10915 resultaten - Pagina 255 van 728
... 243 - 244 - 245 - 246 - 247 - 248 - 249 - 250 - 251 - 252 - 253 - 254 - 255 - 256 - 257 - 258 - 259 - 260 - 261 - 262 - 263 - 264 - 265 - 266 - 267 - 268 ...
[7] Want ik denk dat de goede God veel machtiger is dan de boze, die het water wel kan doden en tot steen maken, maar het zelf niet weer vloeibaar en levend kan maken. Hier hebt u de goede en machtigste God gevonden; neem Hem mee in uw hart en offer aan Hem alleen, dan zal Hij ons grote land vast ook zegenen! Als u thuis echter weer aan de boze god offert, zal ons land nooit zo worden als dit mooie, warme land.'Hoofdstuk 39: De opvattingen van de jonge slaaf De toekomst van Rusland. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[19] Hij verwees hen nu echter heel welgemoed naar Rafaël en zei (Lazarus) : 'Weten jullie wat? Uit jullie vragen blijkt duidelijk dat jullie ergens anders met zo goed verzorgd worden als hier bij mij, maar iedere eerlijke waard heeft zijn eigen geheimen, die hij voor geen prijs bekend wil maken, zodat ook anderen daarvan kennis kunnen nemen. Maar deze voortreffelijke jongeman kan jullie uitstekend vertellen wat voor jullie nodig.kan zijn om te weten; richt je dus maar tot hem, dan zal hij jullie het juiste antwoord geven!'
Hoofdstuk 40: Lazarus en Raphaël bedienen de vreemdelingen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[2] De engel zei: 'Ja, beste mensen, dat gaat niet zo snel als jullie je dat voorstellen! Want in onze boeken, die jullie ook niet helemaal onbekend zijn, staat geschreven: 'Het land Kanaän is aan de kinderen van Jehova gegeven en goden zullen daarin wonen. ' Zodoende zijn jullie nu in het land van de goden en hebben hier met goden te maken en niet met zuiver wereldse mensen zoals jullie zijn. Als jullie echter bij goden iets willen bereiken, dan moeten jullie hun van te voren heel oprecht leren vragen, anders sluiten de goden hun mond en geven jullie geen onderricht en geen raad. Begrijpen jullie mij?'
Hoofdstuk 41: Raphaël en de Grieken - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[6] De koks en sommige bedienden zeiden: 'Ja, nu weten wij het! Het is de grote profeet uit Galilea! U kunt het ons echter niet kwalijk nemen dat wij tot nu toe weinig wisten en nog minder begrepen wat er aan de hand is met die profeet, want wij waren steeds volop met ons werk bezig en hadden tot vanmiddag werkelijk weinig tijd om ons met dergelijke dingen bezig te houden, en het zou voor ons ook helemaal niet passend geweest zijn om het een en ander te vragen, ook al is ons hier en daar wel wat opgevallen. Maar van nu af aan zullen wij ons wel meer om alles bekommeren, daar wij immers ook mensen zijn -zoals u zelfheeft gezegd -voor wie het geen kwaad kan als zij wat meer weten dan zij tot nu toe hebben geweten en gehoord. Is het niet zo, heer van het huis en van de vele andere bezittingen, mogen we dat?'
Hoofdstuk 40: Lazarus en Raphaël bedienen de vreemdelingen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[8] De engel zei: 'De Romeinse wetten zijn wel streng, maar tevens rechtvaardig en dienen de betere joden nu zelfs als bescherming tegen die slechte joden, die zich weljoden noemen, maar in hun hart geen joden en al helemaal geen Gods kinderen zijn. En daarom zijn de Romeinen nu onze vrienden en reeds lang geen vijanden meer en zij bewaren goed de orde onder de verdorven mensen van dit land evenals in vele andere landen, en wij beschermen hen daarom eerder dan dat wij hen uit dit land zouden willen verdrijven. Dat wij echter, als dat nodig mocht zijn, ook de machtige Romeinen als kaf voor de stormwind uit dit land zouden kunnen blazen, daarvan zal ik jullie een klein voorbeeld geven, let dus allen goed op!'
Hoofdstuk 41: Raphaël en de Grieken - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[8] Toen zei de engel tegen hen: 'Jullie zien dat ik geen van de stenen in jullie handen ook maar met een vinger aanraak. Zodra ik echter met mijn wil zeg: 'Los op in je etherische oerstof dan zal er geen stofje van deze stenen in jullie handen overblijven!'
Hoofdstuk 42: Een wonder van Rafaël - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[15] Maar om de levende schatten van de geest te ontvangen, moet men van de ene, enig ware God de middelen hebben gekregen, hetgeen bij ons joden reeds door de eerste patriarchen en daarna voornamelijk door de grote profeet Mozes, en na hem door nog vele andere profeten en leraren is gebeurd. Wie van de joden dan de aangeraden middelen bij zichzelf helemaal heeft aangewend en de geboden wegen is gegaan, heeft zich daardoor ook het kindschap van God waardig gemaakt en daarmee de innerlijke kracht van de geest verworven. Omdat dat echter bij jullie nog nooit het geval is geweest, weten jullie niets van de ene, enig ware God, niets van de kinderen van God op deze aarde en ook niet welke vermogens zij hebben. Begrijpen jullie dat?'
Hoofdstuk 42: Een wonder van Rafaël - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[4] Allen keken nu weer naar het oosten en zie, een tweede, gelijke zuil steeg omhoog en evenaarde weer het schijnsel van de maan, en de omgeving werd nog veellichter! En het duurde nauwelijks enkele ogenblikken of daar steeg een derde wolkenzuil op, die de omgeving nog sterker verlichtte. Dat zagen echter niet alleen degenen die bij ons op de berg stonden, maar ook velen in Jeruzalem en velen in het hele joodse land en daardoor ontstond er een groot rumoer in alle stegen en straten van de stad, zodat men het op de berg zelfs goed kon horen.
Hoofdstuk 44: De zegen van het geduld - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[11] Deze radicale natuurlijke en wereldse uitleg maakte op de oude rabbijn echter geen indruk en hij bleef schreeuwen en riep luid (de oude rabbijn): 'Zeggen jullie maar wat je wilt, binnenkort zal wel blijken of ik onjuist heb geoordeeld! God richt Zich niet naar wereldse praatjes van zulke wereldse mensen als jullie zijn, maar naar de woorden van Zijn eigen voorspelling, die Hij aan de mensen bekend heeft gemaakt door de mond van Zijn profeten. Kijk maar uit, jullie slechte en boze jongeren, dat er geen duivel komt om jullie allemaal te halen! O, zondig niet tegen een oude rabbi!'
Hoofdstuk 44: De zegen van het geduld - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[14] Ik zei: 'Daarin hebben jullie voor een deel wel gelijk, maar die oude is ook een tempelvos en benut zulke gelegenheden, waarbij hij steeds ijverig de komst van de Messias verkondigt, om op slinkse wijze ook wat offers in de wacht te slepen. Hemzelf is het echter achteraf zeer welkom, als de vervulling van zijn straatprofetie tenslotte toch nog uitblijft en verder op zich laat wachten, want er kan zich in dit land, dat rijk is aan natuurwonderen, immers al gauw weer een verschijnsel voordoen, dat hij dan weer goed kan gebruiken. Nu kent de weliswaar zeer uitgelaten jeugd van Jeruzalem hem als zo 'n straatprofeet en dwarsboomt hem alleen wanneer hij wat te hard schreeuwt en bespot hem dan, en in dit geval is de profeet nu niet bepaald veel beter dan degenen die hem bespotten. En Ik zeg jullie, dat die onfatsoenlijke jongens Mij toch veel eerder zullen volgen dan die oude rabbi, die altijd alleen maar druk bezig is in zijn eigen voordeel te profeteren, maar in wezen zelf aan niets gelooft. Maar we laten de zaak nu voor wat hij is; het verdere verloop van het verschijnsel zal nog wel een grotere drukte te weeg brengen! Horen jullie van de hoge tinnen van de tempel de bazuinen niet schallen!'
Hoofdstuk 44: De zegen van het geduld - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[13] In de tempelraad bevond zich echter ook de reeds bekende Nikodemus en hem werd ook naar zijn mening gevraagd.
Hoofdstuk 45: Het nachtelijke lichtverschijnsel van de tien wolkenzuilen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[18] De Hoge Raad wilde hem echter tegenhouden, maar Nikodemus zei: ' Als ik jullie ergens mee zou kunnen helpen, zou ik wel blijven; maar omdat ik voor jullie hier even weinig van nut ben als jullie voor mij, ga ik en wil ik liever thuis sterven dan hier binnen deze al zo vaak ontwijde muren.'
Hoofdstuk 45: Het nachtelijke lichtverschijnsel van de tien wolkenzuilen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[4] Boven de stad hoog in de lucht stond, als in robijnen en smaragden letters, een oud Hebreeuwse tekst, waarvan de woorden als volgt luidden: 'Dit is de nieuwe stad van God, het nieuwe Jeruzalem, dat eens uit de hemelen zal neerdalen naar de mensen die rein van hart en van goede wil zullen zijn: daarin zullen zij eeuwig met God wonen en Zijn naam loven en prijzen. Deze tekst, evenals het hele verschijnsel was echter alleen maar zichtbaar voor degenen die bij Mij op de berg waren, en verder voor niemand in het hele land.
Hoofdstuk 49: De verschijning van het oude en het nieuwe Jeruzalem - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[5] Maken jullie je daar echter niet bezorgd over nu Ik jullie dat van te voren gezegd heb, want het kwade gebroed daar beneden kan wel Mijn lichaam doden, maar niet Hem, die in Mij leeft en eeuwig werkt en schept en ordent. Maar Ik zal ook het lichaam waarlijk niet in het graf laten, want reeds op de derde dag zal Ik ook dit lichaam weer opwekken en Ik zal dan weer tot aan het einde der tijden met degenen omgaan die in Mij zullen geloven, Mij zullen liefhebben en zich aan Mijn woord zullen houden. En jullie, Mijn broeders, zullen Mij kunnen zien en met Mij kunnen spreken zoals nu, nu Ik in het nog niet verheerlijkte lichaam temidden van jullie verkeer .
Hoofdstuk 50: De Heer legt de lichtverschijnselen uit - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[14] Maar hij zei (Nikodemus): 'Jullie hebben mijn raad nooit serieus genomen, omdat jullie mij er al meermalen van hebben beschuldigd dat ik het heimelijk met de Galileeërs hield, en ik beschouw bij deze ongelooflijke aangelegenheid mijn raad dan ook overbodig. Want als Jehova welverdiend een grote straf of zelfs de volledige ondergang voor ons heeft bepaald, dan zal geen enkele menselijke raad daar nog iets aan kunnen doen en aan ons weinig zeggende ambt is dan voor altijd een eind gekomen. Als Jehova echter de twaalf verschrikkelijke vuurzuilen alleen als een laatste waarschuwing tot ware boete voor ons heeft neergezet, dan zullen wij nog wel op het juiste moment door een profeet vernemen, welke boete en offers God van ons verlangt. Maar denk er allen wel aan: jullie hebben Zacharias vermoord hoewel hij duidelijk een profeet was! Ook de prediker en doper aan de Jordaan is door jullie tussenkomst in de gevangenis van Herodes onthoofd. En opnieuw kwam er een grote wijze uit Galilea, leerde drie dagen in de tempel, en zijn leer was goed en waar voor het volk en daarom jullie wilden hem ook stenigen. ja, als jullie alle mensen die met de geest van Jehova vervuld zijn, steeds zo willen bejegenen, dan is onze algemene, wisse ondergang niet meer te voorkomen, en kan zelfs God jullie geen raad meer geven en ik al helemaal niet, hoewel ik een Oudste in de tempel ben!'
Hoofdstuk 45: Het nachtelijke lichtverschijnsel van de tien wolkenzuilen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)