Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

10915 resultaten - Pagina 245 van 728

...  233 - 234 - 235 - 236 - 237 - 238 - 239 - 240 - 241 - 242 - 243 - 244 - 245 - 246 - 247 - 248 - 249 - 250 - 251 - 252 - 253 - 254 - 255 - 256 - 257 - 258  ...
[4] Als echter een geest, zoals bijvoorbeeld die van Mozes, voor je verscheen en tegen je zei: 'Dit en dat moet je doen als je tot het leven wilt ingaan; doe je dat niet dan val je onder het gericht van de almachtige God en dan is een volledig gelukkige opstand uit de dood van het gericht heel moeilijk!' dan zul je na die vermaning beven, en je leven lang niets anders durven te doen dan wat de geest van Mozes je bevolen heeft.
Hoofdstuk 225: Invloeden van geesten en contact met het hiernamaals - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[10] God had de mensen immers door Zijn almacht kunnen binden, zodat zij de bergen nooit verder hadden kunnen verwoesten! Ja, dat zou voor God heel gemakkelijk geweest zijn; maar de mensen zouden dan opgehouden hebben mens te zijn en zouden daarna in het geestenrijk ook niet meer als vrije mensen hebben kunnen bestaan. God liet echter eerder toe dat een heel mensengeslacht door zijn eigenzinnige wil lichamelijk ten onder ging, dan dat hun ziel wat betreft hun vrije wil en volledige zelfstandigheid ook maar iets zou inboeten.
Hoofdstuk 225: Invloeden van geesten en contact met het hiernamaals - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[15] God had deze mensen natuurlijk wel met Zijn almachtige wil daar weg kunnen halen en naar een andere gezonde landstreek kunnen verplaatsen; maar dat zou duidelijk tegen hun wil geweest zijn. Omdat God daar echter het meest rekening mee houdt en ook moet houden, liet Hij liever toe dat deze mensen lichamelijk allemaal te gronde gingen, dan dat ook maar een atoom van de vrije wil van hun ziel verwoest zou worden. Want zelfs voor God is dat het grootste meesterwerk van Zijn liefde, wijsheid en macht, mensen te scheppen die Hem in alles volkomen gelijk worden.
Hoofdstuk 225: Invloeden van geesten en contact met het hiernamaals - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[19] leder mens moet zich echter eerst gelovig naar de ontvangen goede lessen richten en dan op zijn gemoed letten, maar ook op de vaak sluimerende, kwade hartstochten in zijn lichaam, die zich in traagheid, arbeidsschuwheid, wellust, eigenliefde, starheid, hoogmoed, nijd, gierigheid en heerszucht maar al te duidelijk kenbaar maken. Aan deze laatste moet hij door de kracht van de liefde tot God en door de liefde tot de naaste, door geduld, deemoed en zachtmoedigheid het hoofd bieden, dan zal hij helemaal niet lang hoeven te wachten tot de goede geesten zich voelbaarder en duidelijker aan hem zullen openbaren.
Hoofdstuk 225: Invloeden van geesten en contact met het hiernamaals - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[6] DE FARIZEEËR zei: 'Ja, U heeft wel helemaal gelijk, en de mensen zijn Uw liefde niet waard en kunnen U van nu af aan niet genoeg danken dat U in het vlees gekomen bent om hun het ware licht te geven en hun de ware weg naar het eeuwige leven te wijzen. Maar één ding is er toch door ons mensen ten opzichte van U op te merken, en dat is het volgende: U bent zo, als deze keer, nog nooit bij de mensen geweest om hen te leren Uw wil en hun bestemming te onderkennen. Steeds waren het zeer ervaren en geestdriftige mensen - profeten genaamd - die beweerden door Uw geest gegrepen te zijn; en niet zij hebben gesproken, maar Uw geest door hun mond. Zij deden ter bekrachtiging van hun verklaringen ook tekenen, vaak van de meest buitengewone aard zoals men in de boeken leest; maar zij waren toch mensen en moesten sterven, hoewel zij heel vaak over het eeuwige leven spraken en schreven. Zelfs Mozes was daarvan niet uitgezonderd. Alleen van de unieke Elia zegt de Schrift, dat hij in een vurige wagen naar de hemel is opgevaren en alleen zijn mantel achterliet voor zijn leerling Elisa. Deze geschiedenis is echter toch wat ongeloofwaardig en kan niet als norm dienen, omdat men zoiets nooit daarvoor en ook nooit daarna bij welke grote wijze dan ook heeft meegemaakt.
Hoofdstuk 224: Het weerwoord van de Farizeeër - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[8] Wanneer er dan weer een profeet onder het volk opstond en te kennen gaf dat God door hem sprak, dan werd men alleen maar geërgerd over zo iemand en zei men tegen hem: 'Bewijs eerst maar eens dat je net zo onsterfelijk bent als Elia! ' of 'Roep de reeds lang gestorven vaders en profeten, opdat wij ze zien en zij ons in levende lijve getuigen -ten eerste, dat er werkelijk een leven na de dood is en hoe, en ten tweede, dat jij een echte profeet bent! Als je ons dit bewijs niet kunt geven, geloven we jou net zo min als we nu en in de toekomst de oude profeten geloofd hebben en ooit geloven zullen; want zij zijn gestorven zoals ook jij zult sterven, en niemand heeft na hun dood ooit meer iets van hen gehoord. We hebben wel hun geschriften bewaard, maar die zijn door de nooit verzadigbare aarde verslonden. Wat hebben we echter aan hun geschriften vollessen over het eeuwige leven, als zij als leraren ons na hun dood niet het overtuigend bewijs kunnen leveren dat hun leer waar is?!'
Hoofdstuk 224: Het weerwoord van de Farizeeër - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[8] Kijk, het rekening houden met de vrije wil van de mens van deze aarde gaat bij God zelfs zover dat Hij niet eens altijd toeziet op wat een of ook meerdere mensen denken, willen en doen. Alleen wanneer zij te ver van God zijn afgeweken, kijkt God naar hen om en verwekt weer zieners, leraren en profeten, om de mensen weer de wil van God en zijn plannen met hen opnieuw mee te delen. Houden de mensen daar rekening mee, dan gaat het al weer helemaal goed; houden zij zich er echter niet aan, en bespotten en vervolgen zij de door God voor hen opgewekte zieners, leraren en profeten, dan wordt God gedwongen een uiterlijk strafgericht over de mensen en vaak over een heel volk te laten komen. Maar zelfs zo'n gericht gaat nooit direct van de almachtige wil van God uit, maar komt altijd door de blinde en boosaardige verkeerdheid van de mensen.
Hoofdstuk 225: Invloeden van geesten en contact met het hiernamaals - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[17] Als een mens tegen alle aanvechtingen van zijn zintuigen in, vrijwillig gehoor heeft gegeven aan de goede van buiten komende raadgevingen en vermaningen, en zijn leven daarnaar heeft ingericht, wordt de stille invloed van de goede geesten ook steeds krachtiger, die echter geen mens anders voelt en mag voelen dan dat dit door hemzelf gewild is. Als de invloed van het goede uit de hemelen door de eigen wil van de mens eenmaal zo krachtig is geworden dat de ziel daar helemaal in is overgegaan, wordt de ware goddelijke geest van de liefde in haar wakker, doordringt de ziel geheel, en dan pas is de ziel de eerste fase van haar vervolmaking ingegaan, is dan al onveranderlijk vrij en kan, ook al is zij nog in het lichaam, verschijningen en openbaringen van geesten en zelfs van de hoogste engelen ontvangen.
Hoofdstuk 225: Invloeden van geesten en contact met het hiernamaals - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[3] Denk je dan eens de eindeloos grotere ruimte van de hemelen van God in en het eveneens eindeloze aantal van haar gemeenschappen, die zo overeenkomen met de werelden in de materiële ruimte dat bijvoorbeeld van deze aarde, die vrijwel het kleinst is, er tot op heden al honderdduizend maal honderdduizenden als reeds bestaand kunnen worden aangenomen! Hoeveel mensensoorten er nog uit deze aarde gevormd worden, weet God alleen, omdat Hij de oneindige aantallen als een eenheid duidelijk voor Zich heeft. Als er echter uit de mensen van deze aarde zo talloos vele gemeenschappen in het grote hiernamaals gevormd kunnen worden, hoeveel dan wel niet uit al de ontelbaar vele werelden, waarvan er veel fysiek al zo groot zijn dat deze aarde daarbij vergeleken nauwelijks een zandkorrel is ?
Hoofdstuk 226: Gods wezen en eeuwige scheppingsvreugde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[16] Laat daarom niemand van jullie denken dat hij zich eenmaal aan gene zijde in een eeuwig passieve, zoete rust zal bevinden; want dat zou juist de ware dood zijn voor de geest of de ziel. Hoe geestelijker een mens innerlijk wordt, des te actiever wordt hij ook, en dat door en door. Als dat echter in deze wereld al zichtbaar en duidelijk herkenbaar het geval is, hoeveel te meer zal dat dan aan de andere zijde het geval zijn, waar geen zwaar lichaam de ziel in haar bezig zijn zal belemmeren! -Wel, zeg nu of je het goed begrepen hebt!'
Hoofdstuk 226: Gods wezen en eeuwige scheppingsvreugde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[4] IK zei: 'Wie in Mijn leer blijft, blijft ook in Mij, en Ik blijf in hem; wie echter door zijn daden Mijn leer verlaat, verlaat ook Mij, en het leven is niet in hem. Ik ben de ware levensdag. Wie op deze dag voortgaat, zal zich niet stoten en wie op deze dag werkt, zal het ware levensloon ontvangen.
Hoofdstuk 227: Niet het weten, maar het handelen uit liefde maakt zalig - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[6] Er is echter een tweevoudig handelen: een handelen voor de wereld uit eigenbelang - en een werkelijk handelen in de wereld uit ware liefde tot God en uit liefde voor de naaste. Uit het eerste verkrijgt de mens het gericht en gemakkelijk de eeuwige dood, uit het tweede echter de liefde en genade van God en het eeuwige leven van de ziel.
Hoofdstuk 227: Niet het weten, maar het handelen uit liefde maakt zalig - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[14] Tegen jou zeg ik echter: Koop nog meer goederen; want wat jij het jouwe noemt, is eigenlijk al het bezit van de vele armen, die het merendeel van je goederen verbruiken!
Hoofdstuk 227: Niet het weten, maar het handelen uit liefde maakt zalig - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[18] Als er echter iemand naar jou als rijke komt, die je al enige malen geholpen hebt maar die je goedheid misbruikte, vermaan hem dan in een goed gesprek; onthoud hem echter je liefde niet! Als hij zich verbetert, dan heb je een dubbel goed werk aan hem gedaan; verbetert hij zich niet, wordt dan daarom niet boos op hem, -want naast de fysieke armoede bestaat er ook een geestelijke, die altijd groter en betreurenswaardiger is dan de fysieke.
Hoofdstuk 227: Niet het weten, maar het handelen uit liefde maakt zalig - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[13] De oplossing van een wereld zal echter op gelijke wijze plaatsvinden als waarop ieder ander aards wezen oplost, waarbij de uiterlijke dood gaandeweg steeds meer intreedt en zichtbaar wordt. Als je naar een boom kijkt, zul je zien dat hij langzaam maar zeker verziekt. Hij wordt oud en vermolmd, slechts een paar takken vertonen nog leven, andere zijn rot en vermolmd en vallen in de loop van de tijd van de stam. Mettertijd wordt ook de stam gedeeltelijk vermolmd en gaat dood, en dat gaat net zo lang door tot uiteindelijk de hele boom verrot, vermolmd en op zichzelf dood is. Maar zelfs als boom, die op zichzelf reeds volkomen dood is, bevat hij toch nog levensgeesten; daarom zullen jullie, als hij door de storm omgewaaid in het bos ligt, mossen en andere kruidjes uit hem zien groeien; ook zullen allerlei wormen hem inwendig doorboren; en een even groot aantal insekten knagen en teren zolang op het vlees en merg van de gestorven boom als er nog wat aan zit, tot dan misschien na honderden jaren van de hele boom geen spoor meer te vinden is.
Hoofdstuk 226: Gods wezen en eeuwige scheppingsvreugde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
...  233 - 234 - 235 - 236 - 237 - 238 - 239 - 240 - 241 - 242 - 243 - 244 - 245 - 246 - 247 - 248 - 249 - 250 - 251 - 252 - 253 - 254 - 255 - 256 - 257 - 258  ...