17481 resultaten - Pagina 245 van 1166
... 233 - 234 - 235 - 236 - 237 - 238 - 239 - 240 - 241 - 242 - 243 - 244 - 245 - 246 - 247 - 248 - 249 - 250 - 251 - 252 - 253 - 254 - 255 - 256 - 257 - 258 ...
[4] Daarna spreekt Zorel verder en zegt: "Mijn hele wezen is nu licht en ik zie geen schaduw, in noch buiten mij. Want ook om mij heen is alles licht. Binnen dit alom aanwezige licht zie ik echter nog een allerheiligst licht; het straalt als een zeer krachtige zon, en daarin is de Heer!Hoofdstuk 55: Zorels blik in de schepping. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[5] Eerst dacht ik van mijn vriend en gids dat hij slechts een mensenziel was zoals wij, maar in mijn vorige toestand zag ik alles nog niet zoals het werkelijk is. Nu herken ik de Gids pas! Hij is nu niet meer bij mij, maar in die zon zie ik Hem, die nog heiliger dan heilig is! Oneindige scharen volmaakte lichtgeesten zweven aan alle kanten om deze zon, in kleinere, grotere en zeer grote kringen. Wat ziet dat er oneindig majestueus uit! O mensen! God te zien en Hem boven alles lief te hebben is het hoogste genot, de hoogste zaligheid!
Hoofdstuk 55: Zorels blik in de schepping. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[6] Maar ik zie nu niet alleen alle hemelen, maar mijn blik dringt nu ook door in de diepten van de scheppingen van de almachtige, ene, grote God. Ik zie onze schrale aarde door en door en ik zie alle eilanden en vastelanden op de gehele aarde. Ik zie de bodem der zeeën en alles wat daaronder is en bestaat, al die vele schepselen in de zee, van de kleinste tot de grootste. Wat een oneindige verscheidenheid is er toch!
Hoofdstuk 55: Zorels blik in de schepping. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[7] Ik zie ook, hoe het gras gevormd wordt door allerlei kleine geesten, die erg vlug en ijverig zijn. Ik zie hoe de wil van de Almachtige hen aanzet om ijverig te zijn en ik zie van ieder der talloze, kleine geesten het doel en de taak, die precies zijn afgemeten. Zoals de bijen aan hun wascellen werken, zo werken de kleine geesten aan en in de bomen en struiken, grassen en planten. Dat alles doen zij wanneer zij gegrepen en doordrongen worden door de wil van Degene, die mijn Vriend en Gids was op het smalle en doornige pad van mijn zelfbeproeving van het leven tot hiertoe, en Die nu in die onbereikbare zon, in Zijn oerheilige licht woont en Zijn wil in alle oneindigheden laat uitstromen.
Hoofdstuk 55: Zorels blik in de schepping. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[4] Daarom is de mens éérst mens uit God en dán pas mens uit zichzelf. Zolang hij alleen uit God is, lijkt hij op een embryo in het moederlichaam. Pas wanneer hij uit zichzelf een mens wordt volgens Gods ordening, is hij een voltooid mens, omdat hij daardoor pas tot een waar evenbeeld van God kan worden. Als hij dat heeft bereikt, blijft hij eeuwig als een god en is zelf een schepper van de verdere werelden en wezens en mensen geworden. Want het is wonderlijk dat ik nu al mijn gedachten, gevoelens en wensen kan zien en mijn wil vormt het omhulsel van hetgeen ik gedacht en gevoeld heb! Kijk, zo gaat het scheppen steeds opnieuw door!
Hoofdstuk 56: Het wezen van de mens en zijn creatieve roeping. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[10] O vriend, ik zie nu met de ogen van mijn hart de totale materiële schepping! Deze aarde, haar maan, de grote zon en de talloze sterren die je ziet, en waarvan sommige er voor je oog uitzien als een zwakke, wazige punt, maar die elk een onmetelijk groot zonnen en wereldgebied vormen van miljarden maal miljarden zonnen en nog meer planeten, zijn, vergeleken met de totale aanwezige schepping, nog niet wat het kleinste en fijnste zonnestofje is ten opzichte van deze hele voor jou zichtbare sterrenhemel! En toch kan ik je zeggen, dat er onder de vele sterren die je oog ontwaart, ettelijke zijn, waarvan de doorsnede nog vele duizenden malen groter is dan de lijn tussen de voor jou nauwelijks zichtbare, verst verwijderde ster en de van deze ster even ver verwijderde tegenpool, -een afstand, waarvoor je zelfs met de snelheid van de bliksem meer dan een miljard maal miljarden aardse jaren nodig zou hebben om die te overbruggen!
Hoofdstuk 56: Het wezen van de mens en zijn creatieve roeping. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[7] Wat ik hier zeg is geen fantasie, maar de zuivere en eeuwige waarheid. Ik zou je nog heel wat over de Goddelijke orde kunnen vertellen, zoals ik dat nu zie en heel duidelijk besef! Maar ik besef nu ook, dat het einde nadert van de tijd van mijn huidige volmaaktheid. Daarom moet ik je nu nog verzoeken om met mij, als ik weer een heel dom en zo nu dan vervelend mens zal zijn, geduld te hebben en mij te leiden in de jou nu bekende orde van God en voor te gaan op de ware weg. Je zult, als ik in de wereld ontwaak, je er nog zeer over verbazen dat ik weer erg dom en somber zal zijn en van alles wat er met mij is voorgevallen geen woord meer zal weten; maar toch zal dat alles mij wel van pas komen.
Hoofdstuk 57: De ontwikkelingsgang van de natuur. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[8] Gedurende enige tijd zal mijn geest, die nu genoopt werd rijp te worden, zich wel helemaal slapend en stil houden, vermoeid door deze ongewone en ongeoefende toestand; maar hij zal door de nu nog nodige rust weldra gesterkt wakker worden en de drang voelen naar de werkelijke levensvervolmaking, waarvan hij nu de zalige lieflijkheid te proeven kreeg. Hij zal daarom zeer veel bij gaan dragen aan de snellere, algehele ontwikkeling van zijn ziel, opdat deze zo spoedig mogelijk in hem in alle waarheid en rechtvaardigheid zal rijpen teneinde geheel over te gaan in de haar doordringende geest.
Hoofdstuk 57: De ontwikkelingsgang van de natuur. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[5] Welk mens kan een ziel vanwege een inbreuk op een van Mijn geboden berechten en straffen, terwijl de mensen toch allen onder dezelfde wet vallen? Een wet van Mij bestaat juist daarin, dat je niemand zult veroordelen! Als jullie je naasten die tegen Mijn wetten gezondigd hebben, veroordelen, zondigen jullie zelf toch net zo erg tegen Mijn wet! Want hoe kunnen jullie, die zelf zondaars zijn, een andere zondaar berechten en verdoemen?! Weet je dan niet dat, wanneer jullie je zielszieke broeder veroordelen tot een harde straf, je daarmee tevens voor jezelf een dubbele veroordeling hebt uitgesproken die eens in het hiernamaals, of naar gelang van de omstandigheden ook reeds hier voltrokken wordt? !
Hoofdstuk 58: Oordeel niet! - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[9] Om jullie allen dat terdege, juist en waarachtig in te laten zien, heb Ik nu met deze Zorel een duidelijk voorbeeld gegeven. Laat het daardoor goed tot jullie doordringen, hoe erg en hoe fout het is om een misdadiger op jullie wijze te berechten! Wel zal jullie manier van rechtspraak altijd een werelds attribuut blijven en het harde, diamanten hoofd van de draak der tirannie zal wel nooit helemaal vermorzeld worden, want de aarde is nu eenmaal juist daarom een proefwereld voor Mijn wordende kinderen. Bij jullie moet dat echter niet zo blijven, want temidden van jullie strooien de hemelen rijk van zaden voorziene vruchten.
Hoofdstuk 58: Oordeel niet! - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[10] Als.jullie nu eten van de vruchten van Mijn inspanning, vergeet dan niet de daaruit vallende zaadkorrels zo rijkelijk mogelijk in de harten van je broeders en zusters.te strooien, opdat deze daarin zullen ontkiemen en een rijke en gezonde, nieuwe vrucht mogen dragen! Hoe uit de in het hart gezaaide zaadkorrel een nieuwe, wonderbare vrucht verwekt wordt, heeft Zorel jullie vrijwel tot in de details helder en duidelijk getoond. Handel daarnaar, dan zullen jullie uit jezelf reeds leven doen ontkiemen en juist daardoor zelf het eeuwige leven in al de jullie nu bekende volmaaktheid ontvangen! Dat is met deze handopleggingscène voor jullie ter lering en navolging gedemonstreerd.
Hoofdstuk 58: Oordeel niet! - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[7] Maar nu nog iets, beste vriend! Kijk, ik ben hierheen gekomen om van de verheven stadhouder die bepaalde aalmoes te krijgen. Wat denk je, zal hij daarvoor open staan? Als er niets te verwachten is, dan zou jij er in ieder geval wel bij hem je best voor kunnen doen dat ik weer naar huis mag gaan. Want wat moet ik hier verder? Ik geef niets om al die theosofische en ook filosofische, wijze ophef. Mijn theosofie en filosofie bestaan in het kort hieruit: Ik geloof aan dat wat ik zie, dus aan de natuur, die zich de eeuwen door steeds weer vernieuwt. Verder geloof ik ook dat eten en drinken de twee allernoodzakelijkste voorwaarden zijn om te leven; maar aan nog meer geloof ik niet zo gemakkelijk.
Hoofdstuk 59: Zorels materialistische geloof. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[9] In mij zie je een natuurmens, die een hekel heeft aan al de zogenaamd wijze, menselijke instellingen en wetten, omdat die zijn aangeboren vrijheid vaak op te harde wijze beknotten en dat alleen maar, opdat er enkelen zeer rijk en machtig kunnen worden en een hoog aanzien kunnen krijgen, terwijl daarvoor natuurlijk miljoenen vaak in de diepste ellende mogen versmachten. Als ik er nog meer van begreep dan nu, zou ik nog dieper tot op de bodem van zulke ongerechtigheden kunnen zien, maar dat zou mij zeker niet gelukkiger maken. Maar zoals het nu is, wordt mij in mijn domheid waarschijnlijk veel ellende bespaard, omdat ik geen grondig inzicht heb in de oorzaak van al de menselijke gemeenheden.
Hoofdstuk 59: Zorels materialistische geloof. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[14] Kijk, beste vriend Zinka, dat is zo'n beetje mijn eenvoudige geloofsbelijdenis, waartegen op deze wereld moeilijk iets in te brengen is. Het is een waarheid die men nu nergens wil horen. leder wiegt zijn bestaan in louter leugenachtige fantasieën en bevindt zich daar heel gelukkig bij! Ga zo door! Laat ieder maar in het rijk der leugen wroeten en in de meest fantastische fantasieën troost zoeken als de ellende hem met ijzeren hiel de nek begint te vermorzelen!
Hoofdstuk 59: Zorels materialistische geloof. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[15] Ellendigen, verdoof je met de opium der leugen en slaap zolang je leeft onder de zoete druk van de waanzin, dan geschiedt iedereen recht als dat hem gelukkig maakt. Alleen mij geschiedt onrecht, omdat ik mij onder de adelaarsvleugels van de waarheid buitengewoon ongelukkig moet voelen wanneer ik vanuit de heldere hoogten steeds dezelfde dodelijke val moet zien, voelen en zelf berekenen, die wacht op mij en de anderen die op mij lijken! Wie zal mijn val breken als de losse band breekt waarmee mijn dwaasheid mij met de machtige vleugels van de adelaar heeft verbonden?!
Hoofdstuk 59: Zorels materialistische geloof. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)