Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

15542 resultaten - Pagina 245 van 1037

...  233 - 234 - 235 - 236 - 237 - 238 - 239 - 240 - 241 - 242 - 243 - 244 - 245 - 246 - 247 - 248 - 249 - 250 - 251 - 252 - 253 - 254 - 255 - 256 - 257 - 258  ...
[5] Er werden volkeren van hen afgescheiden en naar verre landen gebracht, waarvan de nakomelingen nog heden ten dage leven en de oude leer nog hebben, hoewel die helaas niet meer zuiver is. Maar dat hielp allemaal niet. Zij werden weer machtig, met name de Hanochieten, wier stad tenslotte veel groter was dan het hele, grote, beloofde land. Zij onderwierpen tenslotte de kinderen van de hoogte, behalve de familie van Noach, die als enige God nog volledig trouw bleef.
Hoofdstuk 64: Het ongeloof als bewijs van rijpheid voor een nieuwe openbaring, Vergelijking van de mensen ten tijde van Noach en van Jezus. De geestelijke toestand van de mensen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[2] IK zei: 'Dat is toch heel natuurlijk! Ik heb de poorten tot het leven nu niet alleen geopend voor hen die nu op aarde leven, maar ook voor allen die reeds lang naar gene zijde zijn gegaan. En velen van de oude zondaars zullen nog een keer een kort proefleven in het vlees door moeten maken, zoals Ik dat jullie al verteld heb.
Hoofdstuk 65: De leiding aan gene zijde van de mensen die vóór Jezus leefden. Het hemelrijk - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[6] Het zijn vanzelfsprekend alleen maar zuivere middelen waardoor de ziel na verloop van zeer lange tijd gered kan worden; maar die zien er werkelijk erg triest uit! Want het kan menige door en door slechte ziel miljarden aardse jaren kosten voor zij zich door zulke pijnlijke middelen uit zichzelf wat verbetert. Daarom is hier één dag meer waard dan honderd jaar aan gene zijde, naar aardse tijd gerekend. - Begrijpen jullie dat?'
Hoofdstuk 65: De leiding aan gene zijde van de mensen die vóór Jezus leefden. Het hemelrijk - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[8] IK zei: 'Het is nu weliswaar tijd om naar de waard terug te gaan, -maar omdat dit zeker geen onbelangrijke vraag is, wil Ik deze onderweg beantwoorden. Laten we dus gaan, en luister naar Mij !
Hoofdstuk 65: De leiding aan gene zijde van de mensen die vóór Jezus leefden. Het hemelrijk - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[9] Kijk, met het eigenlijke hemelrijk, dat een rijk van waarheid, licht en liefde is, wat Ik jullie reeds bij verschillende gelegenheden heb duidelijk gemaakt, staat het naar waarheid als volgt: Dit rijk vertoont geen uiterlijke luister en komt niet met bepaalde uiterlijke tekenen en attributen in de mens, maar het ontwikkelt zich geheel binnen in je, is dan in je, groeit in je, doordringt je en wordt zo je woonplaats en je wereld vol zaligheden.
Hoofdstuk 65: De leiding aan gene zijde van de mensen die vóór Jezus leefden. Het hemelrijk - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[6] In Noach's tijd begonnen zij uit pure overmoed de bergen te verwoesten, hoewel zij door de wijzen onder de bergbewoners gewaarschuwd werden dat er zich onder de bergen reusachtige watersluizen bevonden, en dat, als zij in hun doldriestheid ook maar één grote berg tot op de grond af zouden graven en zijn massa in zee zouden werpen, zich daardoor meerdere onderaardse watersluizen zouden openen, waardoor in korte tijd zoveel water naar het aardoppervlak geleid zou worden, dat het tot boven de hoge bergen zou stijgen en zij daar allen in zouden verdrinken. Maar al die waarschuwingen hielpen niet alleen niet, maar vuurden hen nog meer aan om met nauwelijks te beschrijven energie aan de vernietiging van de bergen te werken.
Hoofdstuk 64: Het ongeloof als bewijs van rijpheid voor een nieuwe openbaring, Vergelijking van de mensen ten tijde van Noach en van Jezus. De geestelijke toestand van de mensen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[8] Toen de slechte dwazen met niet te beschrijven moeite de voet van een belangrijke berg voor het grootste deel weggehaald hadden, werd het loon voor hun werk ook al zichtbaar. De eigenlijke berg, waarvan de steunen weggehaald werden, begon door zijn grote gewicht te zakken, en perste verschrikkelijke watermassa's in machtige stromen naar de oppervlakte van de aarde. Door de vele heetwaterstromen moest daardoor ook de lucht natuurlijk vol raken met dampen en wolken, waardoor de regen werkelijk in stromen begon neer te vallen en het water tot boven de bergen begon te stijgen. Meer dan een derde van het hele werelddeel Azië werd overstroomd, en alle Hanochieten, die meenden dat zij de hele mensheid op aarde uitmaakten, gingen daar te gronde en hun stad verzonk eveneens in de diepte der aarde.
Hoofdstuk 64: Het ongeloof als bewijs van rijpheid voor een nieuwe openbaring, Vergelijking van de mensen ten tijde van Noach en van Jezus. De geestelijke toestand van de mensen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[11] Als het nu zo is en niet anders, kunnen jullie dan bij jezelf nog volhouden dat de mensen toen ook al zo rijp waren als nu?! Kijk nu eens naar de mensen op aarde! Hoeveel zijn er zelfs onder de joden, die waarachtig in een God geloven en werkelijk levendig op Hem vertrouwen? Zij hebben bijna allen slechts een puur traditioneel geloof, in hun hart zijn zij echter volkomen goddeloos, en het komt helemaal niet in hen op dat er werkelijk een of andere God zou kunnen zijn, -en mocht er een zijn, dan maakt die zich volgens hen helemaal niet druk om de sterfelijke mensen met hun gebeden en offers. De mensen heeft Hij alleen maar geschapen om Zijn aarde te laten bebouwen en te cultiveren. Dat is eigenlijk wat de betere joden geloven, -de slechtere geloven al helemaal niets.
Hoofdstuk 64: Het ongeloof als bewijs van rijpheid voor een nieuwe openbaring, Vergelijking van de mensen ten tijde van Noach en van Jezus. De geestelijke toestand van de mensen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[11] En zie, zo gaat het nu ook met het hemelrijk op deze aarde! Ik Zelf ben de zaaier, en Mijn woord is het goede zaad, waaruit voor ieder als vrucht het hemelrijk moet groeien. Waar het in goede aarde zal vallen, daar zal het ook een honderdvoudige vrucht voortbrengen; maar als het op de wegen van deze wereld zal vallen of op de stenen of tussen de doornen en het wilde struikgewas, zal het geen vrucht dragen. Onder de mensen die Ik met de weg vergeleek, moeten de eigenlijke wereldse mensen verstaan worden, zoals wij er vandaag een aantal bij onze waard gezien hebben. De wandelaars op de weg die het zaad vertrappen, zijn hun inspanningen voor de handel en de winst, en hun naar alle richtingen
Hoofdstuk 65: De leiding aan gene zijde van de mensen die vóór Jezus leefden. Het hemelrijk - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[3] IK zei: 'O ja, en wel op een heel bijzondere manier! Zend nu een bode naar de overste om hem te zeggen dat hij eerst de vissen in jouw vergaarbak moet laten tellen, omdat je hem niet teveel en niet te weinig van de opgelegde drievoudige straftiende wilt geven. Dan zal hij met zijn ambtenaren al gauw hier zijn om de vissen te tellen, - maar er niet één vinden! Want de vissen heb Ik geschapen, en Ik kan ze ook weer laten verdwijnen en ze dan nogmaals scheppen. Als hij zich daarover opwindt, en je wil beschuldigen dat je de vissen meteen weg hebt laten brengen toen je zijn eis hoorde, dan eis je dat hij dat door getuigen laat bevestigen, omdat je je anders onder Romeinse bescherming stelt. Als hij dat hoort, zal hij weggaan en je verder geen straftiende meer opleggen. Doe dat, en dan zal alles wel in orde komen!'
Hoofdstuk 66: De hebzuchtige overste van Kapérnaum - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[5] IK zei: 'We zullen heel ongestoord eten, -ook al zouden er honderd oversten buiten bezig zijn vissen te tellen! Hij kan zelfs, als hij wil, binnen bij ons komen, en dan zal hij zo snel mogelijk naar huis gaan om zijn hachje te redden.'
Hoofdstuk 66: De hebzuchtige overste van Kapérnaum - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[6] Toen de waard Mij dat hoorde zeggen, werd hij erg blij en zond meteen een bode naar de overste, en wij gingen aan tafel en waren daarbij in een heel goede stemming, vooral over de op het onweer gevolgde vlucht van de vele ochtendgasten.
Hoofdstuk 66: De hebzuchtige overste van Kapérnaum - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[8] De waard ging toen snel naar buiten en schrok ontzettend toen hij in plaats van de grote edelvissen, de voorheen bij het onweer waargenomen reuzenslang daarin rond zag zwemmen.
Hoofdstuk 66: De hebzuchtige overste van Kapérnaum - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[11] Daarop liep hij vlug naar huis en liet zich toen lange tijd aan zee niet meer zien omdat hij voor het monster te veel eerbied gekregen had.
Hoofdstuk 66: De hebzuchtige overste van Kapérnaum - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[12] Zodra de overste echter weg was, verdween, nog terwijl de waard toekeek, ook het monster van een reuzenslang en zwom met grote kronkels snel naar volle zee, waar het door de hoge golven uit het zicht verdween.
Hoofdstuk 66: De hebzuchtige overste van Kapérnaum - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
...  233 - 234 - 235 - 236 - 237 - 238 - 239 - 240 - 241 - 242 - 243 - 244 - 245 - 246 - 247 - 248 - 249 - 250 - 251 - 252 - 253 - 254 - 255 - 256 - 257 - 258  ...