Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16678 resultaten - Pagina 258 van 1112

...  246 - 247 - 248 - 249 - 250 - 251 - 252 - 253 - 254 - 255 - 256 - 257 - 258 - 259 - 260 - 261 - 262 - 263 - 264 - 265 - 266 - 267 - 268 - 269 - 270 - 271  ...
[9] Dezelfde straal die de vergulde paleizen van de koningen verheerlijkt en in de wijnranken het edelste van alle sappen zuivert, doet rijpen en zoet maakt, verspreidt ook zijn licht over poelen en riolen en ergert zich niet aan het gekwaak van de kikkers en het getjirp van de krekels. Achter een dergelijke terughoudendheid zit nog iets karigs, en die karigheid en te grote geldelijke zuinigheid komt bepaald dicht in de buurt van gierigheid en vertroebelt de levensmost van de ziel; en zolang dat nog ononderbroken het geval is, produceert de ziel geen zuivere en geestrijke levenswijn.
Hoofdstuk 125: De noodzaak om zichzelf te onderzoeken - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[7] Wie echter een dergelijke genade van Mij gekregen heeft en geroepen is om voor de mensen in Mijn naam een leraar te zijn, moet wel bedenken dat hij die genade voor niets van Mij gekregen heeft en zich daarom niet moet laten betalen voor het doorgeven hiervan! Een echte leraar zal ook datgene wat hij voor niets van Mij gekregen heeft, voor niets doorgeven. En degenen die door hem onderwezen worden, moeten dan uit ware liefde tot Mij de leraar, die Ik naar hen gezonden heb, wel op eigen initiatief met alle liefde opnemen en op geen enkele wijze gebrek laten lijden; want het spreekt natuurlijk vanzelf, dat wat zij voor iemand doen die door Mij gezonden is, beschouwd wordt alsof ze het voor Mijzelf gedaan hebben!
Hoofdstuk 126: Naastenliefde als regelaar van spaarzaamheid - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[1] Na een poosje had Mathaël zich weer hersteld en wilde zo'n echt groots dithyrambisch lofgezang voor Mij gaan aanheffen.
Hoofdstuk 127: De liefde als meest ware lofprijzing van God. De Heer geeft gelijkenissen over de aarde en het planten. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[8] En zo vergaat het nu de oude Schrift en de profeten. Men vereert het oude boek op een altaar, aanbidt het schrikbarend dom en blind als een godheid en bekommert zich verder helemaal niet om de inhoud, en nog minder en nog zeldzamer handelt men ernaar. Dan lijkt zo Iemand (een Farizeeër) immers volledig op een aap die vrolijk op de dikke takken rondspringt, en degene die hem wil verdrijven er meteen van langs geeft en hem op de vlucht jaagt, omdat de aap een aap is en de kostbare boom gebruikt voor een heel ander doel dan er in de boom van nature is te zoeken en te vinden.
Hoofdstuk 128: De geestelijke betekenis van de twee gelijkenissen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[10] Na verloop van tijd kan het met de leer die Ik nu geef ook wel zo gaan dat men deze als een heilig relikwie als een afgod aanbidt, en dat men, lichtzinnig en gewetenloos, zich verder helemaal niet bekommert om.de innerlijke betekenis en geest van juist deze leer van Mij, maar dat men zich zal richten naar de voorschriften van mensen en zal zeggen: 'Wat hebben we verder nog nodig?'
Hoofdstuk 128: De geestelijke betekenis van de twee gelijkenissen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[2] IK zeg: 'Dat is ook zo, Mijn vriend, dat zal gedeeltelijk van nu af aan ook vaak gebeuren, maar alleen bij mensen die wat betreft kennis en ervaring met jou vergelijkbaar zijn, ook wat jouw nuchtere gerechtigheidszin betreft. Alleen zijn er juist niet zoveel van zulke mensen op aarde. Degenen, die het zuiverst en best zijn van de hele aarde bevinden zich nu allen hier; want Ik heb gewild, dat ze allemaal van verre en van dichtbij hier bij Mij samenkomen.
Hoofdstuk 129: De geestelijke rijpheid van de maaiers van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[7] Het kostte Raphaël moeite om je op andere gedachten te brengen; en toen was je nog niet volledig tevredengesteld, want je begon meteen verder te onderzoeken en de geestelijke grondslag ervan moest je helemaal duidelijk gemaakt worden, namelijk hoe langs de puur geestelijke weg van de wil zoiets mogelijk is en hoe men zich dat moet voorstellen. Dit werd dan aanjou en allen die hier aanwezig zijn tot in de kern duidelijk gemaakt, en daarmee was je beslist tevreden; want anders zou je zeker niet zelfbij bijna iedere verklaring gezegd hebben: 'Dat is me nu volkomen duidelijk!' En als je dat zei, dan was het je ook duidelijk; want met onduidelijkheden en een mysterie zou je nooit genoegen hebben genomen! En kijk, zoals het met jou was, was het ook met de betrekkelijk vele aanwezigen hier; niemand nam er genoegen mee om alleen de oppervlakte van de zee te zien, maar ze wilden ook te horen krijgen wat er op haar diepe bodem schuilgaat!
Hoofdstuk 129: De geestelijke rijpheid van de maaiers van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[2] Wij van onze kant moeten daarom ook niets anders doen dan de mensen enkel de volle komst van Gods rijk van de zuivere liefde en waarheid verkondigen, en alleen als het nodig is er een klein wonder aan toevoegen, dat zich echter altijd alleen maar als een weldaad kenbaar moet maken en nooit als een straf of zelfs als een met toorn vervulde wraak zelfs dan niet wanneer wij door de blinde en derhalve ook zeker zeer ondankbare mensen het grootste ongemak te verduren zouden krijgen. Als een van jullie dat Zou doen, dan zou hij in plaats van iets goeds, alleen maar iets slechts bewerkstelligen en dan zou Ik genoodzaakt zijn om al Mijn genade aan hem te onttrekken en hem tenslotte met toorn in Mijn ogen aan te zien.
Hoofdstuk 130: Aanwijzingen van de Heer voor de verbreiding van het evangelie - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[4] Voor zeer licht en bijgelovige mensen moeten geen wonderen gedaan worden, omdat ze daardoor meteen beroofd zouden worden van iedere vonk van hun toch al zwakke vrije wil! En dan zou Mijn nieuwe leer uit de hemelen voor hen absoluut niet nuttiger zijn dan hun oude bijgeloof; want ze zouden meteen aan de woorden uit de hemelen een bijzondere, goddelijk magische werking toe gaan schrijven, ze op zich laten inwerken, en zich geheel passief op gaan stellen in alle dingen en omstandigheden, en al het handelen volgens Mijn leer laten voor wat het is.
Hoofdstuk 130: Aanwijzingen van de Heer voor de verbreiding van het evangelie - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[5] Ja, uiteindelijk zouden ze zelfs zo traag worden als tegenwoordig veel welgestelde joden, voor wie het zelfs teveel moeite is om zelf tot God te bidden; zij betalen de Farizeeën en ook andere mensen om voor hen bidden, omdat ze er zelf veel te weinig tijd voor zouden hebben, en het ook veel te lastig voor hen is om die vele ellenlange gebeden zelf voor zich uit te murmelen
Hoofdstuk 130: Aanwijzingen van de Heer voor de verbreiding van het evangelie - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[12] Kennis en geloof alleen, ook al is dit zonder enige twijfel, helpt niemand verder, maar slechts het handelen in overeenstemming hiermee! Daarom moeten jullie ook de mensen die voortaan door jullie de waarheid van Mij zullen leren kennen, er vooral toe aanzetten om ernaar te handelen. want als dat niet gebeurt, kunnen de beloften welke Mijn leer bevat ook nooit in vervulling gaan, zoals iemand nooit in Damascus zal aankomen wanneer hij de weg daarheen wel goed kent en ook vast en overtuigd gelooft dat de hem welbekende weg bijna rechtstreeks naar Damascus voert -, maar nooit een stap op deze weg wil zetten; of wanneer hij ook regelmatig van plan is om de reis daadwerkelijk te ondernemen, maar er nooit toe komt zich op weg naar Damascus te begeven omdat hij in feite door allerlei kleine zaken wordt verhinderd'
Hoofdstuk 130: Aanwijzingen van de Heer voor de verbreiding van het evangelie - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[1] (DE HEER:) 'Ik geef jullie hiermee een Gods en levensleer, die zo ver van iedere ceremonie afstaat als de ene pool van de hemel van de andere; deze behoeft geen sabbat, geen tempel, geen gebedshuis, geen vasten, geen eigen Aäronstaf en -kleed, geen hoofdbedekking met twee horens, geen ark van het verbond, geen rookvat, geen gewijd water en al helemaal geen vervloekt water! In deze leer is de mens zelf alles in alles en heeft niets anders nodig dan zichzelf.
Hoofdstuk 132: De verlossing van het ceremoniële juk en de wet - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[2] In de oude modelleren werd de mens slechts heel gedeeltelijk en heel materieel voorgesteld als iemand die zichzelf steeds meer veredelt en zich tot een waar geestelijk mens ontwikkelt; daarom was het dan ook nodig dat hij werd voorgesteld in allerlei vormen, vaten en ceremoniële handelingen, die symbolisch overeenkwamen met de geest. .
Hoofdstuk 132: De verlossing van het ceremoniële juk en de wet - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[5] Omdat echter ware liefde tot God zonder daadwerkelijke naastenliefde niet denkbaar is en deze naastenliefde ook niet zonder ware liefde tot God, zijn deze beide vormen van liefde in de grond van de zaak ook slechts één liefde en derhalve één en dezelfde ware aanbidding van God. Wie dat in zich heeft, die heeft alles, de hele wet en het profetendom, in zijn eigen hart verenigd en heeft verder absoluut niets meer nodig.
Hoofdstuk 132: De verlossing van het ceremoniële juk en de wet - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[6] Hiermee hef Ik nu al het oude en ook de wet van Mozes op; Ik bedoel niet dat men deze voortaan geheel moet negeren - zeker niet -, maar alleen Voorzover deze wet tot nog toe een uiterlijke dwang was om zo en zo te handelen, waar aardse straffen op stonden; want op die manier was de wet een rechter die op ieders nek zat, en een blijvend gericht waar geen mens zich van kon bevrijden. Een mens die gebukt gaat onder de last van de wet, bevindt zich daardoor immers ook in een voortdurend gericht; en wie zich in een gericht bevindt, is geestelijk dood en vervloekt door de innerlijke, goddelijke levensvrijheid.
Hoofdstuk 132: De verlossing van het ceremoniële juk en de wet - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
...  246 - 247 - 248 - 249 - 250 - 251 - 252 - 253 - 254 - 255 - 256 - 257 - 258 - 259 - 260 - 261 - 262 - 263 - 264 - 265 - 266 - 267 - 268 - 269 - 270 - 271  ...