5587 resultaten - Pagina 258 van 373
... 246 - 247 - 248 - 249 - 250 - 251 - 252 - 253 - 254 - 255 - 256 - 257 - 258 - 259 - 260 - 261 - 262 - 263 - 264 - 265 - 266 - 267 - 268 - 269 - 270 - 271 ...
[5] Toen beiden dat van de Man hadden gehoord, werd het hen lichter om het hart, en Pura kreeg zoveel moed dat zij het waagde aan de Man te vragen wie en vanwaar hij dan wel was, dat hij hun namen kende en hen alleen goeds wilde doen. Zij konden zich daarentegen onmogelijk herinneren hem ooit ergens, in de laagte noch op de hoogte, gezien te hebben.Hoofdstuk 278: De vreemde Man onderhoudt zich met Pura, Naëhme en Ghemela op de heuvel van de verwekking. De ontzetting van de andere vrouwen - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[19] Maar Ghemela antwoordde de Man: 'Wat wil je van mij? Weet je dan niet dat de Heer mij met Lamech heeft verbonden en dat mijn hart altijd en eeuwig in de Heer moet verblijven?!'
Hoofdstuk 278: De vreemde Man onderhoudt zich met Pura, Naëhme en Ghemela op de heuvel van de verwekking. De ontzetting van de andere vrouwen - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[23] Nu wist Ghemela opeens wie de Man was, zij gaf een kreet van hoogste verrukking en wierp zich ongeremd aan Zijn borst. En de Vader drukte haar eveneens met Zijn handen aan Zijn hart en zei tegen haar en de beide anderen:
Hoofdstuk 279: Uranions goede antwoord aan de schreeuwende vrouwen. Ghemela en de vreemde Man, die Zich tenslotte als de Heer bekendmaakt. De liefdesscène op de heuvel en het getier van de andere vrouwen. Henoch en de Heer. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[24] Maar wat zullen jullie door je geklaag bereiken, nou jullie daardoor de rust van de heren verhinderen?! Kom daarom tot bezinning en verdraag alles met geduld en met grote overgave, dan zullen jullie gerechtvaardigd zijn voor God! Want de gerechtigheid van de vrouw bestaat alleen in de zachtmoedigheid van haar hart; maar een klagende vrouw is een doorn in Gods oog.
Hoofdstuk 280: Adams nieuwsgierige vraag en Henochs antwoord. Purista wordt door de Heer uitgenodigd op de heuvel. De ergernis van de vrouwen. Een evangelie voor de vrouw door Eva. Henoch en Sehel. De verheerlijking van Sehel - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[25] Klaag daarom niet, nou jullie zachtmoedig en verdraagzaam moeten zijn! Want het klagen van de vrouw is een scherp mes en verscheurt de trouw van het mannelijke hart; maar de zachtmoedigheid is een sterke band, die het hart van de heren aan ons bindt, en de heren zullen die niet verscheuren.
Hoofdstuk 280: Adams nieuwsgierige vraag en Henochs antwoord. Purista wordt door de Heer uitgenodigd op de heuvel. De ergernis van de vrouwen. Een evangelie voor de vrouw door Eva. Henoch en Sehel. De verheerlijking van Sehel - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[4] Maar de Heer keek de wenende Purista uiterst vriendelijk aan en zei tegen haar: 'Kijk Me toch aan, Mijn dochtertje, en zeg Me dan in je hart of iemand die wil bestraffen er ook zo uitziet als Ik er nu uitzie en er altijd uitzie en er ook eeuwig uitgezien heb tegenover degenen die Mij evenzeer als jij hebben liefgehad en nog liefhebben en Mij ook altijd zo zullen liefhebben! Nu, wat zeg je nu tegen Mij op deze vraag, Mijn geliefde dochtertje?'
Hoofdstuk 1: Purista als raadgeefster van de Heer. De bede van de mens als een eerbiedig voorleggen aan de Heer. Over de genade en de liefde van de Vader voor Zijn kinderen. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[18] Pas nu kwam Henoch aan het woord en zei: 'Luister jullie allen, mijn lieve vaderen, broeders en kinderen! Jullie hebben wel je tong en de gedachten van jullie ziel flink aan het werk gezet, maar jullie hart is geheel werkeloos gebleven!
Hoofdstuk 2: De Heer met Purista, Ghemela, Pura en Naëhme in de hut van Purista. De vragen en vermoedens van de buiten staande nieuwsgierigen. Henochs diepgeestelijke verklarende woorden tot de twijfelaars en kleinzielige mopperaars. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[20] Wat is de hut van Purista waarin wij de Heer altijd dienen te verwachten? - Luister, ons hart is de hut van Purista, en het vuur daarin is onze levende liefde tot God!
Hoofdstuk 2: De Heer met Purista, Ghemela, Pura en Naëhme in de hut van Purista. De vragen en vermoedens van de buiten staande nieuwsgierigen. Henochs diepgeestelijke verklarende woorden tot de twijfelaars en kleinzielige mopperaars. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[22] Geen enkele vrouw behalve Eva en Purista mag de hut betreden! Dat wil zeggen: wanneer wij ons in de liefde tot God bevinden en in ons hart rusten, dan moeten wij niet aan de vrouwen denken en de liefde tot God niet vertroebelen met de liefde voor de vrouwen, - behalve met de moederliefde en de kinderlijke liefde, welke liefde de liefde tot God echter niet vertroebelt, maar enkel laat zien hoe wij God dienen lief te hebben! Begrijpen jullie dat?
Hoofdstuk 2: De Heer met Purista, Ghemela, Pura en Naëhme in de hut van Purista. De vragen en vermoedens van de buiten staande nieuwsgierigen. Henochs diepgeestelijke verklarende woorden tot de twijfelaars en kleinzielige mopperaars. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[23] Wij waren wel in de hut van Purista met ons lichaam, maar ons hart was bij de vrouwen en vroeg zich af: `Waarom mogen dan niet alle vrouwen in de hut?' Het is dan ook geen wonder dat de vrouwen ons dat schouwspel te zien gaven en ons ten slotte zelfs uit de hut verdreven! - Begrijpen jullie dat?
Hoofdstuk 2: De Heer met Purista, Ghemela, Pura en Naëhme in de hut van Purista. De vragen en vermoedens van de buiten staande nieuwsgierigen. Henochs diepgeestelijke verklarende woorden tot de twijfelaars en kleinzielige mopperaars. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[24] Maar aangezien de Heer eindeloos veel barmhartiger en getrouwer is dan wij, kwam Hij op grond van Zijn belofte toch naar ons toe; maar Hij kwam zoals het er in ons hart uitzag. Vrouwen waren er in ons hart; daarom kwam Hij ook naar de vrouwen toe en nam hen op, omdat wij ons niet in de hut van Purista bevonden! - Begrijpen jullie dat?
Hoofdstuk 2: De Heer met Purista, Ghemela, Pura en Naëhme in de hut van Purista. De vragen en vermoedens van de buiten staande nieuwsgierigen. Henochs diepgeestelijke verklarende woorden tot de twijfelaars en kleinzielige mopperaars. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[28] Ik zeg echter niet tegen jullie dat die Man de Vader is, maar ga in jullie hart naar Hem toe, dan zullen jullie inzien wie die Man is! - Begrijpen jullie dat?
Hoofdstuk 2: De Heer met Purista, Ghemela, Pura en Naëhme in de hut van Purista. De vragen en vermoedens van de buiten staande nieuwsgierigen. Henochs diepgeestelijke verklarende woorden tot de twijfelaars en kleinzielige mopperaars. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[21] Een buurvrouw voegde hier meteen aan toe: 'Nou - nou -, en dat zou iets nieuws zijn; ik heb het zelf toch met eigen ogen gezien! Niet alleen gekust, maar ook aan zijn hart gedrukt, en wie weet met wat voor onuitvoerbare gedachten natuurlijk! - Ja die heren, die heren, dat zijn me ook een stelletje; die moeten we immers niet verder vertrouwen dan dat we ze zien, - en dan nog maar amper!'
Hoofdstuk 3: De verblufte mannen. Het gepraat van de nieuwsgierige vrouwen. De goede mening van de zuster van Aora. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[17] Heb daarom maar moed; de heerlijke Man heeft vast een beter hart dan u, lieve vader Henoch, en zal mij niet over de hekel halen als ik hem mijn nood zal klagen, maar helpen!'
Hoofdstuk 4: De bekommerde Mira in gesprek met Henoch. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[2] Deze aanspreking en de scherp vragende toon ontmoedigde onze Mira enigszins; toch kwam zij al spoedig weer tot zichzelf omdat zij dacht: 'Is het de Heer, dan zal Hij het immers niet zo heel erg ernstig menen en zal Zich zeker door mijn vurig smekende hart laten vermurwen; en is hij slechts zo'n starre wijze, dan ga ik in het ergste geval weer net zo weg als ik ben gekomen!'
Hoofdstuk 5: Mira's binnenkomst in de hut en haar beproeving, loutering en opname door de Heer. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)