Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16308 resultaten - Pagina 254 van 1088

...  242 - 243 - 244 - 245 - 246 - 247 - 248 - 249 - 250 - 251 - 252 - 253 - 254 - 255 - 256 - 257 - 258 - 259 - 260 - 261 - 262 - 263 - 264 - 265 - 266 - 267  ...
[3] Ik zei nu tegen degenen die mee waren gegaan: 'Zie, jullie kunnen heel gemakkelijk en zonder enig gevaar door deze grot gaan! Volg Mij en overtuig jezelf! Alleen aan het eind wordt het een beetje smaller, maar het is altijd nog breed genoeg om er een os doorheen te kunnen laten gaan. In het midden van deze gang wordt het natuurlijk iets donkerder dan hier; maar er komt wel zoveel licht naar binnen dat ieder van jullie goed kan zien waar hij zijn voeten neer moet zetten."
Hoofdstuk 269: Over de juiste weg en het juiste zout - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[4] We liepen nu zonder enig ongemak door de grot en toen we aan het eind waren en weer in de open lucht kwamen, zagen we een hier en daar met gras en mos begroeide helling die doorliep tot in de vlakte beneden; men kon hier heel gemakkelijk en zonder enig gevaar lopen. De vlakte zag er weliswaar zeer ruig uit, maar dat was juist goed omdat deze slechts zelden door een reiziger betreden werd en onze bewoners uit het hoge dal daardoor des te ongemerkter naar het diepe dal konden afdalen.
Hoofdstuk 269: Over de juiste weg en het juiste zout - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[6] IK liet hen opstaan en zei tegen hen: 'Zoals Ik jullie hier een nieuwe, veilige en ook gemakkelijker weg heb gewezen waarlangs jullie kunnen gaan, zo wijs Ik jullie allen ook de enig ware, goede en veilige weg naar het eeuwige leven!
Hoofdstuk 269: Over de juiste weg en het juiste zout - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[7] Die weg wijs Ik jullie met heel weinig woorden, en deze woorden luiden: Wees zachtmoedig en deemoedig met heel je hart! Heb God lief boven alles en je naaste als jezelf; want hierin bestaat de hele wet en alle profeten! Geloof vervolgens dat Ik Degene ben die door God beloofd werd en door de profeten voorspeld, dan hebben jullie de poort en de weg naar Gods rijk, dat nu tot jullie is gekomen, net zo geopend, als jullie nu een andere weg geopend en aangewezen werd vanuit dit hooggelegen dal naar beneden, naar de laagvlakte der aarde!
Hoofdstuk 269: Over de juiste weg en het juiste zout - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[9] Wanneer jullie deze woorden van Mij ter harte nemen en ernaar zullen handelen, dan is dat het juiste zout des levens, en Ik zal jullie nu daarom ook een natuurlijk zout aanwijzen en ook geven. Daarom verlaten we nu deze plaats, keren terug naar jullie dal, en zullen daar in een voor jullie allen nog geheelonbekende hoek van dit dal een heel zuiver en goed zout vinden! Laten we daarom daarheen wandelen!"
Hoofdstuk 269: Over de juiste weg en het juiste zout - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[1] Toen we weer in het dal voor de rotsspleet stonden, legden allen merktekens neer van daar tot aan de eerste huizen, zodat ze de volgende keren deze geheime weg terug zouden kunnen vinden. Wegingen nu in geheel tegengestelde richting naar de veraf wonende buurman, wiens huis op een behoorlijk hoge heuvel stond en ongeveer een half uur van de andere huizen vandaan lag.
Hoofdstuk 270: De zoutrots. Het wonderlijke en gezegende avondmaal - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[2] Daar aangekomen zei IK tegen de bezitter van dit huis: 'Kijk, precies in de richting waar straks de zon zal ondergaan zie je niet ver hier vandaan een witte rotswand van aanzienlijke grootte; wel, dat is puur zout en jullie allen kunnen het meteen gebruiken, zonder enige voorafgaande reiniging! Alleen moeten jullie iets minder van dit zout bij de spijzen doen, want dit is krachtiger dan dat uit Nahim, ofschoon ook het zout uit Nahim weliswaar heel in de diepte -van dit massief wordt gewonnen. Wie van jullie erheen wil gaan moet dat doen en wat zout mee hier naar toe brengen!"
Hoofdstuk 270: De zoutrots. Het wonderlijke en gezegende avondmaal - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[3] De bezitter van het huis bood onmiddellijk aan om er snel naar toe te gaan, omdat het maar amper een kwartier zou vergen, als men snel liep. Hij nam een schep en een vat mee, maakte met gemak enkele stukken van de bergwand los, vulde het vat ermee en bracht het onmiddellijk naar ons toe. Allen proefden het zout en vonden het voortreffelijk. Toen bedankte men Mij weer. Ik zegende dit hooggelegen huis en vervolgens begaven wij ons allen op de terugweg; ook de ver weg wonende buur ging met ons mee en nam zelfs zijn vrouwen een paar volwassen kinderen mee.
Hoofdstuk 270: De zoutrots. Het wonderlijke en gezegende avondmaal - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[11] Maar IK zei: 'Ga naar binnen om te kijken!"
Hoofdstuk 270: De zoutrots. Het wonderlijke en gezegende avondmaal - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[14] Toen de vrouwen en dochters uit de buurt dat hoorden, gingen ze dadelijk naar de grote keuken en gingen aan het werk en zo was het grote maal binnen een uur klaar.
Hoofdstuk 270: De zoutrots. Het wonderlijke en gezegende avondmaal - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[15] Het maal was nu wel klaar; maar nu deed zich een heel ander probleem voor. De waard had nu veel te weinig tafels en banken, en zijn kamers waren voor tweehonderd gasten ook te klein. Kortom, het ontbrak hem aan alles voor zo'n gebeurtenis. Daarom kwam hij naar Mij toe en vroeg Mij om raad wat hij moest doen. .
Hoofdstuk 270: De zoutrots. Het wonderlijke en gezegende avondmaal - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[18] En BARNABE antwoordde weer vol verwondering: 'O Heer, U bent zo goed, nu pas zie ik overduidelijk in dat voor U geen enkel ding onmogelijk is! De kamers aan de achterkant zijn met meer dan de helft vergroot, tafels en banken zijn er meer dan genoeg, en ook aan de mooiste lampen is geen gebrek. Op alle tafels staan de spijzen reeds klaar op ons te wachten en daarom denk ik, arme zondaar, dat we ons nu naar de kamers moeten begeven om de wonderbaarlijke avondmaaltijd tot ons te nemen."
Hoofdstuk 270: De zoutrots. Het wonderlijke en gezegende avondmaal - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[21] Maar voordat iemand een hap naar zijn mond bracht ging DE WAARD staan en sprak: 'Mijn beste buren, luister allen naar mij! Deze maaltijd is een ware goddelijke maaltijd in het paradijs dat verloren ging door de schuld van de mensen. De grote, heilige God en Heer heeft het ons Zelf teruggebracht. Hij zit, o wonder aller wonderen, nu in levende lijve in ons midden en heeft Zelf dit ware paradijselijke maal voor ons toebereid! Deze maaltijd is derhalve een ten hoogste gezegend en heilig maal. Maar wij zijn zondige mensen - en willen nu toch graag dit maal genieten hoewel we onwaardig zijn. Laten we daarom van te voren allen tot de Heer bidden, dat Hij ons onze zonden vergeeft en ons dan een beetje waardiger acht om met Hem deze heilige maaltijd te houden. Verheffen jullie je en spreek met mij: O Heer, Gij Wonderbaarlijke! Vergeefons onze zonden, opdat wij waardiger worden met U aan tafel te zitten!"
Hoofdstuk 270: De zoutrots. Het wonderlijke en gezegende avondmaal - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[22] Hierop zei IK: 'Ik ben arts en kom om de zieken te genezen. Maar een zondaar is ook een zieke, en zo waren jullie dan ook ziek wat betreft je ziel en lichaam. En daarom heb Ik jullie opgezocht en volledig genezen, en daarom zijn jullie nu geen zondaars meer; neem nu dus welgemoed plaats aan tafel en eet en drink naar hartelust! Maar jouw woorden, Barnabe, hebben Mij echte vreugde verschaft en daarom zullen jullie allen nog meer dan tot nu toe aan Mij de heerlijkheid van God gewaarworden! Eet nu!"
Hoofdstuk 270: De zoutrots. Het wonderlijke en gezegende avondmaal - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[23] Hierop gingen allen zitten, dankten Mij en begonnen waarlijk naar hartelust te eten en te drinken; en Ik en de leerlingen deden hetzelfde. Tijdens het eten en drinken werd weinig gesproken; alleen na het beƫindigen van de maaltijd gingen alle gasten uit de buurt staan, legden hun handen op hun borst en dankten Mij luid voor dit paradijselijk goede avondmaal. Toen ze hun dank beƫindigd hadden, wilden ze naar huis gaan; maar Ik zei hen nog een tijdje te blijven om nog wat met elkaar over de gebeurtenissen van deze sabbat te spreken.
Hoofdstuk 270: De zoutrots. Het wonderlijke en gezegende avondmaal - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
...  242 - 243 - 244 - 245 - 246 - 247 - 248 - 249 - 250 - 251 - 252 - 253 - 254 - 255 - 256 - 257 - 258 - 259 - 260 - 261 - 262 - 263 - 264 - 265 - 266 - 267  ...