Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

22349 resultaten - Pagina 249 van 1490

...  237 - 238 - 239 - 240 - 241 - 242 - 243 - 244 - 245 - 246 - 247 - 248 - 249 - 250 - 251 - 252 - 253 - 254 - 255 - 256 - 257 - 258 - 259 - 260 - 261 - 262  ...
[7] SIMON zegt berouwvol: "O, U die te heilig bent! Deze genade is de zondige Simon eeuwig niet waard!" Dan huilt hij weer. Daarom ga Ik naar hem toe en druk hem nogmaals broederlijk aan Mijn hart.
Hoofdstuk 176: De eenwording van de mens met God. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[8] Na een poosje toen Simon zich hersteld had van zijn ontroering en Ik ook kalmerend op zijn gemoed had ingewerkt, zei SIMON: "Mijn Heer en mijn God! Waar heb ik het dan aan te danken dat U nu opeens zo genadig en barmhartig voor mij bent? Weet dat ik een zondig mens ben, want mijn vlees is erg zwak. Mooie en aantrekkelijke meisjes maken op mij een geweldige indruk, en van tijd tot tijd komen er altijd onzedelijke gedachten in mij op. En heel vaak stem ik met een soort lust en plezier in met deze gedachten, ook al is het niet metterdaad bij gebrek aan gelegenheid, dan toch wel in mijn gemoed dat bij mij tijdens zulke bronstperiodes erg gewillig is.
Hoofdstuk 176: De eenwording van de mens met God. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[1] IK zeg: "Vriend en broeder, wat gaat jou het lichaam aan en wat daarin gebeurt?! Als Ik deze eigenschap niet aan het lichaam zou geven, zou een man dan ooit een vrouw nemen en in haar de levende, menselijke vrucht verwekken?!
Hoofdstuk 177: Over doel en wezen van de zinnelijkheid. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[4] Ben je een zondaar omdat je bij tijden honger en dorst hebt? Zondig je, wanneer je kijkt, luistert, proeft en ruikt? AI deze zintuigen zijn je gegeven om de vormen van de dingen waar te nemen, om de wijsheid van het gesproken woord te horen en om goede en slechte en schadelijke geesten van de nog ongegiste en ruwe materie waar te nemen!
Hoofdstuk 177: Over doel en wezen van de zinnelijkheid. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[7] Nu kan het nooit meer duister voor je worden en daarom moet je een vurig voorvechter worden voor Mijn geestelijke rijk op deze aarde! Door jou zullen de heidenen in Perzië veellicht krijgen! Eet en drink nu weer; want je hebt nog honger en dorst, en je hebt je vis nog niet eens voor de helft opgegeten en je beker ook nog niet leeg! Tast daarom maar flink toe, Mijn jonge broeder Simon!"
Hoofdstuk 177: Over doel en wezen van de zinnelijkheid. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[8] Dat wisten jullie weliswaar niet en dat konden jullie ook niet weten; maar jullie konden wel reeds weten, dat een van ons niet door de Heer in deze zichtbare vorm ontboden wordt om tot jullie ergernis als veelvraat of grappenmaker of sneltovenaar op te treden, maar om in vele opzichten nuttig voor jullie te zijn, en om jullie een tastbaar bewijs te geven van de aanwezigheid en de macht van de engelen Gods! Als jullie dat echter beseffen, hoe kunnen jullie dan spitse opmerkingen maken over mijn eten?"
Hoofdstuk 178: Over het wezen van de engelen. Hart en geheugen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[5] Zeker, je kunt met ogen, oren, neus, smaak en tong wel zondigen alsje deze zintuigen niet overeenkomstig de orde gebruikt, als je je ogen onbeschaamd alleen maar richt op dingen die slechts het lichaam aanspreken, als je alleen maar graag en gretig naar laster, smaad en smerige praatjes luistert, als je alleen maar voor je plezier aan stinkende zaken ruikt die het lichaam verontreinigen en ziek maken, zodat je niet tot werken in staat bent. Je zondigt ook met je smaak en je tong als je de te grote belustheid op dure lekkere hapjes niet in toom houdt; want waarom moet jouw smaak gestreeld worden door het zwelgen van de kostbaarste dingen, terwijl er naast je veel armen van honger en dorst versmachten?! Als je honger en dorst hebt, verzadig je dan met eenvoudige en vers klaargemaakte kost; maar wanneer je meedoet aan vreet en zwelgpartijen, zondig je duidelijk geheel tegen de orde van God.
Hoofdstuk 177: Over doel en wezen van de zinnelijkheid. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[1] Ook de andere gasten tasten nog toe en vooral Raphaël weer, hetgeen Cornelius tenslotte tot een enigszins laconieke opmerking brengt, die hij de naast hem zittende Romeinen min of meer toefluistert. Deze Romeinen waren Faustus en Julius, en CORNELIUS zei tegen hen: "Een mens van vlees en bloed smaken deze heerlijk toebereide vissen voortreffelijk en hij kan er veel van eten; maar Raphaël, die als geest geen vlees en bloed heeft, zou zich wel met de reus Hercules en met de Filistijn Goliath kunnen meten! Merkwaardig hoe zo'n geest zoveel kan eten! Nu eet hij al zijn twaalfde vis, en dat is voor een geest toch wel wonderbaarlijk veel! Ik heb nog maar net één vis op en de engel heeft er in dezelfde tijd twaalf laten verdwijnen! Nee, dat is toch wel wat al te sterk! Ik geloof dat hij er nog wel twaalf aan zou kunnen!"
Hoofdstuk 178: Over het wezen van de engelen. Hart en geheugen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[7] Denk je soms dat je mijn werkelijke oerlichtgedaante zou kunnen verdragen als ik mij als zodanig aan je zou willen laten zien?! Weet dan dat de gloed van het licht van mijn oerwezen krachtig genoeg is om een ontelbaar aantal centrale oerzonnen te vernietigen, laat staan jou en deze hele aarde! Om echter te voorkomen dat dat door mijn aanwezigheid zou gebeuren, moet ik volgens de almachtige wil van de Heer dit schijnlichaam vormen, om mijn eigenlijke wezen zodanig te omhullen dat iedere verstoring van de orde binnen het gericht van de materie vermeden wordt. Maar de materie moet eerst door mijn innerlijke levensvuur geprepareerd worden om als beschermend omhulsel te kunnen dienen! En daarom ben ik genoodzaakt meer voedsel uit de materie tot mij te nemen dan iemand van jullie.
Hoofdstuk 178: Over het wezen van de engelen. Hart en geheugen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[10] RAPHAËL zegt: "Die dank komt alleen de Heer toe, die zowel jullie als onze Vader is van eeuwigheid! Gebruik deze les echter ook bij alle andere ervaringen en verschijnselen die je in je leven meemaakt, dan zullen jullie ons engelen binnen korte tijd als waardige broeders terzijde staan! Niets moeten jullie bekritiseren of daarom lachen, uitgezonderd leugen en bedrog! Want de leugenaar moet altijd aan de kaak gesteld worden en de bedrieger moet aan de schandpaal om de vrucht te proeven van leugen en bedrog!
Hoofdstuk 178: Over het wezen van de engelen. Hart en geheugen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[11] In alle andere gevallen moeten jullie de dwalende mensheid vriendelijk onderwijzen. Richt zij zich daarnaar, dan is alles in orde; richt zij zich daar niet naar, dan kunnen jullie je boog wat strakker spannen! Helpt ook dat niet, sluit dan zulke eigenzinnigen op in een opvoedingstehuis en laat ze vasten en indien nodig ook tuchtigen met roeden, want bij een juiste en goede opvoeding mag de roede niet ontbreken! Ook wij, jullie geheime opvoeders, bedienen ons daarvan bij mensen die eigenzinnig en erg halsstarrig zijn. Dus bewaar ook deze leer en pas hem toe waar dat nodig is, dan zullen jullie je temidden van mensen bevinden, anders alleen maar temidden van allerlei wilde dieren, die menselijke maskers dragen!"
Hoofdstuk 178: Over het wezen van de engelen. Hart en geheugen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[14] Als zij zelfstandig moesten denken, willen en handelen, zouden zij net als jullie eerst aan de kindertafel moeten eten en in jullie lichaam deze aarde moeten zegenen! Daaruit blijkt toch wel zonneklaar dat hetgeen de engel Raphaël jullie nu gezegd heeft, Mijn woord, Mijn taal en Mijn wil is, die jullie op gelijke wijze in acht moeten nemen als wanneer Ik hem Zelf rechtstreeks uitgesproken zou hebben.
Hoofdstuk 178: Over het wezen van de engelen. Hart en geheugen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[15] Jullie moeten Mijn woorden beter ter harte nemen, dan vergeet je deze niet zo gauw, want alles wat je eenmaal echt ter harte hebt genomen, blijft beslist ook vast in je herinnering zitten en als je het nodig hebt, Iaat je geheugen je niet in steek. Maar als je datgene wat Ik gezegd heb alleen maar in je geheugen wilt opnemen, zul je het voor het merendeel binnen een jaar minstens honderd keer vergeten; want op latere leeftijd is het geheugen niet meer zo soepel als in de jeugd. En de jeugd vergeet al gemakkelijk wat zij geleerd heeft, laat staan de ouderen. Maar wat je eenmaal ter harte genomen hebt, is in het leven overgegaan en blijft voor eeuwig!
Hoofdstuk 178: Over het wezen van de engelen. Hart en geheugen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[2] Achter de grote watervallen van de Nijl bevindt zich een zeer vruchtbaar en groot bergland, dat de naam draagt hAbi ie sin (dit betekent van de zoon van Abi). Deze hAbi is een nakomeling van Kaïn en niet van Noach, want het hoogland, zoals nog meer landen op aarde, bleef ten tijde van Noach vrij van de grote vloed.
Hoofdstuk 179: Het volk van Abessinië en Subiet. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[3] De zoon van deze hAbi werd, net als Nimrod, een machtig jager. Hij vond de knots en de boog uit, en alle dieren, ook al waren ze nog zo verscheurend, woest en wild, vluchtten reeds als zij hem in de verte zagen, want hij was een reus. Zijn stem deed het gesteente beven, met zijn kolossale knots sloeg hij rotsen aan gruzelementen en met zijn boog schoot hij tien pond zware pijlen duizend passen ver, en dat waarop hij gericht had, trof hij feilloos en het werd zijn buit.
Hoofdstuk 179: Het volk van Abessinië en Subiet. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
...  237 - 238 - 239 - 240 - 241 - 242 - 243 - 244 - 245 - 246 - 247 - 248 - 249 - 250 - 251 - 252 - 253 - 254 - 255 - 256 - 257 - 258 - 259 - 260 - 261 - 262  ...