Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16638 resultaten - Pagina 255 van 1110

...  243 - 244 - 245 - 246 - 247 - 248 - 249 - 250 - 251 - 252 - 253 - 254 - 255 - 256 - 257 - 258 - 259 - 260 - 261 - 262 - 263 - 264 - 265 - 266 - 267 - 268  ...
[7] PETRUS zei: 'Daar hebben jullie nu weliswaar het volste recht toe; maar doe mij nu een plezier en doe het beste, vergeef hem ook deze laatste, ofschoon reeds achtste keer! Maar als jullie hem voor de negende keer bij deze overtreding betrappen, breng dan pas jullie goede recht aan hem ten uitvoer!'
Hoofdstuk 248: Over het vergeven (Ev. Matth. 18, 15-22) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[9] Toen PETRUS weer bij ons in de kamer kwam, zei hij: 'Heer en Meester, de strijd is weliswaar bijgelegd, omdat ik mijn buren ertoe heb bewogen om ook voor de achtste keer de overtreding van de visdief door de vingers te zien; maar wettelijk gezien hadden ze hem deze achtste keer wel voor de rechter kunnen dagen. Het zou wel goed zijn, Heer, als U ook op dit aardse juridische gebied de wetten van Mozes iets nauwkeuriger wilde uitleggen, vooral in deze tijd, waarin ook de Romeinse wetten een grote invloed hebben gekregen op de levensomstandigheden van de joden en men niet meer zo goed weet of men zich nu meer aan de wet van Mozes of aan de Romeinse wet moet houden. In sommige opzichten is de Romeinse wet duidelijk humaner dan de Mozaïsche, die als staatswet in heel veel gevallen helemaal niet meer letterlijk toegepast kan worden. Welke wet is nu volgens Uw grote liefde en wijsheid beter?"
Hoofdstuk 248: Over het vergeven (Ev. Matth. 18, 15-22) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[10] IK zei: 'ik weet dat de zaken er nu zo voor staan en het voor een rechter moeilijk is met deze twee verschillende wetten recht te spreken, en ook om te bepalen hoe en wanneer iemand zich tegenover een ander heeft schuldig gemaakt, omdat bijvoorbeeld de ene wet goedkeurt wat volgens de andere wet een zonde is.
Hoofdstuk 248: Over het vergeven (Ev. Matth. 18, 15-22) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[11] Om nu voor jullie en ook door jullie voor alle mensen een bepaling te geven waarnaar iedereen zich dan moet richten, moeten jullie goed naar het volgende luisteren en het ook optekenen:
Hoofdstuk 248: Over het vergeven (Ev. Matth. 18, 15-22) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[13] Moge dat voldoende zijn voor jou en iedereen; wat verder gaat dan dit, is reeds uit den boze en veroorzaakt nog weer groter kwaad. Deze bepaling is uit Mijn goddelijke orde genomen en geldt niet alleen voor hier, maar ook voor het grote hiernamaals. Want waarlijk Ik zeg jullie: Wat jullie zo op deze aarde zullen binden en losmaken, zal ook aan gene zijde, zelfs in het hemelrijk, gebonden of losgemaakt zijn. (Matth. 18,18)
Hoofdstuk 248: Over het vergeven (Ev. Matth. 18, 15-22) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[14] En verder zeg Ik jullie, opdat jullie aan alle strijd en alle ongemak op aarde nog gemakkelijker een eind maken: Wanneer slechts twee mensen het samen eens worden over wat ze de Vader in Mijn naam willen vragen, zal hen dat ook gegeven worden door Mijn Vader, in de hemel en ook op aarde. (Matth. 18,19)
Hoofdstuk 248: Over het vergeven (Ev. Matth. 18, 15-22) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[16] Ik zeg jullie nog een keer: Waar twee of drie mensen voor een bepaalde zaak die goed is en overeenkomstig Mijn orde, in Mijn naam bijeenkomen, daar zal Ik in de geest bij hen zijn en verhoren waar ze Mij om zullen vragen. (Matth. 18,20)
Hoofdstuk 248: Over het vergeven (Ev. Matth. 18, 15-22) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[17] En Ik denk dat jullie en dat iedereen in alle mogelijke kritische levensomstandigheden en ook temidden van duizend verschillende vaak zeer met elkaar in tegenspraak zijnde wereldse wetten, door deze regels die Ik jullie nu gegeven heb, heel goed de weg zullen kunnen vinden!'
Hoofdstuk 248: Over het vergeven (Ev. Matth. 18, 15-22) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[18] Nu kwam PETRUS nogmaals naar Mij toe en zei: 'Heer, dat is nu allemaal goed en juist, en het spreekt vanzelf dat wij deze regels van U zelf zeker volledig in acht zullen nemen, en ze ook de andere mensen op het hart zullen drukken opdat zij ze trouw in acht nemen; maar het gaat me nu om één enkel kritisch punt en dat is het volgende: Hoe vaak moet ik, of een ander, iemand die tegen mij gezondigd heeft met vergeving tegemoet komen volgens de door U nu aan ons gegeven verzoenlijke regels? Is zeven maal volgens de wet van Mozes genoeg?" (Matth. 18,21)
Hoofdstuk 248: Over het vergeven (Ev. Matth. 18, 15-22) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[8] En zie, zo ook zal Mijn hemelse Vader tegenover jullie handelen, als jullie de mensen niet met heel je hart de zonden en schulden vergeven die ze tegenover je hebben begaan! (Matth. 18,35) En het eigenlijke hemelrijk bestaat dan ook juist hierin, zowel wat het grootste als wat het kleinste betreft, dat er onder de zaligen nergens ook maar enige vijandschap of afgunst of haat bestaat, maar dat onder hen de grootste harmonie, de grootste eendracht en de grootste wederzijdse liefde heerst.
Hoofdstuk 249: De gelijkenis van de slechte knecht (Ev. Matth. 18,23-35) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[9] En daarom is het ook niet nodig, dat er op deze wereld een beschermende rechtbank bestaat die het recht moet bepalen tussen beledigers en beledigden, maar het enige tegenover Mij geldende beschermrecht moet jullie goede en verzoenlijke hart zijn, dan zullen jullie er bij deze rechtbank heel goed vanaf komen, met de minste onkosten en rechterlijke vonnisgelden, en degene die tegen jullie gezondigd heeft zal veel eerder in waarheid jullie vriend worden, dan wanneer hij hiertoe door een rechterlijke uitspraak gedwongen zou zijn. - En zeg Me nu of jullie dit allemaal in de grond der zaak hebben begrepen!"
Hoofdstuk 249: De gelijkenis van de slechte knecht (Ev. Matth. 18,23-35) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[3] IK zeg: 'Mijn beste Petrus, daar zeg Ik niet veel op, omdat Ik jullie voor zo'n onverbeterlijk geval onmiddellijk na de ruzie van de vissers voor jouw huis al heel duidelijk de juiste instructie heb gegeven en ieder van jullie toch zeker begrepen heeft wat men in zo'n geval moet doen en hoe men daar mee om moet gaan!
Hoofdstuk 250: De noodzakelijkheid van wereldse rechtbanken. De oorzaken van misdaden en het verhoeden er van. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[4] Maar het is natuurlijk vanzelfsprekend, dat er op deze wereld voor grote en grove overtreders van de rechten van de mensen ook gezaghebbende en grote wereldse rechtbanken moeten zijn en bestaan, omdat anders tenslotte niemand nog zeker zou zijn van zijn leven. Maar wat de kleinere misstappen betreft die niet zelden tussen jullie mensen plaatsvinden, die moeten voor de rechterstoel van het barmhartige en verzoenlijke hart bijgelegd worden, opdat de kleine misstappen van de mensen onder elkaar niet uitgroeien tot grote zware misdaden; want waarlijk Ik zeg: roof, doodslag en moord zijn uiteindelijk immers niets anders dan gevolgen van eerdere kleine misstappen van mensen onder elkaar, die ontstaan zijn om louter kleine, wereldse redenen van eigenbelang en eigendunk. -Een kleine gelijkenis zal dat nu voor jullie nog duidelijker belichten:
Hoofdstuk 250: De noodzakelijkheid van wereldse rechtbanken. De oorzaken van misdaden en het verhoeden er van. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[8] En leer nu uit dit kleine beeld, dat in de meeste gevallen de hardheid van de mensen hun armere medemensen tot misdadigers maakt. Daarom moeten jullie altijd en overal bij degenen die jullie het een of ander hebben aangedaan, denken aan wat Ik jullie heb aanbevolen en duidelijk heb laten zien, dan zullen grote misdadigers zeldzaam worden op aarde en de goede mensen zullen dan heersen over de armen van de aarde. -Hebben jullie dat allemaal goed begrepen?"
Hoofdstuk 250: De noodzakelijkheid van wereldse rechtbanken. De oorzaken van misdaden en het verhoeden er van. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[9] Nu bevestigden allen dat ze deze leer goed begrepen hadden. De leerlingen die volgens hun eigen zeggen deze leer nu wel begrepen hadden, dachten toch nog veel na over hetgeen daarin voorkwam, en Johannes en Matthéus tekenden het belangrijkste op; Jacobus en Thomas maakten ook voor zichzelf aantekeningen, maar dan meer over de uitleg. Ze waren er wel twee uur mee bezig.
Hoofdstuk 250: De noodzakelijkheid van wereldse rechtbanken. De oorzaken van misdaden en het verhoeden er van. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
...  243 - 244 - 245 - 246 - 247 - 248 - 249 - 250 - 251 - 252 - 253 - 254 - 255 - 256 - 257 - 258 - 259 - 260 - 261 - 262 - 263 - 264 - 265 - 266 - 267 - 268  ...