Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

4159 resultaten - Pagina 249 van 278

...  237 - 238 - 239 - 240 - 241 - 242 - 243 - 244 - 245 - 246 - 247 - 248 - 249 - 250 - 251 - 252 - 253 - 254 - 255 - 256 - 257 - 258 - 259 - 260 - 261 - 262  ...
[1] ONZE MAN zegt nu: 'O lieve vriend, ik moet je helaas eerlijk bekennen, dat het met mij precies is gesteld, zoals je het mij - zonder mijn zonden te verzwijgen - hebt gemeld. En ik zie in, dat ik daartegen ook niet de geringste verontschuldiging kan aanvoeren; want alles raakt alleen maar mijzelf! Alleen wil ik nog graag weten, waarheen je me nu zult brengen en wat mijn eeuwig lot zal zijn?'
Hoofdstuk 16: Bisschop Martinus' schuldbekentenis - Zijn besluit bij zijn gids en redder te blijven - De engel Petrus als derde in het gezelschap - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[16] Zou ik mijzelf hebben geschapen en opgevoed, dan was ik de feitelijke oorzaak van elke door mij gepleegde handeling en zou ik daarvoor ter volledige genoegdoening met het volste recht veroordeeld kunnen worden. Maar om nu direct zonder meer iedere daad van mij maar als doodzonde te bestempelen omdat ik ze beging, dat komt mij niet helemaal onrechtvaardig, maar eigenlijk toch wel een beetje hard voor!
Hoofdstuk 20: De geestelijke betekenis van de visserij - De samenstelling van de ziel - Martinus' verontschuldigingen en de terechtwijzende woorden van de Heer - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[23] Maar geloof je werkelijk voor jouw deel geheel zonder schuld te zijn? Kun je zoiets beweren? Heb je niet Gods geboden leren kennen, zoals ook zeker de aardse wetten voor de burgerlijke orde? Was je je niet herhaaldelijk bewust, dat je een zondig voornemen had?
Hoofdstuk 20: De geestelijke betekenis van de visserij - De samenstelling van de ziel - Martinus' verontschuldigingen en de terechtwijzende woorden van de Heer - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[22] Kijk, wij beiden zijn voor jou nu de grootste vrienden en broeders, en jij veracht ons voortdurend in je hart, ofschoon wij je willen helpen en je geheel doorzien! Daarom, verander je hart! Begin ons als je weldoeners lief te hebben, dan zul je ook zonder jouw domme filosofie de weg naar het hart van God vinden, zoals het juist is en gepast! Moge het zo geschieden!'
Hoofdstuk 21: De filosofische domme verontschuldiging van bisschop Martinus - Een vriendelijke en goddelijk ernstige gewetensspiegel - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[24] IK zeg: 'Vriend, wat verlang je van Mij, dacht je dat Ik het niet in zeer hoge mate goed met je voor had zonder dat je Mij daar om vraagt! Denk je dan dat alleen een vleier een ware vriend is, of iemand die uit louter eerbied iemand de waarheid niet in het gezicht durft te zeggen? O, dan heb je het helemaal verkeerd!
Hoofdstuk 21: De filosofische domme verontschuldiging van bisschop Martinus - Een vriendelijke en goddelijk ernstige gewetensspiegel - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[23] BISSCHOP MARTINUS spreekt weer: 'Ja, ja, mijn God ja, je hebt wel gelijk, ik heb jullie lief en waardeer jullie bovenal vanwege jullie wijsheid en daarmee verenigde kracht, liefde, geduld en volharding! Maar als je, mijn lieve vriend, met mij op zo'n manier zou spreken, dat ik niet de hele tijd uit je woorden kan opmaken, dat ik slechts waard ben om vervloekt te worden, dan was ik zonder meer allang letterlijk verliefd op je! Echter juist jouw doordringende, scherpe woorden vervullen mij eerder met een soort heimelijke angst, dan met een liefde voor jou en je vriend Petrus! Spreek daarom minder beschuldigend tegen mij, dan zal ik je met al mijn krachten liefhebben!'
Hoofdstuk 21: De filosofische domme verontschuldiging van bisschop Martinus - Een vriendelijke en goddelijk ernstige gewetensspiegel - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[30] Kort en goed, zoals reeds gezegd, aan jou was ook niet één draadje goed en je bevond je reeds hals over kop volkomen in de hel! God de Heer echter ontfermde zich over jou, pakte je vast en wil je vrij maken van alle banden met de hel. Meen je dat zo iets mogelijk kan zijn zonder jou duidelijk te maken hoe jij in elkaar zit?
Hoofdstuk 21: De filosofische domme verontschuldiging van bisschop Martinus - Een vriendelijke en goddelijk ernstige gewetensspiegel - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[10] BISSCHOP MARTINUS zegt: 'Dat zou mooi zijn, als we nu meteen een kleine oceaan bij de hand zouden hebben. Maar ik ontdek hier ook niet één druppel water. Ik denk dat dit alles wel wat moeilijk zal gaan zonder water.'
Hoofdstuk 24: Bisschop Martinus' nieuwe opdracht – Brand blussen en levens redden - De slachtoffers van de brand krijgen onderdak en kleding - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[2] BISSCHOP MARTINUS bekijkt het mooie, lichtblauwe kleed dat met purper is afgezet en zegt: 'Ach, ach, dat is voor iemand als ik ben toch veel en veel te mooi! Hoe kom je er bij? Ik, arme zondaar van top tot teen, en dan een kleed zoals Jezus, de Heiland, de waardigste van alle mensen op de wereld heeft gedragen! Dat zou toch spotternij zonder weerga zijn?
Hoofdstuk 26: Martinus' bescheidenheid en deemoed - Het gezegende liefdemaal aan de tafel van de Heer - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[3] Nee, nee, dat doe ik niet! Jezus was dan wel geen God, zoals de domme mensen van Hem hebben gemaakt, maar Hij was toch wel de meest wijze en de beste van alle mensen die ooit op aarde hebben gewoond. Hij was een volmaakte mens zonder zonden, in wie God zeker het hoogste welgevallen kon hebben. Ik was en ben echter de meest onvolmaakte mens vol zonden. Daarom kan ik Zijn kleed nooit aantrekken!
Hoofdstuk 26: Martinus' bescheidenheid en deemoed - Het gezegende liefdemaal aan de tafel van de Heer - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[5] IK zeg: 'Ook goed, zoals je wilt. Er is hier totaal geen dwang. Eet en drink dan maar zonder kleed. Het zij zo!'
Hoofdstuk 26: Martinus' bescheidenheid en deemoed - Het gezegende liefdemaal aan de tafel van de Heer - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[9] Wat zou er wel met de hele schepping die toch het eigenlijke Godshuis is, gebeuren op het ogenblik, dat men God Zelf zou hebben vernietigd? Wie zou er zonder God hebben kunnen leven? Zou de dood van God al niet lang van te voren alle leven en bestaan hebben vernietigd? Lieve vrienden, wees daarom verstandig in de geestenwereld!'
Hoofdstuk 28: Martinus als blinde rationalist in de val - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[12] Wij mensen begrijpen alleen maar een mens en dus ook God alleen in de mens Jezus. De zonnen echter begrijpen wij niet; daarom zouden zij zonder Jezus voor ons een vergeefse Godheid zijn!
Hoofdstuk 28: Martinus als blinde rationalist in de val - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[12] Want Ik, de echte Heiland Jezus, zeg je hier in Mijn eeuwige rijk, dat jij een onverstandige geest bent, die de meer dan grote liefde die Ik voor je heb niet erkent. Ik draag je op handen en jij bent nog steeds doof en blind! Ik geef je het brood des levens en jij verteert het als een poliep, zonder op de innerlijke uitwerking te letten, die het bij deze zondaars wel plotseling te weeg heeft gebracht!
Hoofdstuk 29: De Heer laat de blinde Martinus zien, dat Hij Jezus is - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[18] Zie vriend, ik wil je nu iets heel doms zeggen. Maar het lijkt mij toch meer wijsheid te bevatten dan datgene wat jij zegt: Ik denk dat als God de Heer niét het menselijk lichaam zou hebben aangenomen, om ook door ons mensen, Zijn schepselen, gezien te worden, waartoe zou Hij ons dan hebben geschapen? Voor Zichzelf niet! Want wat zou Hij er aan hebben, als wij Hem nooit te zien zouden krijgen en ten volste zouden liefhebben? En waartoe zou ons leven dienen zonder een zichtbare God? Denk er over na, misschien klaart je verstand dan nog een beetje op!'
Hoofdstuk 30: Tweegesprek tussen de rationalist Martinus en de wijze man over de goddelijkheid van Jezus - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
...  237 - 238 - 239 - 240 - 241 - 242 - 243 - 244 - 245 - 246 - 247 - 248 - 249 - 250 - 251 - 252 - 253 - 254 - 255 - 256 - 257 - 258 - 259 - 260 - 261 - 262  ...