Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16678 resultaten - Pagina 245 van 1112

...  233 - 234 - 235 - 236 - 237 - 238 - 239 - 240 - 241 - 242 - 243 - 244 - 245 - 246 - 247 - 248 - 249 - 250 - 251 - 252 - 253 - 254 - 255 - 256 - 257 - 258  ...
[1] (RAPHAËL:) 'Overigens wordt een volk dat een grote fantasie bezit ook daarom al nooit te hoog wetenschappelijk ontwikkeld, omdat de te machtige verbeeldingskracht en de daaruit voortkomende fantasie dat altijd zou belemmeren en tegengaan. Het behaagt deze mensen meer om allerlei onnozele beelden in hun fantasie te zien, dan om logisch juist over het een of andere verschijnsel na te denken; overigens komen de strenge boetedoeningen die je gezien hebt niet zo vaak voor als jij denkt en men je verteld heeft. Want een rijke koopt zich ook vrij, en de arme wordt er alleen toe verplicht wanneer hij zich werkelijk aan een belangrijk vergrijp tegen de bestaande wetten heeft schuldig gemaakt. Er bestaat dus in Indië tot nog toe een dergelijke patriarchale orde, dat men daartegen nog niet meteen met bliksem en vuur uit de hemelen kan optreden. Wel bestaat er een ongehoord grote dosis aan dwaas bijgeloof, dat binnen de perken gehouden moet worden; maar omdat een dergelijk bijgeloof bij al die volkeren die een levendige fantasie hebben altijd rijkelijk voorhanden is, kan men daartegen ook niet meteen met alle geweld optreden.
Hoofdstuk 39: De gevaren van hoge wetenschappelijke ontwikkeling - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[2] Want het is nog altijd beter dit volk in zijn bijgeloof te laten, dan het in alle wetenschappen in te wijden; want het bijgeloof bindt de Indiër aan zijn grond~ terwijl de wetenschap hem maar al te gauw van adelaarsvleugels zou voorzien, waarmee hij zich onmiddellijk op verderfelijke wijze over de hele aarde zou verspreiden. Ja, als het mogelijk zou zijn om het hele volk der Indiërs in één keer zonder eigen inspanning in de zuivere wetenschap in te wijden, zouden ze er een tijd lang verbaasd over zijn hoe ze zich zo lang door die grote en zinloze dwaasheid hebben kunnen laten beheersen. Maar spoedig daarop zouden ze dan zo zeer in toorn en boosheid.over hun priesters ontbranden, en eveneens over alle grote persoonlijkheden van andere volkeren, dat die allemaal over de allerscherpste kling gejaagd zouden worden. Ze zouden zo'n intensieve zuivering uitvoeren, dat de hele aarde binnen de kortste keren rood van bloed zou zien. En wat zou er uiteindelijk mee gewonnen zijn? Het domme deel van de mensen zou natuurlijk afgeslacht worden, en uit de wetenschappelijk ontwikkelde mensen zouden louter bloeddorstige tijgers voortkomen!
Hoofdstuk 39: De gevaren van hoge wetenschappelijke ontwikkeling - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[3] Dat dit zo zou gaan, bewijs jij als puur verstandig mens door je grote ergernis over alle godheden en vooral over hun zogenaamde plaatsvervangers. Als jij eens mijn macht zou bezitten! O wee, hoe snel zou je een eind maken aan alle priesters op de hele wereld! Maar wat moet er daarna dan gebeuren met de andere mensen die met huid en haar aan hun priesters hangen en zich door hen, zoals lammeren door hun herders, naar alle kanten laten leiden?! Zou je hen ook wel allemaal door een machtspreuk tot jouw zuiver verstandelijke inzichten kunnen brengen? Ik zeg je: Dat zou een moeilijke opgave zijn! Want als iedereen evenveel zou weten, zou ook iedereen evenveel materiële middelen moeten bezitten als hij niet wilde verhongeren. Want zou hij bij zijn buurman komen en hem zijn diensten aanbieden, zeggend: 'Ik begrijp nu dit en dat!', zou de buurman zeggen: 'Dat begrijp ik ook, en ik heb me daar allang naar gericht en ik heb van niemand iets nodig! leder moet nu voor zichzelf zorgen! ,
Hoofdstuk 39: De gevaren van hoge wetenschappelijke ontwikkeling - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[5] Als je op hoge leeftijd een bediende nodig zou hebben, omdat ieder mens dan zwakker wordt en kwalen krijgt, en je zou tegen de eerste de beste die iets voor jou zou kunnen doen, zeggen: ' Zie, ik ben zwak geworden en heb je hulp nodig; ik zal er goed voor betalen; als ik sterf zal ik je tot erfgenaam maken!', -weetje wat deze dan tegen de hulpbehoevende man zou zeggen? Luister, hij zou precies datgene zeggen wat jij tegen iemand zou zeggen die je zou benaderen voor een vaste dienstbetrekking! Je zou tegen hem zeggen: 'Vriend, ik heb het niet nodig om iemands knecht en dienaar te zijn, want ik ben even welgesteld als jij en hoef geen dienstbetrekking aan te nemen om mijn levensonderhoud in het zweet mijns aanschijns te verdienen! Wie het nodig heeft moet zich maar afsloven voor zijn naaste; ik doe dat niet!' -Kijk, wat ik je nu zeg was vele honderdenjaren geleden in het oude Egypte het geval! De mensen werden allemaal zeer wijs en ieder was rijk."
Hoofdstuk 39: De gevaren van hoge wetenschappelijke ontwikkeling - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[4] En zie, deze ellende die de mensheid is aangedaan, is en blijft nog altijd een gevolg van die tijd van Egypte waarin de mensheid over het algemeen een hoge mate van wijsheid bezat en zeer welvarend was en niemand voor een begane zon.de enige straf hoefde te ondergaan, omdat waarlijk niemand ook maar de minste reden had om zijn buurman onrecht aan te doen, daar iedereen zelf zoveel bezat van alles wat hij nodig had om te leven dat hij zijn buurman jarenlang om niets hoefde te vragen. Toen de slavernij echter opgang maakte, stelde men wetten op volgens welke geen slavenbezitter zich tegenover zijn slaven bezondigen kon, al behandelde hij hen nog zo wreed. Maar als men geen zonden kan doen, waarom zou men dan boete doen?'
Hoofdstuk 40: Het ontstaan van slavernij - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[6] En een ware wonderdoener zal zeker geen wonder doen om zich door de domme en blinde wereld te laten aangapen of zelfs om iets te bereiken waar alleen de materiële wereld waarde aan hecht, nee, hij zal dit doen om zijn naasten de ware levensweg te laten zien, om hun moed en vertrouwen ~ geven voor de strijd met de wereld tegen hun kwade hartstochten om hun de ware grond, de waarde en het ware doel van het leven te laten zien en hen op deze manier via een heel korte weg daarheen te brengen waartoe ze allen door God zijn geroepen, namelijk tot het ware, eeuwige leven en de hoogste gelukzaligheid daarvan.
Hoofdstuk 51: Ware en valse wonderdoeners - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[9] Met dit ware leven, dat volledig in hem is ontwikkeld en hem geheel doordringt, stelt hij zich in verbinding met de algemene levenskracht van de natuur, waardoor zijn wil dan niet alleen zijn eigen levensorganisme leidt, maar alle organismen in de hele natuur, omdat hij door zijn leven de leidraden van alle andere deellevens in de levende wezens in zichzelf verenigt en daardoor naar believen met alle wezens kan doen wat hij wil.
Hoofdstuk 54: Wat Roclus over de Nazarener heeft gehoord en zijn opvattingen daarover - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[11] Ik zeg je: Alle Jehova's en alle Zeus en, de Egyptische, Griekse en Romeinse, en alle Athma's en Lama's van de Indiërs stellen niets voor bij deze ene Nazarener, die een ware wonderman is en waarvoor wij, Essenen, in 't geheel niet bevreesd zijn, want enkele van ons bevinden zich zelfs onder zijn leerlingen en hebben ons al meerdere malen per brief laten weten hoe deze man is, wat hij leert en wat hij allemaal doet! Ja, als die man hier toevallig zou zijn, dan zou ik jou helemaal niet vragen hoe dit wonderbaarlijke huis is ontstaan; want dan zou ik tegen je zeggen: 'Kijk, dit is een waar Godswerk! ,
Hoofdstuk 54: Wat Roclus over de Nazarener heeft gehoord en zijn opvattingen daarover - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[1] (RAPHAËL:) 'Toen echter later door het werk van de slaven de heren van het land rijk werden, maar niet allemaal in gelijke mate, zodat sommigen aanzienlijk rijker werden dan anderen, duurde het niet lang of er ontstond afgunst, twist en ruzie. Pas toen vond men het noodzakelijk om burgerlijke wetten op te stellen waar iedereen zich aan had te houden, zelfs de 'VAR"(Farao = Herder) inbegrepen. Toen begon men dan ook de slaven beschaving bij te brengen door hen -natuurlijk zeer verhuld -enig begrip van de godheid bij te brengen, en hen op die wijze voor elk afzonderlijk van God uitgaand en zichtbaar verschijnsel meteen een allegorische persoonlijkheid voor ogen te stellen, die de slaven als een godheid moesten vereren. Daardoor werden de in de loop der tijd machtig geworden slaven volgzamer en zachtaardiger en droegen ze hun lot met meer geduld; want ze waren zeer bevreesd voor de onzichtbare machthebbers, omdat ze door de geheime kunsten van de Egyptenaren tot een bepaalde overtuiging kwamen dat er echt zulke goden bestonden en dat hiermee niet viel te spotten.
Hoofdstuk 41: De egoïstische huishouding van de oude Egyptenaren en de toestand aldaar - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[4] Wel, de ouden zouden hun kinderen wel graag zo opgevoed hebben dat ze hen dan hun hele leven lang gediend hadden; maar de kinderen hadden ook hun vijf zintuigen door het onderricht van hun ouders gevormd, vaak meer praktisch dan theoretisch, en zo werden ze net als hun ouders wijze egoïsten, en de ouders zagen zich daardoor genoodzaakt hun dienaren elders te zoeken. Deze kwamen en dienden; en met hun pure verstand dachten de oude wijzen: 'Willen wij dat deze mensen onze vaste dienaren blijven, dan mogen ze niets van onze wijsheid te weten komen, anders worden ze uiteindelijk net zoals onze kinderen, die ons ook niet willen dienen omdat ze in al onze wijsheid zijn ingewijd!'
Hoofdstuk 41: De egoïstische huishouding van de oude Egyptenaren en de toestand aldaar - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[5] De slaven bleven zodoende lange tijd dom en kregen geen ander onderricht behalve in dat, wat ze als dienaren en knechten te doen hadden. Maar het aantal slaven nam sterk toe en ze begonnen hun kracht te onderkennen, die de oude wijzen heimelijk zeer begonnen te vrezen! Het pure verstand sprak tot de wijzen: 'Maak spoedig mensen van hen, anders zullen ze jullie als grote kudden wilde dieren verscheuren!' Toen pas bedacht men voor de gevreesde slaven het bekende godendom en liet men de goden in bijzijn van de slaven allerlei wonderen verrichten. Daardoor werden de slaven geïntimideerd, en dienden de oude Egyptenaren nu als een aparte kaste vrijwillig met dubbele inzet. Pas hierdoor kwam Egypte tot zeer grote bloei, en trok veel vreemdelingen aan, waaronder zich nu en dan ook verraders bevonden en mensen die afgunstig waren, door wie in latere tijden grote moeilijkheden ontstonden.
Hoofdstuk 41: De egoïstische huishouding van de oude Egyptenaren en de toestand aldaar - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[2] Tegenover zichzelf kan hij zo streng zijn dat dit alle menselijke begrippen te boven gaat, omdat aan hen die dit zelf uit vrije wil doet, geen onrecht geschiedt; aan de andere kant zien we bij de Indiërs weer het goede verschijnsel, dat er bij hen geen slechte lasterlijke praat en geen verraad bestaat. Niemand klaagt zijn naaste aan en onder de vele miljoenen mensen is er niet één die leedvermaak kent! Dit is ook de oorzaak, dat de Indiërs op hun eigen wijze zo'n oud volk zijn geworden en erg ouder zullen worden. In de loop der tijden, als er vreemde volkeren bij hen komen die hun een andere religie en andere zeden en gewoonten bij zullen brengen, zullen zij ook onrustiger en ontevredener worden, zichzelf niet meer tot rechter zijn en geen boete meer doen; in plaats daarvan zullen zij recht spreken over anderen, hen vervolgen en de zwaarste boetes opleggen. Het zal niet lang duren of ze zullen zijn zoals de Farizeeën in Jeruzalem, die hun gelovigen de ondraaglijkste lasten opleggen en over iedereen een oordeel uitspreken; maar boven zich dulden ze absoluut. geen rechter en zelf raken ze geen enkele last aan, zelfs niet met het puntje van hun pink! Vind jij dat goed of zelfs beter dan hetgeen je bij de onschuldige Indiërs hebt gezien?"
Hoofdstuk 42: De staatsorde van de oude Indiërs - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[6] De bode zelf weet ook wel dat zij dit geloven; maar hij weet ook nog iets anders, namelijk dat hij het land en alles wat zich daarin bevindt en afspeelt absoluut niet mag zien, om het op geen enkele wijze ook maar enigszins te kunnen verraden, want daar zou de doodstraf op staan. Want landverraad is in dit land het zwaarste misdrijf, dat zelfs vanwege het minste of geringste meteen zwaar wordt bestraft. Het volk van dit rijk is ondanks alle domheid toch zeer trouw, waarachtig en buitengewoon gehoorzaam. Kan het jou ergeren, als het volk door zijn leiders dom gehouden en verzorgd wordt en daar heel gelukkig onder is, ook al weten de keizer en zijn belangrijkste dienaren bij zichzelf wel beter? Of is dit niet precies als bij jullie Essenenorde? Is God dan onwijs en onrechtvaardig, als Hij dit allemaal toelaat en duldt zolang het volk maar geduldig en deemoedig is, en dat Hij ook jullie, wellustige Essenen duldt? -Spreek nu, mijn vriend en zeg me of je daar iets tegen in te brengen hebt!"
Hoofdstuk 43: De religieuze band tussen Indië en China - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[2] RAPHAËL zegt: 'Ja m'n vriend, met dit verzoek maak je me niet bang en ik zal in staat zijn om alles te doen wat je maar verlangt, als je tenminste iets verstandigs vraagt en iets wat men zich voor kan stellen; want voor iets doms en iets dat men zich niet voor kan stellen bezit ik geen kracht en geen macht. Vertel me dus vlug waarmee ik het moet bewijzen, dan zal ik het ook even vlug ten uitvoer brengen!"
Hoofdstuk 55: Het wonder dat Roclus van Raphaël verlangt - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[8] Dit zei Roclus enkel vanuit een soort twijfel over het slagen van het bewijs. Op hetzelfde moment wil Raphaël de steen echter in goud veranderen. De steen verandert op dat moment ook helemaal in goud en werpt door de plotselinge gewichtstoename Roclus op de grond en wel zo hard, dat Roclus zich flink bezeerde en hij nauwelijks in staat was om weer op te staan.
Hoofdstuk 55: Het wonder dat Roclus van Raphaël verlangt - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
...  233 - 234 - 235 - 236 - 237 - 238 - 239 - 240 - 241 - 242 - 243 - 244 - 245 - 246 - 247 - 248 - 249 - 250 - 251 - 252 - 253 - 254 - 255 - 256 - 257 - 258  ...