Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

15542 resultaten - Pagina 251 van 1037

...  239 - 240 - 241 - 242 - 243 - 244 - 245 - 246 - 247 - 248 - 249 - 250 - 251 - 252 - 253 - 254 - 255 - 256 - 257 - 258 - 259 - 260 - 261 - 262 - 263 - 264  ...
[3] Hoe lang is het dan geleden dat een aantal magiërs, komend uit Egypte, ter gelegenheid van hun doorreis naar Melite ons met vreemde toverkunsten verrasten?! Maar al hun toverkunsten waren duidelijk schijnwonderen en voor niemand dan henzelf van nut. Het vermaakte de mensen wel, maar niemand leerde er iets goeds van. Zij hadden ook allerlei apparaten bij zich, en slangen en apen en honden, kamelen en muildieren en vaten vol zalven en oliën. Maar deze van nu kwamen te voet, brachten helemaal niets mee en presteren dingen die maken dat je ze gemakkelijk voor goden kunt aanzien! Dat is niet meer te overtreffen!
Hoofdstuk 89: Tweespraak tussen de dokter en de waard over de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[4] Ook de leer die ze verkondigden was erg goed, en overeenkomstig het werk dat zij doen; alleen kwam daar het oude jodendom sterk bij naar voren, evenals de mij niet onbekende grond en leerstellingen van de oude joodse profetenscholen, waaruit ook heel uitzonderlijk wijze mannen, die men profeten noemde, moeten zijn voortgekomen. Of men echter zelf, door het zo mogelijk exact opvolgen van de regels die ons heel beknopt verteld zijn, in alle ernst tot het wonderbaarlijke levensmeesterschap kan komen, dat zal misschien nog niet zo eenvoudig blijken te zijn!
Hoofdstuk 89: Tweespraak tussen de dokter en de waard over de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[1] Maar Ik was met een aantal leerlingen al voor zonsopgang op de been en ging zoals gewoonlijk naar buiten naar de Eufraat, die hier al een aanzienlijke breedte heeft. Wij stonden daar echter nog niet lang toen er een groot houtvlot midden op de rivier met de stroom mee kwam drijven. Op dat ogenblik kwam ook de tollenaar met zijn zoon Jorabe en met de dokter ons achterna om ons uit te nodigen voor de ochtendmaaltijd.
Hoofdstuk 90: Het menselijke en het goddelijke in de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[6] T oen Ik dat gezegd had, stroomde het water snel naar ons toe en steeg aan de oever tot een hoogte van zeven span, bracht al het hout met het vlot helemaal aan land en stroomde daarna weer terug in de natuurlijke richting en verder .
Hoofdstuk 90: Het menselijke en het goddelijke in de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[15] IK zei: 'ja, ja, daar zou je wel eens gelijk in kunnen hebben; maar nu niets meer daarover! Het vlot met het hout is gered en ligt daar op de volkomen droge oever, en jij, vriend Jored, kunt daar nu mee doen wat je wilt; want de eigenaar zal daar niet meer om komen omdat hij te ver hiervandaan woont en het verlies van dit hout hem ook niet arm zal maken daar hij erg rijk is. Geef daarom een offer aan de armen en gebruik het hout naar eigen goeddunken!'
Hoofdstuk 90: Het menselijke en het goddelijke in de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[1] Toen gingen we weer naar Joreds huis, waar in de reeds bekende zaal een overvloedige ochtendmaaltijd voor ons klaarstond, en waar ook de leerlingen die 's morgens vroeg thuis gebleven waren, op ons wachtten. Wij gingen aan tafel en aten en dronken. De maaltijd bestond uit vis, honingkoek en lamsvlees, terwijl de wijn, die van bijzondere klasse was, uit Rome kwam. Ook werd er speciaal uit Cyprus geïmporteerde, Griekse wijn geserveerd, en bovendien blank tarwebrood met boter, dat vooral de joodse Grieken erg goed smaakte. Wij bleven een uur of twee aan tafel en er werd veel gepraat, merendeels echter over allerlei agrarische zaken.
Hoofdstuk 91: De dokter krijgt van de Heer de kracht om door handoplegging zieken te genezen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[8] HIJ zei: ' Ze konden niet begrijpen dat terwijl voorheen alle medicijnen niet hielpen, zij nu opeens alleen maar door handoplegging zo gezond waren als nooit tevoren. Ze vroegen mij, hoe ik nu opeens aan die ongekende geneeswijze gekomen was, en waarom ik die niet eerder gebruikt had. Maar ik zei: 'Deze geneeswijze heeft een uitheemse, grote Heiland mij getoond, en de zieken genezen alleen maar omdat ik Zijn naam aanroep en Hij Zelf dan met mij wil dat de zieke geholpen wordt!' Daarna vroegen zij allemaal naar U en zij wilden U erg graag persoonlijk leren kennen; want zij dachten dat U beslist goddelijke krachten moest hebben omdat zoiets anders totaalonmogelijk was. Ik zei daar niets op en liet hen in hun mening.
Hoofdstuk 91: De dokter krijgt van de Heer de kracht om door handoplegging zieken te genezen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[6] Het heffen van tol is echter goed voor het land omdat het anders al gauw overspoeld zou worden door grote karavanen met allerlei waren, waardoor het weldra een tekort aan eigen levensmiddelen zou hebben. Daarom moet je juist van de vele vreemde handelslieden nog meer tol eisen, zodat hun de lust zal vergaan te vaak met hun waren naar dit land te komen. Maar voor je eigen mensen moetje daarentegen des te redelijker zijn! Nu weetje ook watje in dit opzicht te doen hebt, en waar je op moét letten.
Hoofdstuk 92: De christen als zakenman. Over het betalen van bescherming en het houden van slaven. Welke houding men ten opzichte van afgodenpriesters moet hebben. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[14] Wel, nu is ook dit geval opgehelderd, zodat je bij ieder geval dat hinderlijk zou kunnen zijn voor Mijn leer, precies weet watje moet doen! En omdat we nu niets meer te bespreken en te behandelen hebben, gaan we weer naar buiten. Misschien doet er zich hier of daar iets voor dat ons in de gelegenheid stelt er dieper over na te denken!'
Hoofdstuk 92: De christen als zakenman. Over het betalen van bescherming en het houden van slaven. Welke houding men ten opzichte van afgodenpriesters moet hebben. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[15] Dit voorstel viel in goede aarde en wij gingen naar buiten.
Hoofdstuk 92: De christen als zakenman. Over het betalen van bescherming en het houden van slaven. Welke houding men ten opzichte van afgodenpriesters moet hebben. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[5] Dat was meer dan voldoende voor de priesters en zij brachten ons vriendelijk naar het heilige bos, waar in het midden op een kleine heuvel een vrij omvangrijke, ronde tempel stond. De ene helft van de tempel was open en het dak rustte op tien zuilen; de andere helft bestond uit een dichte muur, die een solide halve cirkel vormde. Voor deze muur waren marmeren beelden van de bovengenoemde drie afgoden geplaatst. In het midden zat Zeus op een troon, met rechts van hem Minerva in haar oorlogsuitrusting, en links van hem Apollo, slechts met haar lier, want een Apollo met zonnewagen en paarden zou voor deze kleine stad te duur geworden zijn.
Hoofdstuk 93: Het bezoek aan het heilige bos. De vernietiging van de afgodenbeelden. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[9] IK zei: 'Omdat je Mij niet kent, vergeef Ik je die leugen; maar Ik zal je er toch van overtuigen dat alleen Ik, en niet jij, alle recht op de volle waarheid heb! Kijk, Ik wil nu dat deze drie afgodsbeelden ogenblikkelijk vernietigd worden en de drie arme sprekers bevrijd worden en naar ons toekomen!'
Hoofdstuk 93: Het bezoek aan het heilige bos. De vernietiging van de afgodenbeelden. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[17] Toen gingen de vijfmannen vlug naar hun woonhuis dat vlak achter de tempel was gebouwd, kleedden zich om en kwamen weldra met hun vrouwen en kinderen terug. Vrouwen en kinderen maakten echter veel misbaar toen zij de tempel helemaal leeg vonden, en zij vroegen naar Mij, omdat Ik zo'n groot ongeluk over hen gebracht had.
Hoofdstuk 93: Het bezoek aan het heilige bos. De vernietiging van de afgodenbeelden. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[18] Toen liep IK naar hen toe en zei: 'Ik ben degene die jullie zoeken! Willen jullie dan niet liever van het werk van de waarheid leven, dan van deze werken van bedrog en waardeloze leugens?'
Hoofdstuk 93: Het bezoek aan het heilige bos. De vernietiging van de afgodenbeelden. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[22] IK zei: 'Ook daarover hoef je je niet druk te maken! Maar Ik zeg nu tegen jullie, onnozele vrouwen: Ga met je kinderen nu maar netjes terug naar waar je vandaan gekomen bent, anders zou Ik genoodzaakt zijn jullie daartoe te dwingen; want jullie hebben nog genoeg te eten en te drinken! Als je niets meer zult hebben, zal er wel voor gezorgd worden dat je met je kinderen niet zult verhongeren! Ga eens naar buiten op je akkers en weiden, en doe ook wat werk! Dat zal nuttiger voor je zijn dan het wassen van jullie goden en het maken van goden uit leem en was.'
Hoofdstuk 93: Het bezoek aan het heilige bos. De vernietiging van de afgodenbeelden. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
...  239 - 240 - 241 - 242 - 243 - 244 - 245 - 246 - 247 - 248 - 249 - 250 - 251 - 252 - 253 - 254 - 255 - 256 - 257 - 258 - 259 - 260 - 261 - 262 - 263 - 264  ...