Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

4159 resultaten - Pagina 257 van 278

...  245 - 246 - 247 - 248 - 249 - 250 - 251 - 252 - 253 - 254 - 255 - 256 - 257 - 258 - 259 - 260 - 261 - 262 - 263 - 264 - 265 - 266 - 267 - 268 - 269 - 270  ...
[13] Bij deze woorden beginnen de vrouwen meteen gemoedelijker te worden. Verschillende kunnen de grote schoonheid van de zonnedochters al verdragen en naderen hen nu zonder veel schroom.
Hoofdstuk 152: Verdeemoedigende werking van de lichamelijke schoonheid van de drie zonnemeisjes op de andere vrouwen - Martinus' donderpreek en de raad van de Heer aan de geërgerde vrouwen - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[6] Want zie, deze zijn vol liefde en toen ze op de wereld waren, was de bijslaap door hun broeders en hun vaders hun onbekend en een grote zonde, omdat een dergelijke daad door Mij de zwaarste, eeuwige straf zonder genade krijgt opgelegd! Bij de bewoners van de aarde geldt: 'Vervloekt degene die bloedschande pleegt!' Bij jullie echter is de bloedschande een wet van jullie wijzen. Zie nu, hoe zeer deze wijzen falen. Daarom zijn ze niet zo wijs als jullie denken, en Ik kom nu juist daarom tot jullie om hen hun grote onwijsheid aan te tonen!'
Hoofdstuk 154: Over de ware wijsheid en de schijnwijsheid van de zonnewijzen De wet van de bloedschande onder de zonnebewoners, een kunstgreep van Satan! - Over het doel van de komst van de Heer - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[10] Ik zeg jullie, onder Mijn kinderen op de door jullie zogenoemde Heilige Planeet is bloedschande het meest heilloze, voor Mij afschuwelijke vergrijp. En wel zo dat Ik iemand die bloedschande pleegt onherroepelijk zonder alle genade en erbarmen met de tijdelijke en eeuwige vuurdood bestraft wil hebben! En zie, deze gruwelijke en puur duivelse zonde is bij jullie tot wet geworden!
Hoofdstuk 154: Over de ware wijsheid en de schijnwijsheid van de zonnewijzen De wet van de bloedschande onder de zonnebewoners, een kunstgreep van Satan! - Over het doel van de komst van de Heer - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[7] Jullie leven na de aflegging van je uiterlijke omhulling wel voort als een soort lichtwolkgeesten. Maar eveneens zonder doel zoals hier nog in jullie lichamen, waarvan de uiterlijke kant naar de vorm in overeenstemming is met jullie aarde. De uiterste sfeer daarvan is toch ook zuiver licht van grote kracht en heerlijkheid, maar het innerlijke ervan is op zichzelf duisterder dan het inwendige van iedere andere planeet. Ik zeg dat jullie wijsheid niets anders is dan bedrog - en jullie schoonheid lege schijn!
Hoofdstuk 155: Wijze toespraak van Chanchah - Slechte wetten en goede wetten - Zonder strijd geen overwinning - Waarom de Heer nu pas bij de zonnedochters komt - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[6] Maar welke overwinning is door de nietszeggende wetten van jullie hoogste wijsheid te behalen? Ik zeg jullie, geen enkele! Want waar geen strijd is, daar is ook geen overwinning. En waar geen overwinning is, daar is ook geen prijs! Doch wat is een mens die geen prijs heeft behaald? Zie, hij is minder waard dan de gewoonste plant die hij met zijn voeten vertrapt; want deze heeft op de grote ladder van de omhoog klimmende wezens haar doel bereikt. Maar de mens die geen prijs heeft behaald, leefde zonder doel. Hij leefde alleen, omdat hij leefde; maar zijn leven was doelloos en kan daarom ook nooit het een of ander bereiken - wat juist met jullie het geval is.
Hoofdstuk 155: Wijze toespraak van Chanchah - Slechte wetten en goede wetten - Zonder strijd geen overwinning - Waarom de Heer nu pas bij de zonnedochters komt - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[2] Petrus denkt dat we zo lang voor de hal zouden moeten wachten, tot de eersten van het huis ons al met hun ceremoniën tegemoet komen, volgens de zeden en gebruiken van deze wereld. Maar ik, die op de wereld een flinke afkeer van alle ceremonieel heb gekregen, omdat ik daarin totaal begraven werd, denk, dat we deze enorme domheden niet moeten afwachten, doch zonder al te veel aankloppen het huis moeten binnengaan. U zult daarvoor zeker wel voldoende macht hebben?'
Hoofdstuk 158: Martinus' blinde ijver tegen de ceremoniële diensten van de zonnebewoners - De wijze woorden van de Heer over tolerantie Martinus' gesprek met Petrus over de terechtwijzing van de Heer - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[7] PETRUS zegt: 'Ja, dat is met jou vaak wel het geval. Maar de oorzaak daarvan is, dat je, zonder daartoe door de Heer te zijn geroepen, aan een stuk door praat en vraagt. Bovendien heb je ook nog een aanzienlijke portie zinnelijkheid in je, die in je ziel als kleine slangen heen en weer krioelt. Dat vertroebelt voortdurend de zinnen van je geest dusdanig, dat je alleen pas dan in staat zult zijn een beetje wijzer te praten, als de in je rustende zinnelijkheid niet door uiterlijke prikkels opnieuw wordt opgewekt.
Hoofdstuk 159: Muziek van de zonnewereld - Ernstige vermaning van Petrus aan Martinus om zijn zinnelijkheid te overwinnen - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[11] Nu weet je, wat dit allemaal betekent. Beheers je daarom nu eindelijk eens voorgoed, wees ernstig en goed, en als een al te grote schoonheid je in de war wil brengen, kijk dan naar de Heer en je zult al gauw rust vinden. Want je moet het zo ver brengen, dat nog veel en veel grotere schoonheden je nooit meer in hun ban krijgen en wel daarom, omdat je van de Heer bent en eeuwig wilt zijn. Dan pas zul je geschikt zijn om in de ware hemel te worden opgenomen, waar zaligheden zonder naam en tal op je wachten, waarvan je nu nog geen vermoeden hebt.
Hoofdstuk 159: Muziek van de zonnewereld - Ernstige vermaning van Petrus aan Martinus om zijn zinnelijkheid te overwinnen - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[24] Ik geef je een raad en zeg: Ga jij nu maar mooi een beetje achteruit en laat een ander - maar zonder toverband en heksenstaf - voor jou in de plaats spreken. Misschien zal die dan met wat beters voor de dag komen. Mogelijk zoals de drie dochters van dit huis, die ons het eerst tegemoet kwamen en echt hele wijze woorden spraken, zodat ik daaruit moest concluderen, dat jullie nog veel en veel wijzer zouden zijn.
Hoofdstuk 161: Martinus' gemakkelijke overwinning in het gesprek over de wijsheid met de domme, trotse oudste van de zonnetempel - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[3] Zie, er is niets gemakkelijkers dan jou door woorden te zeggen, wat je van ons zou willen horen. Maar daarmee is eigenlijk nog niets gezegd en ben jij weinig geholpen. Want datgene wat ik je mededeel, vereist van jou een onvoorwaardelijk geloof, een gewillig zonder twijfel aanvaarden van datgene, wat ik je zeg. Als dit geloof je ontbreekt, dan zal alles wat ik je ook maar zou willen zeggen je nimmer van enig nut zijn!
Hoofdstuk 162: Over het ware geloof en de vrijheid van de geest - Het geestelijk ontwaken van de oudste - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[11] Als echter het verstand van het hart vrij, zonder bewijzen iets aanneemt, dan toont het hart meteen zijn vrije kracht die overgaat in de geest en deze vrij maakt. Is de geest echter vrij, dan is alles vrij in de mens: de liefde, het licht en het schouwen! Dan heeft het geen bewijs voor de waarheid meer nodig, dan is de vrije geest zelf de helderste en volste waarheid aller waarheid.
Hoofdstuk 162: Over het ware geloof en de vrijheid van de geest - Het geestelijk ontwaken van de oudste - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[6] Nu weet je alles; niets heb ik weggelaten, wat voor de meest volledige beantwoording van je vraag nodig was. Zeg mij nu ook heel trouwhartig zonder enige huichelarij - die bij jullie en vooral in deze gemeente sterk is ingeburgerd -, of je wel alles gelooft wat ik je nu heb gezegd.'
Hoofdstuk 163: Petrus geeft informatie over het gezelschap dat is aangekomen en over het doel van zijn bezoek - Bedenkingen van de wijze over de zichtbaarheid van God - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[19] Ook heb ik mij nu grotendeels van mijn vrees bevrijd door het volgende mij niet onverstandig lijkende uitgangspunt: Tengevolge van logisch denken kan ik als schepsel onmogelijk meer zijn en worden dan alleen maar datgene wat ik ben, namelijk een schepsel. Eveneens kan ook God onmogelijk minder zijn en worden, dan wat Hij is - namelijk God, het meest volkomen Oer - en Grondwezen, zonder wie geen enkel ander wezen van welke aard dan ook zou kunnen bestaan.
Hoofdstuk 164: Logische uiteenzetting van Petrus en het opheffen van de twijfel van de oudste der zon aangaande de zichtbaar aanwezige Heer - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[20] Zonder Schepper kan er van een schepsel geen sprake zijn, maar wel van een Schepper zonder schepsel. Want de Schepper is reeds dat, wat Hij is, door Zijn eeuwig meest heldere bewustzijn, tengevolge waarvan Hij kan scheppen, wat en wanneer Hij wil. Het schepsel kan echter onmogelijk ooit iets zijn, voordat de almachtige wil van de Schepper het tot iets heeft gemaakt.
Hoofdstuk 164: Logische uiteenzetting van Petrus en het opheffen van de twijfel van de oudste der zon aangaande de zichtbaar aanwezige Heer - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[4] De zee is echter op ieder hemellichaam ook de belangrijkste bron voor alle wateren, evenals ook voor alle regen en dauw. Als een hemellichaam geen zee zou hebben, zou ze lijken op een mens zonder bloed en dus ook zonder andere sappen, waardoor die mens ook heel snel een mummie of een levenloos standbeeld zou worden. Een planeet heeft derhalve de zee evenzeer nodig als de mens en ieder ander levend wezen het bloed.
Hoofdstuk 166: Eenwording van de mens met God - Voorbeeld van de zee en de waterdruppel - Traagheid van de wijsheid van het verstand ten opzichte van de wijsheid van het hart - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
...  245 - 246 - 247 - 248 - 249 - 250 - 251 - 252 - 253 - 254 - 255 - 256 - 257 - 258 - 259 - 260 - 261 - 262 - 263 - 264 - 265 - 266 - 267 - 268 - 269 - 270  ...