Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16678 resultaten - Pagina 255 van 1112

...  243 - 244 - 245 - 246 - 247 - 248 - 249 - 250 - 251 - 252 - 253 - 254 - 255 - 256 - 257 - 258 - 259 - 260 - 261 - 262 - 263 - 264 - 265 - 266 - 267 - 268  ...
[2] Ja, is dat daarom soms Mijn wil? O neen! Want omdat het noodzakelijk is dat de mensen vrij willen en ook vrij moeten handelen om ook in de geest mens te worden, wil Ik Zelf helemaal niets -al maken de mensen het nog zo bont -, maar Ik laat enkel toe dat de mensen ongestoord datgene bereiken waar ze zich zo voor ingespannen hebben, alsof al hun levensgeluk daarvan afhing. Of de gevolgen dan goed of slecht zijn, dat maakt voor Mij geen verschil! Zelf scheppen, -zelf hebben! Ook al weet Ik wat er daarna verder zal gebeuren, dan kan en mag Ik toch niet tussenbeide komen met Mijn almacht; want als Ik dat doe, dan houdt de mens op een mens te zijn. Dan is hij alleen maar een tot leven gebrachte machine en verder niets en kan voor zichzelf en voor Mij eeuwig geen waarde hebben. Want dan lijkt hij op een schrijver die uit zichzelf nog geen lettergreep kan schrijven, en wanneer hij dan toch moet schrijven, zijn hand van A tot Z moet laten leiden door iemand die wel de schrijfkunst machtig is; en als hij op deze wijze een artikel heeft geschreven, begrijpt hij dit zelf toch nog niet. Ook al heeft hij op deze manier honderdduizend brieven geschreven, dan is hij zelf toch evenmin een schrijver als de pen waanneer hij heeft geschreven. Ook de mens van deze aarde zou evenmin een mens zijn, als zijn vrije wil niet constant onaangetast zou blijven, en zo ook zijn handelen daarnaar .
Hoofdstuk 109: Over het gericht dat de mensen zelf veroorzaken - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[7] Willen de mensen nog een keer een zondvloed, dan hoeven ze de bergen maar ijverig af te graven en te doorboren, dan zullen ze daardoor de sluizen openen voor de onderaardse wateren! Willen ze de gehele aarde in vlammen zien, dan hoeven ze maar ijverig alle bossen te vernietigen, en de natuurgeesten (elektriciteit) zullen dermate toenemen, dat de aarde opeens in een bliksemvuurzee gehuld zal worden! Ben Ik het dan soms, die de aarde door het vuur wil teisteren?! Leer daarom de mensen om wijs te zijn, omdat ze anders zelf het gericht over zich zullen oproepen! Ik weet echter dat het zal gebeuren, en toch kan en mag Ik niet belemmerend daartegen optreden door Mijn almacht, maar slechts door de leer. Begrijpen jullie dat?"
Hoofdstuk 109: Over het gericht dat de mensen zelf veroorzaken - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[4] En als ooit de aarde na voor jullie ondenkbaar vele jaren al haar gevangenen uitgeleverd zal hebben, zal zij zelf in de lichtzee van de zon in een gééstelijke aarde veranderen. Want de alleronderste huls of schil, waarin vroeger de levende geesten en zielen woonden, lijkt op puimsteen, dat, ofschoon het geen eigenlijk levenselement meer is, toch altijd nog een grove en verscheurde organische materie is en gerichte geesten van de allerlaagste soort in zich draagt.
Hoofdstuk 111: Het einde van de aardse materie - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[5] Wat moet er met dit substraat, als al het intelligente leven zich hieruit vrij heeft gemaakt? Moet het als een min of meer uitgebrande klomp puimsteen, dat geen enkele verdere bestemming meer heeft, als volledig dood in de eindeloze ruimte ronddrijven? Of zou het toch nog iets moeten of kunnen zijn in de sferen van de levende en op de meest verschillende manieren voleindigde geesten? Ja, het moet iets zijn; want niets kan in de eindeloze ruimte, die ook Mijn rijk is en Mijn eeuwig woonhuis, als geheel dood en zonder enige bestemming ergens bestaan! Maar als er van een bestemming sprake is, dan is dit zeer zeker een geestelijke bestemming, die eeuwig duurt omdat er nooit ergens een materieel eeuwige bestemming kan zijn.
Hoofdstuk 111: Het einde van de aardse materie - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[4] De op zichzelf kleine, lichtloze planeten, zoals deze aarde, haar maan, de zogenoemde Venus, Mercurius, Mars, Jupiter en Saturnus en nog meer soortgelijke planeten die bij deze zon horen, zullen na voor jullie ondenkbaar vele aardse jaren geheel in de zon opgaan, evenals de vele kometen die later ook mensendragende planeten worden, deels doordat er zich op bepaalde ogenblikken telkens een verenigt met een planeet die reeds mensen draagt, en deels omdat ze rijp geworden, een zelfstandige planetaire eenheid zijn.
Hoofdstuk 112: De materiële werelden zullen ooit in geestelijke veranderd worden. Kinderen en schepselen van God. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[1] (DE HEER:) 'Ik zeg jullie, dat er in de voor jullie onmetelijke ruimte talloos vele hulsglobes zijn! In iedere hulsglobe, die op zich al een voor jullie nooit meetbare ruimte inneemt, omdat deze aeonen maal aeonen zonnen en zonnegebieden bevat, leven zeker talloos vele geschapen mensen, ofwel nog in hun lichaam of al puur geestelijk; zij hebben op hun manier gewoonlijk een zeer helder verstand, en een heel precies oordeel dat vaak zo exact is, dat jullie je daar nog lang niet mee kunnen vergelijken.
Hoofdstuk 113: De mensen van de sterrenwerelden en het kindschap van God - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[5] Ook vanuit de centrale zon van dit systeem, waartoe ook de zon behoort, kunnen zielen op deze aarde overgeplaatst worden om Mijn kindschap te verwerven; dit is ook mogelijk vanuit de zonnegebieds- en de zonnenalcentraalzon. Echter alleen uit het gebied van hetzelfde zonnenal waarin zich deze aarde bevindt, kunnen ook nog zielen hierheen komen, -maar vanuit de algemene oercentraalzon niet gemakkelijk meer, omdat de zielen van die noodzakelijkerwijs enorme, reusachtige mensen te immens veel substantie in zich hebben, dan dat ze opgenomen zouden kunnen worden door het kleine lichaam van een mens van deze aarde.
Hoofdstuk 113: De mensen van de sterrenwerelden en het kindschap van God - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[2] Het organisme van ieder mens heeft dichtbij het midden van het hart zijn levenszenuw, een minuscuul klompje, van waaruit het gehele overige lichaamsorganisme van leven wordt vervuld. De delen van dit ene hartzenuw klompje hebben de eigenschap dat ze de levensether uit het bloed en uit de ingeademde lucht zodanig naar zich toetrekken, dat ze daardoor ten eerste zelf buitengewoon levensactief blijven en vervolgens ten tweede deze levensactiviteit aan het hele organisme meedelen en daardoor het hele lichaam op passende wijze van leven voorzien.
Hoofdstuk 114: De grote scheppingsmens en de aarde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[7] Kijk eens naar een emmer bij een waterput! Wat gebeurt daarmee nadat deze vele jaren lang dienst heeft gedaan bij het water putten? Kan deze volledig vergaan en vol gaten nog verder gebruikt worden bij het water putten? Neen; daarom zal hij weggehaald en verbrand worden; daardoor lost hij volledig op in rook, lucht en een beetje as, dat na verloop van tijd door de vochtigheid van de lucht eveneens in een eenvoudige luchtsoort wordt opgelost en in die opgeloste luchttoestand pas weer dienst kan doen als een goede basis van het reële geestelijke zijn. En ook al ontstaat hieruit niet meer een en dezelfde wateremmer, er kan toch weer een hoogst teer en subtiel omhulsel van gemaakt worden, dat drager van het levende water uit Mij kan worden"
Hoofdstuk 111: Het einde van de aardse materie - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[7] Natuurlijk moeten jullie je die tijd niet zo voorstellen, alsof dat allemaal al bijvoorbeeld morgen of overmorgen zal gebeuren, maar als jullie voor ieder zandkorreltje, zoveel als de hele aarde er zou kunnen bevatten, één jaar aardse tijd nemen, dan zou dat nauwelijks genoeg zijn voor de bestaansperiode van de materiële aarde. Daarom kan men zich het veel langere bestaan van de zon helemaal niet voorstellen, en natuurlijk nog veel minder het bestaan van een van de eerder genoemde centraalzonnen, van de centraalzonnen van de dieper gelegen zonnegebieden, en nog enorm veel minder kunnen jullie je de voor jullie nooit te berekenen duur van de zonnenal-centraalzonnen voorstellen en al helemaal niet van een oercentraalzon, -en dat wordt nog minder voorstelbaar zolang de zonnen nog steeds nieuwe hemellichamen zullen voortbrengen, en de centraalzonnen nog steeds nieuwe planetaire zonnen, en de oercentraalzonnen ook nog steeds hele legers zonnen van elke soort voortbrengen.
Hoofdstuk 112: De materiële werelden zullen ooit in geestelijke veranderd worden. Kinderen en schepselen van God. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[3] Zo hoeft de aarde ook geen zon te zijn om haar anders duistere grond te verlichten; ze krijgt immers voldoende licht van de ene zon. Van de voeding die een mens tot zich neemt, moeten alle delen van het lichaam, ieder op zijn eigen manier gevoed worden, dus ook de ogen en het hart. Maar alleen de zuiverste en meest met het licht verwante deeltjes worden tot voeding van de ogen verheven, en de meest met het liefdeleven verwante psychische zielsdeeltjes worden met de levenssubstantie van het hart geassimileerd; en hoe grover de deeltjes zijn des te grover zijn de meest verschillende lichaamsbestanddelen die daarmee gevoed worden. Het zou het oog zeer slecht bekomen als deeltjes, die als voeding van een bot geschikt zijn, in het oog terecht zouden komen.
Hoofdstuk 113: De mensen van de sterrenwerelden en het kindschap van God - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[4] En zo zou het ook in de algemene, grote scheppingsorde slechte gevolgen hebben, als Ik toeliet dat mensen van andere werelden Mijn allereigenste hartskinderen zouden worden. Een enkele keer is er wel zo'n toelating mogelijk; maar daar zijn grote louteringen voor nodig en vergaande voorzieningen en voorbereidingen! Het eerst krijgen ofwel de zielen van deze zon deze genade, of de aartsengelen die de plicht hebben om hele hulsglobes te beheersen en te leiden en in stand te houden volgens de beste orde die in een gericht heerst. En hoe geweldig groot ze ook in alles zijn, ze moeten er genoegen mee nemen om hier evenals Ik klein te zijn en ze moeten zich iedere deemoediging laten welgevallen.
Hoofdstuk 113: De mensen van de sterrenwerelden en het kindschap van God - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[3] Wanneer Ik jou een voet zou afhakken of een hand, dan zou je voortleven zoals je dit bij veeloude soldaten kunt zien, bij wie tijdens gevechten handen, voeten, oren en neuzen werden afgehakt, en die toch nog, zij het verminkt, verder leven; maar de geringste verwonding van het hart, waarin zich de kleine centrale levenszenuw bevindt, heeft ogenblikkelijk de lichamelijke dood tot gevolg.
Hoofdstuk 114: De grote scheppingsmens en de aarde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[4] En zoals deze voorziening in het menselijk lichaam is getroffen, zoals ook in de warmbloedige dieren, zo bestaat deze voorziening ook in de grote scheppingsruimte: Alle talloos vele hulsglobes vormen in hun totaliteit een immens, voor jullie begrippen eindeloos groot mens. In deze mens is de hulsglobe waarin wij ons bevinden het hart, en juist deze aarde is de buitengewoon kleine levenszenuw voor deze hele grote mens; deze levenszenuw bevindt zich niet in het centrum van het hart, maar meer links daarvan.
Hoofdstuk 114: De grote scheppingsmens en de aarde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[5] In het centrum van het hart bevindt zich weliswaar ook een zeer groot zenuwcomplex, maar dat is niet de plaats waar het centrale leven is gevestigd. Het is enkel een werkplaats waar de voedingsstof voor het leven, die uit het bloed en uit de lucht komt, opgenomen en bewaard wordt. Van daaruit neemt de centrale levenszenuw deze voedingsstof pas op en bevrucht of zegent deze eerst als een voor het leven geschikte substantie, dat wil zeggen voor het tijdelijke, natuurlijke meeleven van de ziel, want zonder deze zenuw zou de ziel helemaal niet in verbinding kunnen treden met het organisme van het lichaam.
Hoofdstuk 114: De grote scheppingsmens en de aarde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
...  243 - 244 - 245 - 246 - 247 - 248 - 249 - 250 - 251 - 252 - 253 - 254 - 255 - 256 - 257 - 258 - 259 - 260 - 261 - 262 - 263 - 264 - 265 - 266 - 267 - 268  ...