Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

4159 resultaten - Pagina 253 van 278

...  241 - 242 - 243 - 244 - 245 - 246 - 247 - 248 - 249 - 250 - 251 - 252 - 253 - 254 - 255 - 256 - 257 - 258 - 259 - 260 - 261 - 262 - 263 - 264 - 265 - 266  ...
[1] Er komen nogmaals TWEE ANDERE JEZUÏETEN en ook nog TWEE REDEMPTORISTEN bij bisschop Martinus en zeggen: 'Lieve, beste vriend, wij zijn het met de terechtwijzing die je gelijktijdig aan ons allemaal hebt gegeven, helemaal eens. Zoals wij wel merken, ontbreekt het ons hier aan niets. Als wij nu tevens ook nog het een en ander te doen hadden, dan zouden wij met dit lot helemaal tevreden zijn en verlangden wij voor de ganse eeuwigheid niets beters. Zouden wij echter zonder enige bezigheid de hele eeuwigheid moeten doorbrengen, dan zou de volledige dood ons tenslotte liever zijn dan zo'n saai, werkeloos leven.'
Hoofdstuk 63: Martinus' gesprek met twee andere Jezuïeten en twee Redemptoristen - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[14] Echt, in jullie vind ik nu mijn grootste vreugde! Ja, jullie zijn mij liever dan alle zogenaamde hemelse engelen van God, die in hun gelukzaligheid een arme drommel een hele eeuwigheid kunnen vergeten en zich helemaal niet kunnen of willen indenken, hoe het een ongelukkige te moede is. Ik zeg jullie: De Heer alleen is goed, dat moet ik zeggen. Maar al het andere hemelse gespuis kan mij voor eeuwig gestolen worden! Want dat heeft me een verwaandheid als het om wijsheid gaat, die voor een rondborstige, eerlijke kerel als ik ben en jullie zeker allemaal ook, ronduit stinkt! Maar zoals gezegd: God, de Heer Jezus, zonder ik daarvan uit. Die is werkelijk goed; ja Hij is heel goed!'
Hoofdstuk 56: Martinus' vergeefse poging om te slapen - Hij ontfermt zich over een schare ongelukkigen - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[11] Zie, dergelijke ezels en ossen en schaapskoppen waren wij immers ook maar al te zeer? Daarom moeten wij er ons nu helemaal niet over verwonderen, dat de Heer zo grootmoedig voor onze oude beestennatuur heeft gezorgd. Wie vreugde schepte in domheid, die blijft maar in zijn vreugde! Wie vreugde vond in het slapen, die kan hier slapen naar hartelust! Wie vreugde had in het nietsdoen, die ruste hier voor eeuwig! Wie vreugde vond in eten en drinken, dáár is de tafel van Abraham! Wie zich graag met jonge vrouwen ophield, die heeft daar zusters van Liefde, zusters van onderwijs en dames van het H. Hart van Jezus! Er is zonder meer met alles opperbest voor ons gezorgd; wat hebben wij dan nog te jammeren?'
Hoofdstuk 63: Martinus' gesprek met twee andere Jezuïeten en twee Redemptoristen - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[6] Jullie weten allen wel, dat het een doodzonde was de bijbel te lezen en dat de kerk ons dat streng verbood en we slechts de drastisch ingekorte zondags evangeliën mochten lezen. Al het andere mochten alleen de doctoraal theologen lezen en begrijpen. Ons waren daarom de kerkvaders, het brevier en de legenden beschoren, verder ook nog de orderegels, Ignatius van Loyola, de relikwieën, de afbeeldingen, de missen, de sacramenten, de biecht en nog een groot aantal andere dingen die men hier zeker zonder schroom als de ergste, dikwijls boosaardige domheden kan bestempelen.
Hoofdstuk 64: Eerlijke bekentenis van de Minderbroeder - Rome als de schuldige - Beginnend inzicht en verbetering bij de Minderbroeders - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[8] DE ANDEREN zeggen: 'Bravo, jij hebt echt heel wijs gesproken en ons daarmee een groot genoegen gedaan. De schuldige dient voor ons te boeten! Dat is eerlijk! De roomse Stoel zou moeten boeten en iedereen die ons bevoegdheden verleende, zonder onze instemming enige tijd af te wachten, gedurende welke tijd ons denkvermogen in het juiste licht rijp geworden zou zijn en gelouterd had kunnen worden!
Hoofdstuk 64: Eerlijke bekentenis van de Minderbroeder - Rome als de schuldige - Beginnend inzicht en verbetering bij de Minderbroeders - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[9] Men heeft ons gedoopt zonder onze instemming en heeft ons door een dergelijke te vroegtijdige doop een roomse belijdenis opgedrongen en zodoende het kind in de moederschoot al verantwoordelijk gemaakt. Of is het niet meer dan dwaas om een pasgeboren kind door bepaalde vertegenwoordigers een eed van trouw te laten zweren? Zonder er bij na te denken of een kind, als het volwassen is, het met deze gedwongen gezworen trouw wel eens zal zijn of niet, en in het tegengestelde geval kennelijk eedbreuk moet begaan. O, dat is immers heel erg in tegenspraak met de christelijke leer!
Hoofdstuk 64: Eerlijke bekentenis van de Minderbroeder - Rome als de schuldige - Beginnend inzicht en verbetering bij de Minderbroeders - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[8] Zien jullie een dergelijke dwaasheid dan nog niet in? Zien jullie niet in dat wij allemaal, gedreven door onze hebzucht en onze grote heerszucht, zonder ook maar de geringste evangelische opdracht, zogenaamde godsdienstige werken, wetten, ceremoniën hebben gecreëerd, die regelrecht tegen het woord van God en de leer van de apostelen indruisten, en dat wij daardoor duidelijk zondigden tegen de Heilige Geest, waarover geschreven staat dat het noch in het tijdelijke noch in het eeuwige zal worden vergeven?
Hoofdstuk 65: Bisschop Martinus maakt de geestelijk blinde Jezuïeten ziende - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[8] Ook alle gebedshulp van de parochies en de priesters, waaraan jullie veel geloof hebben gehecht, heeft hier niet de minste waarde. Niemand komt hier door bemiddeling van erbarmen tot de Heer, omdat de Heer zonder meer het allerhoogst erbarmen is. Het zou daarom een zeer grote, zondige dwaasheid zijn, de barmhartige, liefdevolle, volmaakt goede Vader tot barmhartigheid te willen bewegen.
Hoofdstuk 68: Borems onderwijzende woorden over de weg naar de zaligheid - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[16] Maar de Jezuïeten duwen ze zonder mededogen terug en schreeuwen nu nog harder, terwijl ze gloeien van toorn en gramschap. 'Weg met jullie, hier is geen medelijden en in eeuwigheid geen vergeving meer voor! De verschrikkelijkste, eeuwige kwelling in een altijd durende vergeefse, brandende wroeging zal jullie lot en loon zijn voor jullie werk! Grijp ze, jullie drie grootste en ergste duivels en vergeld hun eeuwig, wat ze ons tijdelijk hebben aangedaan!'
Hoofdstuk 70: Tweede scène van de beproeving der Jezuïeten en de verklaring ervan door Borem - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[18] De drie echte duivels nemen nog de tijd en kijken bedenkelijk naar de verschrikkelijke begeerte van de Jezuïeten. Maar deze liederlijke kerels willen de arme schepsels zonder enige genade en zonder pardon in de hel hebben.
Hoofdstuk 70: Tweede scène van de beproeving der Jezuïeten en de verklaring ervan door Borem - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[12] Als deze ene Jezuïet dit zegt, beginnen allen hem te verwensen en te vervloeken, gaan om hem heen staan, verscheuren hem en verdelen zijn huid onder elkaar. De man zonder huid gooien ze dan uit hun rij en ze werpen stenen naar hem en roepen alle duivels aan, opdat deze hem mogen halen.
Hoofdstuk 71: Verbetering en ommekeer van één der Jezuïeten - De wraak van de 29 andere Jezuïetengeesten - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[13] De duivels komen inderdaad, maar de man zonder huid halen ze niet, doch alleen diegenen die hen geroepen hebben. Deze verzetten zich echter verschrikkelijk en roepen om hulp. Dan staat de man zonder huid op en gebiedt de duivels, dat ze de verblinden moeten sparen. En zie, de duivels gehoorzamen hem en verlaten de razenden!
Hoofdstuk 71: Verbetering en ommekeer van één der Jezuïeten - De wraak van de 29 andere Jezuïetengeesten - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[14] (DE PRIORES:) 'Luister allemaal naar mij, mijn eerwaarde en zeer te respecteren dames! Onze hoogste, waardigste en heiligste orde wordt door een groot gevaar bedreigd! Twee brutale mannen die ik liever boeven zou willen noemen, zijn via ons heilig klooster in onze godstuin binnengeslopen. Waarschijnlijk om met ons ontucht en plezier te bedrijven of tenminste om hier te spioneren naar ons heilig bezit, hoe ze ons dit met geweld zouden kunnen ontnemen, indien wij hun dit niet zonder meer zouden willen afstaan. Maar zij zullen hun nieuwsgierigheid duur moeten betalen!
Hoofdstuk 72: Een blik in de zielsgesteldheid van de dames van het H. Hart van Jezus - Indringers in de kloostertuin - Aanval van de wraakzuchtige dames van het H. Hart - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[16] BISSCHOP MARTINUS zegt: 'Kijk, kijk, wat deze lieve dametjes van het H.Hart voor een liefdevolle bloeddorstigheid aan de dag leggen. Dat is toch allerliefst! O jullie goddeloze canailles! Nee, dat zou ik van deze echt helse furies niet hebben verwacht. Nu, als het voorspel al op zo'n manier begint, hoe zal het er dan met de volgende beproevingen uitzien? Kijk nu eens: de twee mannen zien er heel liefdevol uit en ik zou van hen kunnen zeggen: 'Dit zijn twee mensen, in wier zielen geen kwaad te ontdekken is.' En deze slechte canailles verdoemen ze al, zonder ze nog goed te hebben gezien en nog minder te hebben gesproken!'
Hoofdstuk 72: Een blik in de zielsgesteldheid van de dames van het H. Hart van Jezus - Indringers in de kloostertuin - Aanval van de wraakzuchtige dames van het H. Hart - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[21] Een deel omringt de twee mannen met getrokken dolken en vraagt met dreigend gezicht als uit één mond: 'Wat zoeken jullie hier, jullie goddeloze kerels? Beken jullie boze opzet, jullie verraderlijke plan, opdat wij jullie dan zonder genade en medelijden des te erger kunnen kwellen. Want door jullie brutaal en onbeschaamd binnenkomen in deze tuin, hebben jullie Gods heiligdom ontheiligd en zogezegd de Geest Gods met voeten getreden! Zo'n hoogst misdadige doodzonde kan alleen maar verzoend worden door de dood, en alleen jullie eeuwige verdoemenis kan de goddelijke gerechtigheid genoegdoening verschaffen! Spreek daarom, jullie reeds bij voorbaat vervloekten!'
Hoofdstuk 72: Een blik in de zielsgesteldheid van de dames van het H. Hart van Jezus - Indringers in de kloostertuin - Aanval van de wraakzuchtige dames van het H. Hart - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
...  241 - 242 - 243 - 244 - 245 - 246 - 247 - 248 - 249 - 250 - 251 - 252 - 253 - 254 - 255 - 256 - 257 - 258 - 259 - 260 - 261 - 262 - 263 - 264 - 265 - 266  ...