Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16678 resultaten - Pagina 244 van 1112

...  232 - 233 - 234 - 235 - 236 - 237 - 238 - 239 - 240 - 241 - 242 - 243 - 244 - 245 - 246 - 247 - 248 - 249 - 250 - 251 - 252 - 253 - 254 - 255 - 256 - 257  ...
[4] De op deze wijze verzonnen god moest laten merken dat hij er was, en dat natuurlijk zo wonderdadig mogelijk! Als het volk de god eenmaal door een aantal wonderdaden had waargenomen, dan moest het zich ook al gauw strenge wetten van hem laten welgevallen. Wee de overtreders daarvan! Om te voorkomen, dat de mensheid in haar blinde, domme vrees voor de eenmaal als vaststaand aangenomen wonderdadige god echter niet na een gemakkelijk begane zonde in volledige vertwijfeling zou raken, hebben de slimme plaatsvervangers van god middelen uitgedacht ter verzoening met de beledigde godheid. Zij hebben daarvoor offers en andere pijnlijke manieren van boetedoening bedacht, waardoor de zondaar weer de vriendschap van zijn beledigde god terug kan winnen. En zo bestaan er nu reeds overal op de lieve aarde naast de burgerlijke wetten van het land ook wetten die van de een of andere god uitgaan en die zo gesteld zijn, dat een mens, ook al is hij nog zo kuis en deugdzaam, daar dagelijks zonder meer wel tienmaal tegen zondigen moet, waardoor hij zich voor de genade en het welgevallen van zijn god enigszins onwaardig heeft gemaakt. Hij moet zich 's avonds, nog voor zonsondergang, door voorgeschreven middelen reinigen, omdat hij anders meteen in een erger kwaad kan vervallen.
Hoofdstuk 34: Roclus vergelijkt menselijke met goddelijke daden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[1] (ROCLUS:) 'Maar deze plaatsbekleders van God in Jeruzalem zijn ten eerste dom als nachtuilen overdag, daarbij vraatzuchtig als wolven en heerszuchtig en jaloers als een rode haan, en tevens ook nog ruw, onbeschaafd en onverdraaglijk als wilde zwijnen! Wie kan er nu met zulke buren vreedzaam samenleven?! Wie voelt zich niet verplicht, als de zaken er zo voor staan, zijn terechte woede tegen hen te uiten?! Tegen zulk menselijk uitschot moet men toch nu en dan optreden door de zuivere waarheid ten aanschouwe van iedereen aan het licht te brengen en hen welgemeend te laten zien met wat voor schandelijke schurken ze te maken hebben! Wij ontnemen de mensheid daardoor zeker niets anders dan hun oude blindheid!
Hoofdstuk 35: Roclus laat zien dat het hart de zetel is van de ware godheid - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[3] Of moet men een dergelijk oud en verroest, menselijk bedrog zelfs nog prijzen, om de joodse godheid, die evenals de Romeinse Zeus helemaal niet bestaat, een aangename dienst te bewijzen? Neen, zoiets zal een eerlijke Esseen nooit doen! Wij kennen een ander allerheiligste, en dat is een eerlijk en braaf mensenhart! Daarin zetelt de ware godheid! Deze moet ieder waarachtig en eerlijk mens in zichzelf, evenals ook in zijn medemens, erkennen! Doet hij dat, dan heeft hij ook achting voor de menselijke waardigheid in de medemens. Doet hij dat echter niet, dan geeft hij een erbarmelijk slecht getuigenis van zichzelf en verlaagt hij zich tot beneden het redeloze dier. ja, er kan een God zijn; maar die vindt de mens alleen in de ware levensdiepte van zijn eigen hart, en de naam van deze ware God is 'Liefde'! Dat is de enige, ware Godheid; daarbuiten bestaat er eeuwig geen! Wie deze echt gevonden heeft, heeft het principe van het leven gevonden en zal dan hierdoor nog meer vinden, misschien zelfs een eeuwig onverwoestbaar leven!
Hoofdstuk 35: Roclus laat zien dat het hart de zetel is van de ware godheid - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[4] Men moet in zichzelf liefde door liefde vergaren en de liefde daardoor steeds machtiger maken! Door deze geconcentreerde levenskracht zal men waarschijnlijk heel gemakkelijk met succes het hoofd kunnen bieden aan die vijandelijke andere krachten, en daardoor als overwinnaar het voortbestaan van zijn leven voor eeuwig veilig kunnen stellen temidden van duizend vijandige krachten, die, al is het niet lichamelijk, dan toch in zekere zin geestelijk blindelings op hem inwerken. Want iedere kracht op zichzelf is toch oorspronkelijk geestelijk en moet dat ook zijn, omdat wat wij eenmaal te zien krijgen niet meer de werkende kracht zelf is, maar alleen het resultaat daarvan. Wanneer we de werken van de algemene natuurkracht opmerkzaam gadeslaan, wordt ons al gauw duidelijk dat bepaalde krachten, als delen van de algemene oerkracht, zich onder bepaalde vanzelf opgetreden voorwaarden geconsolideerd moeten hebben omdat ze anders, gezien het feit dat ze steeds op gelijke wijze blijven voorkomen, niet in staat zouden zijn om steeds dezelfde gevolgen te veroorzaken. Dezelfde gevolgen veronderstellen ook steeds dezelfde oorzaken. Een kracht die steeds door dezelfde onveranderlijke gevolgen duidelijk manifesteert dat hij niet verandert, moet in zichzelf een volledig bewustzijn en een voor haar activiteit geheel toereikende en heldere intelligentie hebben, waarmee ze zich zo goed mogelijk van de nodige wapens voorziet waardoor ze altijd als winnaar uit een gevecht met andere, nog ruwere krachten, tevoorschijn kan treden en dat ook zal doen; want zou ze op een of andere manier overwonnen of te niet gedaan worden, dan zou datgene wat haar activiteit had voortgebracht, ook zeker nooit en te nimmer tevoorschijn komen. Laten we maar eens aannemen dat de onzichtbare kracht door wier activiteit bijvoorbeeld de vijg ontstaat, door andere krachten opgeheven zou kunnen worden, dan zou er ook nooit meer ergens een vijg tevoorschijn komen!
Hoofdstuk 35: Roclus laat zien dat het hart de zetel is van de ware godheid - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[9] Ik bracht zelf het tot leven gewekte meisje naar het ouderlijk huis. Toen de beide ouders mij al in de verte zagen en goed herkenden, staken ze van vreugde hun handen omhoog en liepen ze mij tegemoet, terwijl hun pseudo dochter op mijn aanraden hetzelfde deed, want ik had haar van tevoren verteld hoe ze zich moest gedragen. Als je getuige was geweest van de gelukzaligheid van beide ouders, had je samen met mij meegehuild van vreugde!
Hoofdstuk 48: Roclus verdedigt het Essenendom en de schijnwonderen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[10] Door dit beslist buitengewoon fijnzinnige, maar toch wel kolossale bedrog zijn drie mensen volkomen gelukkig geworden; de droevige vader en moeder hebben hun verloren dochter ongetwijfeld terug, en het anders zeer arme meisje is bij een paar weldoeners gekomen, zo goed als haar hart zich maar ooit had kunnen wensen. En wat heeft het mij opgeleverd? Ik zeg je, zo waar als ik hier sta: Niets, behalve het aangename besef dat ik drie mensen heel gelukkig heb gemaakt!
Hoofdstuk 48: Roclus verdedigt het Essenendom en de schijnwonderen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[9] Je hebt je immers al tegenover Cyrenius behoorlijk negatief uitgelaten over alle priesters, en uit de doeken gedaan hoe ze als plaatsvervangers van een god de geestelijk arme mensheid maar al te vaak op de meest onmenselijke manier kwellen, hen voor zich laten werken en zelf niets anders doen dan zich overgeven aan de allerergste ledigheid, terwijl ze intussen wel de blinde mensheid met geestelijke en lichamelijke folteringen dwingen om voor hen te leven, te werken en te sterven! Je hebt deze levensomstandigheden flink onder de aandacht gebracht en de schandelijkheid ervan duidelijk aan het licht gebracht.
Hoofdstuk 49: Het verschil tussen levenswijsheid en bedrog - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[5] En wanneer wij door een dergelijke waarneming reeds genoodzaakt zijn om vast te stellen dat talloze krachten, met hun verschillende activiteiten die zich steeds herhalen, onvernietigbaar geconsolideerd zijn, en wanneer we ook zien dat zelfs wij mensen onze vorm en oorspronkelijke hoedanigheid steeds weer herscheppen, kunnen we ook wel als vaststaand aannemen dat de kracht waaruit wij zijn voortgekomen, zichzelf als blijvend levensprincipe voor eeuwig heeft vastgelegd. En als deze kracht behouden is gebleven, kan ook ieder mensenleven zichzelf vastleggen als het zijn levensprincipe waarachtig gevonden en met de juiste middelen ontwikkeld heeft, en daarna geestelijk voor eeuwig en altijd voortbestaan. Want ik denk dat het voor een eenmaal van zichzelf bewuste en denkende levenskracht, als ze zichzelf eenmaal goed gevonden heeft, en ze zichzelf en ook haar omgeving geheel doorziet, nooit meer te moeilijk zal zijn om middelen te vinden waarmee ze voor eeuwig het hoofd kan bieden aan een buitengewoon machtige, maar slechts ruwen blind werkende kracht wat de mensen op deze wereld dan ook laten zien. Laat maar eens alle orkanen en een heel miljoen bliksems los op de piramiden van Egypte! Zullen ze mensen, die zich helemaal in de binnenste catacomben bevinden schade toe kunnen brengen? Kortom, reeds op deze wereld laten de mensen zien, dat ze zich heel goed weten te beschermen tegen de ruwen boosaardig werkende krachten. Wie leerde hun dat? De ervaring, hun scherpe verstand en de noodzaak!
Hoofdstuk 35: Roclus laat zien dat het hart de zetel is van de ware godheid - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[8] Nu richtte Roclus zich tot de reeds naast hem staande Raphaël: 'Wel, laat dan zien wat je kunt! Als je mijn ervaringen ongedaan kunt maken of mijn verstand met blindheid kunt slaan, dan heb je aan mij een zwakke rietstengel die gemakkelijk door allerlei winden naar alle willekeurige kanten wordt gebogen; laat je me echter zoals ik ben, dan zal het je moeilijk lukken om mij door jouw ervaringen van mening te doen veranderen! Want je kunt nauwelijks meer dan Rome hebben gezien en watje op de reis hierheen allemaal bent tegengekomen! Je was vast nog nooit in Egypte het land van de oude wijsheid, en je hebt nog lang niet uit ervaring geleerd hoeveel soorten van geloof aan één of meer goden en godinnen bij de verschillende volkeren bestaan, en jij wilt het met ons, twaalf reuzen wat ervaring betreft, opnemen? Nu goed dan, ik heb er niet bepaald iets tegen; we zullen wel zien hoeveel haar je op je tanden hebt! Doe dus je best en weerleg mijn puur atheïstische argumenten, en laat mij de God zien die te verenigen valt met het zuivere verstand van een mens en met diens innerlijke levensprincipe, dat duidelijk de liefde is! Maar kom vooral niet met een andere God; want die wordt al bij voorbaat verworpen, omdat er geen andere kan zijn en ook nooit zal zijn! Is hij het daarmee eens, laat hem dan tegen ons beginnen!"
Hoofdstuk 36: Roclus wordt naar Raphaël verwezen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[1] ROCLUS, wiens ogen steeds groter werden naarmate hij langer naar de vermeende jongeling luisterde, riep verbaasd en opgewonden tegen Raphaël: 'Maar luister eens, jongen! Je bent amper zestien jaar oud en komt me daar met een kennis en ervaring aanzetten, die een ander eerlijk mens zich nog in geen zestig jaar met de grootste inspanning eigen had kunnen maken! Ik wil het er nu niet over hebben dat je mij werkelijk tot het aannemen van een ware God, die er precies zo uitziet als mijn hart allang in stilte wenste, bekeerd hebt, en dat ik hier nu helemaal niets tegen in te brengen heb, maar ik wil je alleen maar vragen hoe en wanneer je deze kennis en ervaring hebt opgedaan.
Hoofdstuk 44: Roclus vertelt over de toverkunst van een Indische magiër - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[4] Jij wilt weliswaar de volgende tegenwerpingen maken: 'Men hoeft dit volk alleen maar echt wetenschappelijk te vormen, dan zal het zeker niet overgaan tot alle mogelijke ontucht!' - Dat helpt niet, mijn gewaardeerde vriend, ondanks je nog zo heldere verstand! Voor volkeren met een fantasie die van nature zo levendig is, is wetenschap een waar levensgif! Laten we aannemen dat de fantasierijke Indiërs met hun grote verbeeldingskracht de wetenschappen van Griekenland, Rome en Alexandrië zouden bezitten, dan zou de hele aarde niet veilig zijn voor hen! Allerlei kunsten en wetenschappen zouden hen alleen maar de middelen in handen geven om een van de verschrikkelijkste en ontaardste volkeren van de aarde te worden; want ze zouden al gauw dingen tevoorschijn brengen die alles, wat eens Babylon en Ninive en heel Egypte, Athene en Rome gemaakt hebben, totaal voorbij zouden streven. Bergen zouden voor hun moedwil moeten wijken, steden zouden ze bouwen die zich zonder meer over vruchtbare landen zouden uitstrekken, rivieren en beken zouden ze indammen, om er dan enorm grote meren te laten ontstaan. Kort en goed, de in alle wetenschappen ingewijde Indiërs zouden het verschrikkelijkste volk van de hele aarde worden, ook al bezitten ze nu nog zo'n zachtmoedig gemoed en uiterlijk!"
Hoofdstuk 38: Doel van de boetedoening in Indië - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[11] Denk je soms dat jullie opvolgers zich steeds strikt aan jullie huidige opgestelde normen zullen houden? Over vijftig jaar al zal daaraan alles een heel ander gezicht krijgen! Het bedrog en allerlei toverkunsten zullen nog vermeerderd en verfijnd worden. Jullie zullen je ook wagen aan het weer tot leven wekken van oude personen, wat in sommige gevallen beter, in andere gevallen minder goed zal lukken.
Hoofdstuk 49: Het verschil tussen levenswijsheid en bedrog - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[13] Daardoor zullen mensen met een weetgierige inborst echter heimelijk boos worden, allerlei onderzoekingen verrichten en van buiten af achter jullie geheimen komen. Dat zal jullie heimelijk met woede vervullen en aan degenen die zich aan jullie heiligdom vergrijpen, zal de meest vreselijke wraak gezworen worden en indien mogelijk zal deze ook nietsontziend volledig ten uitvoer worden gebracht:'
Hoofdstuk 49: Het verschil tussen levenswijsheid en bedrog - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[3] De arme man die eigenlijk nooit een slechte gedachte en al helemaal geen kwade wil in zich op had laten komen, zal zonder enige tegenspraak van jullie aannemen dat hij een grote en verdoemenswaardige zondaar is, en dat hij alles gewillig zal moeten ondergaan waar jullie hem als almachtige en alwetende godsknechten mee opgezadeld hebben. -Ik vraagje echter naar het oordeel van je zuivere verstand, of dit einddoel dat jullie uiteindelijk toch moeten bereiken, goed en juist is, en of hier ook het middel door het zeker volgende einddoel wordt geheiligd!"
Hoofdstuk 50: De gevaren van de bedrieglijke wonderen van de orde der Essenen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[3] Ieder mens heeft een onsterfelijke ziel en in de ziel een geest die nog onsterfelijker is. En opdat de ziel, als geest die zich uit de materie ontwikkelt, volledig één wordt met de oergeest van God, die 'liefde' heet, moet al het streven van de ziel erop gericht zijn, dat zij zich ten eerste losmaakt van de materie en van alle eisen die deze stelt, en dat zij al haar inspanningen, al haar doen en laten enkel naar het zuiver geestelijke richt; ten tweede moet het voortdurend haar enige zorg zijn, dat zij één wordt met de in haar rustende geest van Gods zuivere liefde, omdat God Zelf van oorsprong in Zijn oerwezen de allerzuiverste Liefde is.
Hoofdstuk 51: Ware en valse wonderdoeners - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
...  232 - 233 - 234 - 235 - 236 - 237 - 238 - 239 - 240 - 241 - 242 - 243 - 244 - 245 - 246 - 247 - 248 - 249 - 250 - 251 - 252 - 253 - 254 - 255 - 256 - 257  ...