Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

22349 resultaten - Pagina 258 van 1490

...  246 - 247 - 248 - 249 - 250 - 251 - 252 - 253 - 254 - 255 - 256 - 257 - 258 - 259 - 260 - 261 - 262 - 263 - 264 - 265 - 266 - 267 - 268 - 269 - 270 - 271  ...
[17] Deze Shivinz had grote verbeteringen op de scholen en ook in de veeteelt en landbouw ingevoerd en werd door zijn volk dan ook op een bijna goddelijke wijze vereerd. De tekens en teksten vertellen over de vele goede dingen en wat hij met zijn zeer levendige geest allemaal voor verbeteringen in dit land had ingevoerd.
Hoofdstuk 202: De oorsprong van de Jabusimbil-tempel, de sfinx en de zuilen van Memnon. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[19] De AANVOERDER zegt: "Ja, ja, dat hebben we allemaal gezien en zeer bewonderd! Maar hoe oud mogen deze buitengewone zaken nu wel zijn?"
Hoofdstuk 202: De oorsprong van de Jabusimbil-tempel, de sfinx en de zuilen van Memnon. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[1] Daarop nam Raphaël de derde parel in zijn hand en ontdeed deze van haar korst.
Hoofdstuk 203: De zeven reuzen en de sarcofagen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[5] Deze mensenregen duurde van de eerst gevallene tot de laatste meer dan tien dagen. De bewoners van het land hebben gedurende die tijd veel angst en schrik door moeten maken, want vooral 's nachts waren zij bang, dat zo'n reus op hen zou vallen en hen allemaal gruwelijk zou verpletteren. Daarom staarden zij heel angstig steeds naar de hemel of er niet weer zo'n onuitgenodigde gast van plan was hun uit de wolken een zeer onwelkom bezoek te brengen.
Hoofdstuk 203: De zeven reuzen en de sarcofagen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[7] De wijzen onder die oermensen van Egypte meenden dat het door de geest van God bestrafte reuzen betrof uit een groot, vergelegen land, die tegen God gezondigd hadden, waarop God hen toen in Zijn rechtvaardige toom door Zijn machtige geesten van de aarde had laten opheffen en hierheen laten smijten om de Egyptenaren te tonen, dat Hij ook de sterkste reuzen niet ontzag als zij tegen Zijn wil handelden. Kort en goed, uiteindelijk begon men zelfs deze dode reuzen stukje bij beetje te verbranden en na vijftig jaar viel er van deze dode reuze gasten totaal niets meer te ontdekken.
Hoofdstuk 203: De zeven reuzen en de sarcofagen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[8] Wat bij de Egyptenaren echter toch bleef hangen van deze reusachtige mensengestalten, was, dat zij door de blijvende herinnering aan de reuzen de neiging kregen om alles kolossaal weer te geven, waarvan hun eerste beeldhouwwerken maar al te duidelijk het bewijs leveren.
Hoofdstuk 203: De zeven reuzen en de sarcofagen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[11] RAPHAËL zegt: "Dat zullen jullie meteen uitvoerig horen! Jullie weten dat het begraven van de lijken in dit land in de meeste gevallen niet gemakkelijk is, omdat in de zeer droge bodem een lijk heel moeilijk tot ontbinding overgaat en er geen verrotting plaats vindt. In de vochtiger omgeving van de Nijl wilde men de doden ook niet begraven om de zeer wijze reden dat men het rivierwater niet wilde verontreinigen. Om de lijken zo maar te laten liggen of ze zelfs de wilde dieren als voedsel te geven, daarvoor waren vooral de oude Egyptenaren te veel mens. Zij hadden ook voor de lijken van de gestorven broeders te veel respekt om deze zo'n oneer aan te kunnen doen. Maar wat bleef er dan nog over?
Hoofdstuk 203: De zeven reuzen en de sarcofagen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[14] Mettertijd bouwde men daar gewelven en piramiden overheen, en dat is de reden waarom men nog heden ten dage in de omgeving van de piramiden veel van zulke kisten vaak in zeer nauwe en vaak in grotere gewelven (Kaitu comba, hetgeen betekent verborgen vertrek) vindt. Deze kisten, die jullie nu duidelijk beschreven zijn heeft men toen sarcofagen genoemd omdat in de oertaal van de Egyptenaren Sarko "gloeiend' en Vaga (Vascha) 'zwaar deksel' betekent.
Hoofdstuk 203: De zeven reuzen en de sarcofagen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[12] Naast de grote honden hielden de oude Egyptenaren echter ook graag een kleiner soort hond; hun naam was Mal pas (kleine hond). Dat waren de lawaaimakers; Poroshit betekent in de oude taal 'sein-' of 'lawaaimaker'. Als iets vreemds een huis of een kudde naderde, begonnen de kleine honden al te blaffen; dat trok de aandacht van de grote en die begonnen dan met hun geweldige geblaf de wilde beesten ontzag in te boezemen, waarop deze zich dan ook terug begonnen te trekken. ..
Hoofdstuk 204: De sterrenbeelden op de vierde parel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[3] Deze uiterst zinvol geconstrueerde boog bestaat ook nog heden ten dage, ook al is hij wat aangetast door de tand des tijds, en hij zal nog lang bestaan en de sterrenkundigen als maatstaf dienen.
Hoofdstuk 205: De indeling van de tijd op de vijfde parel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[4] Jullie vragen wat dan eigenlijk de reden was, waarom de grote Shivinz deze boog, zeker met de grootste moeite van de wereld, gebouwd heeft. -Voor die tijd bestond er geen vaste tijdsindeling. De geringe tijd die een dag korter of langer werd, merkte men nauwelijks. De maan was nog de meest zekere en betrouwbaarste tijdsindeler. Maar in Diathira, de stad waar gestraften dwangarbeid moesten verrichten, moest men zowel overdag als 's nachts een bepaalde tijdsindeling hebben, en om die reden en ook om alles beter te kunnen regelen, had onze Shivinz dan ook deze boog gemaakt, maar daar was hij wel tien volle jaren met honderdduizend arbeiders aan bezig geweest.
Hoofdstuk 205: De indeling van de tijd op de vijfde parel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[4] In deze tijd bevinden er zich echter in het uitgestrekte en zeer lange Nijldal nog veel piramiden en allerlei tempels die pas veellater onder de Farao's ten tijde van Abraham, Isaäk en Jacob gebouwd zijn; die worden hier niet bedoeld, maar alleen slechts die, welke onder Shivinz gebouwd werden.
Hoofdstuk 206: De piramiden, de obelisken en de sfinx. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[4] De allereerste aantekeningen laten natuurlijk weinig anders zien dan heel eenvoudige gebeurtenissen van hun kudden; maar de latere bevatten dan al, zoals deze parels, grote en belangrijke gebeurtenissen, niet alleen voor dit grote land en volk, maar tevens voor de hele aarde. Want de Heer wilde dat dit land een degelijke voorbereidende school voor Zijn komst op aarde zou zijn, hetgeen ook de reden was dat Hij Zijn na aan het hart liggende, uitverkoren volk der Hebreeërs in Egypte een langdurige leerschool heeft laten doorlopen. En Mozes, de grote profeet van de Heer, had in Hoorn van de Kahi (Kahiro), in Thebe (Thebai, ook Thebsai = huis der dwazen, later een behoorlijk grote, dichtbevolkte stad), in Kar nag bij Korak en in de oudste steden Memphis, Diathira (Dia daira = Plaats van de herendienst) en in Elephantine (El ei fanti = de nakomelingen van de kinderen van God) zijn scholen doorlopen, en werd door de geest van God voor zijn hoogste wijding pas op een leeftijd van zevenenvijftig jaar bij Madan over de Sues geleid, toen hij vluchtte voor een wrede Varlon (Farao ), van waar af je het vervolg van zijn geschiedenis kunt lezen in de Schrift.
Hoofdstuk 204: De sterrenbeelden op de vierde parel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[10] Luister! Onze Shivinz had als herderskoning een van de grootste honden, waarvoor werkelijk geen leeuwen geen panter veilig was. Deze hond bewaakte lange tijd de kudden van de Shivinz. Toen echter na verloop van tijd de hond van ouderdom stierf, nam Shivinz zich voor om uit achting en als nagedachtenis dit dier in een sterrenbeeld aan de zuidelijke hemel voor altijd te verzinnebeelden. Hij gaf dat sterrenbeeld de naam van de grote hond die jarenlang de kudde van de koning trouw bewaakt had. Dat de koning zijn hond tussen de sterren onderbracht is te zien aan het feit, dat onder de buik van de hond de zon en de maan te zien zijn. Alles waar de zon en de maan onder staan, bevindt zich zinnebeeldig tussen de sterren, ter nagedachtenis aan iets van grote betekenis.
Hoofdstuk 204: De sterrenbeelden op de vierde parel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[13] De kleine honden waren vaak ook bewakers van de kippen en hun kuikens, waarvoor zij speciaal werden afgericht. Dat alles was een uitvinding van Shivinz, die deze vogels als eerste in nuttige huisdieren had veranderd en de Egyptenaren had laten zien hoe goed hun vlees smaakt en hoe buitengewoon goed hun gebakken en gekookte eieren smaken. Zo leerde hij de bewoners van dit grote land, die toen reeds zeer in aantal toegenomen waren, nieuwe voedingsmiddelen en nieuwe kudden kennen, waarvan het gebraden vlees en de eieren later eigenlijk wat te goed smaakten, - daar er anders in de tijden daarna geen echte kippenoorlog uitgebroken zou zijn, die zelfs door de Griekse geschiedschrijver Herodotus als mythe wordt vermeld.
Hoofdstuk 204: De sterrenbeelden op de vierde parel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
...  246 - 247 - 248 - 249 - 250 - 251 - 252 - 253 - 254 - 255 - 256 - 257 - 258 - 259 - 260 - 261 - 262 - 263 - 264 - 265 - 266 - 267 - 268 - 269 - 270 - 271  ...