Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16308 resultaten - Pagina 257 van 1088

...  245 - 246 - 247 - 248 - 249 - 250 - 251 - 252 - 253 - 254 - 255 - 256 - 257 - 258 - 259 - 260 - 261 - 262 - 263 - 264 - 265 - 266 - 267 - 268 - 269 - 270  ...
[14] En wederom zeg Ik u: Voorwaar, voorwaar, het uur komt en is er reeds, waarop de naar lichaam en ziel dode mensen de stem van de Zoon van God zullen horen, en zij die haar vol vertrouwen zullen horen, zullen daardoor ook eeuwig leven! (Joh.5,25) Want zoals de Vader het leven in Zichzelf heeft, zo heeft Hij ook de Zoon van eeuwigheid het leven in Zichzelf gegeven. (Joh.5,26) Ook heeft Hij Hem macht gegeven om gericht te houden over alle mensen, en wel omdat de eeuwige Zoon van God nu voor deze tijd ook een mensenzoon is.' (Joh.5,27)
Hoofdstuk 2: De Heer getuigt van Zichzelf en van Zijn zending als Messias 5,14-27) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[6] U zond mensen naar Johannes de Doper en constateerde dat hij van de waarheid getuigde. (Joh.5,33) Maar Ik aanvaard, zoals u ziet, geen getuigenis van mensen, want Ik getuig van Mijzelf vanuit de Vader, en dat doe Ik opdat u allen waarachtig zalig zult worden. (Joh.5,34) Waarom bevalt dat u dan niet?'
Hoofdstuk 3: De Heer spreekt over de betekenis van Zijn daden (Ev.Joh. 5,28-39) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[8] IK zei: 'Johannes was wel een brandend en helder schijnend licht; maar u zocht hem alleen maar op omdat u zich bij zijn licht slechts wat wilde opmonteren. (Joh,5,35) Ik heb echter een groter getuigenis over Mijzelf dan het getuigenis van Johannes; want de werken die Mijn Vader Mij opgedragen heeft om persoonlijk uit te voeren, deze werken dus, die Ik alleen doe voor de ogen van de hele wereld, getuigen volledig naar waarheid dat de Vader Mij als Zijn Zoon tot u heeft gezonden. (Joh.5,36)
Hoofdstuk 3: De Heer spreekt over de betekenis van Zijn daden (Ev.Joh. 5,28-39) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[9] En juist deze Vader, die Mij nu naar u heeft toegestuurd, heeft reeds lang door de mond van de profeten van Mij getuigd, hoewel geen van u ooit Zijn stem gehoord en Zijn gestalte gezien heeft. (Joh.5,37) U heeft weliswaar Zijn woord uit de geschriften van de profeten vernomen, maar niet aanvaard, want u gelooft nu Degene niet die Hij tot u heeft gezonden. (Joh,5,38)
Hoofdstuk 3: De Heer spreekt over de betekenis van Zijn daden (Ev.Joh. 5,28-39) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[2] IK zei: 'O, Ik ken u maar al te goed! U weet niet pas nu, maar al een heel lange tijd hoe de Essenen hun wonderen verrichten, en daartegen bent u ook al terecht in het geweer gekomen en u heeft het volk ook al meermalen met goed gevolg het schijnvertoon van de Essenen laten zien, want die kunsten en kneepjes kent u net zo goed als de Essenen; en Mijn persoonlijke uiterlijk is bij u vergeleken ook niet het minste. Dus daaraan ligt het helemaal niet dat u Mij niet wilt erkennen en wilt aannemen voor wat Ik naar waarheid ben, - maar u wilt, heel simpel gezegd, niet bij Mij komen om van Mij en uit Mij het eeuwige leven te verlangen. (Joh.5,40)
Hoofdstuk 4: De verstoktheid van de tempeljoden (Ev.Joh. 5,40-47) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[13] Toen begonnen velen uit het volk die dit mee hadden aangehoord, geweldig te schimpen en over deze Joodse priesters te mopperen, en die trokken zich meteen in hun vertrekken terug. Ik verliet met de Mijnen eveneens de tempel en begaf Mij, op uitnodiging van Lazarus, met de leerlingen en de waard naar Bethanië, een gehucht, dat ongeveer vijftien veldwegen gaans (volgens de huidige maatstaven ongeveer zeven kwartier rustig lopend) van Jeruzalem afligt. Dat we daar bijzonder goed ontvangen werden, spreekt vanzelf.
Hoofdstuk 4: De verstoktheid van de tempeljoden (Ev.Joh. 5,40-47) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[1] Ik kon daar ditmaal niet lang blijven, omdat er uit Jeruzalem voortdurend te veel vooraanstaande joden naar toe kwamen, waaronder ook van die mensen die niet in Mij geloofden. Ik aanvaardde hier slechts gedurende drie dagen de vriendelijke zorgen, verkondigde echter niets en deed ook niets vanwege de ongelovige joden.
Hoofdstuk 5: De Farizeeën in Bethanië - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[3] Daarop keerde Ik hun Mijn rug toe en ging met Lazarus en de waard naar buiten, waar wij veel over de uitspattingen van de tempeldienaren en over hun optreden tegen het volk spraken, en de waard, die zeer gelovig geworden was, vond geen woorden genoeg om Mij te prijzen, omdat Ik deze tempelhuichelaars zo ronduit de waarheid in hun gezicht had gezegd. En Lazarus, die reeds lang wist wie er achter Mij schuilging, was daar ook bijzender blij om.
Hoofdstuk 5: De Farizeeën in Bethanië - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[4] Toen wij zo, verschillende zaken onder elkaar besprekend, buiten rondwandelden, kwam Mijn leerling JOHANNES, Mijn gunsteling, naar ons toe en zei: 'Heer, wat moeten we nu doen? De joden die U daarnet in huis zo kortaf hebt afgescheept, en die U daarna meteen de rug toekeerde, zijn daarover nu zeer boos, zinnen op wraak en zeggen:'O wacht maar, we zullen snel korte metten maken met die trotse Messias van jou!' Wij probeerden hen te kalmeren, maar toen werd het alleen maar erger en ze dreigden onmiddellijk de wacht uit Jeruzalem te laten halen!'
Hoofdstuk 5: De Farizeeën in Bethanië - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[5] IK zei: 'Ga er naar toe en zeg hun dat Mijn tijd, waarover Ik jullie in Galilea al vaker voorspellingen heb gedaan, nog niet gekomen is; laat ze daarom de wacht maar halen en bij die gelegenheid de macht en de eer van de Zoon van God nog beter leren kennen! Ga en vertel hun dat! ,
Hoofdstuk 5: De Farizeeën in Bethanië - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[6] Verheugd ging Johannes op weg naar de trotse en overmoedige joden en bracht alles woordelijk over. Daarop werden zij woedend en schreeuwden (DE JODEN): 'Wij zullen wel eens zien hoe ver de macht van deze Nazareeër reikt!'
Hoofdstuk 5: De Farizeeën in Bethanië - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[12] Daarop gingen de burgers terug naar het huls van Lazarus en troffen Mij daar nog aan, en zij vertelden Mij vlug de hele geschiedenis. .
Hoofdstuk 5: De Farizeeën in Bethanië - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[15] Pas na een paar uur, toen wij allen volkomen verzadigd waren, zei Ik tegen Lazarus: 'Broeder, nu gaan wij naar de gekluisterden om te zien wat er met hen aan te vangen is! Waarlijk, als ze ook maar een beetje weerspannig zijn, zullen ze wat Mij betreft tot zonsopgang daar blijven staan en daarbij leren inzien dat de Zoon van God geen getuigenverklaringen en geen eer van mensen nodig heeft! Laten wij nu dus naar hen toegaan!'
Hoofdstuk 5: De Farizeeën in Bethanië - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[16] Wij stonden van tafel op en gingen naar hen toe.
Hoofdstuk 5: De Farizeeën in Bethanië - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[4] IK zei: ' Als jullie naar waarheid bekennen, zul je ook geholpen worden en wel meteen na de openlijke en waarachtige bekentenis; als jullie echter liegen, dan moeten jullie wachten tot morgen!'
Hoofdstuk 6: De bekentenis van de Farizeeën - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
...  245 - 246 - 247 - 248 - 249 - 250 - 251 - 252 - 253 - 254 - 255 - 256 - 257 - 258 - 259 - 260 - 261 - 262 - 263 - 264 - 265 - 266 - 267 - 268 - 269 - 270  ...