Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

3934 resultaten - Pagina 250 van 263

...  238 - 239 - 240 - 241 - 242 - 243 - 244 - 245 - 246 - 247 - 248 - 249 - 250 - 251 - 252 - 253 - 254 - 255 - 256 - 257 - 258 - 259 - 260 - 261 - 262 - 263
[14] Kijk eens wat een oneindig aantal begrippen, grondideeën en krachten met dit ene begrip 'gebod' verbonden is, zoveel, dat iemand zou kunnen zeggen: ,Ja. als het woord 'gebod' dit alles als kenmerk in zich sluit, hoe zit het dan met een en ander niet minder betekenend woord?'
Hoofdstuk 38: De eerste, onderste luchtregio - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[3] In de Duitse taal bestaat nog een wat verouderd woord. dat hiervan afstamt, namelijk 'schock', bijvoorbeeld een schock mensen of een schock schoven. Men noemde een bepaald groepje mensen daarom een schock, omdat men dacht dat zich onder hen wel iemand bevond, die meer wist dan de anderen, die dus zeker een schögler moest zijn en dat groepje kreeg dus door hen de naam schock. Ook zag men gewoonlijk de mensen op de bergen schockwijze samen, wat in de bergen heel natuurlijk is, omdat het niet aan te raden is dat men hier alleen gaat werken, omdat daarvoor ten eerste één mens niet voldoende kracht zou hebben en ten tweede als zijn kracht al voldoende zou zijn, hij toch gemakkelijk een ongeluk kon krijgen en er dan niemand zou zijn om te helpen. Maar de mensen uit die tijd die in het dal woonden, dachten dadelijk als ze zo'n groepje mensen op de berg zagen en ze toevallig een wolkje boven de berg waarnamen, dat deze mensen zich met tovenarij bezighielden of in elk geval bezig waren het weer te beïnvloeden, Zo ging het vroeger en ook nu nog op jullie schöckel toe, behalve wat betreft het weer maken.
Hoofdstuk 36: Toverbergen - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[3] De nieuwe naam was en is nog steeds 'Landschnur'. Hiervan hebben later de Fransen die zich daar ophielden 'Landjour' gemaakt. Het woord 'Staff betekende in deze oude taal uit de bergen als het ware een gericht en 'Hochstaff een hoog gericht en wel daarom, omdat elke onbevoegde, die in de tovermysteriën van deze berg niet was ingewijd, dadelijk op de vreselijkste manier, natuurlijk door de heksenmeester, werd berecht als hij het waagde de berg te bestijgen tot daar waar de bebossing ophield; zo' n mens werd dan door onzichtbare handen beetgepakt en met de snelheid van de bliksem, zoals de sage luidt, op de hoogste bergtop neergezet. Daar werd hij door eveneens onzichtbare krachten vele uren lang op de meest pijnlijke en gruwelijke manier gekweld en met donderende stem werd hem te kennen gegeven, dat hij tot de heksenbond moest toetreden. Wilde hij dat niet, dan werd hij van het hoogste punt, dat daarom de 'Hohe Freiung' heette, op de 'Untere Freiung' geworpen, maar met zo'n magische kracht, dat hij niet werd gedood. Op de Untere Freiung kwamen de betoverende bekoorlijke Sylphiden hem dan met hun verleidelijke gestalten bedwelmen. Had hij zich dan aan hen overgegeven, dan werd hij plotseling weer op de Hohe Freiung gezet en daar in hun mysteriën ingewijd. Maar als hij zich niet door de bekoorlijkheden van deze Sylphiden wilde laten betoveren, dan kwam hij op de duivelsglijbaan en moest dan een afschuwelijke reis naar beneden in het dal maken, waarbij al zijn ledematen, kompleet, zoals men zegt, uit hun voegen gingen. Als hij echter tijdens de bekoringen van Sylphiden had laten zien, dat hij wel enigszins toegankelijk was geweest, dan werd hij op de gouden hoek gezet waar hij werd verblind door de enorme rijkdom die bestond uit massa's blank goud. En was dat dan ook nog niet genoeg, dan werd hij zuidwaarts gevoerd in de streek van het zilveren graf, naar een wondermooi feeëriek gedeelte van deze berg, dat deze nieuwaangekomene zo betoverde, dat het voor hem alleen nog maar mogelijk was zich volkomen bij deze heksenbond aan te sluiten.
Hoofdstuk 37: Bergen met beruchte namen - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[15] Nu komt de belangrijkste uitleg: Elk woord vormt op zichzelf een bepaald geestelijk centrum, trekt uit eenzelfde onmetelijke hoeveelheid begrippen diegene naar zich toe, die voor hem kenmerkend zijn en neemt deze in zich op, zodat dezelfde begrippen zich in dit woord tot iets heel anders moeten kwalificeren dan tot de kwalificatie die ze kregen bij een ander, eerder genoemd woord.
Hoofdstuk 38: De eerste, onderste luchtregio - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[1] Een spreuk uit jullie liturgie, die de zaak wel wat ongelukkig en niet juist weergeeft, luidt: 'Bedenk mens, dat gij stof zijt en tot stof zult wederkeren'. Deze spreuk bedoelt met het woord 'stof wel het totale uiteenvallen van het lichaam, maar is in deze betekenis onjuist, omdat iedereen onder 'stof fijn verpoeierde aarde of steen verstaat, die door de wind gemakkelijk verwaait. Ook kan daaronder de nog fijnere zonnestof verstaan worden, die wel fijner is dan de stof van de straat. Als het lichaam in zulk soort stof opgelost zou worden dan was zijn ziel daarmee weinig geholpen. Het allerfijnste stof dat we nog kunnen zien is toch altijd nog materie en kan zich zo lang het materie blijft niet met de ziel en de geest verenigen. Beter dan stof zou men kunnen zeggen 'specifiek zieleatoom'; dat is niet meer materieel maar substantieel. Tussen materie en substantie is echter een hemelsbreed verschil.
Hoofdstuk 41: Substantie en materie, kracht en stof - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[1] Als iemand deze uiteenzetting maar enigszins begrepen heeft ziet hij in, dat er in de eigenlijke betekenis van het woord helemaal geen materie bestaat, omdat de materie zelf alleen maar een werking van krachten is; de werking van deze krachten verschijnt dan als een bepaalde soort in een bepaalde gesteldheid en vorm en laat door dit optreden zien dat de werkende krachten niet zonder intelligentie werken; want waar aan een ding of een wezen een bepaalde vorm, soort en eigenschap te ontdekken is, kan niemand de intelligentie van de daarin werkende krachten loochenen.
Hoofdstuk 42: Gods werkzaamheid door middel van geesten - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[6] Het is dus moeilijk in één woord uit te drukken, wat een koraal eigenlijk is, maar dat het datgene is, waartoe het van te voren was bestemd, kan iedereen gemakkelijk inzien en aannemen, dus gedeeltelijk dier, gedeeltelijk mineraal en gedeeltelijk plant.
Hoofdstuk 48: De grenzen tussen de natuurrijken - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[16] Als het kind uit het moederlichaam is geboren, dan worden de longen in werking gesteld en het kind begint bij elke ademhaling een zeer grote hoeveelheid specifica uit de lucht op te nemen, die dadelijk voor de vorming van de zenuwgeest en voor het sterker worden van de ziel worden gebruikt, d.w.z. wat haar substantieel formele wezen betreft. Wat echter betreft de innerlijke voeding van de specifica en intelligenties, die krijgt ze door de zintuigen van het lichaam en dat alles wordt geregeld door de goede geesten van deze sfeer.
Hoofdstuk 51: De ontwikkeling van de menselijke lichaamsvrucht - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[3] Dit onderscheid is wel al aangegeven, en voor verlichte gemoederen zou het reeds gezegde voldoende zijn om het wezen van geest en ziel goed van elkaar te onderscheiden, maar voor jullie, die nog niet de juiste beschouwelijke kijk of visie hebben op het gebied van het innerlijke leven, moet de zaak nog wat duidelijker uitgewerkt worden, zodat jullie daardoor tot een juist inzicht kunnen komen.
Hoofdstuk 52: Ziel en geest in de mens - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[3] Dat zijn weliswaar materiële soorten, maar het zijn nu eenmaal materiële uiterlijke vormen of typen van de innerlijke zielevormen. Want de uiterlijke vorm kan alleen maar zodanig zijn, dat zij in ruimtelijk opzicht geheel met het innerlijke overeenkomt, - of: zoals de innerlijke kracht is, zo is de uiterlijke werking.
Hoofdstuk 53: De ziel van Satana - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[7] Dit helse kwaad wordt door tussenkomst van het machtige specificum, het woord van God, aan een nieuw gistingsproces onderworpen, waarin het helse wordt verzacht en tot iets hemels wordt omgevormd, maar ook niet in één keer.
Hoofdstuk 54: De wet van de zieledeling - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[5] Kijk eens naar een spin! In dit diertje zul je twee intelligenties verenigd vinden. - De eerste is het herkennen van het voedsel dat het nodig heeft; dit voedsel wordt voor twee doeleinden gebruikt, namelijk voor de voeding van het dierlijk wezen en om het kleverige sap te bereiden, waaruit het haar net spint; dit is de éne intelligentie. De twééde intelligentie is de eigenlijke kunst van de spin om de draad uit zich te trekken, hem aan kleine haakjes te hangen en een net te spinnen of beter gezegd te vlechten, dit net dan met een parelachtige kleverig sap te overtrekken, en daardoor die dieren te vangen, die haar nieuw voedsel geven. Uit deze manier van handelen moet iedereen toch wel zien dat de spin een intelligentie moet bezitten; en die intelligentie is hetzelfde als wat natuuronderzoekers - wel wat ten onrechte - 'instinct' noemen; want instinct is eigenlijk een innerlijke drang om een bepaalde bezigheid, op een bepaalde manier, in het werk te moeten zetten. Maar wat de geleerden instinct noemen, dat is niet meer de intelligentie van het diertje, maar dat is al het leiding en richting geven door hogere geesten. Het zijn namelijk twee dingen: een bepaalde vaardigheid bezitten en: volgens deze vaardigheid een bepaalde handeling uitvoeren. Aan het bezit van zo'n vaardigheid is de noodzakelijke uitvoering daarvan nog niet verbonden; daartoe moet er nog een andere drang bijkomen en dan is het bezit van zulke vermogens en vaardigheden in een wezen, of in een psychisch specificum, juist de intelligentie. De dwang echter om naar zo' n inwonende intelligentie te handelen is niet in het wezen zelf als een instinct neergelegd, maar dat is de dwingende leiding van de kant van de hogere en volkomen geesten, die bijvoorbeeld onze spin de plaats aangeven waar, en de tijd wanneer ze haar speciale vaardigheid moet aanwenden. Want was dat niet het geval dan zou de spin of helemaal nooit, of aldoor maar door spinnen en ze zou zelfs het gezicht van een mens niet ontzien en een net over zijn ogen spinnen. Dat is echter nooit het geval; want ze moet spinnen waar ze genoodzaakt wordt te spinnen en waar haar specificum doeltreffend is als het zich met het specificum van de aanwezige materie in verbinding stelt en dat in zich verzamelt voor een hoger leven.
Hoofdstuk 42: Gods werkzaamheid door middel van geesten - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[4] Deze lichtatomen worden door sommige natuuronderzoekers ook etherische lichtmonaden genoemd, een naam die goed past, omdat door het woord' monade' iets wordt aangeduid, dat als het ware op zichzelf staat. Dit specificum is, omdat het van het licht afkomstig is, zeer karakteristiek in zijn intelligente sfeer. Het houdt van rust en zoekt die met grote vasthoudendheid. Maar juist omdat het in zich als het ware de wet van de rust zelf is, oefent het bij elke beperking en in elke verdrukking de grootst mogelijke kracht uit die een beweging veroorzaakt om de vorige rusttoestand te herstellen. Als die kracht door het een of ander uit haar evenwicht wordt gebracht, kan niets haar weerstaan.
Hoofdstuk 46: De samenstelling van de intelligentiespecifica in de levende wezens 1 - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[11] De zetel van deze boze geest is het eigenlijk vaste middelpunt, waar alles druk op uitoefent, opdat hij zich niet teveel zal bewegen en het wezen van de aarde niet zal verstoren; want als men hem maar een beetje ruimte zou toelaten, zou het in één ogenblik niet alleen met deze aarde, maar met de hele zichtbare schepping gedaan zijn. Want er woont een geweldige kracht in hem, die alleen door de sterkste banden kan worden bedwongen en die Ik alleen kan smeden, daar Ik de Heer ben. Maar al is hij nog zo sterk gebonden, toch laat hij nooit na zijn aartsboosheid in de opstijgende specifica te blazen en deze ademtocht van zijn wil is nog machtig genoeg om de dood in alle zielespecifica in te planten, welke dood nog in alle aardse creaturen te vinden is; want al het organische kan vernietigd worden en alle materie is in staat de dood en de vernietiging te bewerkstelligen. Dit alles is afkomstig van de adem van de wil van de boze, wiens innerlijke boosheid zo onbegrijpelijk verschrikkelijk is, dat men zich daarvan nooit het minste begrip zal kunnen maken. Want het kleinste beetje begrip van het eigenlijke boze van deze geest, zou op zichzelf zo dodelijk zijn, dat geen mens het zich zou kunnen voorstellen en in leven blijven. En zou Ik alleen maar een korte beschrijving van het eigenlijke boze van deze geest geven, dan zou dat jullie dadelijk doden. Alles wat jullie al gehoord hebben over deze geest zijn maar zeer zwakke en ver verwijderde schaduwbeelden en ze zijn aan alle kanten door Mijn beschermende genade omgeven en zijn voldoende voor jullie om zijn bestaan te vermoeden.
Hoofdstuk 55: De teruggeleiding en verlossing van Satana - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[7] Door het woord 'levithan' wilde men alleen maar zijn kracht en macht aanduiden door hem te vergelijken met dit uitgestorven zeemonster, dat eens het grootste, krachtigste en meest onverwoestbare dier op aarde was. Hij was zo groot als een land, zijn gestalte was die van een reuzendraak die zoveel kracht had, dat hij in staat was in zijn ingewanden een krachtig vuur te verdragen en hier geen nadeel van ondervond, als dit vuur vaak met vreselijke vuurvonken uit zijn muil en neusgaten sproeide. Om deze reden werd onze boze geest ook vaak de 'vuurdraak' of de 'draak van de afgrond' genoemd. Deze geest, wiens ziel geheel ontbonden was, maar wiens geestelijk zuiverder wezen nog zeer gebonden was, liet het verschillende keren voorkomen alsof hij zich wilde beteren, als hem het een of ander zou worden toegestaan. Dat had hij ook zeker kunnen doen daar hij, zover het mogelijk was, van al zijn boze zielespecifica was ontdaan. Nu verlangde deze geest, dat men hem zou toestaan een tijdlang goddelijk vereerd te worden en als hij zou inzien dat deze verering hem niet beviel, dan zou hij helemaal omkeren en een zuivere geest worden. Dat werd hem ook toegestaan. Het hele heidendom, dat bijna zo oud is als het mensengeslacht, getuigt daarvan. Daarom heeft de Heer ook oorspronkelijk een enkel klein volkje op aarde voor Zichzelf uitgezocht; alle andere volkeren konden, wel in volle vrijheid, de wens van deze geest ongestraft opvolgen, zoals ook de dieren.
Hoofdstuk 56: Wezen en naam van Satana - Jakob Lorber - Aarde en Maan
...  238 - 239 - 240 - 241 - 242 - 243 - 244 - 245 - 246 - 247 - 248 - 249 - 250 - 251 - 252 - 253 - 254 - 255 - 256 - 257 - 258 - 259 - 260 - 261 - 262 - 263