Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

17481 resultaten - Pagina 259 van 1166

...  247 - 248 - 249 - 250 - 251 - 252 - 253 - 254 - 255 - 256 - 257 - 258 - 259 - 260 - 261 - 262 - 263 - 264 - 265 - 266 - 267 - 268 - 269 - 270 - 271 - 272  ...
[13] En ik antwoordde hem geheel naar waarheid: 'In het licht, waarnaar ik door de enorme lichtsterkte toch al veel minder kon kijken dan naar de middagzon, was niets te ontdekken, maar wel beneden bij ons op de grond. Daar vertoonden zich voor mij zo half en half een aantal gestalten, -maar die gingen allen alsof ze grote haast hadden naar het westen; hun beweging was derhalve overeenkomstig die van het lichtverschijnsel. Slechts één geestgestalte die erg dicht bij ons kwam, was helemaal zichtbaar. Hij had een ernstig uiterlijk als van een oude man en scheen erg genoten te hebben van het lichtverschijnsel. Maar toen het hemelse lichtfenomeen begon te verdwijnen, verdween ook de geestgestalte snel en wel, naar het mij voorkwam, ook naar het westen, maar wat meer in de richting van Bethanië! ' Meer zag ik niet en daarom kon ik mijn vader ook niets meer vertellen.
Hoofdstuk 134: Mathaël's belevenis onderweg naar de stervende vader van Lazarus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[14] Onze gids verwonderde zich over mij en mijn gave als ziener en geloofde wat ik verteld had, want hij dacht dat mijn fantasie en verbeeldingkracht onmogelijk zo'n dichterlijke hoogte bereikt konden hebben dat ik daardoor zoiets zo maar uit mijn mouw zou kunnen schudden. Daarin had hij dan ook helemaal gelijk, want vindingrijk ben ik nog nooit geweest en als knaap en jongeling bezat ik vrijwel geen fantasie of ook maar enige verbeelding, wel had ik zeer veel talent voor het Ieren van vreemde talen.
Hoofdstuk 134: Mathaël's belevenis onderweg naar de stervende vader van Lazarus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[16] Het bed werd omringd door twee wenende, overigens zeer lieftallige dochters van de stervende en nog een aantal tantes en nichten, die snikten en weenden zoals het bij zulke gelegenheden altijd gebruikelijk is. Onze gids, als zoon des huizes, weende ook mee en vergat van louter droefenis mijn vader te vragen of er nog iets aan te doen was of niet.
Hoofdstuk 134: Mathaël's belevenis onderweg naar de stervende vader van Lazarus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[17] Alleen de kleine rabbi kwam naar mijn vader toe en vroeg of er soms toch nog iets gedaan kon worden om de oude man, ook al was het maar voor even, bij bewustzijn te brengen. Mijn vader antwoordde niet meteen op die vraag maar vroeg mij heel zachtjes hoe het er met de oude man voorstond en of de ziel zich soms al uit het lichaam begon terug te trekken en op begon te stijgen.
Hoofdstuk 134: Mathaël's belevenis onderweg naar de stervende vader van Lazarus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[1] Toen mijn vader mijn beschrijving gehoord had, wendde hij zich meteen tot de al wat ongeduldig wordende, kleine rabbi en zei: 'Vriend, zoals ik het nu zie, zou het zonde zijn van iedere druppel levensbalsem, ook al is die nog zo sterk, want zijn ziel zweeft al manshoog boven het reeds zo goed als helemaal dode lichaam. Hef daarom nu maar je klaagpsalm aan en stel als priester de mensen ervan op de hoogte dat hier geen aardse hulp iets uitkan richten!'
Hoofdstuk 135: De rabbi probeert de oude Lazarus weer tot leven te brengen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[2] Bij deze verklaring keek de kleine rabbi een beetje zuur en vroeg mijn vader, hoe hij dat kon vaststellen. Maar mijn vader was nooit zo erg vriendelijk en zei de kleine rabbi droogjes in z'n gezicht: 'Hoe en waarom ik dat zie en weet, gaat je niets aan; doe jij maar wat jij moet doen en ik weet heel goed en secuur wat ik te doen heb!'
Hoofdstuk 135: De rabbi probeert de oude Lazarus weer tot leven te brengen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[18] Maar ik vertelde heel argeloos aan mijn vader wat ik zag: 'De ziel zweeft reeds in z'n geheel op halve manshoogte horizontaal boven het lichaam en is met het lichaam alleen nog door een haardunne lichtdraad verbonden, wat volgens onze opgedane ervaringen waarschijnlijk geen zestig tellen meer zal duren; die zal direkt breken. Het is echter merkwaardig om te zien hoe de enorme lichtzuil die wij in de grote natuur met onze natuurlijke ogen zagen, zich hier weer vertoont boven het hoofd van de ziel, daarbij dezelfde lichtkracht heeft en ook een zeer weldadige warmte uitstraalt. De ziel wendt haar ogen niet af van de lichtzuil en schijnt daar veel welbehagen in te vinden."
Hoofdstuk 134: Mathaël's belevenis onderweg naar de stervende vader van Lazarus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[4] Hierbij verlieten echter alle aanwezige hoge geesten samen met de nu vrij geworden ziel onmiddellijk het huis, wat ik meteen aan mijn vader doorgaf, en mijn vader zei tegen de rabbi: 'Wel, nu de ziel van de oude man volledig gescheiden is van zijn lichaam, ga je toch wel naar die mensen die zich bijna blind wenen, om hun te vertellen dat de oude man helemaal dood is?'
Hoofdstuk 135: De rabbi probeert de oude Lazarus weer tot leven te brengen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[6] Toen haalde de rabbi een gouden flesje uit de zak van zijn mantel, liet het aan mijn vader zien en zei: 'Hier, vriend, kijk! Daarin zit de ziel van een mens die al dood is!'
Hoofdstuk 135: De rabbi probeert de oude Lazarus weer tot leven te brengen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[8] De kleine rabbi is weliswaar een beetje onthutst door deze krachtige tegenspraak van mijn vaders kant, maar gaat toch naar de dode, opent zijn mond en laat, in plaats van de normale twee tot hoogstens drie druppels, tien druppels op de reeds geheel uitgedroogde tong vallen. Daarna sluit hij de mond weer en wacht met volle aandacht op enige beweging van de dode. Maar een vol uur verstrijkt en nog een vol uur, het begint al helemaal dag te worden en de dode maakt nog geen aanstalten zich te bewegen.
Hoofdstuk 135: De rabbi probeert de oude Lazarus weer tot leven te brengen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[5] Toen zei de kleine rabbi: 'Ei, waarom dan wel! Nu zal ik hem pas een leven gevend druppeltje op de tong geven, en dan zullen we meteen zien of zijn ziel -gesteld en aangenomen dat er een ziel als zodanig in het menselijk lichaam aanwezig is - wel echt reeds uit het lichaam is gegaan! Volgens mijn mening, die op veel ervaring kan bogen, heeft geen enkel mens een ziel die met een eigen spiritueel leven verder reikt dan het leven van het bloed en de zenuwen. De mens is, als hij eenmaal dood is, net zo dood als een steen of een uitgedroogd stuk hout, en bij alles wat ik heilig kan noemen, zweer ik je dat er dan in de mens niets meer blijft leven. Maar er zijn nog geheime middelen in de natuur om het leven in het bijna dode lichaam opnieuw op te wekken, en dat wil ik nu doen en jou, starre Jood, zal ik bewijzen dat de ziel nog lang niet uit zijn lichaam is gegaan en ook niet kan gaan, omdat er nooit zoiets als een ziel in heeft gewoond!'
Hoofdstuk 135: De rabbi probeert de oude Lazarus weer tot leven te brengen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[7] Mijn vader zei glimlachend: 'Ga je gang maar! Mijn hele uitgestrekte bezitting die je wel zult kennen, is van jou als de dode zich ook maar enkele ogenblikken beweegt tengevolge van de druppels die jij hem geeft, want jouw geheimmiddel ken ik. Ik bezit het ook, en het heeft mij bij schijndoden al heel goede diensten bewezen; maar bij schijndoden bevindt de ziel zich nog lang in het lichaam. Daarom kan dit geheimmiddel bij alle gestorvenen die nog geen hippocratische symptomen vertonen heel nuttig gebruikt worden; maar als het gezicht van een overledene eenmaal overduidelijk de hippocratische tekenen vertoont, dan is de ziel vertrokken en dan kun je in de dode tienduizend van zulke flesjes leeggieten zonder dat het lichaam zich zal gaan bewegen, maar het zal volkomen dood en ongevoelig blijven liggen als een steen of een verdroogd stuk hout. Maar begin nu je proef met je echte Perzische varenolie en zoals ik hier in het bijzijn van getuigen gezegd heb: "mijn bezitting is vanaf dat ogenblik geheel van jou, waarop deze dode, die nu al zo zachtjes aan een geur van ontbinding begint te verspreiden, ook maar één reactie op jouw druppels laat zien!'
Hoofdstuk 135: De rabbi probeert de oude Lazarus weer tot leven te brengen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[9] Dan vraagt mijn vader de kleine rabbi of hij nog van mening is dat de dode door zijn echte Perzische varendruppels zal gaan bewegen en misschien zelfs zal gaan spreken.
Hoofdstuk 135: De rabbi probeert de oude Lazarus weer tot leven te brengen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[11] Mijn vader zegt, nogmaals glimlachend: 'Ga je gang, ik zal er niets op tegen hebben; integendeel, ik offer graag mijn hebben en houden voor het terugwinnen van het leven van deze oude, godvruchtige, eerzame man, die ik zeer goed ken! En als je van mij verliest, verlang ik van jou alleen maar dat je gelooft in de ware, eeuwig levende God van Abraham, Isaäk en Jacob en aan de volle onsterfelijkheid van de menselijke ziel!'
Hoofdstuk 135: De rabbi probeert de oude Lazarus weer tot leven te brengen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[12] De rabbi zegt: 'Ja, vriend, dat wil en zal ik; maar ik zie al bij voorbaat dat je bij deze handel zult verliezen! Want ik behoor in het geheim tot de intellectuele sekte der Sadduceeën en ik zou mijn tempelwijding wel naar Afrika's grote zandwoestijn willen verwensen! Maar mocht je nu werkelijk van mij winnen, dan zal het mij echt weer deugd doen om met huid en haar de tempel toe te behoren!'
Hoofdstuk 135: De rabbi probeert de oude Lazarus weer tot leven te brengen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
...  247 - 248 - 249 - 250 - 251 - 252 - 253 - 254 - 255 - 256 - 257 - 258 - 259 - 260 - 261 - 262 - 263 - 264 - 265 - 266 - 267 - 268 - 269 - 270 - 271 - 272  ...