5587 resultaten - Pagina 248 van 373
... 236 - 237 - 238 - 239 - 240 - 241 - 242 - 243 - 244 - 245 - 246 - 247 - 248 - 249 - 250 - 251 - 252 - 253 - 254 - 255 - 256 - 257 - 258 - 259 - 260 - 261 ...
[23] Dat ik echter zo gesproken heb alsof jij nu juist op dat stuk aarde, waar de tafel werd uitgegraven, de tempel moest bouwen, zie, daar was alleen je hart mee bedoeld; maar daarin heb je debouw al uitgevoerd en zo is het goed!Hoofdstuk 211: Mura's dorst naar licht. Lamech raadt hem aan om geduld te hebben. Het markeren van de plaats waar de tempel gebouwd wordt - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[2] Pas toen hij enigermate was bijgekomen van de eerste overweldigende indruk en weer op adem kwam, gaf hij zijn van zalige vreugde overvolle hart ietsje lucht en verlichtte door middel van woorden zijn overgelukkige gemoed door tegen Kisehel uit te roepen:
Hoofdstuk 214: Het mooie uitzicht vanaf de slangenberg. De geestelijke betekenis van de reiniging van de slangenberg - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[8] O grote, almachtige God, hoe heerlijk zijn toch Uw werken! Wat een vreugde beleeft degene die ze in zijn hart waardeert!
Hoofdstuk 214: Het mooie uitzicht vanaf de slangenberg. De geestelijke betekenis van de reiniging van de slangenberg - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[3] Maar de reinheid van deze berg zal toch steeds van de reinheid van jouw hart afhangen!
Hoofdstuk 215: Hoe het geloof zich tot de liefde verhoudt, en de liefde ten opzichte van wijsheid. De gelijkenis van de maagd en de twee vrijers - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[4] Als jij en je nakomelingen blijven volharden in de God alleen welgevallige zuiverheid van je hart, dan zal dat ook steeds het geval zijn met deze berg; maar als je je hart door een zonde in de ogen van God verontreinigt, dan zal ook de berg weer een oude inwoner krijgen. Hetzelfde zal het geval zijn met degenen die jou zullen volgen.
Hoofdstuk 215: Hoe het geloof zich tot de liefde verhoudt, en de liefde ten opzichte van wijsheid. De gelijkenis van de maagd en de twee vrijers - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[5] Wanneer je echter een slang op de berg zult zien kruipen, gedenk dan hetgeen ik je nu vanuit de Heer van de heerlijkheid heb geopenbaard, en doe boete in zak en as, en vast zolang totdat je hart wordt gereinigd! Als dat het geval zal zijn, dan zal de berg ook zijn inwoner weer verdrijven.
Hoofdstuk 215: Hoe het geloof zich tot de liefde verhoudt, en de liefde ten opzichte van wijsheid. De gelijkenis van de maagd en de twee vrijers - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[6] De liefde tot de Heer is echter het grootste. Zolang je hart met de liefde tot God vervuld zal zijn, zolang zullen ook jij en je nakomelingen in het geheel niet in staat zijn in de een of andere zonde te vervallen.
Hoofdstuk 215: Hoe het geloof zich tot de liefde verhoudt, en de liefde ten opzichte van wijsheid. De gelijkenis van de maagd en de twee vrijers - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[13] En neem vooral nog ter harte bij deze woorden over God die mijn mond tot jouw hart spreekt, dat er twee wegen zijn die naar de Vader leiden: de ene heet de ware, ijverige herkenning van God; de andere echter heet de liefde!
Hoofdstuk 215: Hoe het geloof zich tot de liefde verhoudt, en de liefde ten opzichte van wijsheid. De gelijkenis van de maagd en de twee vrijers - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[18] Nadat dat was verkondigd, zeiden sommigen: `Wanneer er iets van waar is, dan zou zij wel zelf zijn gekomen en zich aan ons hebben getoond, opdat wij haar zouden leren kennen en uit zouden kiezen voor ons hart!
Hoofdstuk 215: Hoe het geloof zich tot de liefde verhoudt, en de liefde ten opzichte van wijsheid. De gelijkenis van de maagd en de twee vrijers - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[22] Wel, tussen de velen die over deze aankondiging minachtend deden en lachten, bevonden er zich toch twee. De ene zegt tegen zichzelf: `Ik wil er toch naartoe gaan en haar met scherpe ogen bekijken; is zij zoals de boden over haar meedeelden, dan wil ik haar ook zonder me te bedenken voor mijn hart verkiezen!'
Hoofdstuk 215: Hoe het geloof zich tot de liefde verhoudt, en de liefde ten opzichte van wijsheid. De gelijkenis van de maagd en de twee vrijers - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[23] Maar de ander zegt vanuit zijn volle liefdesgloed tegen de boden: `Breng mij naar haar toe! Ik wil haar niet doorvorsen en gedurende lange tijd leren kennen, maar ik heb haar al op de vurigste wijze in mijn hart omarmd; ik bemin haar al meer dan alles in de wereld!'
Hoofdstuk 215: Hoe het geloof zich tot de liefde verhoudt, en de liefde ten opzichte van wijsheid. De gelijkenis van de maagd en de twee vrijers - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[24] Als nu beiden bij deze dochter aankomen, dan zal de eerste zich spoedig ten hoogste verbazen, hij zal haar leren kennen en haar verkiezen; maar de tweede zal tegen haar zeggen: `O eindeloos heerlijke dochter van de hemelen, vergeef mij arme dwaas, want ik heb het gewaagd je eerder lief te hebben dan je te kennen en zie nu pas in hoe onwaardig mijn liefde ten aanzien van jouw hemelse wezen was! Laat mij daarom weer weggaan, opdat ik je in het verborgene uit alle macht van mijn hart kan beminnen!'
Hoofdstuk 215: Hoe het geloof zich tot de liefde verhoudt, en de liefde ten opzichte van wijsheid. De gelijkenis van de maagd en de twee vrijers - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[27] Zie, dat is het belangrijke verschil: Wie God liefheeft reeds voor hij Hem heeft leren kennen, die zal de volheid van het leven ontvangen; maar wie God pas daarna liefheeft, zal ook leven, - maar niet in het hart, maar in het rijk van de genade als een goed beloonde dienaar.
Hoofdstuk 215: Hoe het geloof zich tot de liefde verhoudt, en de liefde ten opzichte van wijsheid. De gelijkenis van de maagd en de twee vrijers - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[11] En als zij dat is geworden, dan heeft de mens ook op de enig juiste wijze de almachtige God benaderd, en God zal zich aan hem bekendmaken volgens de gerechtigheid van de enige liefde die in staat is het hart, de ziel en de geest van de mens slechts voor God te laten leven!
Hoofdstuk 216: Lamech kent zichzelf. De liefde als de juiste weg tot God. Lamechs verzoek om nog een gelijkenis en Kisehels wijze, afwijzende antwoord - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[13] En Kisehel antwoordde Lamech daarop het volgende: 'Lieve broeder Lamech, je hebt mij een van de allergrootste vreugden bereid door dit verzoek uit je oprechte hart, zoals ook verder door je huidige gedrag!
Hoofdstuk 216: Lamech kent zichzelf. De liefde als de juiste weg tot God. Lamechs verzoek om nog een gelijkenis en Kisehels wijze, afwijzende antwoord - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)