt de goede Jehova satan voortdurend met allerlei straffen en gerichten; maar satan lacht daar steeds om en doet toch wat hij wil. -Heer, wat moet men nu van dergelijke overleveringen denken? O Heer, geef ons hierover de juiste opheldering!" .
Hoofdstuk 224: Aziona vraagt naar het leven van de ziel na de dood - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[1] IK zeg: 'Kijk, Mijn dierbaren! Wat de heidense boeken ervan zeggen is slechts een zeer gebrekkige weerklank van wat er helder en duidelijk geopenbaard is aan de oermensen van deze aarde door dezelfde geest die nu in Mij woont.
Hoofdstuk 225: Kinderen van God (van boven) en kinderen van de wereld (van beneden) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[5] Dit tweede en veel edeler soort mensen van deze aarde kan men 'godskinderen' noemen, en aan hen alleen is het ook voorbehouden om de geheimen van Gods rijk te vatten, te begrijpen en de kinderen van de wereld hierin te onderwijzen al naargelang er vraag naar is en het vermogen om het te begrijpen; zij wijzen hun de weg waarlangs ook zij tot kinderen Gods en tot burgers van Zijn rijk kunnen worden.
Hoofdstuk 225: Kinderen van God (van boven) en kinderen van de wereld (van beneden) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[8] Zoals niet moeilijk is te begrijpen, is het zieleleven van de mensen na het afvallen van hun lichaam in voortdurende ontwikkeling, omdat de voleinding ervan onmogelijk het werk van een moment kan zijn, en wel omdat de ziel evenals haar voormalig materiële lichaam wat ruimte en tijd betreft een begrensd wezen is, dat in zekere zin ingeperkt is in die bepaalde mooie mensenvorm en daarom het oneindige en het eeuwige zowel qua ruimte als tijd, en ook wat de absoluut onbegrensde macht van Gods geest en Zijn werken betreft, alleen maar stukje bij beetje in zich op kan nemen en bevatten.
Hoofdstuk 225: Kinderen van God (van boven) en kinderen van de wereld (van beneden) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[9] Het komt daarbij op het niveau van de innerlijke ontwikkeling aan waarop een ziel haar lichaam verlaat. Is dit in overeenstemming met de bestaande goede wetten, dan zal de toestand van de ziel aan gene zijde zeker meteen zodanig zijn, dat ze zich dadelijk naar een hogere voleindingstrap van het vrije leven kan begeven en aldoor naar een hogere trap verder kan gaan.
Hoofdstuk 225: Kinderen van God (van boven) en kinderen van de wereld (van beneden) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[10] Maar heeft een ziel door een gebrekkige opvoeding, of in het slechtere geval, door gebrek aan enige goede wil, terwijl zij heel goed op de hoogte was van de bestaande wetten, het lichaam moeten verlaten zonder zich in het lichamelijke leven en de omstandigheden daarvan ook maar enigszins naar het ware en betere gericht te hebben, wel, dan zal het toch voor ieder die enigszins helder denkt gemakkelijk te begrijpen zijn dat zo'n totaal verkommerde, beklagenswaardige ziel aan gene zijde alleen maar in een zodanige, zeker niet benijdenswaardige situatie geplaatst moet worden dat zij daarin overeenkomstig de hoogste liefde en wijsheid van God eerst gereinigd en genezen kan worden van haar dierlijke ruwheid, en zich allengs tot een hoger levensniveau kan verheffen, van waaruit ze dan steeds gemakkelijker naar een nog hoger niveau overgaat"
Hoofdstuk 225: Kinderen van God (van boven) en kinderen van de wereld (van beneden) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[1] (DE HEER:) 'Nu zijn er echter op deze aarde ook mensen die als kinderen van buitengewoon rijke ouders alle mogelijke opvoeding en ontwikkeling genoten hebben. Maar toen ze ouder werden en belangrijke functies en hoge eervolle posities kregen, voer de duivel van de hoogmoed in hun hart. Ze begonnen te heersen, hun medemensen te haten, te bedriegen en te onderdrukken en zich helemaal over te geven aan de lust van hun zinnen. Hun hemel, waar ze vol begeren naar streefden, was een uiterst luxueus leven in alle weekheid, pracht en weelde. Wie hen niet wilde dienen werd op de meest gruwelijke wijze vervolgd en zonder enig pardon te gronde gericht.
Hoofdstuk 226: Het leven van de wereldmensen aan gene zijde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[3] Kijk, dit soort zielen heeft zich toch wel strafbaar gemaakt, wat ieder enigszins rechtschapen denkend mens moet toegeven! En toch worden ze door Mij niet gericht, maar in een toestand en een leven geplaatst dat helemaal overeenkomt met wat ze op deze wereld hadden, alleen met dit verschil dat hun buren tot in de verre omtrek geheel hetzelfde hebben, zijn en willen als degenen die hier pas zijn aangekomen. En dan duurt het niet zo lang tot er een uiterst verbitterde oorlog begint; want ieder waant zichzelf de hoogste en machtigste, wil over allen heersen en beschouwt ieder als een strafbare muiter, die zich niet wil schikken naar zijn bevelen en wetten.
Hoofdstuk 226: Het leven van de wereldmensen aan gene zijde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[7] Ik denk dat Ik jullie nu wel voldoende heb ingelicht over hetgeen jullie Mij in feite gevraagd hebben; maar desalniettemin zal Ik er voor jullie toch nog het een en ander aan toevoegen, -luister dus nog verder naar Mij!"
Hoofdstuk 226: Het leven van de wereldmensen aan gene zijde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[3] Laten we aannemen dat er zich hier voor ons ongeveer een paar honderd buitengewoon sterke strijders bevinden, honderd aan de ene en honderd aan de andere kant. Zodra ze op elkaar afstormen, hef Ik ze met Mijn innerlijke macht omhoog de lucht in en laat hen door een heftige wind naar alle kanten en richtingen verspreiden. Vraag: Hoe zullen zij nu zonder enig vast steunpunt hun strijd beginnen en voltrekken? Zal iemand zich zelfs met de krachtigste voeten in de lucht ook maar een stap verder kunnen bewegen of een echt geweldige slag met zijn hand kunnen geven en daarbij recht overeind blijven?
Hoofdstuk 227: De nietigheid van een kracht zonder tegenkracht - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[8] Epiphanes probeerde het, maar verloor natuurlijk meteen zijn gemakkelijke verticale positie, en hoe meer hij met handen en voeten werkte des te meer kwam hij in allerlei ongemakkelijke houdingen te!echt. Tenslotte draaide hij als een in de lucht zwevend blad rond en een slechts heel licht zuchtje wind begon hem verder weg te schuiven en wel volgens Mijn wil naar het huis van Aziona, aan welks muren hij een vast steunpunt vond, hij veranderde zijn ongemakkelijke positie weer in de gemakkelijke verticale en werkte zich toen, de muur vastpakkend, naar beneden tot op de grond.
Hoofdstuk 227: De nietigheid van een kracht zonder tegenkracht - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[9] Toen EPIPHANES weer met zijn voeten op de grond stond, was hij buitengewoon blij, loofde Mij en kwam snel naar ons aan tafel en zei: 'O Heer, alles wat U wilt, -maar niet meer zo'n verschrikkelijk experiment! Ik had jullie vanuit de lucht moeten vertellen wat ik onderging en voelde! Ja, dat had ik vanuit de verticale positie, waarin ik me tamelijk prettig voelde, wel kunnen doen, namelijk dat het echt aangenaam was en mij wel kon bekoren; maar toen ik op Uw verzoek begon te bewegen en me alle posities moest laten welgevallen omdat ik ze niet kon veranderen, was het met het spreken gedaan. Ik had het hooguit op een angstig schreeuwen kunnen zetten als ik me niet geschaamd had, maar een verstandig woord was absoluut onmogelijk geweest! Als je door duizend duizelingen wordt bevangen en je machtelozer voelt dan een mug, -spreek dan maar eens als je kunt; voor mij was het totaal onmogelijk!
Hoofdstuk 227: De nietigheid van een kracht zonder tegenkracht - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[1] IK zeg: 'Daarom heb Ik jullie immers die voorbeelden gegeven, opdat jullie de hierop volgende uitleg over satan en zijn engelen gemakkelijker kunnen begrijpen; luister daarom nu verder naar Mij!
Hoofdstuk 228: De tegenpool van God - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[12] De concrete, uit vele verschillende gedachten en ideeën bestaande totale voorstelling -ook al is deze nog een puur geestelijk beeld in de ziel -behoort, omdat zij reeds een zeker gefixeerd bestaan heeft, niet meer tot de hoofdpool maar tot de tegenpool, omdat ze in zekere zin als een afgescheiden geheel op zichzelf bestaat en waarneembaar is voor de ziel in al haar delen en door verdere activiteit helemaal als materiële zaak uitgedrukt kan worden en zodoende als een gericht en gefixeerd ding niet meer tot de levenssfeer van de geest en de ziel kan behoren. -Maar luister nog verder naar Mij!"
Hoofdstuk 228: De tegenpool van God - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
...  232 - 233 - 234 - 235 - 236 - 237 - 238 - 239 - 240 - 241 - 242 - 243 - 244 - 245 - 246 - 247 - 248 - 249 - 250 - 251 - 252 - 253 - 254 - 255 - 256 - 257  ...