Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

10915 resultaten - Pagina 246 van 728

...  234 - 235 - 236 - 237 - 238 - 239 - 240 - 241 - 242 - 243 - 244 - 245 - 246 - 247 - 248 - 249 - 250 - 251 - 252 - 253 - 254 - 255 - 256 - 257 - 258 - 259  ...
[7] Daarmee zeg Ik niet dat iemand niet met alle ijver de aarde bebouwen moet, en dat hij niet spaarzaam moet zijn, want Ik Zelf raad iedereen alle vlijt aan en een juiste spaarzaamheid. Maar dat alles behoort men te doen om voldoende voorraad te hebben om op ieder moment de armen bij te kunnen staan. Want wat iemand de armen doet in Mijn naam, zal Ik zo aannemen alsof hij het Mij gedaan had, en Ik zal hem zegenen hier en aan gene zijde; wie echter alleen voor zichzelf en puur voor zijn kinderen werkt en zorgt, en zich niet schuwt iets oneerlijk in bezit te nemen, die zal geen zegen van Mij kunnen verwachten, en aan gene zijde zal hij voor Mijn rechterstoel niet bestaan, maar hij zal buiten geworpen worden in de kerker van de buitenste duisternis. Daar zal veel gehuil en tandengeknars zijn, en zo'n ziel zal moeilijk ooit tot volle aanschouwing van God komen.
Hoofdstuk 227: Niet het weten, maar het handelen uit liefde maakt zalig - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[8] Wie echter van zijn egoïstische spaarzaamheid overgaat naar volledige gierigheid, is reeds hier een duivel in mensengestalte die de geest van God, die zuiver liefde is, altijd weerstreeft en daarom voor altijd van de zaligheid zal blijven uitgesloten. Want zo zeker er een hemel is, zo zeker is er ook een hel, waarvan de worm nooit sterft en het vuur nooit dooft. Wie daar helemaal uit eigen wil inkomt, zal er ook geheel door eigen wil nooit meer uitkomen, -en dat is de ware eeuwige dood van de ziel. Let daar ook goed op, en pas er voor op dat je niet in zelfzucht, eigenliefde, nijd, gierigheid en wereldse hoogmoed vervalt! Want alle andere zonden raakt de mens eerder kwijt dan de zojuist genoemde.
Hoofdstuk 227: Niet het weten, maar het handelen uit liefde maakt zalig - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[1] (DE HEER): 'Er staat weliswaar geschreven dat men hem, die je iets kwaads heeft aangedaan, zevenmaal volledig vergeven moet; maar Ik zeg jullie: zeven en zeventigmaal zevenmaal zul je je belediger vergeven voor je hem voor de rechter aanklaagt! Verbetert hij zich ook dan niet, verstoot hem dan uit de gemeente! Wie echter niet telt hoe vaak iemand hem beledigd heeft, die zal ook in de hemel niet worden aangerekend worden hoe vaak hij tegenover God heeft gezondigd.
Hoofdstuk 228: Naastenliefde. Kennis en liefde van God - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[5] IK zei: 'Is de zon niet het licht van de dag, en verwarmt zij niet de hele wereld en maakt zij niet door haar licht en haar warmte dat alles groeit en bloeit op aarde? Als Ik echter zeg: 'Een zon voor degene die Mijn leer in alles navolgt! ' , dan bedoel Ik daarmee geen stoffelijke zon, maar een volledig geestelijke zon in zijn hart, wat zoveel wil zeggen als de volledige godgelijkheid van zijn ziel. - Begrijp je dat goed?
Hoofdstuk 228: Naastenliefde. Kennis en liefde van God - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[17] IK zei: 'Deze nacht is het nog geen tijd om daarover te spreken, maar er kan nog van alles gebeuren, omdat Ik pas vandaag over zeven dagen Jeruzalem voor een poos zal verlaten. Bespreek echter nog voordien met Mijn oude leerlingen de hoofdinhoud van Mijn leer; wat jullie niet weten zal je op het moment datje het nodig hebt in de mond gelegd worden.
Hoofdstuk 228: Naastenliefde. Kennis en liefde van God - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[7] PETRUS zei: 'Heer, daar begrijpen we allemaal niets van, hoewel U Zelf zei, dat een mens alle zonden vergeven kunnen worden maar nooit een zonde tegen de Heilige Geest! U bent echter kennelijk niet de Heilige Geest, omdat U zei dat zonden tegen de Zoon vergeven kunnen worden. De Vader is het ook niet, omdat ook zonden tegen de Vader nog eerder vergeven zouden kunnen worden. Wel, wie en wat is dan de Heilige Geest? Wij zagen hem in de vorm van een vurige duif. Is hij een aan alle mensen vanaf Adam verborgen gehouden derde goddelijke persoonlijkheid, of is hij één met de Vader of één met U? Hij kan toch niet heiliger zijn dan de Vader en U? En toch zei U, dat zonden tegen de Heilige Geest nooit of te nimmer vergeven worden! Hij moet dus op een nog helemaal aan ons onbekende wijze beslist het Heiligste van alle hemelen zijn.
Hoofdstuk 229: God-Vader, God-Zoon en God-Heilige Geest - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[1] (DE HEER:) 'Maar wat jullie nu zullen horen, moetje voorlopig voor je houden en niet voortijdig ruchtbaar maken! Wanneer echter de juiste tijd daarvoor aangebroken is, zullen jullie dat door Mijn geest, die de eigenlijke Heilige Geest is, wel in jezelf merken.
Hoofdstuk 230: De drie-eenheid in God en mens - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[5] Opdat dit alles echter gemaakt kan worden is de machtige wil van God nodig, en dat is dan de Heilige Geest in God, waardoor de werken en wezens hun volledige bestaan krijgen. De Heilige Geest is het grote uitgesproken woord 'Er zij!' -en dan is er, wat de liefde en de wijsheid in God besloten hebben.
Hoofdstuk 230: De drie-eenheid in God en mens - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[7] Dat echter ook jullie de helemaal aan Mij overeenkomstige drieëenheid in jullie hebben, zal jullie direct zo duidelijk mogelijk uitgelegd worden.
Hoofdstuk 230: De drie-eenheid in God en mens - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[10] Maar heel anders staat het met de liefde en haar wil bij die mensen* (*toegevoegd) van wie het verstand een helder licht is geworden; het schijnt dan door de liefde en haar wil, en daardoor door de hele mens. Dan pas zorgt de liefde voor de zuivere middelen, zij ordent het licht of de wijsheid, en zij activeert de wil. Als de mens echter als evenbeeld van God ook die mogelijkheid in zich heeft, bestaat hij dan uit drie mensen of is hij slechts één mens?'
Hoofdstuk 230: De drie-eenheid in God en mens - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[2] Kijk, Heer, God is naast al Zijn eigenschappen echter ook oneindig en daardoor alomtegenwoordig! Hoe is dat dan bij U mogelijk, terwijl U Zich toch net als wij binnen één nauwkeurig begrensd persoon lichamelijk bij ons bevindt?'
Hoofdstuk 231: De oneindigheid en alomtegenwoordigheid van God in Jezus - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[5] Ik zal echter niet altijd zo met Mijn hele oerwezen bij jullie blijven, en toch zal Ik als geheel Dezelfde bij jullie blijven, dat wil zeggen bij allen die getrouw volgens Mijn woorden zullen handelen en leven, en wel tot aan het einde der tijden van deze aarde!
Hoofdstuk 231: De oneindigheid en alomtegenwoordigheid van God in Jezus - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[17] Voor kinderen is er ander voedsel dan voor rijpe mannen. Hoe wil je iemand iets wat dieper geestelijk is begrijpelijk maken, als hij de aarde die hem draagt en voedt, totaal niet kent, en nog minder beseft wat de sterrenhemel allemaal omvat en bevat? Maar jullie heb Ik dat alles leren kennen, zodat jullie je vooral een levendig begrip van de grootte en van de wijze orde van God hebben kunnen maken, en daarom hebben jullie dat hogere en zuiver geestelijke ook gemakkelijker kunnen begrijpen; de anderen die hier zijn, hebben al veel in de wereld beleefd, en hebben daardoor een basis om ook iets hogers te begrijpen, waartoe hun grote liefde tot Mij hen echter het meest geschikt maakte. En zo is nu aan allen die daarvoor geschikt waren, dit grote en diepe geheim door Mij uitgelegd; alle anderen moeten wachten tot zij geschikt zijn om het van Mijn geest te ontvangen.
Hoofdstuk 231: De oneindigheid en alomtegenwoordigheid van God in Jezus - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[4] Zo'n terugval duurt vaak duizenden aardse jaren. In die tijd heeft zich zo'n nieuw zonnekind door de hem van talloze kanten ontmoetende lichtsubstanties reeds meer en meer verdicht. Wanneer de komeet vaak na zeer veel jaren van de een of andere kant komend weer in de buurt van de zon komt, wordt hij door de mensen van deze aarde en ook door mensen van andere aarden als een ster, gewoonlijk met een lange, lichtgevende dampstaart, gezien. Tengevolge van een bepaalde afstotende kracht van de zon kan hij echter toch nooit meer in de zon terugvallen, welke afstotende kracht - vooral vlak in de buurt van de zon -bestaat uit het zeer heftige uitstromen van het licht, waardoor zo'n komeet wanneer hij als een nog heellicht lichaam in de buurt van de zon komt, zich bijna met de snelheid van het licht verder beweegt, omdat hij daardoor een nieuwe heftige stoot krijgt en zich in de grote diepte van de ruimte verliest, waarop hij aan de uiterste grens van zijn verwijdering weer begint terug te vallen naar de zon.
Hoofdstuk 232: Het wezen van de kometen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[7] Wat betreft echter die kometen waaruit zonnen ontstaan, die komen nooit in de buurt van een andere planetaire zon, maar zweven in voor jullie onmetelijke diepten van de ruimte en worden in later tijden door de hooggeleerde mensen met bepaalde oogwapens zo nu en dan ontdekt. Begrijp je dat goed?'
Hoofdstuk 232: Het wezen van de kometen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
...  234 - 235 - 236 - 237 - 238 - 239 - 240 - 241 - 242 - 243 - 244 - 245 - 246 - 247 - 248 - 249 - 250 - 251 - 252 - 253 - 254 - 255 - 256 - 257 - 258 - 259  ...