Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

3934 resultaten - Pagina 253 van 263

...  238 - 239 - 240 - 241 - 242 - 243 - 244 - 245 - 246 - 247 - 248 - 249 - 250 - 251 - 252 - 253 - 254 - 255 - 256 - 257 - 258 - 259 - 260 - 261 - 262 - 263
[13] Zij weten zelf van God en van Diens woord weinig of niets af, en ze weten nog minder af van het levende woord van Jehova binnenin de mens, waardoor zij zelf tot goden zouden moeten uitgroeien, nota bene volgens de door hen zelf opgestelde principes voor het volksonderricht! Wat zegt u, als Romeins rechter en als heiden, dan over dergelijke toestanden en verhoudingen?'
Hoofdstuk 10: Mislukte pogingen van een schriftgeleerde en een oudste om de hogepriester in het gelijk te stellen en hem genoegdoening te verschaffen. De zitting door de rechter tot de volgende dag verdaagd. Het Jezuskind en Simon logeren als gasten van de rechter in de herberg. - Jakob Lorber - Drie dagen in de tempel
[10] De steeds uitgeslapen opperpriester: 'Ja, daarover ben ik het helemaal met u eens; dat lijkt wel zowat het beste! Wij zullen die knaap nu eenmaal te woord moeten staan en antwoord moeten geven; hij heeft daarop een duur betaald recht, en dat kunnen wij niet afschuiven! Ik ben alleen van mening dat wij hem morgen met een ander college uit ons midden zouden moeten confronteren, dat hem gunstiger gezind zal zijn dan dat van gisteren! Wat denkt u daarvan?'
Hoofdstuk 11: Nachtelijk overleg van de tempelheren. - Jakob Lorber - Drie dagen in de tempel
[8] Wie Gods woord hoort en ernaar handelt, heeft Gods levend woord in zich, en is daardoor zelf in heel zijn wezen een levend woord Gods geworden, dus is hij in de Geest uit God! En als dit de waarheid is, hoe kan dan iemand beweren dat de hele mens niet uit God zou kunnen zijn en is? Als dus een mens, doordat hij in heel zijn wezen van God vervuld, een levend woord van God geworden is,. ..hoe zou hij dan niet God zijn, immers, het absoluut-goddelijke moet overal als God worden aangemerkt, en dat dus eens te meer in een mens !'
Hoofdstuk 9: De belofte van het Jezuskind aan de Romeinse rechter en de woede daarover van de hogepriester . Hoe de mens kan worden tot een levend woord Gods, zelfs tot een god in God. De beweringen van de hogepriester door Jezus met hantering van de volkscatechismus weerlegd. - Jakob Lorber - Drie dagen in de tempel
[17] (De Romeinse rechter) : 'Wie Gods woord hoort en ernaar handelt, heeft Gods levende woord in zich, waardoor hij zelf in heel zijn wezen een levend woord van God is geworden, zodat hij in de geest uit God is ! En dit zo zijnde, hoe zou iemand dan kunnen zeggen dat niet de hele mens uit God zou zijn?! Als nu een mens, doordat hij in heel zijn wezen tot levend Godswoord is geworden, volledig vervuld is met Gods Geest, hóe zou hij dan niet een god zijn, als het totaal goddelijke overal, en dus ook eens te meer in de mens als God moet worden beschouwd?'
Hoofdstuk 9: De belofte van het Jezuskind aan de Romeinse rechter en de woede daarover van de hogepriester . Hoe de mens kan worden tot een levend woord Gods, zelfs tot een god in God. De beweringen van de hogepriester door Jezus met hantering van de volkscatechismus weerlegd. - Jakob Lorber - Drie dagen in de tempel
[7] Wat aan deze zaak zozeer te denken geeft, is toch wel dit: dat iemand in deze tijd hogepriester kan worden en als zodanig 'functioneren,' en zich daarbij van Gods Geest vervuld kan wanen, terwijl hij het Woord Gods niet eens van buiten kent! Is het dan geen gebod meer en vast gebruik, dat iedere hogepriester die op de stoel van Mozes en Aäron zetelt, de Schrift in al zijn onderdelen volkomen meester moet zijn, zodat hij een ieder die wat voor twijfel dan ook heeft, de juiste informatie kan geven?
Hoofdstuk 10: Mislukte pogingen van een schriftgeleerde en een oudste om de hogepriester in het gelijk te stellen en hem genoegdoening te verschaffen. De zitting door de rechter tot de volgende dag verdaagd. Het Jezuskind en Simon logeren als gasten van de rechter in de herberg. - Jakob Lorber - Drie dagen in de tempel
[11] De jonge spreker zei: 'Die mening ben ik niet toegedaan! Een vreemd college zou eerst moeten worden geïnformeerd, om goed te kunnen begrijpen wie zij in die knaap tegenover zich zullen vinden. Maar wij kennen hem nu en weten wat hij eigenlijk wil. Voor ons is het dus gemakkelijker hem te woord te staan. Een vreemd college zou morgen tegenover de jongen staan als een koppel jonge trekossen tegenover een berg, zodat zij hem geen toereikend antwoord zouden kunnen geven, al zouden ze ook nog zo goed zijn ingelicht!
Hoofdstuk 11: Nachtelijk overleg van de tempelheren. - Jakob Lorber - Drie dagen in de tempel
[12] En daar komt nog iets heel belangrijks bij, en wel dit: hoe kunnen wij weten of die jongen niet juist aan ons wil vasthouden? In dat geval zouden wij dan, als Simon en de Romeinse rechter dan wensen, moeten komen opdraven om alsnog die afgrijselijk lepe knaap te woord te staan, en in zo'n situatie zouden wij het er bij de Romein niet al te best vanaf brengen; het zou zoveel als een bekentenis onzerzijds inhouden dat wij in de discussie met die jongen aan het kortste eind hebben getrokken!
Hoofdstuk 11: Nachtelijk overleg van de tempelheren. - Jakob Lorber - Drie dagen in de tempel
[31] Blindgeborenen zou hij door het uitspreken van slechts één woord alleen al zó duidelijk kunnen doen zien als een kat, die zelfs in de donkerste nacht zijn prooi duidelijk waarneemt!
Hoofdstuk 11: Nachtelijk overleg van de tempelheren. - Jakob Lorber - Drie dagen in de tempel
[32] Ten overstaan van talrijke toeschouwers zou hij een jongen uit zijn speelgezelschap, die roekeloos op de balustrade van een plat dak klom, eraf viel en verpletterd dood bleef liggen, door alleen zijn woord het leven hebben teruggegeven, en dat niet alleen; neen, die weer in het leven geroepen en van al zijn wonden plotsklaps genezen jongen stond er zo kernachtig fit en gezond bij, alsof hem nooit iets ernstigs was overkomen! wel moet de wonderjongen die knaap ernstig hebben vermaand om voortaan niet meer zo dwars en overmoedig te zijn, omdat hij hem anders niet meer zou helpen.
Hoofdstuk 11: Nachtelijk overleg van de tempelheren. - Jakob Lorber - Drie dagen in de tempel
[35] Op dit laatste antwoordde de hogepriester: 'Met welke andere macht dan wel, dan met die van de baarlijke duivel zelf? God bewerkt immers nooit wonderen door middel van kinderen of van op drift geraakte jongens, maar -en dat dan nog zeer zelden -alleen door middel van vrome, Hem volledig toegewijde en door de jaren heen gelouterde mannen, zoals wij ! Als dus te Nazareth een twaalfjarige jongen dergelijke dingen doet, is het toch zo klaar als de dag, dat zoiets uitsluitend kan gebeuren met behulp van Satan! Zó denk ik erover, en wie van jullie er een andere en betere lezing over geven kan, hij sta op en neme het woord!'
Hoofdstuk 11: Nachtelijk overleg van de tempelheren. - Jakob Lorber - Drie dagen in de tempel
[13] Ik zei: 'O dat weet Ik heel wel! Maar omdat het Mij niet gaat om gehuichelde antwoorden, maar om de waarheid, heb Ik gedaan zoals Ik deed! En, als Ik vandaag nog zou zijn die Ik gisteren was, zou Ik van u weer geen oprecht woord vernemen, omdat u vannacht, uit angst voor de Romeinse rechter, haarfijn met elkaar hebt afgesproken hoe u Mij inzake de al op deze wereld zijnde Messias alles maar zoudt toegeven om Mij tot bedaren te brengen, en -via Mij -dan ook de rechter, vanwege die Zacharias-affaire!
Hoofdstuk 12: De tweede dag van de bijeenkomst van de examencommissie in de tempelzaal. Mislukte poging de zitting op te heffen. - Jakob Lorber - Drie dagen in de tempel
[21] Vlug kwam dan ook de officiële tempelheraut naar voren, die met in de tempel gebruikelijke geweldige hoogdravendheid verkondigde: 'Hiertoe ten volle door de hoogste autoriteit van het hogepriesterschap van de tempel van Jehova gemachtigd, verklaar ik, op grond van het feit dat de jongen van vandaag niet meer dezelfde is als die van gisteren, voor wie de grote spreekrecht-premie is betaald, dat de zitting verder volledig is opgeheven; noch deze totaal andere jonge wonderdoener, voor wie immers geen premie betaald werd, noch iemand anders zal nog worden te woord gestaan !'
Hoofdstuk 12: De tweede dag van de bijeenkomst van de examencommissie in de tempelzaal. Mislukte poging de zitting op te heffen. - Jakob Lorber - Drie dagen in de tempel
[10] De spreuk uit de Heilige Schrift 'In het zweet des aanschijns zult ge uw brood eten!' is dus aan mij, evenals aan ontelbaar vele anderen, wel bewaarheid geworden. En jou, mijn beste neef, zal het wellicht ook nog eens zo vergaan, maar misschien ook niet, wij mensen kunnen dat niet en nooit tevoren als een uitgemaakte zaak vaststellen. Want de mens wikt, maar God beschikt! Wel, beste brave neef, je kunt nu weer je opmerkingen maken, dan zal ik je graag verder te woord staan!'
Hoofdstuk 13: Voortzetting van de zitting. Vraag van de jeugdige Jezus aan de tempelheren: 'Wat zoudt u doen, gesteld dat Ik toch de Messias zou zijn?' Voorzichtig antwoord van de talmoedist Joram inzake de Messias. - Jakob Lorber - Drie dagen in de tempel
[3] 'Goed', zei Ik, , Als de Geest die door de profeten sprak dus Gods Geest is geweest, waarom zou Mijn innerlijke Geest dan niet een Godsgeest zijn als Ik door diezelfde Geest in staat ben veel grotere dingen tot stand te brengen dan sinds Henoch alle profeten ooit hebben tot stand gebracht? Zij waren immers beperkt tot werkdadigheid binnen één bepaalde sfeer, maar Ik ben onbeperkt en Ik doe wat Ik wil; en wat Ik wil móet gebeuren!'
Hoofdstuk 15: Allerlei tegenwerpingen van Joram en van de opperpriester tegen het Messias-zijn van Jezus en de weerlegging daarvan. - Jakob Lorber - Drie dagen in de tempel
[14] Hierna kwam Barnabas weer naar Mij toe en met een bijzonder vriendelijk gezicht zei hij: 'Lieve beste jongen! Ik heb ingezien, dat ik een grote fout heb begaan door die inderdaad slechte en ongepaste grap over jou, en daarom vraag ik je uit de grond van mijn hart om vergeving, waaraan ik dan tegelijk met aandrang het verzoek zou willen verbinden of je zo goed wilt zijn om ons de naam Jeruzalem zelf uit te leggen, want wij kunnen er geen van allen een verklaring voor geven ! Er worden wel vertalingen gebezigd als 'Heilige Stad' en 'Stad Gods', maar hoe die begrippen in het woord 'Jeruzalem' vervat liggen, dat weet praktisch niemand van ons !
Hoofdstuk 16: Vraag van Barnabas. Berisping en tegenvraag van de Heer. Verlegenheid en excuus van Barnabas. Het wonder met de ezelsoren en de levende ezel. - Jakob Lorber - Drie dagen in de tempel
...  238 - 239 - 240 - 241 - 242 - 243 - 244 - 245 - 246 - 247 - 248 - 249 - 250 - 251 - 252 - 253 - 254 - 255 - 256 - 257 - 258 - 259 - 260 - 261 - 262 - 263