5587 resultaten - Pagina 259 van 373
... 247 - 248 - 249 - 250 - 251 - 252 - 253 - 254 - 255 - 256 - 257 - 258 - 259 - 260 - 261 - 262 - 263 - 264 - 265 - 266 - 267 - 268 - 269 - 270 - 271 - 272 ...
[3] Pas na deze overweging deed zij haar mond open en zei enigszins schuchter, maar toch dapper: 'Het is waar dat ik over het geheel genomen verkeerd heb gehandeld; maar als ik dan weer bedenk dat de nood van mijn hart mij daartoe noopte, en dat Henoch mij niets heeft gezegd van het gebod, hier niet binnen te mogen treden, dan heb ik toch weer niet verkeerd gehandeld!Hoofdstuk 5: Mira's binnenkomst in de hut en haar beproeving, loutering en opname door de Heer. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[7] Dat heb ik ook tegen vader Henoch gezegd, maar hij had geen hart voor mij en mijn grote nood. Daarom snelde ik naar u toe, omdat ik geloofde dat u toch barmhartiger zou zijn dan Henoch; maar na uw eerste ontvangst lijkt ook bij u niet meer barmhartigheid te zijn dan bij Henoch!
Hoofdstuk 5: Mira's binnenkomst in de hut en haar beproeving, loutering en opname door de Heer. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[10] Zie, ik heb nu alles gezegd en gesproken zoals ik het in mijn hart voelde! Als dat u niet bevalt en ik u mogelijkerwijs, zonder het te willen, heb beledigd, dan bent u machtig genoeg om mij er weer uit te zetten of met mij te doen wat u al eerder buiten met Sehel hebt gedaan; want het is immers beter om niet te bestaan, dan in een wereld te zijn waarin de mensen een hart van steen hebben waarin geen erbarming te vinden is!'
Hoofdstuk 5: Mira's binnenkomst in de hut en haar beproeving, loutering en opname door de Heer. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[17] Hierop werd Mira rood van schaamte en zei: 'Ware U niet de Heer, dan zou Mijn hart niet zo open zijn voor U; U bent echter de Heer en daarom is er ook niets verborgen voor U, en ik ga nu wel uit deze hut, die ik niet waard ben, nu ik U gezien en helemaal herkend heb!
Hoofdstuk 5: Mira's binnenkomst in de hut en haar beproeving, loutering en opname door de Heer. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[19] De Heer sprak echter: 'Ja, jou zou Ik eindeloos veel vergeven als je een zondares zou zijn, omdat je zo enorm veel van Me houdt! Maar je bent zuiver; blijf daarom ook hier bij Mij zoals je hart het wil, en Henoch zal al het andere in orde brengen! Amen.'
Hoofdstuk 5: Mira's binnenkomst in de hut en haar beproeving, loutering en opname door de Heer. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[8] Dus in zo'n liefde stond Mira op en keek Mij, haar heilige, meest liefdevolle Vader, met zulke ogen aan, welke op hun beurt buiten Mij niemand zou hebben verdragen; want zelfs Mijn hart werd door deze aanblik gedwongen zich iets terug te trekken en dat om reden van de meest wijze liefde.
Hoofdstuk 6: Mira sterft van liefde en wordt weer tot leven gewekt door de Heer. De vuurstorm van liefde en het plotselinge verdwijnen van de Heer. De terugkeer van de Heer en het toebereiden van de maaltijd. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[9] Want zou Ikzelf Mijn hart volledig vrije speelruimte hebben gegeven, dan zou het Mira met de almachtigste tegenvlam hebben aangegrepen en haar zo in de machtigste liefde hebben verteerd.
Hoofdstuk 6: Mira sterft van liefde en wordt weer tot leven gewekt door de Heer. De vuurstorm van liefde en het plotselinge verdwijnen van de Heer. De terugkeer van de Heer en het toebereiden van de maaltijd. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[13] En Mira zei: 'Mijn oog ziet Hem ook niet meer; maar mijn hart is van Hem vervuld, en dat is immers nog oneindig veel meer dan ik, een arme zondares ten aanzien van Hem ook maar in het minst waardig ben!
Hoofdstuk 6: Mira sterft van liefde en wordt weer tot leven gewekt door de Heer. De vuurstorm van liefde en het plotselinge verdwijnen van de Heer. De terugkeer van de Heer en het toebereiden van de maaltijd. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[21] Mira zei echter: 'O Heer, U ziet toch immers dat er in mijn hart geen sprake is van ongehoorzaamheid tegenover U!'
Hoofdstuk 7: Mira's vergeefse, onvriendelijke uitnodiging aan de vaderen tot de maaltijd in de hut. De Heer maant tot deemoed. Mira nodigt de vaderen nogmaals uit, nu niet tevergeefs. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[24] En Adam viel voor de Heer ter aarde en bedankte Hem voor Zijn grote erbarming; want zodra de vaderen de hut waren binnengetreden, wisten zij ook, alles ziende, hoe het er in de laagte toeging, en zij loofden en prezen de Vader daarom uit het diepst van hun hart.
Hoofdstuk 7: Mira's vergeefse, onvriendelijke uitnodiging aan de vaderen tot de maaltijd in de hut. De Heer maant tot deemoed. Mira nodigt de vaderen nogmaals uit, nu niet tevergeefs. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[1] Na de zeer heldere beschouwing van de toestand in de laagte, brachten alle vaderen, de zeven boodschappers en nog andere vaderen en kinderen uit de streek van de morgen vanuit de diepste grond van hun hart hun lof en prijs aan de Vader van alle liefde en heiligheid. Toen beduidde de Heer hun allen op te staan en gaf hun te kennen dat zij nu overeenkomstig Zijn belofte voor de eerste maaltijd in de hut van Purista aan tafel moesten plaatsnemen om gekookte spijzen te eten.
Hoofdstuk 8: De maaltijd in de hut van Purista. De woorden van de Heer over zijn liefdesverbond met de kinderen van de aarde en de zichtbare gemeenschap tussen hemel en aarde. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[9] Zo is ook heel zeker ons leven Zijn leven, en wij mogen leven wanneer en waar wij willen, - zodra wij de grondvesten van het leven doorzien en begrijpen, als wij ons hart naar Hem toe hebben gekeerd, leven wij reeds een volkomen leven, hetzij nog in het vleselijke lichaam of in de zuivere geest, dat maakt geen verschil!
Hoofdstuk 10: Ghemela's vragen over het leven aan deze en aan gene zijde. Het antwoord van de geest Zuriël. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[1] Toen Ghemela dat van Zuriël had vernomen, werd zij buitengewoon blij en vrolijk en ging dadelijk naar de Heer van hemel en aarde, en dankte, loofde en prees Hem in haar brandende hart voor zo'n grote genade, dat Hij haar zo zalig had laten ervaren hoe het leven van de geest helemaal leek op het leven van een nog op aarde in het vlees levende mens die staat in de volle liefde tot Hem, de heilige, de van alle liefde en erbarming vervulde Vader.
Hoofdstuk 11: Ghemela's uitbundige dank en de woorden van de Heer over de hoge waarde van de liefde. Een belofte aan Ghemela en aan Pura als toekomstige Maria. Pura's opname. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[3] Maar Ik zeg je: Mijn hart is de beste tafel! Al heb je ook niet aan de tafel gegeten, nu zul je toch aan Mijn hart spijzigen; en deze kost is toch wel onvergelijkbaar veel beter en voedzamer dan iedere andere nog zo goed gekookte spijs!
Hoofdstuk 11: Ghemela's uitbundige dank en de woorden van de Heer over de hoge waarde van de liefde. Een belofte aan Ghemela en aan Pura als toekomstige Maria. Pura's opname. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[4] Waarlijk, Ik zeg je, Mijn geliefde dochter, de liefde in het hart van een kind voor Mij, de Vader, is meer waard dan alle nog zo verheven wijsheid en alle denkbare wetenschap!
Hoofdstuk 11: Ghemela's uitbundige dank en de woorden van de Heer over de hoge waarde van de liefde. Een belofte aan Ghemela en aan Pura als toekomstige Maria. Pura's opname. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)