5587 resultaten - Pagina 250 van 373
... 238 - 239 - 240 - 241 - 242 - 243 - 244 - 245 - 246 - 247 - 248 - 249 - 250 - 251 - 252 - 253 - 254 - 255 - 256 - 257 - 258 - 259 - 260 - 261 - 262 - 263 ...
[1] Gloeiend van liefde snelde Henoch naar de Vader en zei in zijn hart: 'O meer dan goede, meer dan heilige, allerliefdevolste Vader, wat een bovenmatig geluk hebt U mijn hart bereid! Ik, een zwak mens van deze aarde, mag U begeleiden?!Hoofdstuk 224: Henochs uitbundige liefde spreekt tot de heilige Vader. De heilige Vader billijkt de overmatige liefde van Henoch. De bekering van Lamech als getuigenis van de macht van de goddelijke liefde - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[5] O Vader, eeuwige, allerzuiverste en almachtige liefde, laat mij die nog niet in staat is tot dergelijk allerhoogst hemels genot, hier toch niet zo onuitsprekelijk gelukzalig zijn, want mijn hart verdraagt die liefdesbrand bijna niet meer!
Hoofdstuk 224: Henochs uitbundige liefde spreekt tot de heilige Vader. De heilige Vader billijkt de overmatige liefde van Henoch. De bekering van Lamech als getuigenis van de macht van de goddelijke liefde - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[12] Ik zondig kennelijk tegen de vereiste eerbied, - maar ik kan er niets aan doen, want ik houd zoveel van Hem dat ik mijn voortdurend door liefde spraakzame hart niet in toom kan houden!
Hoofdstuk 224: Henochs uitbundige liefde spreekt tot de heilige Vader. De heilige Vader billijkt de overmatige liefde van Henoch. De bekering van Lamech als getuigenis van de macht van de goddelijke liefde - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[14] Maar wees nu stil, mijn hart, want Hij kijkt alsof Hij iets tegen mij wil zeggen!
Hoofdstuk 224: Henochs uitbundige liefde spreekt tot de heilige Vader. De heilige Vader billijkt de overmatige liefde van Henoch. De bekering van Lamech als getuigenis van de macht van de goddelijke liefde - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[17] 'Vrienden, hier zullen wij even blijven staan! Want Ik zie dat sommigen van jullie wat moe geworden zijn; en jij, Mijn beminde Henoch, bent het meest vermoeid, - want jouw hart had zich bijna aan Mij vergrepen!
Hoofdstuk 224: Henochs uitbundige liefde spreekt tot de heilige Vader. De heilige Vader billijkt de overmatige liefde van Henoch. De bekering van Lamech als getuigenis van de macht van de goddelijke liefde - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[8] Maar dat zijn jullie uit de hoogte allemaal, zodat voor jullie ogen niet één hart veilig is.
Hoofdstuk 225: Lamech vraagt naar de naam van de jonge Man en Kisehel antwoordt ontwijkend. De woorden van de jonge Man tot het volk - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[17] De ware verering bestaat daaruit, dat jullie allen zonder ophouden Mijn wil doen, die jullie drievoudig is geopenbaard, namelijk in de orde van de natuur der dingen, voorts door jullie eigen geestelijke hart, dat de zuivere liefde is en vervolgens door Mijn boden, wat nu door Mijzelf wordt bevestigd.
Hoofdstuk 228: De woorden van de Heer over de ware godsverering - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[1] Na deze woorden van de Heer kregen allen meer moed en loofden en prezen God in hun hart voor Zijn onmetelijke goedheid, genade en erbarming.
Hoofdstuk 229: Lamech stelt vragen over het lichamelijk uitdrukken van gevoelens. Wat de zuivere liefde doet, is voor God gerechtvaardigd - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[5] Maar op sommige momenten, als hij te zeer van Uw liefde en genade wordt doordrongen, wanneer berouw, liefde en vreugdetranen uit zijn ogen stromen, wanneer hij U, o heilige Vader, duizend en duizend keren met zijn vurigste liefde zou willen omarmen, dan, meen ik nu vanuit het diepst van mijn hart, kan een mens niet anders dan ook met zijn lichaam zulke bewegingen maken die geheel overeenkomen met die van zijn geest!
Hoofdstuk 229: Lamech stelt vragen over het lichamelijk uitdrukken van gevoelens. Wat de zuivere liefde doet, is voor God gerechtvaardigd - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[16] En Lamech antwoordde vol eerbied: 'O Heer, ik spreek zoals mijn hart en mijn liefde tot U het mij nu ingeven!'
Hoofdstuk 229: Lamech stelt vragen over het lichamelijk uitdrukken van gevoelens. Wat de zuivere liefde doet, is voor God gerechtvaardigd - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[17] En de Heer zei daarop tegen Lamech: 'Als iemand Mij boven alles liefheeft, en zijn hart zegt, terwijl het in zo'n grote liefde tot Mij ontbrandt, tegen hem: `Doe dit!' of `Doe dat!', laat die het dan doen, en Ik zal alles met welgevallen aanzien wat de zuivere liefde tot Mij doen zal!
Hoofdstuk 229: Lamech stelt vragen over het lichamelijk uitdrukken van gevoelens. Wat de zuivere liefde doet, is voor God gerechtvaardigd - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[19] Wees nu ook stil, mijn hart, en wacht met grote vrees, angst en beven op de verschrikkelijke uitbarsting! - O, ik ben verloren, ben voor eeuwig verloren!'
Hoofdstuk 231: Lamechs dwaze vrees voor de toom van de Heer. De Heer spreekt verhelderende woorden over de `toorn' Gods - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[21] 'Mijn lieve Lamech, met wat voor ellendige, alleronwaardigste gedachten over Mij verscheur jij je hart?!
Hoofdstuk 231: Lamechs dwaze vrees voor de toom van de Heer. De Heer spreekt verhelderende woorden over de `toorn' Gods - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[37] Deel Me dus onverholen mee wat je nog op het hart hebt, dan zal Ik je een handje helpen; spreek dus! Amen.'
Hoofdstuk 231: Lamechs dwaze vrees voor de toom van de Heer. De Heer spreekt verhelderende woorden over de `toorn' Gods - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[5] Hoe moet hij dat aanleggen? Kan en mag hij U ook zo liefhebben als hij zijnsgelijken liefheeft, met hetzelfde hart, met hetzelfde gemoed?
Hoofdstuk 232: Hoe de juiste liefde tot God er uitziet. De gelijkenis van de vorst en zijn kinderen - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)