Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

22349 resultaten - Pagina 256 van 1490

...  244 - 245 - 246 - 247 - 248 - 249 - 250 - 251 - 252 - 253 - 254 - 255 - 256 - 257 - 258 - 259 - 260 - 261 - 262 - 263 - 264 - 265 - 266 - 267 - 268 - 269  ...
[1] (DE HEER:) "Het is echter allang bekend, dat mensen die iets gemakkelijk aanvaarden zonder eerst behoorlijk flink beproefd te zijn, de gemakkelijk aanvaarde en begrepen zaak ook heel gemakkelijk en snel weer laten varen, terwijl mensen die in zekere zin door louter porren en een harde aanpak een les leren aanvaarden en begrijpen, deze dan niet zo gemakkelijk ooit weer vergeten.
Hoofdstuk 199: Over langzaam en snel begrip van de waarheidsleer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[4] Soms zijn er echter ook mensen die een waarheidgemakkelijk aanvaarden, onthouden en dan tijdens de nacht als heldere sterren blijven stralen en zichzelf en anderen veel voordeel brengen; maar van deze mensen zijn er maar weinig en zij zijn zeldzaam.
Hoofdstuk 199: Over langzaam en snel begrip van de waarheidsleer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[7] Ik heb jou en verschillende anderen van jullie immers toch uitgelegd hoe groot de zon is en zijn moet, en hoe klein daarentegen de aarde! Deze moet op een passende afstand en met een juiste snelheid om de zon cirkelen, omdat zij anders daarin zou vallen of, bij te grote snelheid, zich ervan zou moeten verwijderen de oneindigheid in. In het eerste geval zou de aarde in de lichtgloed van de buitenste zonneatmosfeer vrijwel ogenblikkelijk uiteenvallen in de oer-etherstaat of in de in haar materie gevangen gehouden oernatuurgeesten; in het tweede geval echter zou zij door gebrek aan warmte bevriezen tot een steenharde ijsklomp! In beide gevallen zou lichamelijk leven op de aardse vlakten niet denkbaar zijn.
Hoofdstuk 198: De verschillen in klimaten en rassen op aarde. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[8] Je ziet dus dat volgens Mijn orde de ene noodzaak de andere met zich meebrengt en dat op deze aarde een gelijke temperatuur van pool tot pool onmogelijk is, maar dat het anderzijds toch noodzakelijk is dat de gehele aarde zoveel mogelijk helemaal bewoond is, opdat de uit de voorafgaande schepsels voortgekomen en vrijer geworden zielen in een lichaam kunnen incarneren dat met hun aard overeenkomt. Wat blijft er dan anders over dan de hete streken van de aarde te bevolken met mensen die een dusdanig lichaam hebben, dat het zo'n heet klimaat goed kan verdragen, en streken met een koud klimaat met mensen die in staat zijn wat voor koude streken dan ook te bewonen en enigermate te cultiveren.
Hoofdstuk 198: De verschillen in klimaten en rassen op aarde. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[12] Hun aanvoerder heeft Uw goddelijkheid wel op een werkelijk afdoende wijze aan hen duidelijk gemaakt, en het eerder genoemde wonder met het uitzonderlijke diamanttransport heeft hen, naar het schijnt, in het begin zeer bevreemd; maar nu schijnen zij allerlei gewetensvragen op hem af te vuren en een van hen die nu al een paar maal naar ons heeft omgekeken, heeft zojuist de aanvoerder in volle ernst gevraagd of hij de steen niet soms heimelijk toch zelf meegenomen heeft samen met de kalabasschaal, om hen daarmee als met een wonder te betoveren. Waar deze zwarten al niet op komen! Die hebben wel een groter wonder nodig om op het goede spoor gezet te worden! De goede aanvoerder heeft duidelijk veel moeite met hen, dat kan ik heel goed merken!"
Hoofdstuk 198: De verschillen in klimaten en rassen op aarde. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[2] O, er zijn er wel die zeer goede talenten bezitten en daarbij ook alle andere capaciteiten hebben! Zij bevatten alles snel en gemakkelijk en begrijpen het goed, maar op het moment dat zich noodzakelijke beproevingen voordoen, denken zij aan hun wereldse voordeel, zijn bang teveel te moeten offeren, en proberen dan zo mogelijk die geestelijke zaken te vergeten en kwijt te raken die, hoewel zij van de waarheid daarvan overtuigd zijn, hun op deze wereld geen voordeel opleveren. Zulke mensen lijken op die bijna doorzichtige dagvliegen die de hele mooie dag door in het licht spelen en volleven zijn, omdat zij zelf helemaal door het licht doorschenen en doorgloeid worden; maar komt dan de nacht die het leven beproeft, dan is het uit met hun licht en hun gloed, en daarmee ook met hun leven!
Hoofdstuk 199: Over langzaam en snel begrip van de waarheidsleer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[5] Deze Moren behoren echter allen tot degenen die moeilijk aanvaarden; maar wat zij eenmaal aanvaard hebben is hun bezit, en zij zullen steeds licht blijven geven tot aan hun laatste nakomelingen, zoals de sterren in de Orion en zoals Sirjezc (Sirius) in de grote ruimte.
Hoofdstuk 199: Over langzaam en snel begrip van de waarheidsleer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[10] Wat zou het iemand baten die een reis moest maken naar een plaats waarvan hij slechts de naam kent maar de weg er naar toe niet, als iemand die de weg kent hem een volledige beschrijving zou geven van hoe die weg naar de plaats loopt, en hij, nu hij de weg kent, deze niet wil gaan, maar zich omdraait en in een geheel tegengestelde richting begint te reizen?! Zal hij ooit die plaats bereiken? Ik zeg: Hij kan komen waar hij wil, -alleen op de plaats van bestemming zal hij nooit komen, want waar men komen wil, daar moet men ook heengaan!
Hoofdstuk 199: Over langzaam en snel begrip van de waarheidsleer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[11] Deze Moren zijn beslist wat betreft aardrijkskundige kennis de meest ondeskundige mensen ter wereld! Zonder de overste Justus Platonicus zouden zij met hun kennis de weg hierheen vast nooit gevonden hebben; maar nadat de overste hun de weg eenmaal goed beschreven had, reisden zij precies volgens de beschrijving, en hun huidige aanwezigheid bewijst voldoende dat zij de aanwijzing van de overste zeer precies hebben uitgevoerd, en daarvoor was een onwrikbare vaste wil nodig die deze Moren nu juist in hoge mate bezitten. Wie iets heel vast wil, volbrengt dat ook heel zeker.
Hoofdstuk 199: Over langzaam en snel begrip van de waarheidsleer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[14] Dat echter deze Moren geen dienaren van twee heren, maar van de ene Heer willen en zullen zijn, kun je heel gemakkelijk zien aan de manier waarop de aanvoerder te kampen heeft met zijn metgezellen, bij wie de woorden van de overste nog te vast in het hart verankerd zitten en daar niet zo gemakkelijk verwijderd kunnen worden!
Hoofdstuk 199: Over langzaam en snel begrip van de waarheidsleer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[15] Wat de overste hun verteld heeft over een goddelijke persoonlijkheid bij Mozes, is een aanknopingspunt en een brug waarover zij bij Mij gebracht kunnen worden. En juist op deze brug is de aanvoerder nu voornamelijk bezig en probeert hij de hardnekkigsten tot andere gedachten te brengen. Als Ik hem geen engel stuur om te helpen, is hij over een jaar nog niet met hen klaar; maar Ik zal hem nu de engel sturen en dan zal het wel lukken!"
Hoofdstuk 199: Over langzaam en snel begrip van de waarheidsleer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[4] Deze energieke toespraak bracht allen tot zwijgen en zij wisten van angst niet wat te doen.
Hoofdstuk 200: Raphaël overtuigt de zwarten van de goddelijkheid van de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[8] De TWIJFELAAR kijkt dan heel verbaasd en zegt: "Maar hoe is het in 's hemelsnaam mogelijk dat jij, beminnelijke knaap, dat zo precies weet? Daarmee alleen al heb je mijn twijfel weggenomen, want nu begrijp ik alles wat onze leider en oudste over die jonge man daarginds heeft gezegd! Maar daardoor wordt het geheel alleen maar vreemder en wel op een angstaanjagende manier! Als er geen twijfel mogelijk is dat in deze man de oereeuwige geest van God in zijn volheid woont, hoe kunnen wij Hem dan onder ogen komen! Moet ons twijfelen Hem niet uitermate beledigd hebben? O, O, wij zijn allen verloren!
Hoofdstuk 200: Raphaël overtuigt de zwarten van de goddelijkheid van de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[19] Dat de eeuwige, goddelijke geest nu op deze aarde in het vlees is gekomen en Zelf persoonlijk Mens is geworden, kwam vooral omdat Zijn overgrote liefde voor jullie mensen van deze aarde, en daardoor ook voor de mensen van al de talloze andere aardse werelden, Hem bewoog om voor jullie in alle liefde voor alle eeuwige tijden een voelbare, zichtbare en aanspreekbare God en Vader te zijn! Want Hij, als God, is de machtigste en zuiverste liefde, en daarom kan ook geen mens en geen engel Hem anders dan alleen door de liefde benaderen.
Hoofdstuk 200: Raphaël overtuigt de zwarten van de goddelijkheid van de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[2] Want deze mensen, die een vaste wil hebben maar moeilijk begrijpen, moeten door een wonder bekeerd worden, omdat woorden alleen voor hen te weinig overtuigingskracht bezitten. Een wonder schaadt deze mensen ook niet zoveel als het jullie doet en met name veel Joden; want zelf kunnen zij als onbedorven mensen enkel door hun vaste geloof en door hun onbuigzame wil zeer opmerkelijke wonderen verrichten, wat zij een zo goed als heel natuurlijk~ zaak vinden. Daarvan zullen wij ons later overtuigen. Een groot wonder telt bij hen daarom maar half en zodoende kunnen zij, zonder dat dit nadelig voor hen is, door wonderen op onschadelijke wijze bewerkt worden. Ga nu dus! Wat je moet zeggen en moet doen, heb je al in je."
Hoofdstuk 200: Raphaël overtuigt de zwarten van de goddelijkheid van de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
...  244 - 245 - 246 - 247 - 248 - 249 - 250 - 251 - 252 - 253 - 254 - 255 - 256 - 257 - 258 - 259 - 260 - 261 - 262 - 263 - 264 - 265 - 266 - 267 - 268 - 269  ...