Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16638 resultaten - Pagina 259 van 1110

...  247 - 248 - 249 - 250 - 251 - 252 - 253 - 254 - 255 - 256 - 257 - 258 - 259 - 260 - 261 - 262 - 263 - 264 - 265 - 266 - 267 - 268 - 269 - 270 - 271 - 272  ...
[1] IK zei: 'Luister! Laat ons, nadat we onze ledematen nu gesterkt hebben met spijs en drank, van tafel opstaan en gaan kijken waar de nieuwe weg naar Nahim zich bevindt! Ook zal Ik jullie, als niemand er iets tegen heeft dat men ook op een sabbat iets goeds doet, de zoutbron van dit gebergte laten zien, die heel groot is en waarvan jij, Barnabe, reeds hebt gesproken. Allen die hier zijn moeten meegaan; want wat ik jullie hier laat zien en schenk, moet een gemeenschappelijk bezit zijn van allen die hier in dit dal wonen.'
Hoofdstuk 269: Over de juiste weg en het juiste zout - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[3] Ik zei nu tegen degenen die mee waren gegaan: 'Zie, jullie kunnen heel gemakkelijk en zonder enig gevaar door deze grot gaan! Volg Mij en overtuig jezelf! Alleen aan het eind wordt het een beetje smaller, maar het is altijd nog breed genoeg om er een os doorheen te kunnen laten gaan. In het midden van deze gang wordt het natuurlijk iets donkerder dan hier; maar er komt wel zoveel licht naar binnen dat ieder van jullie goed kan zien waar hij zijn voeten neer moet zetten."
Hoofdstuk 269: Over de juiste weg en het juiste zout - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[6] IK liet hen opstaan en zei tegen hen: 'Zoals Ik jullie hier een nieuwe, veilige en ook gemakkelijker weg heb gewezen waarlangs jullie kunnen gaan, zo wijs Ik jullie allen ook de enig ware, goede en veilige weg naar het eeuwige leven!
Hoofdstuk 269: Over de juiste weg en het juiste zout - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[7] Die weg wijs Ik jullie met heel weinig woorden, en deze woorden luiden: Wees zachtmoedig en deemoedig met heel je hart! Heb God lief boven alles en je naaste als jezelf; want hierin bestaat de hele wet en alle profeten! Geloof vervolgens dat Ik Degene ben die door God beloofd werd en door de profeten voorspeld, dan hebben jullie de poort en de weg naar Gods rijk, dat nu tot jullie is gekomen, net zo geopend, als jullie nu een andere weg geopend en aangewezen werd vanuit dit hooggelegen dal naar beneden, naar de laagvlakte der aarde!
Hoofdstuk 269: Over de juiste weg en het juiste zout - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[9] Wanneer jullie deze woorden van Mij ter harte nemen en ernaar zullen handelen, dan is dat het juiste zout des levens, en Ik zal jullie nu daarom ook een natuurlijk zout aanwijzen en ook geven. Daarom verlaten we nu deze plaats, keren terug naar jullie dal, en zullen daar in een voor jullie allen nog geheelonbekende hoek van dit dal een heel zuiver en goed zout vinden! Laten we daarom daarheen wandelen!"
Hoofdstuk 269: Over de juiste weg en het juiste zout - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[2] Daar aangekomen zei IK tegen de bezitter van dit huis: 'Kijk, precies in de richting waar straks de zon zal ondergaan zie je niet ver hier vandaan een witte rotswand van aanzienlijke grootte; wel, dat is puur zout en jullie allen kunnen het meteen gebruiken, zonder enige voorafgaande reiniging! Alleen moeten jullie iets minder van dit zout bij de spijzen doen, want dit is krachtiger dan dat uit Nahim, ofschoon ook het zout uit Nahim weliswaar heel in de diepte -van dit massief wordt gewonnen. Wie van jullie erheen wil gaan moet dat doen en wat zout mee hier naar toe brengen!"
Hoofdstuk 270: De zoutrots. Het wonderlijke en gezegende avondmaal - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[19] IK zei: 'Ja, dat doen we nu, dus volg Mij allen; want met jullie heb Ik een goede oogst binnengehaald!"
Hoofdstuk 270: De zoutrots. Het wonderlijke en gezegende avondmaal - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[21] Maar voordat iemand een hap naar zijn mond bracht ging DE WAARD staan en sprak: 'Mijn beste buren, luister allen naar mij! Deze maaltijd is een ware goddelijke maaltijd in het paradijs dat verloren ging door de schuld van de mensen. De grote, heilige God en Heer heeft het ons Zelf teruggebracht. Hij zit, o wonder aller wonderen, nu in levende lijve in ons midden en heeft Zelf dit ware paradijselijke maal voor ons toebereid! Deze maaltijd is derhalve een ten hoogste gezegend en heilig maal. Maar wij zijn zondige mensen - en willen nu toch graag dit maal genieten hoewel we onwaardig zijn. Laten we daarom van te voren allen tot de Heer bidden, dat Hij ons onze zonden vergeeft en ons dan een beetje waardiger acht om met Hem deze heilige maaltijd te houden. Verheffen jullie je en spreek met mij: O Heer, Gij Wonderbaarlijke! Vergeefons onze zonden, opdat wij waardiger worden met U aan tafel te zitten!"
Hoofdstuk 270: De zoutrots. Het wonderlijke en gezegende avondmaal - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[22] Hierop zei IK: 'Ik ben arts en kom om de zieken te genezen. Maar een zondaar is ook een zieke, en zo waren jullie dan ook ziek wat betreft je ziel en lichaam. En daarom heb Ik jullie opgezocht en volledig genezen, en daarom zijn jullie nu geen zondaars meer; neem nu dus welgemoed plaats aan tafel en eet en drink naar hartelust! Maar jouw woorden, Barnabe, hebben Mij echte vreugde verschaft en daarom zullen jullie allen nog meer dan tot nu toe aan Mij de heerlijkheid van God gewaarworden! Eet nu!"
Hoofdstuk 270: De zoutrots. Het wonderlijke en gezegende avondmaal - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[2] IK zei: 'Luister! Bescheidenheid is een mooie deugd en men kan de mensen deze deugd alleen maar zeer aanbevelen; maar wanneer men te bescheiden is, is dat niet zelden onverstandig, omdat men door een te grote bescheidenheid zijn naaste ertoe brengt zijn kwaliteiten, al zijn die nog zo goed, te overschatten en men hem zelfs hoogmoedig maakt, wat niet bepaald goed, maar in tegendeel erg verkeerd is. Bij Mij kan dat tegenover jullie natuurlijk nooit het geval zijn, maar bij andere mensen waar jullie mee te maken hebben heel gemakkelijk.
Hoofdstuk 271: Over bescheidenheid, zachtmoedigheid en deemoed. De gulden middenweg - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[3] Zie, de vaak te grote bescheidenheid van de overigens heel eerlijke mensen tegenover degenen met bijzondere talenten en kwaliteiten, en de aan deze daarom te royaal geschonken bewondering en verering, heeft van hen koningen en tenslotte hoogmoedige tirannen gemaakt, alsook zeer hoogmoedige priesters! Daarom moeten jullie ook wat de deugden zoals deemoed, zachtmoedigheid en bescheidenheid betreft, altijd de gulden middenweg in acht nemen, want anders zullen jullie, ook al ben je nu nog zo vrij, in de loop der tijd in jullie midden zelf zulke mensen kweken die jullie dan met alle hardheid zullen behandelen, en dan zouden jullie zuchten onder hun zware last.
Hoofdstuk 271: Over bescheidenheid, zachtmoedigheid en deemoed. De gulden middenweg - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[4] Ik weet wel dat Mijn daden en Mijn woorden jullie de moed hebben ontnomen om in Mijn bijzijn iets te zeggen; maar dit is toch niet zo belangrijk als het feit dat jullie in je hart geloven dat Ik degene ben die uit God door de mond van de profeten beloofd werd, eerst aan de joden en door hen aan alle volkeren der aarde.
Hoofdstuk 271: Over bescheidenheid, zachtmoedigheid en deemoed. De gulden middenweg - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[5] Wanneer jullie dit echt intens geloven en inderdaad Mijn leer en Mijn eenvoudige geboden in acht nemen, dan zullen jullie ook Mijn geest opnemen en door deze nog grotere werken doen dan Ik nu voor jullie heb gedaan; want wanneer jullie kinderen van één en dezelfde Vader in de hemel zijn, zijn jullie ook erfgenamen van Zijn volkomenheden, waartoe jullie - geroepen zijn. Jullie kunnen dan ook handelen en daden verrichten, waartoe deze leerlingen van Mij nu ook reeds in staat zijn indien het nodig zou zijn. Nu jullie dit weten, kunnen jullie ook zonder vrees en verlegenheid tegen Mij evenals tegen deze leerlingen spreken.
Hoofdstuk 271: Over bescheidenheid, zachtmoedigheid en deemoed. De gulden middenweg - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[6] Want als dat nooit zou kunnen, dan had Ik zeker geen leerlingen bij Me opdat deze even volkomen zullen zijn als de Vader in de hemel en in Mij volkomen is; want Ik heb toch zeker geen mens nodig als dienaar omdat Ikzelf alle mensen dienen kan en dat ook altijd doe. En als Ik al wezens wilde hebben die Mij zouden dienen, dan hoefde Ik het maar te willen en er stonden in één enkelogenblik talloze scharen van de machtigste engelen tot Mijn beschikking, die Mij op Mijn wenken zouden bedienen. En hieruit kunnen jullie al onfeilbaar de conclusie trekken, dat Ik alleen maar leerlingen tot Mij genomen heb opdat zij van Mij alles zullen leren wat Ikzelf kan, en dat Ik ook om deze zelfde reden naar jullie ben gekomen. - Zeg Me nu, of jullie nu nog niet durven te spreken in Mijn aanwezigheid!"
Hoofdstuk 271: Over bescheidenheid, zachtmoedigheid en deemoed. De gulden middenweg - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[4] Waarlijk, als het allemaal letterlijk zo gebeurt, is het zeer treurig met de mensheid gesteld en onder zulke omstandigheden zou het toch vele duizenden malen beter zijn als men nooit was geboren en mens was geworden! Hoe vele duizend maal duizend mensen weten niets van onze leer, want ze zijn duistere heidenen, en hun lot, waar ze geen schuld aan hebben, zal dan de eeuwige straf in het verschrikkelijkste vuur van de hel zijn!
Hoofdstuk 272: De beeldspraak van de profeten - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
...  247 - 248 - 249 - 250 - 251 - 252 - 253 - 254 - 255 - 256 - 257 - 258 - 259 - 260 - 261 - 262 - 263 - 264 - 265 - 266 - 267 - 268 - 269 - 270 - 271 - 272  ...