Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

22349 resultaten - Pagina 244 van 1490

...  232 - 233 - 234 - 235 - 236 - 237 - 238 - 239 - 240 - 241 - 242 - 243 - 244 - 245 - 246 - 247 - 248 - 249 - 250 - 251 - 252 - 253 - 254 - 255 - 256 - 257  ...
[12] U, o Heer, weet echter wel wat ons in deze sterfgeschiedenis allemaal een raadsel zal blijven! Daarom wil ik over het geheel zeker geen vragen meer stellen, omdat de hele geschiedenis toch al van a tot z een vraag is; o Heer, leg daarom meteen liever alles uit, want ik weet niet wat ik er mee aan moet! De ziekte op zich was al erg raadselachtig, Iaat staan de verschijnselen tijdens en na het sterven! Het boven het huis opstijgen van de blauwe nevel, die kennelijk geestelijk was, de dieren daarin, daarna de splitsing van de ene grote ballon in twee kleinere, de plagende eksters, de reusachtige adelaars, de verandering daarvan in koeien zonder horens, enzovoorts, -kortom, alles is een fabel die absoluut niet, en door niemand, te geloven is als men die zo maar ergens zou vertellen! Maak daarom, o Heer, als U zo genadig wilt zijn, deze geschiedenis wat begrijpelijker voor ons; want tot op heden hangt tussen mij en die geschiedenis meer dan de drievoudige doek van Mozes! "
Hoofdstuk 157: Ontwikkeling van de zielsvormen van de twee gestorven vrouwen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[3] En IK zei tegen allen: "Hoewel jullie gelezen hebben over de kinderen van de slang, doen jullie bij deze geschiedenis toch alsof je geen inzicht hebt! Kijk, op deze aarde komen giftige mineralen, giftige planten en eveneens bekende, giftige dieren voor! De giftige mineralen zijn helemaal giftig, de giftige planten voor het grootste deel, en de giftige dieren, in verhouding tot hun gehele lichaam, voor het kleinste deel. Jullie hebben ook gehoord dat de zielen van mensen die puur van deze aarde zijn, een conglomeraat (opeenhoping) zijn van mineralen-, planten en dierenzielen. Dat is iets wat Ik jullie al meermalen heb uitgelegd, alleen heb Ik toen meer in het algemeen dan in het bijzonder gesproken, en Ik heb ook tot op heden geen speciale uitzonderingen vermeld; dit is echter zo'n speciale uitzondering, en Ik wil jullie daar allen meer mee vertrouwd maken.
Hoofdstuk 158: Het gif in mineralen, planten, dieren en mensen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[9] Wel, de specifieke zielekrachten van deze giftige wezens en hun intelligentievermogen gaan uiteindelijk samen en vormen uiteindelijk ook een gestalte, maar altijd. alleen. een vrouwelijke, die dan natuurlijk ook altijd nog een bijzonder giftige eigenschap heeft. Deze zielen komen uiteindelijk ook op de weg van het vlees doordat zij ergens door middel van de geslachtsdaad op de bekende wijze worden verwekt."
Hoofdstuk 158: Het gif in mineralen, planten, dieren en mensen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[2] Maar het is voor iemand die uit de positieve orde is voortgekomen nooit raadzaam te dicht bij zo iemand in de buurt te komen, want ook al schaadt deze zijn ziel .niet rechtstreeks, dan schaadt hij echter toch zijn lichaam, dat niet geschikt is om zulk gif op te nemen. En dat brengt ons reeds bij onze weduwe!
Hoofdstuk 159: De giftige aard van de weduwe en haar dochter. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[3] Haar ziel, die voor de rest heel goed is en in een goede orde is overgegaan, heeft haar driftige oerelement in de milt en de lever van haar lichaam opgeslagen, en daar blijft het rustig en verder onschadelijk zolang deze persoon zich niet om de een of andere reden onstuimig opwindt. Als zo'n echte giftige persoon echter opgewonden is, is het voor iedere man hoog tijd zich snel uit haar giftige sfeer terug te trekken
Hoofdstuk 159: De giftige aard van de weduwe en haar dochter. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[4] Want het gif dat zich in haar lichaam bevindt, is etherisch van aard en houdt verband met de zenuwen, en dringt door tot in de uitstralende levenssfeer van deze persoon. Wie het door inademing of door een langer verblijf in zo'n met gif bezwangerde sfeer met de ether van de eigen zenuwen in aanraking brengt, wat heel gemakkelijk gebeurt, is lichamelijk verloren, vooral als hij het tegengif met kent.
Hoofdstuk 159: De giftige aard van de weduwe en haar dochter. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[5] Het tegengif is dan, als alle zenuwen niet reeds te sterk aangedaan zijn, die bepaalde bouillon; tevens zou men echter die dieren in een groot vat in olijvenolie moeten smoren, en dan zou men naast het drinken van de bouillon, ook het hele lichaam grondig met deze slangenolie moeten inwrijven. Dat zou pas een volledige genezing kunnen bewerkstelligen, omdat het reeds in de zenuwen aanwezige gif zich meteen uit de zenuwen terugtrekt en zich gedeeltelijk via de bouillon in de maag of via de olie, met zijn daarin aanwezige oerelement verbindt en verenigt, en daardoor niet meer op de zenuwen kan inwerken en deze ook niet meer kan schaden.
Hoofdstuk 159: De giftige aard van de weduwe en haar dochter. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[12] De beide mannenzielen, die vroeger mannen van de weduwe waren, onderkennen dit tekort en brengen dit volgens de goede orde. Zo komt er een nieuw leven in de gestalten van de koeien, alles wordt door elkaar gemengd, daardoor ontstaat een nieuwe organische structuur, en weldra ontstaan daaruit twee volmaakte mensengestalten. Deze worden nu door de aanwezige mannenzielen liefdevol begroet en deze liefde vormt meteen de juiste oerstof voor de overeenkomstige kleding, en zo worden de eerst zo schamele zielen weer voor altijd volledige mensenvormen, begiftigd met de nodige kennis, hetgeen duidelijk te zien is aan het feit, dat zij in westelijke richting vertrekken.
Hoofdstuk 159: De giftige aard van de weduwe en haar dochter. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[1] CYRENIUS zegt: "Heer, Gij enige Wijze en Rechtvaardige, deze geschiedenis is mij nu volkomen duidelijk, want ik zie in het ontstaan en de ontwikkeling van de natuur dit van U uitgaande, waarlijk goddelijke kunstwerk, ik zie Uw eeuwige orde en zie ook dat U alleen binnen zo'n orde alle dingen mogelijk zijn. Maar bij dit alles blijft één ding mij echt wat duister en ik kan nadenken wat ik wil, het wil me toch niet helderder en duidelijker worden.
Hoofdstuk 160: Cyrenius' twijfels over de aardse orde van zielsontwikkeling. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[4] In Mozes staat bijvoorbeeld: 'En God de Heer maakte de mens uit een klomp aarde, en Hij blies de levende adem in zijn neus. En zo werd de mens een levende ziel. ' Als men letterlijk zou mogen aannemen wat er staat, zou U als God, volgens deze weliswaar erg duistere woorden, de mens toch wel een reeds volmaakte ziel door de neusgaten ingeblazen hebben, en de gehele mens zou dan naar Uw gelijkenis een volmaakte ziel geworden zijn. Maar het een is al net zo onbegrijpelijk als het andere. Daarom vraag ik U ons allen, ook al is het maar heel bescheiden, enige opheldering te geven!"
Hoofdstuk 160: Cyrenius' twijfels over de aardse orde van zielsontwikkeling. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[6] CYRENIUS zegt: "Ja, ja Heer, U heeft altijd gelijk! Ik weet het nu alweer; op deze berg en in deze nacht is alles ons haarfijn uitgelegd toen wij allen door het magische licht van die lichtbol de wording van alles en zelfs de uitstroming van Uw gedachten en ideeën, hun oneindige verscheidenheid en zelfs onze hoogst eigen gedachten in de vorm van vurige tongen en tongetjes voor ons hebben zien zweven! la, ja, dat alles hebben wij niet alleen reeds gehoord, maar ook duidelijk gezien!"
Hoofdstuk 160: Cyrenius' twijfels over de aardse orde van zielsontwikkeling. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[2] Ik begrijp namelijk nog steeds niet waarom onze menselijke ziel, vóór zij overgaat in de volledige, intelligente, menselijke vorm, helemaal verdeeld in duizendmaal duizend planten, ja zelfs in mineralen en in meer dan het dubbele aantal dieren moet bestaan. Zij moet dus vóór zij een volmaakte mensenziel wordt, eerst uit het gesteente -en wie weet waaruit nog meer -door bliksem in zekere zin naar buiten gebrand en door regen vervolgens naar buiten gedreven worden! Daarna gaat deze zielsverhuizings - en zielsverzamelingsgeschiedenis heel traag en langzaam door de hele planten en dierenwereld heen, en tenslotte valt de aankomende, sterke mensenziel nog de eer te beurt in minstens twintig ossen gedood en geslacht te worden en ook nog in, zeg maar, honderd schapen, kalveren en ezels. Dat noemen wij Romeinen een harde leer!
Hoofdstuk 160: Cyrenius' twijfels over de aardse orde van zielsontwikkeling. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[3] Is God dan niet in staat meteen een volmaakte mensenziel te scheppen en deze dan te bekleden met vlees en bloed? Waarom moet dat zo langzaam gaan? Kijk eens naar Raphaël! Wat komt hij nog te kort voor een volmaakt leven. Wij, samengeraapte zielen, wat stellen wij voor vergeleken bij hem. Heeft hij in zijn pink niet meer macht en wijsheid dan wij in ons hele lichaam dat uit legioenen is samengesteld. Ik zou de ondergang van duizend legioenen van de meest beproefde krijgers niet graag willen zien; in een oogwenk zou hij ze allen tot stof vermorzelen! Dat noem ik pas een bekroning van het leven! Als U aan hem deze macht kunt geven, waarom dan niet aan een mensenziel. Of heeft zijn geest ook als ziel eerst zo'n verschrikkelijke tocht moeten maken door wie weet hoe ontelbaar vele fasen? Daar, o Heer, bevind ik mij in het duister! Geef ook daar het juiste licht, dan zal ik U verder met zo 'n domme vraag zeker niet meer lastig vallen!
Hoofdstuk 160: Cyrenius' twijfels over de aardse orde van zielsontwikkeling. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[3] Met deze teksten zou men de scheppingsgeschiedenis nu als afgedaan moeten beschouwen; maar, dat is in de verste verte niet zo! Verderop, nadat God de Heer Zijn schepping overal bekeek en alles zeer goed vond, laat Mozes weer door God de eerste mens uit leem of uit een klomp aarde maken en hem door de neus een ziel inademen, en de mens zou nu helemaal gereed zijn; alleen schijnt God vergeten te zijn dat de man ook een vrouwtje nodig heeft!
Hoofdstuk 161: Cyrenius bekritiseert Mozes' scheppingsgeschiedenis. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[2] Op welke wijze het ontstaan wat het natuurlijke proces betreft, begrepen moet worden, heb Ik jullie voor zover dat voorlopig voor jullie noodzakelijk is, deze nacht al laten zien. En Mathaël, die heel vertrouwd is met de kennis der analogieën, heeft jullie een dag geleden ook verteld hoe de geschriften van Mozes opgevat moeten worden; en Ik moet jou, vriend Cyrenius, nogmaals zeggen dat je werkelijk erg kort van memorie bent! Wel heb Ik voorheen je geheugen nieuw leven ingeblazen en kun je je daarin nu, als je echt wilt, een beetje vrijer bewegen; maar om jouw twijfel aan de Mozaïsche mensenschepping terecht te wijzen wil Ik je er nog zoveel bij vertellen, dat jij en ook nog vele anderen daaruit kunnen concluderen waar het hier bij deze zaak nu eigenlijk om gaat.
Hoofdstuk 162: De schepping van Adam en Eva. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
...  232 - 233 - 234 - 235 - 236 - 237 - 238 - 239 - 240 - 241 - 242 - 243 - 244 - 245 - 246 - 247 - 248 - 249 - 250 - 251 - 252 - 253 - 254 - 255 - 256 - 257  ...