Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16638 resultaten - Pagina 256 van 1110

...  244 - 245 - 246 - 247 - 248 - 249 - 250 - 251 - 252 - 253 - 254 - 255 - 256 - 257 - 258 - 259 - 260 - 261 - 262 - 263 - 264 - 265 - 266 - 267 - 268 - 269  ...
[11] Ik zeg jullie: Alles, bomen en planten en alle dieren van de aarde, is ervoor bestemd om de gerichte geesten uit de harde materie te verlossen, en dat gaat van stap tot stap tot aan de mens toe. Wat er dan met de mens gebeurt weten jullie nu inmiddels, en zodoende hoef Ik over het natuurverschijnsel dat wij hier zien verder niets meer uit te leggen. -Maar roep Petrus nu naar binnen; dan zal Ik hem en jullie iets mededelen!"
Hoofdstuk 251: Een zwerm sprinkhanen Aan de overkant van de Jordaan aan de Zee van Galilea (Ev. Matth. hfdst. 19) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[6] IK zei: 'Waar hebben we dat allemaal voor nodig? Tot nu toe hebben we nog nergens, waar we ook waren, honger geleden, en daarom zullen we ook in het land waar we nu naar toe gaan noch honger noch dorst lijden. Inje huis heb je trouwens alles al in orde gemaakt, laten we daarom aan boord van het schip gaan! Hijs het zeil, maak dan het schip los van de paal, en één van jullie gaat aan het roer staan! Ik zal een goede wind laten komen, dan zullen we al gauw op de plaats zijn waar Ik naar toe wil!"
Hoofdstuk 252: De Heer vaart met Zijn leerlingen naar de overkant van de zee (Ev. Matth. 19,1) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[11] PETRUS echter zei tot hen: 'Hoe kunnen jullie dat nu nog vragen! Zijn jullie dan al vergeten wat de grote Meester uit Nazareth, die onze Messias is, allemaal kan?!'
Hoofdstuk 252: De Heer vaart met Zijn leerlingen naar de overkant van de zee (Ev. Matth. 19,1) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[13] En PETRUS zei: 'Oneindig veel groter dan Mozes en Elia! Vraag nu niet verder, maar let op het schip; als de tijd rijp is zullen jullie wel meer over de goddelijkheid van de Heer vernemen! We komen nu spoedig bij de monding van de Jordaan en daar is het oppassen geblazen dat we niet in de stroming terechtkomen, want het is moeilijk om daar zonder gunstige tegenwind uit te komen"
Hoofdstuk 252: De Heer vaart met Zijn leerlingen naar de overkant van de zee (Ev. Matth. 19,1) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[16] PETRUS echter vermande zich en zei tegen de nieuwsgierigen: 'Laat ons eerst een herberg zoeken, dan zullen jullie nog vroeg genoeg horen wie wij eigenlijk zijn en wat wij hier willen!"
Hoofdstuk 252: De Heer vaart met Zijn leerlingen naar de overkant van de zee (Ev. Matth. 19,1) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[1] Petrus was nauwelijks uitgesproken of er kwam dadelijk een in aanzien staande EIGENAAR VAN EEN HERBERG naar hem toe en deze zei: 'Neem bij mij jullie intrek; want ik heb zeker de grootste herberg in de hele plaats en ben goedkoop, ofschoon ik een Griek ben! Zo te zien zijn jullie weliswaar joden, maar dat doet niet ter zake; want er wonen immers ook enkele Farizeeën uit Jeruzalem nu al verschillende dagen bij mij, die hier de tienden van de joden in ontvangst nemen"
Hoofdstuk 253: De genezing van de blindgeborene en van andere zieken (Ev. Matth. 19,2) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[3] DE WAARD zei: 'Wie van jullie is dan de heer, dat ik naar hem toe kan gaan en met hemzelf kan spreken?"
Hoofdstuk 253: De genezing van de blindgeborene en van andere zieken (Ev. Matth. 19,2) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[11] Hierop verliet DE WAARD snel de oever, spoedde zich naar huis en bracht zijn veertien jaar oude, geheel blinde zoon mee, leidde hem voor Mij en zei: 'Hier beste vriend, is mijn blinde zoon! Zo blind als hij nu voor u staat werd hij geboren. Alle artsen en magiërs hebben al geprobeerd hem te genezen; maar alles was puur tevergeefs! Nu, zoals u zojuist hebt opgemerkt, is er een werkelijke wonderdokter uit Jeruzalem bij mij in huis; maar hij kan precies zoveel als de vorigen! Nu komt het op u aan, beste vriend! Waarlijk, als u hem geneest, behoort mijn halve vermogen u toe!'
Hoofdstuk 253: De genezing van de blindgeborene en van andere zieken (Ev. Matth. 19,2) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[24] IK ging naar hen toe en zei: 'Ga nu naar huis en zondig van nu af aan niet meer; want als jullie opnieuw in je oude zonden vervallen, zullen jullie daardoor ook weer in je oude ziekten vervallen! Houdt de geboden welke Mozes heeft gegeven, dan zal alle onheil ver van jullie blijven"
Hoofdstuk 253: De genezing van de blindgeborene en van andere zieken (Ev. Matth. 19,2) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[1] Omdat de waard een Griek en ook nog heiden was, maar toch heel goed wist dat de joden niet alles mochten eten wat de Grieken, die nog heidenen waren, aten, vroeg hij Mij: 'O, grote heer en meester, wat eet u gewoonlijk 's avonds en wat eten deze mannen, die zeker uw leerlingen zijn? Hoewel ik een heiden ben weet ik toch uit ervaring, dat de Joden een aantal dingen niet eten die wij wel plegen te eten en daarom vraag. ik ook, waarmee ik jullie, beste mannen, van dienst kan zijn. Want nu zijn jullie geheel heer in dit huis en ik ben slechts jullie gehoorzame knecht; beveel mij daarom naar believen, dan zal ik alles doen wat Ik kan om Iedere wens van jullie naar mogelijkheid te vervullen!"
Hoofdstuk 254: De Heer met de Zijnen in het huis van de Griekse herbergier. Waarheid maakt vrij - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[6] Ik keek hem strak aan en zei: 'Waarom stellen jullie deze vraag nu aan Mij? Hebben jullie niet in de Schrift gelezen dat Hij die in het begin de mensen heeft gemaakt het zo heeft geregeld, dat zij slechts één man en één vrouw waren?! (Matth. 19,4)
Hoofdstuk 255: Het verbod van echtscheiding (Ev. Matth. 19, 3-9) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[10] En verder voeg Ik daar nog het volgende aan toe: Wie van zijn vrouw scheidt, al is het vanwege erge hoererij, en met een andere vrouw trouwt, pleegt echtbreuk. En wie met de gescheiden vrouw trouwt, pleegt ook echtbreuk. (Matth. 19,9) En wat echtbreuk voor een zonde is weten jullie allang, daarover hoef Ik jullie geen verdere opheldering te geven"
Hoofdstuk 255: Het verbod van echtscheiding (Ev. Matth. 19, 3-9) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[2] Hierop zei IK tegen de enigszins verlegen leerlingen: 'Niet allen vatten dit woord (dat voor de Farizeeën gesproken werd), maar alleen diegenen aan wie het gegeven is om het te begrijpen (Matth. 19,11), en tot nog toe hebben jullie het ook niet begrepen, ofschoon het jullie gegeven is het te vatten; maar desondanks moeten jullie het begrijpen en dat zullen jullie ook!
Hoofdstuk 256: Uitzonderingsgevallen met betrekking tot huwelijkszaken (Ev. Matth. 19, 10-12) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[3] Ten eerste verwijs Ik jullie naar hetgeen Ik je over dit onderwerp reeds meerdere malen gezegd heb, en dat op uitputtende wijze.
Hoofdstuk 256: Uitzonderingsgevallen met betrekking tot huwelijkszaken (Ev. Matth. 19, 10-12) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[5] En ten derde zeg Ik jullie nog iets, en luister daar goed naar en teken het zelfs op! Zie, er zijn onder de mensen van beiderlei kunne sommigen die reeds vanaf de moederschoot onvruchtbaar zijn, anderen, maar alleen mannen, die door mensen om wat voor reden dan ook ontmand zijn, en tenslotte zijn er mannen die zichzelf omwille van het hemelrijk ontmand hebben! Wie dat begrijpen kan, begrijpe het! (Matth. 19,12)
Hoofdstuk 256: Uitzonderingsgevallen met betrekking tot huwelijkszaken (Ev. Matth. 19, 10-12) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
...  244 - 245 - 246 - 247 - 248 - 249 - 250 - 251 - 252 - 253 - 254 - 255 - 256 - 257 - 258 - 259 - 260 - 261 - 262 - 263 - 264 - 265 - 266 - 267 - 268 - 269  ...